• Voor de verhaallijn van de rpg (+ de regels & de plaatsen!) klik hier.
    Het rollentopic vind je hier, als je rol hier nog niet in staat kun je hem daar zelf in zetten of vragen of ik hem erin wil zetten (je helpt me als je je rol er zelf in zet)
    Voor kletspraat / praatjes die over het rpg gaan post je in het praattopic, wat hier te vinden valt.
    Het is ook handig als je voordat je een post maakt goed kijkt naar welke plekken / plaatsen er allemaal in het rpg zijn, zodat je weet waar je wel / niet met je personage kan komen.
    ~~~~~~~~~~~~~~~~

    Denk bij de omgeving aan; (een tropische omgeving -> het verboden bos)
    (waterval verboden bos)
    Naam van eerste dorp: Gilmore. Naam van tweede dorp: Dushville





    Het kasteel van de koning (alleen minder versleten verf!)


    ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
    De rollen: (De doorgestreepte personages zijn er nog wel, maar hebben al een tijd niet meer gereageerd..)

    Mensen die trouw zijn aan de koning: [in totaal: 7] -> Sterke behoefte aan jongens!

    Meisjes: [5]
    - Rosalie Elizabeth Flow - Rose - 17 - Prinses van nieuwe koning - Coockies
    - Rachelle Cliff - Rae, Rachel - 17 - Rachelle is een bediende van de prinses Rosalie - Jaimes
    - Yasmin Delores - 17 - Yasmin woont samen met haar vader in het dorp, vlakbij het paleis. Haar vader is de beste arts in omstreken en velen komen dan ook naar hem toe als ze hulp nodig hebben - Endure
    - Ayelle Ivy Stern - Ay , Ive, Elle - 19 - Ze is de dochter van de eigenaresse van het bordeel, maar ze woont zelf ergens anders. - DreamerN
    -Anna-Alicia Turner - Ann, Alice - 20 - Anna-Alicia werkt in het bordeel van de moeder van Ayelle. - Lexus

    Jongens: [2]

    -Ayden Samuel Parker - Ayden - 20 - Ayden was vroeger al als een klein binkie een schildknaapje en hielp zijn vader hij heeft zelf geholpen de koning van nu op de troon te krijgen. - Hurtedheart
    -Daniël Cameron Flow - 18 / 19 - Prins van de nieuwe koning - WillNotLearn


    Mensen uit verboden bos: [in totaal: 7]

    Meisjes: [3]
    - Maya Rosalie More - May, Maya of Rose - 18 - Is weggelopen van huis - HurtedHeart
    - Severina Opal Hawthorne - opal - 18 - De nieuwe koning is verantwoordelijk voor de dood van haar moeder - Hidan/Tortura
    - Allison Jade Skyler - bijnaam gezocht! - 21 - Jade's vader en broers werden vermoord door aanhangers van de koning, dit omdat ze zich op de verkeerde plaats op het verkeerde moment bevonden. Jade is uit op wraak en saboteert de koning wanneer dat kan. - Endure

    Jongens: [4]
    -Nathaniel Carter (gebruikt achternaam Verselli) - Nate - 18 - Is weggelopen van het kasteel toen zijn ouders de nieuwe koning steunden - Lexus
    -Miles Seth Carter - Seth - 20 - Ging op zoek naar zijn broertje - Hidan/Tortura
    -Will Edward Smith - Willy, Will, Eddie - 18 - Vader was ridder van koningin, ouders dood gegaan bij intreding koning, zusje gevlucht - Coockies
    -Dorian Langford (ik zet hem toch maar hier neer, omdat hij niet trouw is aan de koning) - 23 - Dorian is een ridder, net zoals zijn vader. Hij heeft alleen maar trouw gezworen aan de koning omdat ze een spion in het kasteel wilden en de koning hem lijkt te vertrouwen. Zijn loyaliteit echter, ligt bij diegenen in het bos. - Linchpin

    [ bericht aangepast op 3 jan 2013 - 14:55 ]


    Aan niets denken is ook denken.

    Dankje ;3 , ik vind jou naam ook echt mooi (komt ook niet zo vaak voor)
    ~~~~
    Anna-Alicia Turner
    Ze koos altijd voor de minst drukke paadjes, de binnenweggetjes die maar enkelen kozen, om naar haar huis te komen. Het waren niet de meest gezelligste paadjes, maar dat maakte haar niets uit. Het ging haar om de kortste route, en ze was niet zo snel bang in het donker. Bovendien was dit een manier om zo min mogelijk mensen tegen te komen en daar had ze vaker dan eens behoefte aan. Niet iedereen kende haar, maar er waren toch wel veel mensen die van haar gehoord hadden of haar een enkele keer hadden gezien. Haar klanten wilde ze liever ook niet tegenkomen in haar vrije tijd. Hoewel ze er al gewent aan was, vond ze het toch vreemd om sommige klanten van haar zo op straat tegen te komen, als ze onder anderen waren, of bezig waren met hun beroep uit te oefenen. Ze hield liever een duidelijke scheiding tussen privé en werk in stand. Voordat ze het wist was ze al bijna te ver gelopen. Haar voeten bleven doorlopen als ze niet lette op de omgeving maar in gedachten ronddwaalde. Ze keek even vluchtig om zich heen. Het was een gewoonte van haar geworden om goed om zich heen te kijken en bij ieder geluid stil te staan om te kijken wat het was. In deze tijd, een tijd waarin rebellen overal en nergens konden zitten, zo had de koning gesproken, kon je maar beter opletten waar je je voeten neerzette. Haar ogen gingen nogmaals over de omgeving , maar er was geen levend wezen dat ze kon opmerken. Nadat ze nog een paar hoeken om was geslagen bleef ze even staan. De boodschappen tassen zette ze voor een moment op de grond neer. Ze had het toch weer eens niet kunnen laten om ook 2 flessen wijn te kopen, een witte en een rode. Dit was haar straf, het gewicht dat zo aan haar armen trok dat ze bijna zou denken dat haar armen eraf zouden vallen. Want ze kocht altijd boodschappen voor de hele week, en dan moest ze daar een heel eind mee lopen voordat ze ze thuis kon opbergen. Haar blik gleed gelijk door de straat ,waar ze meteen het meisje opmerkte. Al snel had ze door dat het Ayelle was. Wat zij met een kruiwagen in haar handen deed vond ze een klein raadsel. Met tegenzin pakte Anna-Alicia haar tassen weer vast en liep ze richting Ayelle, die kant moest ze toch op. ‘Zeg Ayelle, lukt het wel een beetje met die kruiwagen, of heb je hulp nodig?’ vroeg ze aan haar, en ze zette haar boodschappen weer op de grond. Het leek niet alsof ze snel vooruitkwam met het ding, ze vond het ook geen werkje voor een meisje als Ayelle.


    Aan niets denken is ook denken.

    Daniël Cameron Flow || Prins
    Het meisje waar ik tegenaan was gebotst viel achterover op haar billen en mompelde au. Ze keek naar mij, toen de capuchon enigszins was afgegleden toen ik sorry zei en ik zag haar mond een eindje openvallen toen ik mijn capuchon helemaal naar achteren schoof. Blijkbaar herkende ze me nu wel, haar wangen werden roder 'Ik ah..' stamelde ze na een stilte, 'Het spijt me ontzettend!' zei ze vervolgens en leek daarna de haast te hebben de plantjes die uit haar mandje gevallen waren er weer in te leggen en daarbij mijn blik te negeren. 'Ik denk dat het meer mijn schuld was dan die van jou' Zeg ik dan op haar verontschuldiging en sta op en probeer wat te bedenken om te zeggen. In ieder geval iets wat ik hoor te zeggen, het opnieuw opdoen van mijn capuchon had nu geen zin aangezien ze al gezien had wie ik was en ze bang leek. Ik zag haar handen lichtjes trillen en haar wangen waren nog steeds rood 'Kan ik je misschien helpen?' Vroeg ik haar vervolgens, aangezien het mijn schuld was dat haar planten nu op de grond lagen.


    Don't be like the rest of them, darling

    Ayelle Ivy Stern

    "Kom op stomme kruiwagen." murmelde ik zachtjes tussen mijn opeen geklemde tanden door, alsof woorden hem wel goed vooruit zouden krijgen, wat even leek te gebeuren omdat hij weer een halve meter vooruitkwam, maar daar weer bleef steken achter een klinkersteen die te hoog uit de grond omhoog kwam
    Er was waarschijnlijk echt geen andere mogelijkheid dan om de planken op te splitsen in meerdere ritten, wat de kans groter maakte voor mijn moeder om erachter te komen, iets wat ik echt niet wou.
    "Zeg, Ayelle, lukt het wel een beetje met die kruiwagen, of heb je hulp nodig ?"
    Geschokt sprong ik bijna een meter de lucht in, ik had niemand aan horen lopen, zat ik echt zo met mijn gedachten in de wolken ?
    Weer wat bijgekomen draaide ik me naar de vrouw om en ik herkende haar meteen als Anna - Alicia, één van de vrouwen die voor mijn moeder werkt.
    Haar woorden schoten even weer door mijn hoofd heen, maar ik wist even niets te antwoorden.
    Kon ik haar vertrouwen of zou ze alles aan mijn moeder vertellen als ze eenmaal het verhaal wist.
    "Ik kan wel wat hulp gebruiken." Begon ik voorzichtig terwijl ik mijn hand op het hoofd van Ashe legde voor steun van de zachtaardige Sneeuwpanter waarvan de vacht tegen mijn been aan streek en die zachtjes spinde terwijl diens ogen op Anna - Alicia gericht bleven.
    Mijn ogen keken nog eens naar de vrouw voor me.
    Ze was ongeveer maar een jaar ouder dan ik, dan vroeg ik me altijd af hoe zulke jonge vrouwen als haar bij iemand als mijn moeder terecht konden komen.
    Veel wist ik niet over haar, dus ik kon ook niet bedenken over hoe ze zou reageren op mijn verhaal.
    "Als ik je het vertel, zweer je dan dat je niets tegen mijn moeder zegt ?"

    {Hhmm... korter stukje dan dat ik eigenlijk wou...}


    Credendo Vides

    Anna-Alicia Turner
    Ze had het meisje nog net horen mompelen ‘kom op, stomme kruiwagen’ waardoor er een klein glimlachje Anna-Alicia haar gezicht verschenen was. Voordat ze er erg in had ging haar blik naar de inhoud van de kruiwagen. Er lagen allemaal houten planken in. Ze gokte erop dat er iets gebouwd moest worden, maar begreep nog steeds niet waarom Ayelle met die planken in een kruiwagen aan het slepen was. Ze had net zo goed aan haar moeder kunnen vragen of haar hulpjes dit wilden doen, en haar moeder zou het waarschijnlijk niet eens toestaan dat ze met zo’n zware kruiwagen aan het slepen was. Ayelle leek zichtbaar geschrokken door haar aanwezigheid. Het kon zijn dat zij zo in gedachten verzonken was dat ze niet op haar aanwezigheid had gelet, maar ze had al snel door dat Ayelle ergens mee bezig was wat eigenlijk niet mocht. Dat vermoeden werd wel bevestigd doordat ze van haar aanwezigheid geschrokken was, hoewel ze haar met al haar rinkelende boodschappen toch echt wel van een paar meter afstand had kunnen horen aankomen. Anna-Alicia keek even naar Ayelle en schonk haar een kleine glimlach, om haar op haar gemak te stellen. Ayelle leek niet zeker te weten of ze haar hulp wel wilde. “Met zo’n zware kruiwagen slepen, is toch geen werk voor een meisje zoals jij” zei Anna-Alicia en ze liep al richting de kruiwagen om deze over te nemen. Haar stiletto hakken hinderden haar hierbij niet. Ze had gemerkt dat het merkwaardige wezen dat Ayelle vaker vergezelde, haar sneeuwpanter, naar haar had zitten kijken. Liever keek ze niet terug naar het beest, niet wetend wat het zou doen als ze in zijn ‘territorium’ zou komen. Anna-Alicia had haar handen al op de kruiwagen gelegd toen ze Ayelle haar stem weer hoorde. “Als ik je het vertel, zweer je dan dat je niets tegen mijn moeder zegt?” zei deze, wat Anna-Alicia niet geheel verrassend vond. Ze had al snel doorgehad dat haar moeder hier niets van te weten mocht komen. Anna-alicia legde een vinger voor haar lippen, om aan te geven dat zij niets door zou vertellen. Zo’n type was ze absoluut niet. “Mag ik je dan wel vragen waarom je hier zo stiekem mee bezig bent?” vroeg ze, waarbij de nieuwsgierigheid in haar ogen af te lezen viel. Ze wipte de kruiwagen omhoog, en hield haar handen, samen met die van Ayelle erop, en duwde hem een stukje verder. “Je kunt hem veel beter zo duwen, dat gaat een stuk beter, zie je?” zei ze en ze liet haar nogmaals zien hoe ze de kruiwagen beter kon verslepen.


    Aan niets denken is ook denken.

    Post is done. :].
    Sorry for waiting.


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Tortura schreef:
    Post is done. :].
    Sorry for waiting.


    Yay, ik ga wel meteen reageren (dit is studieontwijkend gedrag (aa))


    Aan niets denken is ook denken.

    Nathaniel Carter (/Verselli) ~ Verboden bos

    Hij had het gewaardeerd dat zijn broer hem niet meteen bekogelde met allerlei vragen. Een vragenvuur, daar kon zijn broer af en toe vrij goed in zijn. Toch vond hij het vreemd dat hij niet geprobeerd had om de stilte, die tijdens dat ze naar de waterval en het huisje liepen alleen maar gegroeid was, op te vullen. Nathaniel probeerde hem te peilen, door af en toe heel even naar hem te kijken, maar hij kreeg niet een bepaalde indruk van zijn gemoedsstand. Hij had wel door dat hij wist dat er echt iets met hem gebeurd was en dat hij hiernaar enigszins nieuwsgierig was maar meer dan dat kon hij niet vaststellen. Het leek alsof ook hij in gedachten verzwolgen was en ze samen de stilte konden vullen met hun vele gedachten. Ze waren waarschijnlijk allebei vol gedachten door de bomen gelopen, maar geen van hen had één van die gedachten hardop uitgesproken. Dat was ook maar beter vond Nate, want een goede poging om de stilte te verbreken had hij niet. Gelukkig was Miles zijn kleding niet gestolen, dat was pas een vreselijk zure grap geweest. Op dit moment hadden ze genoeg aan hun hoofd, en missende kleren zouden de gemoedstoestanden niet beter maken. Nate had wel door dat zijn broer het behoorlijk koud had gehad, dat was van geen wonder, en daarom was het maar al te goed dat hij een vuur had aangemaakt. Zelf had hij het ook behoorlijk koud. Of dat kwam doordat hij ook nog natte kleren aanhad of dat het zijn gespannen spieren waren wist hij niet. Misschien een combinatie van beiden. De geur van de rook van het vuur en het vuur zelf zorgden ervoor dat Nathaniel niet zomaar in gedachten verzonk. Hij keek even naar de schoorsteen en vroeg zich af hoe lang geleden het was dat iemand die had schoongemaakt. De rook ging gelukkig langzaam maar zeker wel door het ding naar boven. Het kwam even in hem op dat door deze rook anderen, in het verborgen bos, te weten konden komen dat hier nu mensen waren. Misschien zou er dan iemand naar hen toe komen, hopelijk niet de eigenaar of iemand verwant aan de eigenaar. Nathaniel wist dat zijn broer naast hem zat, doordat hij dat had gehoord. Zijn gedachten verplaatsten zich van het haardvuur naar hem. Dit zou voor hem ook niet een gemakkelijke situatie zijn. De stilte leek op een gegeven moment als een muur tussen hen beide te staan, totdat hij dus had gesproken. Even had hij naar zijn broer gekeken, om zijn reactie te peilen, hij wilde graag weten hoe hij over zijn woorden dacht. Iets van nieuwsgierigheid kon hij nog net in zijn ogen herkennen, wat een beetje opluchting bij Nathaniel teweeg bracht.

    ‘Nee, dat wist ik niet…’ was het moment dat Nathaniel zijn broer even een tikkeltje verbaasd aankeek. Hij wist dat zijn broer druk bezig was geweest met zijn werk, maar wist ook dat hun vader en moeder hem regelmatig even een bezoekje brachten. Dan gingen ze even naar hem toe, als het uitkwam even op zijn werk, om te vertellen hoe de zaken ervoor stonden. Had zijn moeder daar dan werkelijk geen woord over losgelaten? Dat kon hij zich werkelijk niet voorstellen, maar misschien was dat de waarheid wel. Een lange tijd geleden had hij zich over dit soort vragen kunnen breken, nu wantrouwde hij ieder woord dat men tegen hem zei, beschouwde hij iedere waarheid als iets dat ook een leugen kon zijn, maar kon hij vragen ook zo achter zich laten. Op sommige dingen kon je gewoonweg geen antwoord krijgen in het leven. Nathaniel bleef in de vlammen staren nadat hij had verteld dat het geen griep was. Hij wilde de stilte laten vallen zodat zijn broer de kans kreeg om alles beetje bij beetje te verwerken. Zijn verhaal was misschien vrij moeilijk te bevatten, daarom zou hij het goed moeten vertellen. ‘Maar vader en moeder.. Zij vertelden mij dat-‘ Nate merkte dat zijn broer nu naar hem keek, voelde akelig goed hoe zijn ogen op hem rusten. Op die zin had hij willen antwoorden, bijna had hij zijn mond geopend, maar in plaats daarvan staarde hij in de vlammen, alsof zij hem konden helpen. Hij pookte met de pook het vuur op. Het vuur was zo warm, maar toch had hij het zo koud. Zijn hand ging naar de vlammen, totdat hij zich besefte dat deze gevaarlijk dichtbij het vuur kwam en er een paar fonkjes opspatten. Snel trok hij zijn hand terug. ‘Wat is er gebeurd, Nate?’ bij die woorden kreeg hij een zwaar drukkend gevoel in zijn maag. Het waren van die onschuldige woorden, maar ze leken zo zwaar geladen te zijn. Nathaniel kon het nog net opbrengen om zijn broer even aan te kijken, maar keek alweer snel naar de vlammen. Hoe graag hij het ook wilde, hij kon het verhaal niet recht in zijn gezicht vertellen. Bij de aanblik van het gezicht van zijn broer en de vertrouwdheid die daarmee gepaard ging, voelde hij zich schuldig. Schuldig dat het niet zo als vroeger was, schuldig omdat het anders had kunnen zijn. Ze hadden nooit van elkaar gescheiden kunnen zijn, en dan zou dit gesprek niet hebben plaatsgevonden en was er niet iets van een onzichtbare muur tussen hem die vooral hij veroorzaakte.

    “Daar hebben ze over gelogen. Zoals ze wel over meer dingen hebben gelogen” zei hij, waarbij hij probeerde om zijn stem zo neutraal mogelijk te houden. Het vuur knapperde rustig verder, dus had hij de pook naast zich neergelegd. Hij keek even naar zijn broer, aarzelend, wilde hem net alles vertellen en zich naar hem toedraaien, maar kon het toch niet voor elkaar krijgen om recht tegenover hem de woorden die zo lang onuitgesproken waren gebleven over zijn mond te krijgen. Het was niet zo dat hij het verhaal niet goed onder woorden kon brengen, hij kon het prima opschrijven, maar alleen voor zichzelf. Aan anderen had hij dit nog nooit verteld, het was alsof hij het hele verhaal een tijd geleden al had begraven en het tot leven wekken alleen maar voor ellende zou zorgen. Misschien was het dat dat hem weerhield, hij wilde geen zielig vreugdeloos ellendig verhaal aan zijn broer vertellen, omdat hij van hem hield. En dierbaren wilde je niet lastig vallen met zulke dingen, naar zijn mening. Toch deed hij het, maar bij ieder woord klonk geen emotie door, alsof hij het verhaal vertelde van een ander. Zo kon hij het makkelijker vertellen, alsof hij het zelf niet had meegemaakt maar alsof hij een toeschouwer was geweest. Hij vertelde alles, over zijn vader die hem sloeg en dat ze leugens verzonnen, maar dat alles wel heel beknopt. De details kon hij niet beschrijven, dat was teveel. Gedurende dat hij vertelde stopte hij enkel maar een paar keer, omdat hij anders geen adem meer kreeg, en knipperde hij met zijn ogen om de vlammen weer helder te zien. Het gedeelte van dat hij messen spaarde en die onder zijn bed verzamelde en die ene gebeurtenis liet hij weg. Dat was teveel. Het was dat gat in het verhaal wat ervoor zorgde dat hij even niet wist hoe hij moest uitleggen op welk moment hij was weggelopen. Hij eindigde zijn verhaal maar met ; ‘Op een gegeven moment waren ze beiden niet thuis en liep ik dus weg’ alsof het compleet logisch was om van huis weg te lopen. Zijn nagels klemde hij in zijn handen. Nu hij – bijna – alles tegen zijn broer had gezegd, zij het in een zeer beknopte versie, durfde hij diegene niet meteen aan te kijken.


    Aan niets denken is ook denken.

    Yulivee schreef:
    Dorian Langford

    Dorian bromde even iets onverstaanbaars als Jade op een poeslieve toon en met een onschuldige glimlach die absoluut niet bij haar paste vroeg of ze hem kom helpen. "Ah, vrouw, U weet net zo goed als ik dat ik allesbehalve een soldaat ben en dat u een ridder anders hoort aan te spreken." Hij deed zijn best om zo snauwend mogelijk te klinken sinds Westford nog steeds in de buurt was en duidelijk aan het meeluisteren was. Dorian moest moeite doen om haar niet de huid vol te schelden over het feit dat ze niet direct die stomme kap van haar kop had getrokken als de ridders het plein opgestormd waren. Anders was ze wel zo goed in het onzichtbaar opgaan in een menigte, maar nee, juist vandaag, juist als hij bij degene was die opgeroepen waren, moest ze die gave van haar even aan de kant zetten en gaan rond paraderen met een kap op haar kop.

    Doordat Westford nog steeds in de buurt stond te dralen draaide hij zich demonstratief met zijn rug naar hem toe, zogezegd om Jade's enige goede vluchtweg te versperren maar eigenlijk deed hij het alleen maar zodat hij haar iets kon toesnauwen zonder dat Westford het kon horen of zien. "Ze zijn hier om mensen te arresteren, niet te ondervragen." Op iets luidere toon vervolgde hij; "Volgt u mij even. Ik heb een aantal vragen voor u." Met nog een laatste norse knik naar Westford greep hij haar, misschien iets te hardhandig, bij haar bovenarm en duwde haar ruw een steegje in. Hij probeerde ervoor te zorgen dat bij al deze handelingen, haar sluier niet afviel. Het was die sluier die haar verdacht had gemaakt maar nu kwam hij nog goed van pas. Op die manier herkenden ze haar nu niet en moest ze later nog aangehouden worden dan zou niemand de link leggen tussen hen beide en deze klotesituatie. Opgefokt door de gebeurtenissen gaf hij haar een zachte zet naar het donkerste gedeelte van de steeg en trok met een ruk de kap van haar hoofd. "Godverdomme Jade. Als je ridders het plein op ziet komen maak dan toch verdomme dat je weg komt of dat je die verdomd verdachte sluier van je kop haalt. Westford staat er niet bepaald om bekend om weekhartig te zijn. Voor je het weet, hang je met een strop rond je nek op het dorpsplein." Zo snel als zijn woede opgekomen was, ebde deze ook weer weg. Onbewogen staarde hij haar enkele seconden aan. "Maak dat je hier wegkomt Jade, zoals ik al zei, ze zijn hier om mensen te arresteren, niet het gebruikelijke ondervragen. Ze weten dat er rebellen aanwezig zijn en ze zullen niet stoppen voor ze, ze allemaal hebben en dump die jas en die kap, ik wil niet dat ze de link kunnen leggen tussen ons." Hij zuchtte even kort. "Ik moet nu terug, maak dat je hier weg geraakt."


    Haha to be honest was ik vergeten dat ze die kap droeg :Y) Maar het is wel mooi als teken dat ze zich overal te goedvoor voelt, haha.
    Ohja, ik ging er een beetje van uit dat Dorian vast wel iemand in het verboden bos kende die hem dierbaar was of iets dergelijks,
    hope you don't mind.

    Allison Jade Skyler.
    Het beviel haar niet Dorian naar haar snauwde, maar was zich er maar al te goed van bewust dat hij dat wel moest doen als hij niet wilde opvallen. Dorian ging voor haar staan, maar ze voelde zich ondanks dat alles behalve geïntimideerd. "Ze zijn hier om mensen te arresteren, niet te ondervragen," snauwde hij tegen haar, deze keer duidelijk echt geïrriteerd. Ze had hem graag teruggepakt, maar gelukkig voor hem was dat té riskant. Dorian vervolgde zijn toneelstuk door haar mee te vragen, omdat hij zogenaamd een aantal vragen had. Kort daarna greep hij haar hardhandiger dan nodig bij haar arm en duwde haar een steegje in. "Hé, je hebt geen reden een dame zo te behandelen," beet ze hem bits toe terwijl ze zich los trok. Dorian was sterker dan ze elke keer verwachtte en ze wist zeker dat haar arm rood zou zien. Haar woorden leken weinig indruk te maken of het maakte Dorian enkel meer geïrriteerd, want het volgende moment duwde hij haar het donkerste gedeelte van de steeg in en trok haar capuchon in één beweging naar achteren.
    ""Godverdomme Jade. Als je ridders het plein op ziet komen maak dan toch verdomme dat je weg komt of dat je die verdomd verdachte kap van je kop haalt. Westford staat er niet bepaald om bekend om weekhartig te zijn. Voor je het weet, hang je met een strop rond je nek op het dorpsplein," beet hij haar toe en Jade keek hem kil aan. "Luister héél goed Dorian," fluisterde ze met een ijzige stem, "ik zal nóóit, maar dan ook nóóit eindigen aan de galg. Als ik sterf, dan sterf ik eervol."
    Ze schudde haar bruine krullen over haar schouders en zag een subtiele verandering in Dorian zijn houding en blik.
    "Het valt me vies van je tegen dat je denkt dat ik zo onwetend ben, Dorian," antwoordde ze deze keer kalmer, "Het zou zelfs zo kunnen zijn dat ik meer weet dan jij," vervolgde ze haar verhaal en keek hem veelbetekend aan. "Het lijkt wel alsof er een slachting heeft plaatsgevonden in het verboden bos, maar ik neem aan dat je toch niet wilt weten wie er vermoord zijn, of wel soms?" Terwijl ze Dorian aan bleef kijken draaide ze nonchalant een gekrulde lok rond haar vinger.
    Ze kreeg weer een onschuldige glimlach rond haar lippen,maar haar ogen spraken boekdelen. Ogen werden ook wel de spiegel van iemands ziel genoemd en ze begreep goed waarom. "Jij bent toch veilig in het kasteel, ik neem aan dat het je niet uitmaakt wie er allemaal omgekomen zijn, veel contact heb je toch niet met ze, is het niet?"
    Jade zweeg een aantal tellen om de informatie bij hem te laten bezinken, terwijl ze zich ondertussen af vroeg wat hij haar te bieden had. Ze wilde meestal zo snel mogelijk betaald worden en ze wilde van te voren ook weten wat ze te goed had, anders dan deed ze geen zaken. "Maar dan zal ik maar gaan, voordat ze me nog te pakken krijgen," dit laatste zei ze spottend terwijl ze zich omdraaide en langzaam weg begon te lopen. Als hij informatie wilde, prima, maar anders had ze er ook geen enkel probleem mee. Zijn verlies als hij niet geïnteresseerd was naar de ongelukkigen.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Eigenlijk niet maar alles kan aangepast worden. ^^

    Dorian Langford

    "Luister héél goed Dorian, ik zal nóóit, maar dan ook nóóit eindigen aan de galg. Als ik sterf, dan sterf ik eervol." Dorian had verdomd veel zin om die arrogante blik van haar gezicht te slaan terwijl ze haar bruine krullen uitschudde. Zijn handen jeukten en hij kneep zijn ogen tot spleetjes.
    "Het valt me vies van je tegen dat je denkt dat ik zo onwetend ben, Dorian. Het zou zelfs zo kunnen zijn dat ik meer weet dan jij." En dat was éxact waarom hij soms zo'n hekel had aan Jade. Informatie kopen en verkopen was haar voornaamste bezigheid. "Het lijkt wel alsof er een slachting heeft plaatsgevonden in het verboden bos, maar ik neem aan dat je toch niet wilt weten wie er vermoord zijn, of wel soms?" geschrokken sperde hij zijn ogen open. Zijn neusvleugels begonnen te trillen en onbewust spande hij zijn spieren op. Als zij erbij was, dat, dat zou gewoon,- Zijn eigen gevoelens leken hem opeens te verstikken, een gevoel dat hem tot dan toe niet bekend was geweest en hem eerlijk gezegd redelijk wat angst aanjaagde. "Jij bent toch veilig in het kasteel, ik neem aan dat het je niet uitmaakt wie er allemaal omgekomen zijn, veel contact heb je toch niet met ze, is het niet? Maar dan zal ik maar gaan, voordat ze me nog te pakken krijgen,"

    Jade was erin geslaagd om met een aantal woorden een wel heel gevoelige snaar te raken. Woedend marcheerde hij achter haar aan en drukte hij haar tegen een muur, er zich terdege van bewust dat hij haar op deze manier waarschijnlijk aan het verstikken was. "Wie is er dood? Vertel het me, wie?" Zijn eigen woede jaagde hem angst aan. Impulsiviteit was geen karaktertrek van hem en toch, toch kon hij zich op dit moment absoluut niet beheersen. De gedachte alleen al dat zij dood zou zijn, haalde het slechtste in hem naar boven en hij wist dat als het zo was, dat hij iedereen op zijn weg genadeloos af zou maken en niet zou stoppen voor de koning dood was. Vriend of vijand. Hij kon haar niet kwijt zijn, dat was onmogelijk. De gedachte alleen al, maakte hem kapot. Nog steeds overstuur trok hij haar een eindje weg van de muur en duwde haar er dan hardhandig terug tegen. "Verdomme Jade! Wie?!" Hij wist dat hij zijn stem zou moeten dempen maar de kans dat deze tot aan het plein zou dragen was uitzonderlijk klein, of dat hoopte hij toch.

    Haar beeltenis verscheen voor zijn gesloten oogleden. Haar vlammende lange rode haren, haar volle lippen die de heerlijkste lach op deze hele wereld konden produceren, haar ogen vol heimelijke beloftes. Ze lachte hem toe, net buiten zijn bereik en fluisterde zijn naam. Naar adem happend belandde hij terug in de realiteit waar hij Jade tegen de muur gedrukt hield in de hoop van haar te horen te krijgen wat hij wilde horen. Onrustig zocht Dorian haar ogen in het donker om daarin op zoek te gaan naar de waarheid.


    Soms ben ik het sterkste wijf ter wereld en soms ben ik een kwartelei.

    Allison Jade Skyler.
    Zoals verwacht hoorde ze al snel de voetstappen achter haar van een naderende Dorian, maar wat ze echter niet verwacht was haast verstikt te raken terwijl hij haar tegen een muur gedrukt hield. Haar ogen schoten vuur terwijl ze naar adem snakte en verwoede pogingen deed zijn greep wat te versoepelen.
    "Wie is er dood? Vertel het me, wie?" schreeuwde hij haar haast toe, ze had hem nog nooit zo kwaad meegemaakt. ""Verdomme Jade! Wie?!" schreeuwde hij weer nadat hij haar terug tegen de muur had geduwd. Jade nam gebruik van de gelegenheid om een paar keer een paar diepe teugen lucht te nemen voordat ze hem toe snauwde: "Misschien is het slim te onthouden dat ik de enige ben met antwoorden en dat je die niet zal krijgen als je me probeert te wurgen!"
    Ze had geen ruimte om hem een trap te verkopen, maar in plaats daarvan plaatste ze haar vuist met veel kracht in zijn maag waardoor hij een paar stappen naar achter wankelde. "Mijn informatie is niet gratis, maar ik zal het je vertellen," zei ze terwijl ze hem recht aankeek, 'Florian, John, Alderan, Elizabeth, Arthur, Samael Cedric en weet je wie nog meer?" Jade zweeg een aantal tellen, vooral om hem dwars te zitten, omdat ze nog pissig was vanwege het feit dat hij haar bijna had verstikt. "Gladys Alexis Coldroné," sprak ze de naam langzaam en zacht maar duidelijk uit. "Ja, dat was haar naam volgens mij. Je wilt toch niet zeggen dat je haar kende, niet toch?" Jade keek hem met een valse glimlach van puur leedvermaak aan, maar werd toen weer serieus. "Jij hebt je informatie, vrij nauwkeurige informatie, al zeg ik het zelf en daar staat flink wat tegenover."
    Nog voordat ze helemaal uitgesproken was kreeg ze een geldbuidel naar haar hoofd geslingerd, die ze net op tijd uit de lucht wist te plukken voordat hij daadwerkelijk haar gezicht zou raken. Jade haalde arrogant haar neus op. "Snel op onze teentjes getrapt?" merkte ze op terwijl ze in de geldbuidel keek, ze kneep kort haar ogen tot spleetjes en richtte zich toen weer tot Dorian. "Ik houd wat van je te goed, Je merkt wel wanneer dat is." Met die woorden draaide Jade zich om, liet met een soepele beweging het geldbuideltje in haar zak glijden en liep weg. Ondanks dat ze van het levendige plein afliep zette ze toch opnieuw haar capuchon op, ze was gewend zich onopgemerkt te verplaatsen.
    Er had flink wat geld in het geldbuideltje gezeten, toch vond ze het niet genoeg. Haar informatie was waar en met name precies geweest, dan stond er ook een hoge prijs tegenover. Dorian zou vast nog een keer van pas komen en ze zou het niet toelaten dat hij zijn diensten weigerde. Dat zou hem duur komen te staan en dat wist hij zelf ook, ze wist veel en zou hem zo kunnen ontmaskeren waar iedereen bij was. Dat zou dan het laatste van Dorian Langford zijn.
    Even gleed haar hand naar het geldbuideltje, misschien kon ze er een nieuwe jurk voor kopen, dat had ze wel verdiend vond ze, daarnaast zou ze dan nog genoeg over hebben om zelfs een kamer in een herberg te huren. Slapen in een bed was iets wat ze lange tijd niet gedaan had en ze verlangde ernaar, ondanks dat het niet veel schoner zou zijn dan de bosbodem, maar dat moest ze maar voor lief nemen.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    WillNotLearn schreef:
    Daniël Cameron Flow || Prins
    Het meisje waar ik tegenaan was gebotst viel achterover op haar billen en mompelde au. Ze keek naar mij, toen de capuchon enigszins was afgegleden toen ik sorry zei en ik zag haar mond een eindje openvallen toen ik mijn capuchon helemaal naar achteren schoof. Blijkbaar herkende ze me nu wel, haar wangen werden roder 'Ik ah..' stamelde ze na een stilte, 'Het spijt me ontzettend!' zei ze vervolgens en leek daarna de haast te hebben de plantjes die uit haar mandje gevallen waren er weer in te leggen en daarbij mijn blik te negeren. 'Ik denk dat het meer mijn schuld was dan die van jou' Zeg ik dan op haar verontschuldiging en sta op en probeer wat te bedenken om te zeggen. In ieder geval iets wat ik hoor te zeggen, het opnieuw opdoen van mijn capuchon had nu geen zin aangezien ze al gezien had wie ik was en ze bang leek. Ik zag haar handen lichtjes trillen en haar wangen waren nog steeds rood 'Kan ik je misschien helpen?' Vroeg ik haar vervolgens, aangezien het mijn schuld was dat haar planten nu op de grond lagen.


    Don't be like the rest of them, darling

    Ja, ik weet 't (: Of nouja, eigenlijk was ik dat net vergeten, haha, maar deze week heb ik misschien morgen nog even tijd en dan zal ik posten.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Haha, is goed hoor. Ik heb wel geduld, Ik dacht dat je het vergeten was dus quote ik hem even voor je (:.


    Don't be like the rest of them, darling