Flashback O2 – Ryder Jason Fuller
De wind klonk uitermate beangstigend op deze duistere nacht, die buitengewoon triest voor enkele mensen was. Al waren er nog een paar dat geen mensen waren, maar meer wat je kon schepsels noemen. Vampiers, wezens die te kampen hadden met de vloek van bloeddorst en die in mythes, verhalen en dergelijke bekend stonden als kil. Zonder enig gevoel. Onsterfelijken werden ze nu genoemd.
Nu wist ik tot nog toe niet hoe ik daarmee om moest gaan, want het was alles behalve waar. Niet dat de verhalen niet gelijk hadden, want Onsterfelijken hadden de gave om hun gevoelens inderdaad uit te zetten, het knopje om te slaan en mensen een nachtmerrie te bezorgen. Hoewel die nachtmerrie echt was en absoluut geen droom, zoals ze dat waarschijnlijk gewild hadden. Ik weet dat datgene waar is, want in mijn eerdere dagen had ik dat gedaan. Daar ben ik nog altijd niet overheen gekomen. Desondanks was het ook waar dat, als je het niet goed kon handelen, Onsterfelijken emoties drie keer zo erg voelden – kwaad, wellust, wraakgevoelens, liefde, verdriet… Dat was misschien ook de reden dat we ons afsloten van dat alles, vooral van de liefde, want daarvan kwam verdriet en hartenpijn. Wanneer schepsels dat kregen, zullen wij dat erger mee maken dan een mens.
‘Nero…’ Hoewel de vrouwelijke stem aangenaam en zacht klonk, kon je duidelijk horen hoe er een toon van schuld in te vinden was. Het was dan ook haar schuld, zo was ik tot hedendaags nog steeds van mening. Haar lange, bruine lokken speelden in de wind met elkaar, die met de minuut lawaaiiger werd. Op een gegeven moment bulderde het ook zo hard dat het in een mensenhuid zou kunnen snijden, zo koud en hard ging het eraan toe. Het leek wel alsof de natuurgoden het wisten, dat er iets ergs gebeurd was wat mij emotioneel onstabiel en ellendig maakte, waardoor ik nu de afstandelijke, geheimzinnige-ik was geworden.
Een man van middelbare leeftijd, zo leek het, stond een paar meter verderop dan de dame die net zijn naam had uitgesproken. Hij had donkerbruin haar die flink door de war zat, vanwege het weer, maar het leek hem niet veel te deren. Zijn gezichtsuitdrukking stond kil en in zijn blauwgrijze ogen zag je geen enkele emotie. Het leek wel alsof hij er geen had, wat natuurlijk kwam doordat het een Vampier was. De mysterieuze sfeer rondom hem scheen dat ook te vertellen, alsof hij dat expres kwijt wilde. Het zou me niet verbazen in elk geval, het was een machtig man die graag schrik aan wilde jagen.
Toen hij zijn naam hoorde, wat betwijfelend niet zijn echte naam was, verroerde hij nog altijd geen vinger. Niemand wist zijn echte naam, het was net zo’n mysterie als de man zelf was. Zijn emotieloze poelen waren op de grote schuur gericht, waar velen hooibalen lagen en bovendien de familieleden van een jonge man. De rode vloeistof wat je bloed kunt noemen, was gemakkelijk te zien en zelfs op die afstand dat ze stonden te ruiken, die verrukkelijke geur waar Vampiers door aangetrokken werden. Het bloed stroomde uit hun nekken, borst en armen. Ze baadde erin, terwijl ik er levenloos en huilend naast zat. Ja, het waren mijn familieleden, mijn ouders en dierbaren. Het huilen van de wind klonk als een echo van mijn eigen huilen, wat ik schokkend en wel op de grond deed. Alles was erger geworden, veel erger.
‘Hm,’ humde hij, ten teken dat de vrouw verder mocht praten. Het was duidelijk dat hij de leider was van de groep, de groep die mijn privacy ingekomen was en mijn familie leeg had gedronken alsof het niets meer dan een drankje was. Voetstappen klonken door het mossige gras. Het was net klaar met regenen en er waren grote modderige poelen gevormd, terwijl het geluid van de vrouw af kwam. Nu stond zij naast hem, de man die als standbeeld kon dienen, zo stil stond hij.
‘Dit was niet de bedoeling, Nero.’ Ze had het gezegd, zo goed en duidelijk mogelijk. Toch kon ze niets aan de toon van kritiek doen. Het schuldbeladen deel was ook gemakkelijk te horen, zeker in de oren van Nero, die zich erop getraind had zowat om die dingen te bemerken. Dit keer kwam hij wel in bewegen, waarbij hij eerst een aantal keer ongelovig met zijn ogen knipperde. Vervolgens hief hij zijn mannelijke hand op richting zijn gezicht, waar hij zijn kin vastpakte en iets over zijn korte baardje wreef.
‘Draai er niet om heen,’ Een bedenkelijke blik dwaalde door zijn eens zo harde, ongevoelige ogen. ‘Zeg me direct wat je punt is, Elizabeth.’ Nero zijn stem was zwaar en daarbij lichtelijk rauw, wat kwam door het pijp roken. De vrouw die dit mogelijk had gemaakt was Elizabeth, inderdaad de vriendin die ik vroeger had, maar die nu echter mijn leven had verpest. Alhoewel zij dat natuurlijk niet erkende, de schijnheilige onschuld zelve. Een beledigend gesnuif kwam er kort bij haar vandaan, voor zij antwoord gaf. ‘Zijn familie mocht niet dood, hij houdt van hen. Je kon hem dit niet aan doen! Dat was niet onze deal.’ In haar stem klonk het nadrukkelijk hoe ze hem ervan verweet dat dit gebeurde, terwijl haar stem met het woord dat ze uitsprak harder klonk. Nero leek alles behalve onder de indruk te zijn, wat hij graag liet merken aan de korte, spottende lach die hij liet horen. Zijn arm had hij ondertussen weer naast zich laten dwalen, waarna hij zijn gezicht iets kantelde jegens haar.
‘Jij wilde hem, dát was onze deal. Je had niets erbij vermeld, het enige dat jij kenbaar had gemaakt, was dat jij hem wilde. Niemand anders mocht hem hebben.’ Bracht hij koud uit, een botte ondertoon, waarbij er toch een scheef grijnsje op zijn lippen begon te dwalen. Het was wel glashelder voor hem dat deze vrouw een nogal bezittend dametje was als het op Zachariah aan kwam. Elizabeth had hierdoor een uiterst kwade blik in haar ogen gekregen. Hard beet ze op haar onderlip voordat zij zich helemaal naar hem omdraaide en haar mond opende.
‘Weet je wel wat je überhaupt hebt aan gericht?’ bitste ze. Haar slanke vinger vond zich een weg naar zijn gespierde borstkas, waar zij dan ook een paar keer in prikte, terwijl haar ogen vuur spoten. ‘Hij heeft niemand nu en dan nog maar te zwijgen over hoeveel pijn hij nu moet voelen. Kijk naar hem! Je weet zelf toch wel dat het niet mijn bedoeling was? Dat noemt zich een leider…’ Nero zijn ogen werden donkerder gedurende haar woorden, wat ook mede kwam door het geprik in zijn borstkas. Hij volgde haar woorden ook niet, nam haar bevel niet op om naar Zachariah te kijken, maar in plaats daarvan nam hij snel haar hand vast.
‘Laat ik het in gemakkelijke woorden zeggen die zelfs jij kunt begrijpen, Elizabeth,’ sprak hij koud. ‘We hadden een deal: jij wilde hem en in ruil daarvoor neem jij plaats in mijn groep. Je hebt hem gekregen, wat betekend dat jij nu van mij bent. As simple as that.’ Hard kneep hij nog in haar hand, maar liet hierop los en liep met flinke passen van haar weg. Zijn tanden waren op elkaar geklemd en zijn ogen stonden nog killer dan anders. Elizabeth keek hem hulpeloos en nogal verslagen achterna. Het duurde echter niet lang of zij rende door het zompige gras en de modderpoelen naar de schuur, waar ik nog zat te huilen alsof ik een klein kind was. Dit was erger, veel erger en het kon nooit meer goed gemaakt worden.
[Ik ben nog niet helemaal klaar. Het begint al wel op een einde te komen, maar er komt nog iets aan...]
[ bericht aangepast op 22 feb 2013 - 21:21 ]
Quiet the mind, and the soul will speak.