• Een Rpg met irisjx.
    Dit is van ons beide onze eerste Rpg hier.
    Rollen :
    Ik :
    Christina Mc Cane - 16 - klein voor d'r leeftijd -


    Jij ;
    Demian Skyline // 20

    [ bericht aangepast op 23 sep 2012 - 15:49 ]

    Met opengesperde ogen keek Demian om zich heen. Hij krabbelde op zijn schouder en wist dat het bijna volle maan was. Om twaalf uur precies zou hij weer een gehele transformatie ondergaan en was hij weer precies hetzelfde als hij vorige keer was. Een weerwolf, eentje waarbij het bloed van zijn vijanden langs zijn bek stroomde. Het leek soms wel of hij zich niet onder controle had wanneer hij een weerwolf was. Hij keek omzich heen zoekend naar enig spoor van vrijheid uit het bos. Hij was er altijd wanneer hij wist dat het zover was. Maar nog steeds waren er plekken die voor hem onbekend waren. Hij zocht naar een straaltje licht in de duisternis die hem zou begeleiden naar de rand van het bos. Hij zocht om zich heen of hij misschien enig spoor zou herkennen. Nogmaals krabbelde hij op zijn rug en beet even op zijn onderlip. Hij zag het, een klein straaltje zonlicht dat hem naar de uitgang van het bos zou leiden. Hij rendde er naar toe en kwam buiten het bos tot stiltstand. Hij liep in de richting van het 'centrum' van het kleine dorp waar hij wat zou gaan drinken. Hij was snel, dat was iets dat hij altijd was, of hij nou weerwolf was of niet, hij bleef een top snelheid met rennen behalen. Hij bedacht zich dat hij er toch sneller zou zijn wanneer hij rende, dus dat ging hij doen. Hij rende zo snel hij kon om eerder daar te zijn zonder op te letten wie er nog meer liep. Hij ontwijkte een aantal passerende mensen en probeerde zijn snelheid niet te verminderen.

    Christina keek zoekend om haarzelf heen en keek om de zoveel seconden op de klok, ze moest voor 12 uur thuis zijn anders ging het niet goed maar ze moest nog zoveel dingen halen en dan moest ze ook haar broer nog vinden want die was ze door de drukke menigte ook kwijt geraakt, nu was het misschien nog een drukke menigte en haalde iedereen boodschappen voor morgen, want dan was het zondag en dan ging niemand de deur uit, dus ook zij niet, iedereen vreesde voor zondag en om 12 uur zou het hier doodstil zijn, misschien wel iets té stil. Ze had het koud aangezien ze niet veel meer aan had dan een jurkje tot haar knieën en een paar schoentjes, ze was namelijk weggegaan met mooi weer en dat was het nu dus niet meer, het was flink afgekoeld, ze liep snel de bakker binnen en kocht nog wat dingen, ze ging gelijk door naar de slager en de visboer, de groenteman pikte ze ook nog even mee en toen ging ze weer verder op zoek naar haar broer, zou hij misschien al naar huis zijn gegaan? Ze zuchtte en keek op de klok, nog 10 minuten, ze werd al een beetje banger en de straten begonnen al steeds leger te worden, waarom had ze hem dan ook in de kroeg alleen gelaten, ze wist zelf ook wel dat hij dan weg zou gaan, als ze er gewoon was gebleven dan had ze hem nu niet hoeven te zoeken, dan had ze overigens ook geen eten kunnen halen maar goed, ze had hem toch echt nodig.. Ze vroeg aan een paar bekende of ze hem hadden gezien maar iedereen schudde hun hoofd, ze liep en keek om haar heen, ze lette eigenlijk niet heel erg op waar ze liep..

    Demian knalde tegen iets of iemand aan en geschrokken keek hij op. 'Sorry.' Zei hij resoluut en hielp het meisje dat voor hem op de grond lag overeind. Hij pakte de spullen die over de gehele stoep lagen en stopte die terug in haar tas. 'Gaat het.' Vroeg hij zachtjes en keek haar even aan. 'Ik lette niet goed op..' Mompelde hij even en haalde een hand door zijn haren. Hij krabbelde weer aan zijn schouder en voelde hoe het langzaam meer begon te worden. Hij keek even naar de spullen. 'Zondag inkopen?' Vroeg hij grijnzend en keek even om zich heen. Iedere zondag wanneer hij in een weerwolf zou veranderen waren de straten leeg en stil, enkel de mensen die het aan durfde lieten hun leven op het spel zetten door een stap buiten de deur te zetten. Hij grijnsde even bij de gedachtes dat hij dood normaal over straat zou kunnen, hij deed het niet. Hij wist dat veel mensen gingen kijken vanachter de ramen. Het zou een raar gezicht zijn wanneer er een weerwolf door hun tuin heen zou lopen. Hij ging met zijn hand langs zijn schouder en krabbelde weer even. Meestal op zondag was hij echter niet in het dorp, enkel in het bos was hij te vinden samen met de andere met wie hij op pad ging.

    Christina was even vergeten op de weg te letten en knalde tegen iets op, ze viel behoorlijk hard op de grond en keek de jongen wat geschrokken aan, ze nam zijn hulp aan om overeind te komen en pakte haar spullen aan. 'Ja het gaat..'zei ze wat gehaast en keek even om haarzelf heen en toen naar hem. 'Nee, geeft niet, ik lette zelf ook niet op, sorry..'zei ze zacht en knikte toen hij dat vroeg. Ze keek op de klok en zag dat het al bijna 12 uur was, nog iets van 4 minuten. Ze wilde net verder lopen toen ze zich opeens iets bedacht. 'Heb je een jongen gezien die ongeveer 2,5 kop groter is als mij en..'begon ze en gaf een hele uitleg over haar broer, maar wel kort en snel, ze keek nogmaals op de klok en toen weer naar hem, een beetje wanhopig en misschien ook wel lichtelijk bang, ze moest er niet aan denken dat hij heel vannacht, heel zondag en heel morgennacht buiten lag of zat. Hopelijk kon deze onbekende haar helpen, iets wat ze erg hoopte maar de meeste waren niet zo behulpzaam zo dicht bij 12 uur..

    'Ik help wel zoeken.' Zei hij schouderophalend. 'Ik moet toch nog niet weg, en ik wil je graag helpen.' Zei hij en keek haar even aan. 'Let's go dan maar.' Zei hij en liep samen met haar rond opzoek naar haar broer. Hij bekeek haar even en zag dat ze redelijk klein was voor haar leeftijd, verder viel het hem op dat ze blond haar had. Hij haalde even zijn schouders op en hielp verder met het zoeken naar haar broer. Hij zag een aantal mensen geschrokken weg rennen toen ze een blik op de klok wierpen. En andere rende zo hard als ze konden. Sommige keken alsmaar bang achter zich, andere gilde en andere hijgde van angst.

    Christina keek hem dankbaar aan en glimlachte. 'Ik ben Christina trouwens.'stelde ze haarzelf zacht voor en keek om haarzelf heen, ze begon steeds meer buik pijn te krijgen en op een gegeven moment raakte zowat iedereen half in paniek, ze keek op de klok, een minuut voor 12. 'I-ik moet naar huis, ik moest om 12 uur thuis zijn..'zei ze zachtjes en keek de jongen aan, haar moeder zou het niet trekken als ze te laat thuis kwam waarschijnlijk zat die nu al half in de stress.. 'Bedankt voor het helpen met zoeken..'zei ze zachtjes en keek even om haar heen, nee nu moest ze echt gaan..

    'Demian.' Mompelde hij. 'Wacht nog heel even.' Zei hij en wees op een jongen die ergens in een hoekje stond. 'Is dat hem.' Fluisterde hij in haar oor, klopte op haar schouder en liep weg zonder op een antwoord te wachten. Hij rende terug het bos in en maakte zich klaar voor de roof. Hij ging op een boomstam zitten en voelde hoe zijn schouder weer kriebelde. Tegelijkertijd begon zijn been te jeuken. Hij keek even en beet op zijn onderlip. Hij voelde een hevige pijn waaraan hij wel gewend was geraakt. Hij beet op zijn onderlip en voelde de hevige steken erger worden. Niet veel later was het zo ver, hij liep rustig rond op vier poten zoekend naar vlees. Hij was getransformeert, net als iedere week van zijn leven.

    Christina keek hem aan en toen naar het hoekje, ze zag niemand, ze keek de jongen na en liep toen toch even naar het hoekje, ze zag haar broer staan en snapte niet hoe hij dat vanaf daar kon zien, zijzelf had enorm goede ogen en had echt niemand zien staan hoor, ze liet haar broer op haar steunen en liep zo snel mogelijk met hem naar huis, ze keek bang om toen ze wat geritsel hoorde en de kerkklokken, ze liep met de laatste kerkklokslag naar binnen en deed de deur goed op slot, meteen kwam haar moeder naar haar toe en ze kreeg een goede knuffel, ze woonde best groot en waren ook zeker niet de armste, in dit dorp woonde overigens ook niet echt hele arme mensen, natuurlijk had je hier ook verschillende rangen maar iedereen was hier met elkaar bevriend, ze gaf mama alle spullen en liep met haar broer naar boven die ze in zijn bed legde, ze nam een kopje thee mee naar boven en ging in haar kamer zitten, ze keek naar buiten naar de grote volle maan en keek op toen een dienstmeisje naar binnen kwam en de luiken en alles dicht deed en zei dat ze maar beter kon gaan slapen, ze knikte en zuchtte, ze deed een kaarsje aan en staarde voor haarzelf uit.

    Demian liep door het bos terwijl de takken onder zijn boten kapot knakte. Hij zag in de verte Liam staan en hij rende ernaar toe. Hij stootte hem aan als teken dat ze samen gingen. Samen gingen ze opzoek naar enigspoor van iets dat vlees en bloed bevatte. Hellaas leken alle pogingen waarin ze zochten naar iets dat ze wilde eten tevergeefs het leek wel of nergens iets te vinden was. Ze hoorde iemand de deur openen ergens een kilometer verder in het dorp. Ze rende er zo snel als ze konden heen. Voor hen stond een man die lachend vertelde dat er niks aan de hand was. Ze gromde hun tanden bloot om vervolgens aan te vallen.

    Christina keek naar haar handen en nam een slokje thee, ze stond op toen ze haar thee had en trok haar slaapjurk aan, ze ging in bed liggen maar stond al snel op en liep naar de kamer van haar broer, ze klopte aan en kwam binnen, ze kroop bij hem in bed toen hij had gezegd dat het mocht en praatte een beetje met hem, ze kroop dicht tegen hem aan en keek hem wat bang aan toen ze geluiden hoorde van buiten, ze was bang voor de wolven, iedereen was bang voor de wolven en veel waren er kinderen, mannen en vrouwen aan verloren, soms ook huisdieren en eigenlijk alles wel, ze kon haarzelf nog herinneren dat ze ooit een keer een huis binnen waren gevallen, toen waren daarvoor 4 weken geen slachtoffers gevallen, het was een vreselijk beeld, het was ook een groot huis met veel mensen en kinderen, niemand had het overleefd..

    Na dat ze hem aan stukken hadden gescheurd en hem het leven hadden afgenomen trokken ze hem mee in de richting van het bos waar ze hem langzaam op begonnen te eten. Demian was vaak samen met hem, en zelfs wanneer hij een wolf was waren ze samen. Hij keek even naar rechts en zag dat er nog een paar andere aankwamen die keken naar het eten. Ze gromde tegelijk, ze hadden het zelf gehaald dus het was voor hen alleen. Wie ook maar probeerde er iets van te eten kon verwachten dat ze werden gebeten, of er werd gegromd. Wanneer ze wolven waren, waren ze niet te stoppen.

    Christina rilde even bij de gedachten en kroop nog wat dichter bij haar broer, haar broer was iemand die er altijd voor haar was, hij was dan wel 4 jaar ouder maar hij was wel altijd degene die bijna altijd bij haar was en haar voor alles beschermde, hij ging dan ook altijd mee het dorp in op zaterdagavond en meestal bleef hij ook bij haar op enkele avonden na zoals vandaag. Ze dacht nog meer na en werd daardoor moe, langzaam viel ze in slaap.

    Na een tijdje rond te hebben gelopen zag Demian de zonneschijn. Hij ging liggen en transformeerde terwijl hij zachtjes in slaap viel. Hij had geen idee van alles wat er om hem heen gebeurde. Na een tijdje werd hij wakker en kroop van de grond af. Liam kwam naar hem toe en ging naast hem zitten. 'Gister heb ik echt meer op dan ik op kon.' Zei hij en sloeg op zijn buik. Demian rolde met zijn ogen. 'Eigenschuld, had je maar niet zo veel moeten eten.' Zei hij en grijnsde even. 'De verleiding was onweerstaanbaar Dem.' Zei hij en grinnikte even. 'Ik weet het, ik heb misschien ook iets te veel op. Maar wat zou het.' Zei hij schouderophalend. Liam knikte instemmend.

    Christina wist niet hoelaat het was toen ze opstond maar sowieso al rond het middag uur, ze stond dus op en ging even douchen, ze trok een lichtblauwe jurk aan en deed haar haren, ze liep naar beneden waar ze zag dat de rest al wakker was, ze ging op een stoel zitten en staarde naar buiten terwijl ze at, ze had zin om naar buiten te gaan maar het mocht niet, iets wat ze minder vond.

    Hij liep naar het dorp waar nog steeds de angst voelbaar was. Schouderophalend liep hij over de straten. Op dat moment voelde hij een hand op zijn schouder. 'Hea, kijk uit waar je loopt. Hier op de straten ben je niet altijd je leven zeker.' Zei een redelijk oude man. Zijn pepergrijse trok Demian's blik. 'Waarom bent u hier dan?' Vroeg hij en trok een wenkbrauw op. 'Niet rot ofzo, maar ik maak meer kans me te verdedigen omdat ik jonger ben.' Zei hij en keek hem aan. Zwijgend staarde de man voor zich uit. 'Als je je kinderen wil zien, ga je door het vuur. Later zul je het nog wel mee maken.' Zei hij en klopte even op zijn schouder. 'Kinderen?' Vroeg Demian en fronsde zijn wenkbrauwen. 'Ja, kinderen ze wonen bij mijn ex, wat daarvoor mijn vrouw was en ik wilde ze zien..' Zei hij zachtjes. Demian luisterde. 'En?' Vroeg hij nieuwsgierig. 'Niks, nadá noppes.' Mompelde hij en haalde zijn schouders op. 'Zijn weg, waarschijnlijk gevlugt.'