Naam; Ruby
Leeftijd; 15
Hoe lang ben je online per dag; Van 16:00 tot ongeveer 21:00
Welke delen heb je gelezen van THG?; Allemaal een paar keer (:
Zet hier je Hunger Games verhaal; Ik heb geen heel verhaal, maar wel een One Shot.
Zeventien jaren geleden was ik ter wereld gekomen en nu stond ik hier, op mijn verjaardag op het meest 'feestelijke' evenement van het jaar. De Boete. Het meest gevreesde, maar door sommige de meeste geliefde periode van het jaar. Ik kneep in de hand van mijn zusje die naast me stond. Haar gezicht stond angstig. Het was het tweede jaar dat haar naam in de pot was gegooit. Ik weet nog hoe ik me voelde de eerste twee jaren rond deze tijd. De angst had de overhand van me genomen, maar ondertussen raakte ik er op de een of andere manier toch wel aan gewend. Er waren zó veel namen in de bak met 'doodvonnis' zoals ik het noemde, de kans dat jij getrokken werd was, ontzettend klein. Toch knaagde het altijd ergens aan je. Stel dát... En de pijn die ik elk jaar weer moest zie op de gezichten van de personen die getrokken waren, dat was misschien nog wel erger dan de hele show die er om heen was gezet. Ik duimde zo dat ik dat nooit, maar dan ook nooit mee hoefde te maken.
'Dev, ik ben zo bang.' Fluisterde m'n zusje in m'n oor. Ondanks dat ze vier jaar jonger was dan ik, hadden we praktisch dezelfde lengte. Hoe lang zou het nog duren tot ze langer zou zijn dan ik?
'Shht, rustig maar. Je wordt écht niet getrokken, je naam zit er maar één keer in. Hoe groot is je kans?' susde ik haar. Ik veegde de tranen uit haar ooghoeken en drukte een zachte kus op haar voorhoofd. Het liefste wilde ik haar nu in mijn armen sluiten en met haar wegrennen, ver weg van hier, weg van De Boete en haar veilig stellen. Zodat haar nooit, maar dan ook nooit iets zou overkomen. We liepen hand in hand verder tot ik haar moest loslaten om bij mijn leeftijdgenoten te gaan staan, wachtend op de namen die uit 'het doodvonnis' werden getrokken.
'Everything is gonna be alright.' Fluisterede ik voor ik haar loslaatte. Ze knikte zachtjes en sloot zich aan bij de andere dertienjarige terwijl ik mijn plaats innam bij mijn leeftijdsgenoten. Ik keek naar het podium waar drie lege stoelen op stonden. De burgemeester van District 10, stond wat ongemakkelijk bij de microfoon en snoot zijn neus in een zakdoek die hij vervolgens weer in het borstzakje van zijn cobert stopte. Ulgh. Waarschijnlijk wachtte hij tot de andere twee stoelen bezet zouden raken. Een zweem van verlichting schoot over zijn gezicht toen Anthony het podium op liep en hem de hand schudde. Ze fluisterden zachtjes wat met elkaar. Of praatten, in ieder geval, wij konden het niet horen. Anthony was de mentor van dit jaar en was pas achttien. Als ik me niet vergis had hij twee jaar terug de spelen gewonnen. In tegenstelling tot vele andere tributen, is hij altijd heel erg vrolijk gebleven. En je kon er ook niet omheen, hij zag er best wel knap uit al stond er op dit moment een ernstige blik in zijn ogen. Samen met de burgemeester plantte hij zich op één van de drie stoelen en de andere man nam plaats naast hem. Ik keek om me heen, iedereen zag er zo gespannen uit, wachtend op het moment van verlichting als ze er achter kwamen dat hun naam niet geroepen was. Maar ook de bedroevenis was van ieders gezicht af te lezen. In ieder geval één van de twee tributen zal De Spelen niet overleven. Mijn ogen schoten weer naar het podium waar de begeleidster van District 10 ook het podium op was gekomen, Catherina. Het feest kon beginnen. Top.
De burgemeester stond op en begon een of ander saai verhaal te verkondigen over de geschiedenis van Panem wat er elk jaar weer werd verkondigd. Ik wenste dat het nooit zou ophouden. Dat hij voor altijd door zou praten en dat er niemand gekozen zou worden. Maar dat kon natuurlijk niet. Veels te snel was het afgelopen en kwam Catherina naar voren gelopen. Ze praatte heel rustig en met een monotone stem.
'We gaan het dit jaar eens anders doen.' Riep ze door de microfoon. 'Jongens eerst!'
Iedereen werd bijna direct muisstil terwijl ik een blik wierp naar de jongens kant. Ik keek naar iedereen die een kans maakte om tribuut te zijn. Er zaten sterke, gespierde jongens tussen. Maar ook sommige die haast leken om te vallen van de honger. Ik richtte mijn ogen vlug weer op het podium waar Catherina ondertussen al een blauw briefje in haar handen had. Dit wilde ik niet horen. Dit wilde ik niet zien. Het machteloze gevoel dat iemand moest hebben wanneer zijn of haar naam getrokken werd, kon ik me amper voorstellen.
'Valerio Baty! Een applaus voor de jongenstribuut van de negenenzestigste Hongerspelen!' Werd er geroepen door de microfoon. Maar nee, die naam kende ik. Mijn hoofd schoot naar links waar ik Valerio, de jongen waar ik altijd al medelijden mee had gehad, op zijn knieën vallen. Er ontstond direct een cirkel om hem heen, iedereen week voor hem uit alsof hij een of andere enge ziekte had. Ik had de neiging om naar hem toe te rennen en hem overeind te helpen, maar ik was te verstijfd om maar één stap te kunnen verzetten. Wankelend zag ik hem overeind komen waarna hij struikelend aan zijn weg naar het podium begon. Kon niemand die arme jongen dan helpen? Alsof iemand me gehoord had, reek iemand hem zijn hand toe, maar deze sloeg hij af. Toen hij zichzelf met moeite op het podium had gehesen vervolgde Catherina haar verhaal.
'En dan gaan we nu door naar de meisjes...' Hoorde ik Catherina zachtjes op de achtergrond zeggen, maar ik kon alleen maar naar de arme jongen kijken, wiens naam zojuist genoemd was. Hij staarde naar zijn voeten, alsof er niets om hem heen was. Wat zou er wel niet door hem heen gaan op dit moment?
'Madelynn Woodstock!' Gilde ze met een hoog stemmetje. Nee. Nee, dit kon niet. Ik schoot met mijn hoofd naar de plaats van de dertienjarige en zag daar mijn kleine zusje staan, totaal verstijfd, met de schrik op haar gezicht. Dit mocht niet. Niet zij. Waarom? Waar had ze dit aan verdiend? Twee mannen kwamen naar haar toegelopen, om haar mee te nemen naar het podium. Dit konden ze niet maken. Waarom míjn zusje? Er ontstond een geroezemoes. Het was al vier jaar geleden dat er iemand onder de 15 getrokken was.
'Ik bied me aan!' Schreeuwde ik voor ik er erg in had. Madelynn ogen schoten naar die van mij. Ik rende naar voren zodat ze konden zien wie zich had aangeboden.
'Ik bied me aan als tribuut.' Riep ik er met minder kracht achteraan. Het werd helemaal stil. Ik liep langzaam naar voren en werd op het podium geholpen door twee, niet onvriendelijk uitziende, mannen. De blik van mijn zusje, mijn familie, mijn vrienden, brandden in mijn rug. Ik durfde ze niet aan te kijken en wierp dus maar een blik op Valerio, die een paar meter van me vandaan stond. We keken elkaar gespannen aan terwijl Catherina de rest van haar praatje deed. Ik luisterde niet, het kon me niet veel schelen. Ik had zojuist mijn eigen doodvonnis getekend. Ik zou dit nooit, maar dan ook nooit winnen.
Live life for the moment, because everything else is uncertain.