• Deze RPG speelt zich af aan het koninklijk hof, meer info hierover vind je hier 'waar speelt het zich af'. De tijd waarin de RPG zich afspeelt, is zoals jullie waarschijnlijk al doorhadden, zijn de Middeleeuwen. Maar niet zoals het werkelijk was, het is namelijk een fantasie wereld.
    Van mensen met toverdrankjes tot reuzachtige draken, het is allemaal toegestaan.

    Elke tien jaar worden er uit de omliggende dorpen dire mensen, die in het rijke bezit zijn van een machtig mythisch wezen, uitgekozen om een training te komen volgen aan het koninklijk hof door de beste meesters die er zijn.

    Het is een eeuwenoude traditie die nooit verdwenen is. De traditie ontstond in tijd van vele oorlogen. Een paar spionnen hielden de bevolking in de gaten en kozen enkel de beste van de beste. Ze moesten natuurlijk wel voldoen aan een aantal eisen, zoals dat ze in het bezit moesten zijn van een mythisch wezen en er mee om moesten kunnen gaan. Enkel de besten werden uitgekozen en mochten naar het hof komen en kregen training van de beste trainers om nog beter met hun dier om te kunnen gaan, maar ook met wapens. Ze werden ingezet in de oorlogen en strijd als aanvoerders van kleine legers of werden uitgezonden op privé missies. Ze worden opgeleid tot echte meesters en meesteressen.
    In andere woorden: Het was een hele eer...

    En dat is het nog altijd. De drie voorheen gewone dorpelingen komen ineens in een heel ander wereldje terecht en plots kijken er mensen naar hun op. Sommigen weten zich erg goed aan te passen, anderen krijgen heimwee en bij enkele stijgt de roem en rijkdom ze naar het hoofd. Hoe reageren de andere bewoners op het koninklijk hof hierop?

    Er wonen dus verschillende mensen aan het koninklijk hof, mensen met verscheidene beroepen en rangen, probeer je ook in te leven in hun wereld, beleefdheden, tradities en dergelijke. Om dit gemakkelijker te maken heb ik zelf wat dingen op een rijtje gezet en die kan je hier lezen.

    Deze RPG heeft zoals jullie merken niet echt een vaste verhaallijn die je moet volgen, jullie zijn dus vooral vrij in wat je wilt schrijven en worden niet beperkt. In andere woorden: Let your creativity flow ^^


    Rollentopic: Hier.

    De bijhorende story: Hier
    Er staat veel info, maar dat is enkel voor als je er geïnteresseerd in bent.
    Mocht je nog ideeën hebben voor feesten, mythen, mythische wezens en dergelijke, laat het me dan alsjeblieft even weten

    Personage story: Hier vind je de story met personages. Als ik je personage goedgekeurd heb krijg je ook auteursrechten en ben je vrij een eigen hoofdstuk te openen met jouw personages.

    De personages:
    Nauwe verwanten heer.
    - Maitresse - Ameline Rose Ermengard - 18 - nichtje.
    - LovingStyles - Celine Florance Beaugarde - 16 - nichtje.

    - ForeverZaynx - Jeremy Fenix Tozay - 20 - zoon.
    - Roosevelt - Oliver John Tozay - 24 - zoon.


    Trainers & Trainsters.
    - HurtedHeart - Jade "Meloise" Feme - 25
    - Sioux - Dante Florian Lunix - 23
    - vluuv - Miro Valenta - 28


    De Drie uitverkorenen.
    - Endure - Esmée Fox - 21
    - Material - Eden June Bearow - 20

    - Spyclon - Ivar Chesule - 19


    Personeel de heer.
    - Sid - Philip ‘Pip’ Lamora - 20 - Stalknecht.
    - Roosevelt - Camilla Victoria - 19 - Dierenverzorgster
    - LovingStyles - Anna Hildegaris - 19 - kamermeisje


    Magiër.
    - Glaedmir - Fingon Melwasúl - 23
    - Vluuv - Larina Almeida - 21 - protegé magiër

    Gewone arbeiders & dorpelingen (Geen max.)
    - Smid:
    - Bakker:
    - ForeverZaynx -Florence Daphne Johnsen - 21 - dochter kleermaker
    - Schoenmaker:
    - Verkoper wezens en benodigde spullen:
    - Endure - Eleanor Pantheras - 17 - dochter kroegbaas.
    - Spyclon - Jarred di Angelo - 18 - neefje v. boer
    - Moran - Alistair Titus Aracin - 26 - expert mythische wezens

    Bloesemvrouwen.
    - Material - Odette Flore Ledivar - 18

    Bandieten:
    - HurtedHeart - Jayden Jason Bright - 21
    - Diapal - Zendé Zaldanva - 19

    [ bericht aangepast op 6 juli 2012 - 15:53 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    @ Avenger en Goldenwing:
    Ik heb een stukje met Pip geschreven (p. 15 als je het nog niet gezien had (: ), schrijven jullie verder?


    Home is now behind you. The world is ahead!

    Ja, ik zal eens aan een stuk beginnen, het is alweer even geleden dat ik met Emlyn geschreven heb. (:


    Stand up when it's all crashing down.

    Oké, super (:


    Home is now behind you. The world is ahead!

    Endure schreef:
    (...)

    Ooowh, laat antwoord, dit berichtnooit gezien. Wat mij betreft wel.

    Ik lees dit bericht nu pas. Voorkeur voor een jongen of meisje? Ik wil namelijk liever een meisje, omdat ik de laatste tijd alleen maar jongens speel.


    Emlyn

    Hij stond weliswaar een eindje van het tweetal af, hij was nog niet doof en had dus gehoord dat Pip aan een zin was begonnen. De meest logische verklaring voor het stoppen van zijn woorden was de verschijning van Emlyn, de man was zijn baas en het zou dan ook ongepast zijn om te beginnen met praten terwijl hij verscheen. Kort knikte hij naar de jongeman voordat hij op het tweetal afliep. Daarbij zorgde hij er voor dat hij de meeste troep wist te omzeilen. “Pip, Arcin.” Begroette hij op de gepaste manier. “Dat ziet er al goed uit.” Merkte hij op terwijl hij naar de ruif knikte. Zijn blik viel op de ton gevuld met kapotte stukken hout, mooi, dat was in ieder geval ook al opgeruimd. Er was zeker nog van alles te doen maar het begin was zeker aanwezig. Hij liep even bij de twee mannen weg om te zien of de rest van de jongens die onder zijn gezag vielen ook deden wat ze hoorden te doen, toen dat het geval bleek te zijn liep hij met een bezem in zijn hand terug naar Alistair en Pip. Net wou hij het pad hooi en stro vrij gaan maken toen hij zich iets bedacht, hij leunde op de bezemsteel terwijl hij naar Pip keek. “Pip, gaat het eigenlijk wel goed? Je moet flink zijn geschrokken om oog in oog te staan met die draak die het in haar bol kreeg.” Hij stond bekend als een goede stalmeester, of in ieder geval dat mocht hij hopen, dat hoorde ook bij dat hij moest informeren naar de situatie van zijn stalknechten als ze zo iets heftigs was overkomen als een losbrekende draak. Of in ieder geval dat had hij zo geleerd van zijn vader, hij wist dat velen andere stalmeesters het anders aanpakte. Logisch ook, het was voor velen nog altijd ieder voor zich, dan bestonden er verschillende manieren om naar het volk wat onder je stond te kijken. Hoe langer hij niet begon met vegen hoe langer ze hier straks nog bezig zouden wezen. Hij besloot om die reden dan ook dat hij maar eens moest beginnen. Met lange halen veegde hij alle troep op een hoop zodat de onderliggende stenen weer zichtbaar werden. Dit soort klusjes had hij zo goed mogelijk onder de knie als mogelijk was, dit omdat hij het al vanaf jongs af aan deed, het waren namelijk makkelijke klusjes waarmee je een jochie kon opzadelen. Het risico dat er iets mis ging was ten slotte klein. “Pip, kun jij nog wat van die staldeur maken?” Vroeg hij terwijl hij wees naar een stuk hout dat zielig aan de schanieren hing, al het hout wat ooit onderdeel was geweest van die deur had het begeven terwijl de angst van het paard het dier door de deur had heen gejaagd. Als Pip hem niet verder kon helpen met die deur dan zou hij iemand anders wel vragen, desnoods ging hij daarvoor naar het dorp. Toen hij al 1 grote berg van troep had gemaakt keek hij op naar de man die hier nog altijd op vrijwillige basis aanwezig was. “Alistair, wat brengt jou eigenlijk hier? Nieuwsgierig naar wat voor een dierenverzameling huisvesten?” Dat laatste vroeg hij met een korte grijns op zijn gezicht, Arcin was nog altijd de expert op het gebied van magische wezens. De man kende hij al langer dan vandaag en hun band was relatief goed. De twee waren niet erg close maar ze stonden ook zeker niet op gespannen voet zoals Emlyn met Valenta wel stond. Er was eerder sprake van een vriendelijke band tussen twee bekenden die elkaar waar mogelijk nog wel eens hielpen.


    Stand up when it's all crashing down.

    Oliver John ~Zoon vd heer

    Ik bestelde het ene biertje na het andere. Hoewel het niet echt straf was, begon ik me na een tijdje toch behoorlijk licht in mijn hoofd te voelen, hoewel niets het beeld van Eleanor uit mijn gedachten kon wissen. Ik was dan ook al gauw de tel kwijt van het aantal drankjes dat ik genomen had, toen ik voor de zoveelste keer een nieuwe beker bestelde. Net wanneer de bediende de beker neerzette, liep er iemand tegen de tafel. Ik keek even op.
    "Eh, uh, sorry."
    Ik haalde mijn schouders op en staarde weer naar de grond nadat ik een ferme slok had genomen.
    "Het spijt me, ik lette niet goed op."
    Ik wapperde even met mijn hand en wuifde haar excuses weg.
    "Gaat het wel?"
    Weer haalde ik mijn schouders op.
    "Tuurlijk wel, wat zou er nou niet gaan?" mompelde ik.
    Ik nam weer een slok. Hoe belachelijk zou het ook zijn dat ik mijn verhaal ga vertellen aan een vreemde. Het was al behoorlijk verkeerd dat ik het tegen Floor had gezegd, en nu Eleanor het ook al wist... Ik zuchte weer en haalde mijn hand door mijn haren.


    But I still have this faith in the truth of my dreams.

    Jee, ik denk dat ’t ondertussen al meer als een maand en half is geleden dat ik nog geRP’d heb oô
    Alistair Aracin
    Alistair glimlachte bij de horen van het enthousiasme van de jonge stalknecht. Toen de jongen echter abrupt ophield met praten, draaide hij zich even nieuwsgierig om, zal de naderende gestalte van Emlyn en ging daarna verder met zijn werk. Het was begrijpelijk dat de staljongen er niet veel voor voelde om over een eventuele job op Alistairs landgoed te bespreken in het bijzijn van niemand minder dan zijn huidige baas. Bovendien leek de jongeman erg loyaal te zijn, als hij dat mocht zeggen na de korte tijd dat ze samen hadden gewerkt. Alistair kreeg bijna de indruk dat hij in de schuld stond bij Emlyn, want Pip waagde het niet om ook maar een slecht woord over de andere man te zeggen. Het was dat, of Emlyn voerde een terreurbeleid, maar dat betwijfelde Alistair. Voor zover hij de stalmeester kende, leek het geen verkeerde vent. Hij hechtte overduidelijk veel waarde aan zijn stallen en de staat waarin die verkeerden, maar Alistair dacht niet dat hij zijn personeel met opzet onrechtvaardig behandelde. Desondanks was Emlyn geen man die hij tegen zich wilde hebben. Vooral gezien de twee een zeer overlappend beroep beoefenden. Het zou niet de eerste keer dat de ene de hulp van de andere nodig had voor één of ander akkefietje. Bovendien leek hij geen man die met zich laat liet sollen. ‘Pip, Aracin,’ begroette hij hen, duidelijk niet van plan om de reden voor zijn natte haar en kleren te verklaren. Alistair besloot er maar niet naar te vragen, het waren zijn zaken niet, en glimlachte bij wijze van antwoord. Even verschoof zijn blik naar Pip, die er nogal verstrooid uit zag. Zou hij zijn aanbod als verraad zien ? ‘Uw jongens zijn zeker niet werkschuw,’ zei de avonturier dan dan, als reactie op Emlyns appreciatie. ‘U mag blij zijn met zulk personeel…’ Emlyn verdween weer en Alistair pikte de draad van het werk opnieuw op.
    Uiteindelijk hing de voederbak tegen de muur en na gecontroleerd te hebben of hij stevig genoeg was, keilde Alistair het gereedschap weer terug in hun bak. Het was verrassend hoe het nog zo warm kon zijn, nu de avond gevallen was, bedacht hij. De lantaarns leken meer warmte dan anders uit te stralen, al had dat waarschijnlijk ook te maken met de hete zomerdagen die er aan zaten te komen. Met een korte beweging veegde hij het haar en het zweet van zijn voorhoofd, maakte de twee bovenste knopen van zijn hemd los, stroopte zijn mouwen op en liet zijn lederen vest openhangen. De opluchting leek was verbijsterend.
    Toen Emlyn wederkeerde met een borstel, stuurde hij Pip weg om een deur te repareren en begon Alistair de ton verder te vullen met brokstukken. ‘Alistair, wat brengt jou eigenlijk hier? Nieuwsgierig naar wat voor een dierenverzameling huisvesten?’ Alistair keek even op toen hij werd aangesproken en grinnikte. ‘Niet echt. Ik ben eigenlijk net terug van een reis en ik kwam de goederen die Heer John bij mij besteld had, afleveren. Maar toen ik toekwam was de Heer nergens te bespeuren en heer Oliver en zijn broer lijken het te druk te hebben.’ Alistair glimlachte vergoelijkend. ‘Het leven van een jonge Heer valt natuurlijk niet te onderschatten…’ Hij zweeg even kort. ‘In ieder geval ben ik blij dat ik op tijd ben voor het Uitverkorenenritueel. Er zijn enkele zeer interessante persoonlijkheden bij, als ik me niet vergis…’


    Frankly my dear, I don't give a damn.

    Pip Lamora
    ‘Pip, Aracin.’
    Ik knik terug, maar voel me onder Emlyn’s blik nogal ongemakkelijk omdat ik hier ogenschijnlijk sta te niksen terwijl Aracin – een gast nota bene – aan het timmeren is. Maar Emlyn zegt er niets van, integendeel. ‘Dat ziet er al goed uit’, complimenteert hij ons. Een glimlach verschijnt op mijn gezicht, blij met Emlyns goedkeuring.
    ‘Uw jongens zijn zeker niet werkschuw, u mag blij zijn met zulk personeel,’ antwoordt Aracin. Ik kan het niet laten om dat ook te zien als een compliment en ik ben er zeker van dat Emlyn dat ook doet. De stallen en het personeel ervan zijn zijn gevoelige snaar, die heer Aracin nu ongetwijfeld prettig heeft weten te raken. De stalmeester loopt weer verder, een spoor van druppels achterlatend. Aracin slaat terug aan het timmeren, terwijl ik me nog steeds in stilte afvraag waar hij zo nat van is geworden. Het lijkt wel of iemand hem expres een plens water in het ge… Oh. Ik snap het al, geloof ik. Ik hoor een licht getinkel en raap de spijker op de Aracin liet vallen. Nu vraag ik me alleen nog af of het de Uitverkorene of heer Valenta was die Emlyn een douche heeft gegeven. Hun gesprek moet wel erg uit de hand zijn gelopen en zal dan ongetwijfeld nog wel een staartje krijgen.
    Bij het horen van mijn naam, draai ik me om naar Emlyn, die met zijn arm op een bezemsteel staat geleund. ‘Gaat het eigenlijk wel goed?’ Verbaasd frons ik mijn wenkbrauwen. Zie ik er dan zo slecht uit, dat ze al denken dat ik ziek ben? Wanneer hij over de draak begint, begin ik te glimlachen. ‘Dat viel wel mee, heer…,’ antwoord ik, mijn schouders ophalend. Het was wel een stressvol moment, dat geef ik toe, maar ik ga er geen nachtmerries aan overhouden. ‘Ik denk niet dat hij, eh, zij echt kwaad in de zin had. En heer Aracin was er ook nog.’
    Gerustgesteld gaat de stalmeester verder met vegen. Typisch Emlyn, hij is altijd oprecht bezorgd om zijn onderschikten. En heeft respect voor iedereen. Daarom heeft hij ook zoveel gezag in de stallen: iedereen – of toch zover ik weet – mag hem. Ik weet niet wat het is dat een goede leider een goede leider maakt, maar hij heeft het. En wat ik wel weet is dat zijn populariteit verder gaat dan de stal, want meerdere dienstmeisjes op het kasteel volgen hem met hun ogen als hij langsloopt over de binnenplaats. Ik weet niet of hij dat zelf doorheeft, maar als dat zo is, dan maakt hij er in elk geval geen misbruik van. Wat hem weer een trapje boven Valenta zet. Ik zou niet twijfelen voor wie ik partij zou kiezen.
    ‘Pip, kun jij nog wat van die staldeur maken?’
    Ik zie Emlyn wat verder naar een deur wijzen en loop er heen. Eventjes neem ik de tijd om wat er van de deur overschiet in me op te nemen. ‘De scharnieren zitten nog op hun plaats, dus dat moet normaal wel lukken, heer,’ besluit ik. Ik grits een hamer weg en zoek tussen het opgeruimde hout tussen planken die nog bruikbaar zijn. Verrassend snel heb ik genoeg gevonden van wat ik zocht en kan ik beginnen met timmeren. Helaas blijkt een van de planken toch niet stevig genoeg, want door een brute beweging van mij krakt ze middendoor. Ik zucht en sta op om er een andere te gaan nemen. Mijn geluk is duidelijk ten einde, want in de hele stapel ligt er geen plank meer van een juist formaat. Dan maar een langere, en buiten het overtollige deel er af zagen. Met de plank onder mijn arm loop ik de donkere binnenplaats op en pluk ik een zaag van onder het afdak waar het grote gereedschap altijd hangt. En dan begin ik te zagen. Binnen de kortste tijd heb ik een stuk zo groot als mijn onderarm afgezaagd. Perfect. Wanneer ik terug naar binnen wil gaan, zie ik 2 figuren over de binnenplaats schreiden, een vrouw en een man. Pas wanneer ze in het licht van de hoofdpoort komen, zie ik wie het zijn. ‘Veel plezier,’ zeg ik grimmig. Ik weet niet of ze me gehoord hebben of niet, want ze blijven statig doorwandelen naar het dorp.
    Wij ruimen de rommel wel op, beste Uitverkorene, denk ik terwijl ik nederig met mijn hoofd knik naar een imaginaire Geluksvogel voor mijn neus. Zo gaat het altijd en zo zal het altijd blijven gaan…
    Dan ga ik weer naar binnen en wijd ik me weer aan de deur.


    Home is now behind you. The world is ahead!

    Emlyn

    Zijn natte haren die nog na drupten begonnen hem zo langzamerhand te irriteren, de hele tijd viel er vanaf het puntje van de lok een druppel water op zijn gezicht die dan verder zijn weg naar beneden zocht. Hij kon er echter weinig aan doen op het moment aangezien hij dan zijn bezigheid in de stallen zou moeten staken. ‘Uw jongens zijn zeker niet werkschuw. U mag blij zijn met zulk personeel…’ Het waren de woorden van Alistair die een glimlach op zijn gezicht deden verschijnen. “Dank u, daar ben ik ook zeker erg blij mee.” Was zijn reactie. Met zijn hand ging hij door zijn haren heen in de hoop een aantal waterdruppels te vangen en die vervolgens aan zijn broek te kunnen afvegen. Zijn kleding zou vandaag toch niet meer droog worden, dan maakte een plek nat meer of minder ook niet meer uit. Morgen zou hij de kleding wel te drogen hangen, hij had ten slotte een paar sets aan kleding, niet overdreven veel maar genoeg om een keer te kunnen afwisselen. Vanavond kon hij zijn kleding ook nog te drogen hangen maar hij betwijfelde of het zin had, waarschijnlijk zou het vannacht afkoelen waardoor er mogelijk dauw ontstond, dan zou hij kleding alleen maar natter worden in plaats van droger. Dat terwijl het nu niet bepaald koud was te noemen op het moment. “Ik moet wel toegeven dat het moeilijk blijft om nieuwe stalknechten te vinden, velen denken veel te gemakkelijk over de baan.” Ging hij nog even door op wat Alistair had gezegd. Hij was blij dat het allemaal goed ging met Pip, hij was 1 van zijn betere stalknechten, die moesten helemaal goed onderhouden worden. Er waren namelijk nogal wat mensen die wel eens probeerden zijn betere stalknechten voor zijn neus weg te pikken, aangezien heer Tozay minder met de jongens te maken had was die eerder bereid ze aan iemand anders te geven voor een bepaald geld bedrag. De jongens waren weliswaar in loondienst, dat veranderde niets aan het feit dat ze werden gezien als eigendom en eigendom kon je verkopen. Toch konden de jongens zelf ook besluiten om te vertrekken als ze ergens anders een beter aanbod hadden gekregen. Als laatste manier om het verdwijnen van een stalknecht reden te kunnen geven was er natuurlijk ontslag of dood. In geval van ontslag was er echter niets te betreuren, dan deed een stalknecht zijn werk gewoon weg niet. Op iedere andere manier vond Emlyn het altijd weer jammer aangezien hij dan weer een nieuwe stalknecht moest vinden en die leken met de tijd schaarser te worden, of iemand had er ontzettend veel plezier in om de goede stalknechten voor zijn neus weg te pikken. Iemand die een hekel aan hem had en hem liever ergens anders zag dan in de stallen van heer Tozay. Hij kende echter niemand die zo kon denken, mogelijk geschikte kandidaten wist hij wel maar van niemand kon hij zeggen dat die echt zo hekel aan hem had dat de persoon hem liever zag gaan. Toen hij een aantal bergen bij elkaar geveegd puin had ging hij op zoek naar een kruiwagen die hij na enige zoeken wist te vinden. De kruiwagen nam hij mee naar de bergen puin, zodat hij die kon inladen. Al na het verdwijnen van 1 van de bergen puin zag het er in de stallen al een heel stuk beter uit, al was hij zeker nog niet. ‘Niet echt. Ik ben eigenlijk net terug van een reis en ik kwam de goederen die Heer John bij mij besteld had, afleveren. Maar toen ik toekwam was de Heer nergens te bespeuren en heer Oliver en zijn broer lijken het te druk te hebben.’ ‘Het leven van een jonge Heer valt natuurlijk niet te onderschatten…’ Alistair zweeg even kort. ‘In ieder geval ben ik blij dat ik op tijd ben voor het Uitverkorenenritueel. Er zijn enkele zeer interessante persoonlijkheden bij, als ik me niet vergis…’ Begrijpend knikte Emlyn, het klonk hem redelijk logisch in de oren dat Alistair terug kwam van een reis, de man ging wel vaker weg en bracht dan ook dingen mee voor mensen aan het hof. “Het leven van een jonge Heer valt zeker niet te onderschatten maar ik werk nog altijd voor hen in plaats van zij voor mij. Dat geeft toch wel aan dat zij op die manier meer tijd hebben voor andere dingen, ontspanning bijvoorbeeld, of een uitgebreide maaltijd.” Begreep hem niet verkeerd, hij was blij met de baan die hij had en was zeer loyaal tegenover zijn heer. Het was echter algemeen bekend dat hoewel de jonge heren het druk hadden ze nog genoeg tijd hadden voor ontspanning of een praatje te maken met dames.

    Met een grijns keek hij op naar Arcin toen hij zei dat er zeer interessante persoonlijkheden tussen zaten, daar had hij al het één en ander van mogen ondervinden. Vrouwe Fox was zeker iemand die hij goed in de gaten ging houden, net zoals Valenta. De twee hadden nu al geen goede indruk op hem gemaakt en hij betwijfelde of dat nog zou veranderen. “Er zitten zeker zeer interessante persoonlijkheden tussen.” Beaamde de jongeman. Zijn hand haalde hij opnieuw door zijn haren heen zodat hij nog weer wat water druppels kon vangen en die kon afvegen aan de zijkant van zijn broek. “Als voorbeeld zou ik graag Vrouwe Fox noemen, ik ben nieuwsgierig naar hoe zij zich hier zal gaan ontwikkelen.” Hij was niet zo zeer nieuwsgierig op de positieve manier als wel op de negatieve manier. Voor Emlyn zou het alleen maar leuker zijn mocht ze halverwege de opleiding naar huis gaan al betwijfelde hij het, ze leek hem wel een vechtertje. Een vechtertje die hij nu al tegen zich had weten te kijken. Langzaam ging de blik van Emlyn naar Pip die een eindje verderop bezig was met de deur, zoals altijd verrichte de jongen weer eens goed werk. Toch merkte hij dat er iets aan de houding van de jongen was veranderd in het moment dat hij buiten was geweest, dat iets werkte negatief op Pip uit. Wat verrast trok hij zijn wenkbrauwen op. “Pip, wie heb je buiten gezien?” Misschien waren het zijn zaken niet, aan de andere kant, Pip was zijn stalknechten dus eigenlijk was het wel degelijk zijn zaak. Bovendien was hij ook nieuwsgierig. De man die hij als zijn vader zag had hem geleerd dat hij goed moest leren kijken naar de houdingen van mensen en dan vooral naar die van zijn stalknechten, op die manier zou hij sneller kunnen achterhalen of er iets was waar hij naar zou moeten vragen. Omdat hij er vanaf jongs af aan al in werd getraind kon hij nu bijna direct zien of er iemand iets dwars zat of dat er andere problemen waren waar hij naar moest vragen. Hij moest zeggen dat de tijd die hij in het bekijken van mensen zich zeker loonde aangezien hij nu gemakkelijk bij 1 van zijn stalknechten kon zien of er iets niet helemaal lekker zat.


    Stand up when it's all crashing down.

    Miro Valenta - Ex-Uitverkorene, trainer van Esmée
    Van een afstandje kijk ik een paar minuten aan hoe het Esmée vergaat, en zodra ik er zeker van ben dat ze het wel redt laat ik mijn ogen over de rest van de menigte glijden. Meteen vang ik een aantal blikken op van vrouwen. Verleidelijk, verlegen, uitdagend, soms afkeurend of hatelijk: hoe het ook zij, niet een negeert me. Ik aai Zadyl tevreden over zijn kop en weeg in gedachten de plus en minpunten van de verschillende vrouwen die ik zie af. Dan zie ik Bethany, een jonge vrouw die in het dorp bekend staat om haar schilderkunsten. Ik ben al eerder in haar atelier geweest en was onder de indruk van haar werk. Het is al een tijdje geleden dat ik met haar gepraat heb, maar ik kan me nog herinneren dat ze een fijne gesprekspartner was. Ze staat alleen en kijkt glimlachend naar een groepje dansende mensen. Rustig loop ik met haar af en zodra ze me in het oog krijgt maakt ze haastig een buiging en strijkt haar jurk glad. ‘Heer Valenta,’ hoor ik haar eerbiedig zeggen en ik glimlach. ‘Hallo Bethany. Noem me maar gewoon bij mijn voortaan, we hebben elkaar eerder ontmoet. Is het goed als ik u tutoyeer?’ Ze recht haar rug en knikt zachtjes. ‘Vanzelfsprekend.’ Het lied waarop de mensen dansten is net afgelopen en ik pauzeer even omdat er geklapt wordt. Zodra de muziek weer in zet richt ik me tot de vrouw voor me en glimlach naar haar. ‘Voel je er voor mee te dansen?’ Ze glimlacht terug en knikt. ‘Graag, dat klinkt als een goed plan.’ Ik pak haar hand en samen stappen we de dansvloer op. Het duurt niet lang voordat we opgaan in de menigte van de andere stellen en onze voeten over de grond vliegen in het hoge tempo van de dans. Ik lach naar Bethany en zij lacht naar mij. Ze is niet alleen goed in tekenen en conversatie maken; Ook het dansen gaat haar best af. Voor een paar momenten vergeet ik mijn zorgen over het trainer zijn en mijn veeleisende leerlinge. Ik werp zo nu en dan een blik op Esmée, maar die lijkt zich prima te vermaken. Totdat Augusto, een man uit het dorp op haar afloopt. Hij is net zo berucht als ik, maar niet op dezelfde manier. Augusto staat bekend om zijn agressie en woedeproblemen. Er wordt gefluisterd dat hij al meer dan eens iemand koud heeft gemaakt, maar daar geloof ik niet in. Angstvallig houd ik hem in de gaten terwijl ik nog een paar rondjes draai met Bethany, maar zodra ik zie hoe het verder loopt slaak ik een geërgerde zucht. En ik zei haar nog zo op te passen. Over de muziek heen probeer ik Bethany uit te leggen waarom ik niet verder kan dansen, maar het getrappel van de voeten om ons heen en de luide, volle klanken die de instrumenten voortbrengen zorgen ervoor dat ze me niet goed verstaat. Het enige wat ze lijkt te begrijpen is dat ik niet verder wil dansen, en met een beledigde uitdrukking op haar gezicht zegt ze nog iets, al versta ik het niet. Daarna laat ze me los en loopt weg. Knarsetandend kijk ik haar een moment na. Ik verheugde me er nog wel zo op de avond en misschien zelfs de nacht met haar door te brengen, maar dat zal ik nu moeten vergeten. Ik draai me om naar de bar en duw met niet al te zachte hand de dansende mensen uit mijn weg. ‘Juffrouw Fox,’ zeg ik, half roepend, als ik nog maar een paar meter verwijderd van ze ben. Augusto kijkt meteen op en ik zie zijn gezicht betrekken. We hebben eerder akkefietjes gehad, die ik meestal won omdat ik lichamelijk simpelweg veel sterker was dan hij. Ik ben minstens een kop langer en een stuk gespierder dan hem, omdat toen ik hard aan het trainen was hij zijn dagen meestal doorbracht met het drinken van teveel drank en het lastigvallen van iedereen in het dorp. ‘Er zijn veel mensen op de dansvloer,’ zeg ik, me tot Esmée richtend. ‘Zou u het leuk vinden zelf ook-,’ Ik word midden in mijn zin onderbroken door Augusto, die een harde, minachtende lach laat horen. ‘Kijk eens aan.. Mevrouw wordt getraind door de enige echte Miro Valenta..’ Terwijl ik naar voren stap om met een verbeten uitdrukking op mijn gezicht Esmée weg te trekken aan haar bovenarm richt hij zich op de mensen om ons heen. ‘Zelfs een arrogant popje zoals zij zou je hem niet als trainer toewensen toch?’ Ik zie dat de meeste mensen hem een afkeurende blik toewerpen en zich van hem afdraaien, maar sommigen knikken instemmend en een enkeling voegt er zelfs wat aan toe. Terwijl de beledigingen ons om de oren vliegen loods ik Esmée zo goed als ik kan door de mensenmassa heen. ‘Laten we hopen dat ze niet zijn volgende prooi wordt.’ merkt iemand schamper op. ‘Tss, ze zijn allebei zo arrogant als de pest,’ begint een ander. ‘Ze verdienen elkaar.’ Er wordt gelachen en er wordt meer gezegd, maar ik probeer me er niets van aan te trekken en houd mijn hoofd opgeheven. Totdat we eindelijk uit de ergste drukte zijn, en ik achter me opnieuw de stem van Augusto hoor. ‘Ja hoor, ren maar, Valenta!’ roept hij, en ik hoor wat mensen om hem heen goedkeurend joelen. Het blijft even stil en ik sta al op het punt iets tegen Esmée te zeggen, denkend dat ze nu wel klaar zijn.
    ‘Hoerenzoon!’
    Met een ruk draai ik me om, waarbij ik Esmée, die ik nog steeds vast heb, per ongeluk ietwat ruw meetrek. Ik laat haar los en kijk kil in het uitdagende gezicht van Augusto. ‘Kom dan!’ schreeuwt hij me toe, en dat is wat ik doe. Met grote stappen been ik op hem af, Esmée even vergetend. De mensen wijken voor me uit een, maar Augusto is stom genoeg om me grijnzend aan te blijven staren. ‘Kom dan,’ zegt hij nog eens, deze keer minder luid, maar nog steeds even zelfingenomen. Pas als ik vlak voor hem sta houd ik stil en een kort moment kijk ik hem alleen maar hatelijk aan. ‘Je moeder was een vuile hoer, Miro, en jij bent geen haar beter,’ sist Augusto en hij opent zijn mond alweer om er nog wat achteraan te plakken, maar voordat hij de tijd heeft lucht te verzamelen om zijn woorden uit te blazen heb ik hem al met mijn vuist tegen de onderkant van zijn kin geslagen. Ik voel hoe zijn tanden op elkaar klappen, misschien wel breken, en zie hoe één ervan zijn lip doorboort. Zodra hij weer kreunend overeind komt en zijn ogen de mijne zoeken pak ik hem bij zijn kraag, til hem op en houd zijn gezicht vlak voor het mijne. ‘Waag het niet zo te spreken over mijn moeder. Ze was een beter mens dan jij ooit zult zijn,’ zeg ik koud, waarna ik hem in zijn gezicht spuug en op de grond laat vallen. Nog voor hij die echter heeft geraakt heb ik me al omgedraaid en loop weer op Esmée toe. ‘Kom,’ zeg ik bars, terwijl ik mijn hand op haar rug leg en haar dwingend richting de dansvloer duw. ‘Tijd om te dansen.’

    Larina Almeida - Protegé van de Magiër
    ‘Tuurlijk wel, wat zou er nou niet gaan?’ hoor ik hem zacht mompelen en ongemakkelijk kijk ik even naar mijn handen. ‘Ik, uh.. U zag er wat.. Ik weet niet, een beetje verdrietig uit, terwijl het een feestdag is dus ik dacht..’ Ik stop met praten en houd even mijn adem in om te voorkomen dat ik nog meer stomme dingen zeg. Terwijl hij zucht en enigszins beroerd, zo lijkt het tenminste, een hand door zijn donkere haar haalt gluur ik vanonder mijn wimpers naar zijn gezicht. Onwillekeurig bedenk ik me hoe knap hij is, en beschaamd door mijn gedachten wend ik mijn gezicht af. ‘Ik.. Ik snap het als u alleen gelaten wilt worden,’ begin ik zacht, ‘Het is alleen.. Sommige, of veel.. Nouja, er zijn mensen die het fijn vinden om gezelschap te hebben als ze verdrietig zijn.’ Ik zwijg weer terwijl mijn woorden nog naklinken door mijn gedachten. ‘Oh, ik bedoel.. niet dat u verdrietig bent, misschien heb ik dat gewoon verkeerd gezien, ik zou ook geen overhaaste conclusies moeten trekken..’ stotter ik dan, bang dat ik hem misschien beledigd heb. Ik blijf even stil terwijl mijn ogen onbewust weer naar zijn gezicht afdwalen. ‘Ik.. Wilt u dat ik.. dat ik weg ga? Want, nouja, zelfs als u verdrietig bent en zelfs als u gezelschap nodig hebt, dan ben ik waarschijnlijk niet..’ Ik knipper even wanneer ik me besef dat ik hem aan heb lopen staren en richt dan snel mijn blik op het houten tafelblad. ‘Ben ik waarschijnlijk niet.. Uh.. Fijn gezelschap, omdat ik.. Nouja, dat begrijpt u wel.’ Ik kijk even op, glimlach kort en zenuwachtig en voel een licht blosje branden op mijn bleke wangen.

    Pip Lamora
    ‘Verdomd rotding,’ mompel ik nogal onterecht wanneer ik de kromgeslagen nagel uit de deur wrik. Onterecht, omdat ik hem per slot van rekening zelf krom heb geslagen. Als ik nu iets meer aandacht aan dit klusje zou besteden, in plaats van wat te zitten dromen over een bepaalde Uitverkorene met gelijke munt terug te betalen of van een absoluut onmogelijke betrekking… Ja, nog geen tiental minuten na het aanbod van Aracin ben ik al van mijn wolk gevallen. Het waren vriendelijke woorden, van hem, maar ik heb ingezien dat het bij woorden zal blijven. Want wie zou er nu in godsnaam voor een staljongen betalen als er buiten zoveel betrouwbare jongens rondlopen die wel in zijn voor zo’n baan? Ja, heer Tozay was niet alleen barmhartig toen hij de 5-jarige Lamora-wees opnam in zijn kasteel, ook heel uitgekookt. Da’s een werker voor niets, waar je later toch eventueel winst uit kunt maken. Zo had ik het nog nooit eerder bekeken en het geeft me een beetje een vies gevoel. Al ben ik uiteraard dankbaar dat hij me niet heeft overgelaten aan de hongerdood. Of erger, de wolven.
    Ja,naar het schijnt was het heer Tozay zelf die me uit de vlammen van onze boerderij heeft gered. Geen idee of het waar is, ik herinner me niet veel meer van die dag, op het gegil en de verschroeiende vlammen na dan. Ik was nog een kind en bovendien het grootste deel van de tijd buiten bewustzijn.
    Ik kauw op de binnenkant van mijn wang, dromend. Vroeger droomde ik wel eens dat de heer me als zijn adoptiefzoon had aangenomen en ik zijn zonen mijn broers kon noemen. Stomme, kinderachtige dromen.
    Ik neem een nieuwe nagel en deze keer timmer ik hem er perfect in. Mag ook wel, na het aantal nagels dat ik al heb vastgeslagen vandaag zou ik een stiel als timmerman kunnen overwegen. Bij wijze van spreke dan.
    ‘Ie hb e uien nien, Pip?’
    Ik knipper even met mijn ogen om de boodschap te verwerken. ‘Eh..’
    Dan snap ik plots wat Emlyn me vroeg. Wie heb ik buiten gezien? Het valt me op dat hij zijn haar al wat heeft afgedroogd, het steekt een beetje.
    ‘Niemand in het bijzonder, heer. Een paar mensen die naar het dorp gingen,’ zeg ik. Ik heb geen zin om nog meer gedachten vuil te maken aan die rotverwende Uitverkorene of haar flierefluitende begeleider.
    'Hebben we nog veel werk?'


    Home is now behind you. The world is ahead!

    Ik moest toch even lachen toen ik las wat Pip in eerste instantie hoorde van wat Emlyn zei. ;p


    Stand up when it's all crashing down.

    Ik ook, hehe :p

    sorry dat ik hier niet echt actief meer ben, maar ik heb echt een drukke vakantie ._.
    Misschien als ik straks even tijd heb, antwoord ik wel ^^


    But I still have this faith in the truth of my dreams.