Welke soort slang ben jij?

Welke soort slang ben jij? Test het hier! (Nu met meer vragen!)
Zou je ook een van deze quizzen willen doen? Alvast bedankt!:
https://www.quizlet.nl/quiz/418339/deze-quiz-gaat-over-spaties/
https://www.quizlet.nl/quiz/418317/welk-kattenras-ben-jij-veel-uitkomsten/
https://www.quizlet.nl/quiz/418289/welk-paardenras-ben-jij-veel-uitkomsten/

Mogelijke uitkomsten

Onechte koraalslang (80 x uitgekomen)

De onechte koraalslang ook wel valse koraalslang (Anilius scytale) is de enige soort uit de familie woelslangen (Aniliidae).

Dumerils Madagaskar-boa (29 x uitgekomen)

Dumerils Madagaskar-boa (Acrantophis dumerili synoniem: Boa dumerili) is een slang uit de familie reuzenslangen (Boidae). De soort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Georgio Jan in 1860. Later werd de wetenschappelijke naam Constrictor dumerili gebruikt.

Madagaskar-boa (18 x uitgekomen)

De madagaskar-boa of malagasi-boa (Acrantophis madagascariensis) is een slang uit de familie reuzenslangen (Boidae).

De boa bereikt een totale lichaamslengte van twee tot drie meter en heeft een bruine kleur en een onregelmatige vlekkentekening. De madagaskar-boa komt alleen voor op het Afrikaanse eiland Madagaskar en enkele omliggende eilandjes. Het is een bodembewoner die leeft in tropische bossen. Het voedsel bestaat uit kleine zoogdieren en vogels.

De slang was lange tijd erg populair in de dierenhandel en de leerindustrie en door ontbossing werd het leefgebied aangetast.

Boa constrictor (21 x uitgekomen)

De boa constrictor (Boa constrictor) is een slang uit de familie reuzenslangen (Boidae). De boa is een van de bekendste soorten wurgslangen en wordt veel in dierentuinen gehouden.

Melanesische boa (5 x uitgekomen)

De Melanesische boa (Candoia carinata) is een niet-giftige slang die behoort tot de familie reuzenslangen (Boidae).

Groene hondskopboa (14 x uitgekomen)

De groene hondskopboa (Corallus caninus) is een grote groene slang uit de familie reuzenslangen (Boidae) die voorkomt in delen van Zuid-Amerika.

Tuinboa (6 x uitgekomen)

De tuinboa bereikt een lichaamslengte inclusief staart van ongeveer twee meter, sommige exemplaren worden langer tot 2,5 meter. De boa heeft een slank lichaam met een relatief grote kop. De lichaamskleur is variabel en kan uiteenlopen van bruin tot geelbruin of grijs. De patronen en kleuren zijn zeer afwisselend; er zijn acht veel voorkomende kleurvormen die door elkaar heen lopen; binnen een legsel kunnen meerdere of zelfs alle vormen voorkomen. De kleuren kunnen rood, geel, bruin en oranje zijn, zowel in het wild als in gevangenschap. Over het algemeen is de slang groengrijs tot bruingrijs, met meestal een luipaard-achtige tekening op de rug.

Regenboogboa (5 x uitgekomen)

De regenboogboa (Epicrates cenchria) is een slang uit de familie reuzenslangen (Boidae).

Deze slang komt voor in Zuid-Amerika en heeft zich niet gespecialiseerd; de regenboogboa wordt aangetroffen in zowel bossen, vlakten als moerassen.

De regenboogboa kan een lengte tot twee meter bereiken en is te herkennen aan de oranjebruine kleur met lichtere, cirkelvormige en donker omzoomde vlekken. Kenmerkend is de sterke iriserende glans over het gehele lichaam. Door de kleuren en opvallende glans is het een populaire soort in de handel in exotische dieren.

Anaconda (5 x uitgekomen)

De anaconda (Eunectes murinus), ook wel reuzenanaconda, gewone anaconda, groene anaconda of waterboa, is een slang uit de familie reuzenslangen (Boidae).

Dwerganaconda (5 x uitgekomen)

Deze slang kan 3 tot 4 meter lang worden, de vrouwtjes worden groter dan de mannetjes. De maximale lengtes zijn 3,7 meter voor een mannetje en 4,6 meter voor een vrouwtje. Dit is een stuk kleiner dan de 'gewone' anaconda (Eunectus murinus) die acht meter lang kan worden. De dwerganaconda leeft in het stroomgebied van de rivieren de Orinoco en de Amazone in Argentinië, Bolivia, Brazilië en Paraguay. De habitat bestaat uit oevers van rivieren en andere wateren in het regenwoud en moerassen, zowel moerassen met een houtige begroeiing als meer kruidachtig. De slang zwemt graag door het water maar komt ook op het land om te zonnen en op te warmen. Zoals alle anaconda's is ook deze soort eierlevendbarend; de jongen zitten in een vliesje en komen meteen uit nadat ze zijn geboren.

Madagaskar-hondskopboa (4 x uitgekomen)

De Madagaskar-hondskopboa (Sanzinia madagascariensis) is een slang uit de familie reuzenslangen (Boidae). Het was lange tijd de enige soort uit het monotypische geslacht Sanzinia.

De soort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Duméril en Bibron in 1844. Oorspronkelijk werd de wetenschappelijke naam Xiphosoma madagascariensis gebruikt. De slang werd door de jaren heen aan verschillende geslachten toegekend, zoals Corallus en Boa.

De Madagaskar-hondskopboa leeft in bossen in delen van Afrika en meer specifiek het oostelijk gelegen eiland Madagaskar, waar de slang endemisch voorkomt.

Tot recentelijk (2014) werden er twee ondersoorten erkend: Sanzinia madagascariensis madagascariensis en Sanzinia madagascariensis volontany. Deze laatste ondersoort wordt tegenwoordig echter als een aparte soort beschouwd.

Aardpython (7 x uitgekomen)

De aardpython (Calabaria reinhardti) is een niet-giftige slang uit de familie reuzenslangen (Boidae). De soort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Hermann Schlegel in 1848 en vernoemd naar de Deense zoöloog Johannes Theodor Reinhardt. Oorspronkelijk werd de wetenschappelijke naam Eryx reinhardtii gebruikt en later werd de soort ingedeeld bij het geslacht Charina. Het is de enige soort uit het monotypische geslacht Calabaria.

Rubberboa (2 x uitgekomen)

De rubberboa (Charina bottae) is een niet-giftige slang uit de familie reuzenslangen (Boidae). De soort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Henri Marie Ducrotay de Blainville in 1835. Oorspronkelijk werd de wetenschappelijke naam Tortrix bottae gebruikt. Later werd de soort ook aan andere geslachten toegewezen, zoals Wenona en Pseudoeryx. Het was lange tijd de enige soort uit het geslacht Charina.

Kleine zandboa (3 x uitgekomen)

De kleine zandboa (Eryx jaculus) is een slang uit de familie reuzenslangen (Boidae). De soort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Carolus Linnaeus in 1758. Oorspronkelijk werd de wetenschappelijke naam Anguis Jaculus gebruikt.

Driestreepboa (2 x uitgekomen)

De driestreepboa wordt ongeveer een halve meter tot een meter lang, de lengte varieert van 43 tot 112 centimeter. Het lichaam is vrij dik en heeft een korte staart. De lichaamskleur is zeer variabel maar is altijd gestreept, sommige exemplaren zijn grijs met rode strepen en andere zijn geel met zwarte strepen.

Cilinderslang (6 x uitgekomen)

Ze hebben een rolrond lichaam met een korte staart en stompe kop. De lichaamskleur is variabel, met glanzende schubben. De onderzijde van de staartpunt is vaak felrood van kleur. Bij gevaar wordt de staartpunt getoond, die een rode kleur heeft. De staart wordt gebruikt om vijanden te misleiden. Door de staart omhoog te steken wordt deze verward met de kop, met de staartpunt worden ook schijnaanvallen uitgevoerd. De lichaamslengte bedraagt 70 tot 100 cm.

Spitskoppython (3 x uitgekomen)

De spitskoppython (Loxocemus bicolor) is een slang uit de familie Mexicaanse pythons (Loxocemidae). Het is de enige soort uit het geslacht Loxocemus en de familie Loxocemidae. De soort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Edward Drinker Cope in 1861. Later werd de wetenschappelijke naam Loxocemus sumichrasti gebruikt.

De spitskoppython werd vroeger tot de pythons gerekend, een onderfamilie van de boa-achtigen. Pythons echter leven allemaal in Afrika, Australië en Azië, deze soort komt voor langs de oostkust van noordelijk Zuid-Amerika. Er werd tot voor kort ook een andere soort tot de familie gerekend, Loxocemus sumichrasti, maar de beschreven exemplaren bleken spitskoppythons te zijn.

Melanophidium bilineatum (0 x uitgekomen)

Melanophidium bilineatum is een slang uit de familie schildstaartslangen (Uropeltidae). De soort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Richard Henry Beddome in 1870. Er is nog geen Nederlandse naam voor deze soort.

Regenboogslang (8 x uitgekomen)

De regenboogslang (Xenopeltis unicolor) is een niet-giftige, terrestrische slang uit de familie aardslangen (Xenopeltidae). Het is een middelgrote soort die op de bodem leeft en niet klimt.

Typhlophis squamosus (0 x uitgekomen)

Typhlophis squamosus is een slang uit de familie Anomalepididae. Het is de enige soort uit het monotypische geslacht Typhlophis.

Typhlophis squamosus werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Hermann Schlegel in 1839. De slang komt voor in delen van Noord-Amerika en leeft in de landen Brazilië, Frans-Guyana en Trinidad. Vermoedelijk komt de soort ook voor in Guyana en Suriname, maar dit is niet geheel zeker.

Texaanse draadwormslang (1 x uitgekomen)

De huidkleur van deze gravende slang is roze-bruin met gladde schubben, een korte staart en rudimentaire, met schubben bedekte ogen. De lichaamslengte bedraagt 15 tot 27 centimeter.

Tetracheilostoma carlae (3 x uitgekomen)

Tetracheilostoma carlae heeft een bruine kleur met twee gele lengtestrepen. De slang wordt ongeveer 10 centimeter lang en heeft een doorsnede van enkele millimeters. Hiermee is de slang kleiner dan de ongeveer 3150 andere soorten slangen. De slang heeft in vergelijking met verwante soorten een afwijkend kleurpatroon en schubbenstructuur, ook zijn er genetische verschillen met verwante slangen.

De reden van het zeer kleine lichaam heeft waarschijnlijk te maken met de geografische isolatie op het eiland. Op Barbados komen bijvoorbeeld geen roofzuchtige duizendpoten voor, waardoor de slang deze ecologische niche heeft ingevuld. Een dergelijke vorm van dwergvorming komt ook voor bij sommige kogelvingergekko's.

Mexicaanse draadwormslang (4 x uitgekomen)

De lichaamskleur is grijszwart, de buikzijde is lichter. De maximale lengte is ongeveer 40 centimeter maar de meeste exemplaren blijven kleiner. Het lichaam is rond en dun en de kop is net zo stomp en rond als de staartpunt en deze zijn nauwelijks uit elkaar te houden. De kop heeft namelijk een kleine bek, en ook de ogen en neusopeningen zijn nauwelijks zichtbaar. De kleur van de juvenielen is roze, en na enige jaren worden ze grijzer. Bij de geboorte zijn ze al 10 tot 12 centimeter lang. De slang kan een leeftijd bereiken van ongeveer tien jaar.

Ramphotyphlops exocoeti (3 x uitgekomen)

Ramphotyphlops exocoeti is een wormslangensoort uit het geslacht Ramphotyphlops. De soort werd wetenschappelijk beschreven door George Albert Boulenger in 1887. Boulenger deelde de soort in het geslacht Typhlops in en gaf er de naam Typhlops exocoeti aan. De specimens die Boulenger beschreef waren 23 en 35 cm lang. De slang is lichtbruin, en elke schub heeft een bruine stip. De stippen zijn het donkerst op de rug, waarop ze in rijen gerangschikt zijn.

Arafura-wrattenslang (0 x uitgekomen)

Deze aquatisch levende slang heeft een ruime, grijze of bruine huid met onregelmatige donkere strepen op de flanken. De huid bevat kleine, korrelige en ruwe schubben, die het gehele lichaam bedekken. De lichaamslengte bedraagt 150 tot maximaal 250 cm.

Zuidelijke graafadder (3 x uitgekomen)

Deze gravende slang heeft een rolrond, zwart lichaam met gladde, glanzende schubben. Aan het staarteinde bevindt zich een korte, scherpe doorn, die het dier gebruikt voor zijn voortbeweging. Zijn giftanden zijn zeer lang, vooral ten opzichte van de kleine kop, en kunnen onafhankelijk van elkaar opgericht en neergeklapt worden. De lichaamslengte bedraagt 50 tot 75 cm.

Calamaria schmidti (0 x uitgekomen)

Deze slang wordt gemiddeld ongeveer 50 centimeter en de meeste exemplaren zijn zwart tot bruin met een iriserende glans over het gehele lijf. De buik is meestal vuilwit en zoals bij de meeste soorten uit dit geslacht zijn de ogen relatief klein en de schubben erg glad zodat de slang aan een skink doet denken.

Gladde slang (14 x uitgekomen)

De gladde slang (Coronella austriaca) is een niet-giftige slang uit de familie gladde slangen (Colubridae).

Het is een van de drie soorten slangen die ook voorkomt in Nederland en België, naast de adder en de ringslang. De belangrijkste onderscheidende kenmerken van de gladde slang zijn de vrij uniforme bruine tot grijsbruine kleur, de gladde schubben, de donkere vlekkenrijen op de rug en staart, de eivormige kop met een ietwat spatelvormige snuit, gele ogen en een ronde pupil.

De gladde slang is een bedreigde en beschermde diersoort. Het is verboden het dier te vangen, in gevangenschap te houden of te doden. De gladde slang heeft een groot verspreidingsgebied binnen Europa en komt ook buiten Europa voor in Azië en in het Midden-Oosten. De gladde slang is relatief klein en onopvallend en heeft in vergelijking met andere soorten een verborgen levenswijze en wordt daardoor zelden gezien.

Hydrophis peronii (6 x uitgekomen)

Hydrophis peronii is een slang uit de familie koraalslangachtigen (Elapidae) en de onderfamilie zeeslangen (Hydrophiinae).

Hydrophis peronii werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door André Marie Constant Duméril in 1853. De soort behoorde lange tijd tot het geslacht Acalyptus, waardoor de verouderde wetenschappelijke naam in de literatuur wordt gebruikt. Het was daarna lange tijd de enige soort uit het monotypische geslacht Acalyptophis, dat niet meer wordt erkend.

De slang komt voor in delen van Azië en Australië.

Zwarte mamba (1 x uitgekomen)

De naam 'zwarte mamba' is afkomstig van de blauwzwarte kleur van de binnenzijde van zijn bek en dus niet van zijn uiterlijk. De kleur van zijn schubben zijn grijs tot olijfgroen en meestal heeft hij een beige tot bruin-witte buik. De zwarte mamba heeft een smalle kop met zeer grote en gladde schubben. Om vijanden af te schrikken opent de zwarte mamba zijn bek wijd waarbij de blauwzwarte binnenzijde opvallend zichtbaar wordt. De jongen zijn lichtgrijs of groenig maar zijn uit het ei al giftig (net als alle andere gifslangen). De zwarte mamba wordt niet erg dik maar wel vier meter lang hoewel veel exemplaren nog geen drie meter zijn; het is de langste gifslang in Afrika. Verder is de zwarte mamba de snelste slang ter wereld: hij kan op korte afstand een snelheid van 16 tot 20 km/h behalen.

Zwarthalscobra (1 x uitgekomen)

De zwarthalscobra dankt zijn naam aan de donkere tot zwarte kleur vlak achter de kop. Hieraan is de wetenschappelijke soortnaam te danken, nigri-collis betekent zwarte nek. De rest van het lichaam is bruin tot donkerbruin, de onderzijde is lichter. Soms komen geheel zwarte exemplaren voor. De lengte bedraagt ongeveer anderhalve meter.

Zuid-Amerikaanse koraalslang (5 x uitgekomen)

Elk van de ongeveer 40 soorten heeft zijn eigen kenmerkende tekening van contrasterende dwarsbanden, als waarschuwing voor predatoren, dat ze giftig zijn. De lichaamslengte bedraagt 60 tot 90 cm.

Fea-adder (6 x uitgekomen)

Azemiops feae heeft kenmerkende kleuren, een zeer donkere tot zwarte basiskleur met een aantal dunne, van elkaar afstaande donkeromrande oranje dwarsstrepen die duidelijk afsteken. De kop is oranje tot lichtgeel en heeft een duidelijk lengtestreep aan de bovenzijde die overgaat in een korte oranje streep in de nek.

Statistieken

Statistieken

Reageer (5)

  • BethGoes

    hydrophis peronii

    7 jaar geleden
  • Wolfje778

    Gladde slang! Leuke quiz! (Jij kent zeker alle landen en slangen uit je hoofd? Het zijn er echt véél!)

    7 jaar geleden
  • Treurwilg

    Hydrophis peronii

    7 jaar geleden
  • Marisha

    Regenboogslang
    Iell ik gaat slangen

    7 jaar geleden
  • Paardenvriend

    Een korte quiz. xD

    Maar ik heb wel veel schattige plaatjes kunnen bekijken.

    7 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen

Wat wil je nu doen?