Even tot leven bengen
Abby ~ Pirate.
''Kom.'' zei ik tegen de Kapitein met glimlachje en liep samen met hem de winkel in. Ik gaf mjin ogen flink de kost en liep even rond, nu hoefde ik me niet echt zorgen meer te maken om wat ik dragen moest.
''Kan ik U helpen?'' hoorde ik plots achter me en draaide me om, er stond een stevig gebouwde vrouw voor mijn neus en ze glimlachte me vriendelijk toe. Alleen toen ze me za leek ze te schrikken.
''Ach meissie toch, wat doe je in die kleren?'' ze pakte mijn shirt vast en ik keek haar vreemd aan.
''Een vrouw zoals jou hoor niet zulke kleren te dragen, het verpest je figuur. Kom mee, ik weet zeker dat ik iets heb dat je beter staat.'' ratelde ze aan een stuk door. ''Maar..'' wilde ik haar tegenspreken, zonder succes helaas. Ze greep mijn hand en sleurde me mee, ik wierp nog een hulpeloze blik op de Kapitein maar ze sleurde me toen mee door een gordijntje. Al gauw stonde we in een ruimte achter de winkel, ik keek even rond terwijl de vrouw weer verdween. Ik dacht er kort over na weer te vluchten, maar ze kwam alweer terug met een jurk in haar hand.
''Ik ah.. Zocht eigenlijk wat anders.'' mompelde ik, het was lastig iemand tegen te spreken die zo vriendelijk leek en was. Het was een typisch moederfiguur.
''Ach meid, niet zo verlegen. Het zal je beeldig staan.'' sprak ze me tegen ''Hier, ik zal je helpen.'' En daarmee was het besloten en voor ik het wist stond ik gekleed in de mooie jurk. Ik moest toegeven dat hij mooi was, maar hij zat zo vreselijk! Hij was groots en onhandig en het korset weerhield me ervan goed te kunnen ademen.
''Ik zei toch dat eht je beeldig zou staan?'zei de vrouw opgewekt terwijl ze me bekeek.
''Dat is heel lief maar-'' begon ik, helaas had de kwebbelkous me alweer onderbroeken.
''Je vriend zal het geweldig vinden, alleen je haren nog.'' en weg was ze weer, mij verbaasd achterlatend. Vriend? Bedoelde ze de kapitein? Ik moest zachtjes grinniken bij die gedachte. Opeens voelde ik iemand aan mijn haren zitten, kort keek ik over mijn schouder om daar de vrouw weer te zien, ze glimlachte bemoedigend en ik liet haar maar gaan. Waarschijnlijk deed ze dit vaker want al gauw had ze mijn haren geborseld en opgestoken.
''Perfect.'' mompelde ze in zichzelf terwijl ze het resultaat bekeek.
''Nou, ik weet zeker dat je vriend nieuwsgierig naar je is.'' vervoglde de vrouw toen, er nog steeds van overtuigd dat de Kapitein mijn vriend was. De vrouw duwde me alweer richting de winkel, ik stribblde wat tegen maar kreeg toen een duwtje in mjin rug dat ervoor zogde dat ik weer in de winkel stond. Ik voelde dat mijn wangen kleurde en ik keek de Kaptein aan.
''Ze erh.. Tsja, ze heeft zich geloof ik nogal laten gaan.'' mompelde ik terwijl ik wat ongemakkelijk aan de jurk frunnikte.
''Is ze niet beeldig?'' de vrouw was alweer naast me verschenen en stond er trots bij te kijken. Ik tile mijn jurk een stukje van de grond en liep naar de Kapitein.
''Zeg alsjeblieft dat je wat beter zittende kleren voor me gevonden hebt.'' fluisterde ik zodat de rvouw het niet kon horen. ''Want dit ga ik niet dragen, ik krijg nog amper lucht.'' voegde ik er nog zachter aan toe.
In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.