iemand moet iets zeggen en de ander moet zeggen of hij/zij het durfd of niet durfd
dus niet ben je blij als je iets krijgt
bijv :durf je een kattendrol op te eten en de ander moet andwoorden durf of weiger
en dan moet de een ook een vraag stellen en zo gaat het door
ik begin wel
: durf je in een van de meest bezochte winkelcentrums van Amsterdam in je ondergoed te gaan wilkelen
You can't not look cool with a crossbow.