• Saltwater Sleep

    d r e a m s      d o n ' t      d i e .      t h e y      d r o w n .



    Port Bersea is een verborgen parel in de waters tussen Nieuw-Zeeland en Australië waar toerisme de laatste jaren stilaan meer begint te bloeien. Rijke socialites vinden er hun weg naar de Mervine Estate dat hoog in de kliffen haar best doet om bedreigde boomsoorten opnieuw voort te planten in de Mervine Sanctuary. Backpackers genieten van de prachtige natuur die overal op het eiland te vinden is: witte stranden, complexe grotten en weelderige bossen. Rijke jongvolwassenen genieten er van het florerende nachtleven in eliteclubs waar enkel de besten binnen kunnen om er hun wildste fantasieën te beleven.

    Eén van die rijke jongvolwassenen was Eli Noble, student aan de University of Melbourne, die er samen met zijn vriendin Madeleine 'Maddy' Walsh de zomer van zijn leven plande nadat hij zijn studies na vijf lange jaren eindelijk had afgerond. Helaas kwam Maddy alleen terug naar het vasteland, anderhalve maand vroeger dan gepland. Twee weken na hun aankomst spoelde Eli namelijk aan op het strand van Port Bersea. Verdronken in de grotten, zeggen officiële bronnen, maar Maddy was hysterisch toen ze terugkwam. Ze vertelde hallucinante verhalen over de grotten die ze samen met Eli bezocht had - dat de Mervine Estate een groep heksen was die niets liever deed dan de gemeenschap van Port Bersea te terroriseren. Ze had het over vreemde dromen die zij en Eli deelden - dromen die niet veel later werkelijkheid werden, die haar bleven achtervolgen totdat ze zes maanden geleden zelf de dood als uitweg zocht.

    Vandaag vertrekken Eli en Maddy's beste vrienden op reis naar Port Bersea om hen te eren, een jaar na Eli's dood. Sommigen van hen willen er gewoon heen om te feesten zoals hun vrienden dat gedaan zouden hebben, om hun herinnering in ere te houden. Anderen hopen te ontdekken wat er in vredesnaam aan de hand is op het kleine eiland.




    Locaties
    p o r t      b e r s e a      t o w n

    Main Wharf & Ferry Dock – enige officiële toegang tot het eiland per boot.
    Bersea Town Center – gezellig centrum met cafés, surfshops, een kleine markt.
    The Mirage – exclusieve club op een klif, favoriet van rijke jongeren.
    Sunset Hostel – waar backpackers verblijven. Dicht bij het strand.
    St. Cordelia Clinic – het eilandziekenhuisje. Sommige eilandbewoners verdenken de staf van betrokkenheid bij vreemde zaken.
    De oude vuurtoren – verlaten, uitzicht over het eiland. Locals zeggen dat hij 's nachts nog brandt, ook al is hij al jaren buiten gebruik.
    Strandhuis 'The Tides' – groot, modern vakantiehuis met zicht op zee en directe toegang tot Siren's Shore, waar Eli en Maddy vorig jaar verbleven. Afgelegen genoeg om feestjes te houden zonder pottenkijkers.
    Luxehotel 'Azure Palms Resort' – high-end hotel aan de rand van de stad, populair bij rijke toeristen, met cocktailbars, infinity pool, wellness, ... maar ook personeel dat misschien nét iets te veel weet.
    Whispering Pines Trailer Park – de armere wijk waar de meeste anti-Mervine Estate Dromers wonen.
    The Broken Bell – lokale bar, informeel hoofdkwartier van de Dromers.
    Tempest Point – uitkijkpunt boven op de rotsen waar eilandbewoners vaak samenkomen. Wilde energie, sommigen zeggen dat je er “de dromen hoort waaien”.
    Makutu Bakery – bekende bakkerij en toeristische hotspot voor het prachtige zee-uitzicht.

    n a t u u r

    Mervine Estate – landgoed boven op de kliffen met botanische tuinen en verborgen droom-magiesymboliek.
    Mervine Sanctuary – beschermd natuurgebied met zeldzame flora, grenst aan het landgoed.
    Dreaming Caves – liggen aan de noordkust en bestaan uit tientallen grotten, tunnels en ondergrondse kamers. Sommige grotten zijn toegankelijk voor toeristen (via boottochtjes of wandelpaden), anderen zijn afgesloten of vergeten - waaronder de Nexus (enkel toegankelijk bij laagtij), waar Dromers worden ingewijd. Vissers spreken van een verzonken grot genaamd The Drowned Mouth, waar stemmen gehoord worden bij vloed. De grotten veranderen subtiel — dromers ervaren dat gangen zich soms anders lijken te gedragen, afhankelijk van hun mentale toestand.
    Black Hollow Forest – weelderig bos met wandelpaden, sommige 'vergeten' stukken zijn niet op officiële kaarten te vinden.
    Sirens’ Shore – wit zandstrand waar Eli werd gevonden. Rustig, mysterieus.

    d r o o m p l e k k e n

    The Lapse – een droomplek die elke dromer anders ziet, maar altijd gevuld met echo’s van overleden Dromers - waaronder ook Eli en Maddy.
    The Mirror Lagoon – fysiek meer waar dromen zich soms in weerspiegelen. Dient als 'portaal' waardoorheen Dromers andere Dromers kunnen bezoeken.




    Dromers, Droommagie & de Mervine Estate

    d r o m e r s      &      d r o o m m a g i e

    Dromers zijn mensen die het geheim van de grotten kennen - zowel de Inner Circle van de Mervine Estate als een groep eilandbewoners. Iedereen kan een Dromer worden als die ingewijd wordt door een andere Dromer in de Nexus van de grotten van Port Bersea. De krachten van Dromers manifesteren zich op verschillende manieren. Ze zijn allemaal in staat om elkaar in elkaars dromen op te zoeken en die dromen te beïnvloeden/beschermen van ongewenste bezoekers - sommigen zijn daar beter in dan anderen. Sommigen van hen kunnen elementen uit hun eigen dromen naar buiten trekken en fysiek manifesteren in de echte wereld. Anderen zijn in staat om mensen zomaar ineens in slaap te laten vallen en hen vast te houden in hun dromen - zonder dat die persoon doorheeft dat het een droom is. Nog anderen kunnen inbreken in het hoofd van mensen en hun diepste dromen lezen. Heel zeldzaam zijn degenen die via dromen hun eigen bewustzijn kunnen projecteren in het lichaam van een ander, en degenen die herinneringen van een ander in dromen kunnen oproepen.

    m e r v i n e      e s t a t e      &      d e      i n n e r      c i r c l e

    De Mervine Estate is een landgoed van de familie Mervine. De familie houdt zich vooral bezig met natuuronderhoud en liefdadigheidswerk, en de Estate is populair bij een heleboel socialites. Eilandbewoners blijven er over het algemeen ver van weg; vele geruchten maken hun weg van de Mervine Estate naar de stad in het centrum van het eiland, en ze doen meer dan eens wenkbrauwen fronsen. Toch gaan de leden van de Mervine Estate gewoon hun gang. Het lijkt soms zelfs alsof ze een bepaald soort macht over het eiland hebben - en dat is ook precies het doel van de Inner Circle die aan het hoofd van de Mervine Estate staat. Zij willen het geheim van de grotten voor hen alleen, zodat zij over het eiland kunnen heersen en hun rijkdom kunnen vergroten.

    e i l a n d d r o m e r s

    Er zijn echter nog eilandbewoners die het geheim van de grotten kennen en die beter hun best doen om de plannen van de Mervine Estate te dwarsbomen. Een heel deel van hen is ervan overtuigd dat de Mervine Estate iets te maken heeft met de tragische dood van Eli Noble. Of zeggen ze dat alleen maar om zichzelf onschuldig te doen lijken?


    Personages
    i n v u l l i j s t j e
    Voel je vrij om je rol zo lang/kort/fancy/basic te maken als je wil!
    Naam - Leeftijd - Rol (& reputatie) - Persoonlijkheid - Geschiedenis - Geheimen & dromen - (Magie)

    f r i e n d s
    [1/2.10] Julian 'Julie' Malachai Archambeau-Strathwyn | 22 | Eli's bestie (?) | Merrin
    [1/1.14] Tristan Everett Montrose | 23 | Eli's friend Miyah

    [5] Chae Kieran Walsh | 22 | Maddy's broertje / group himbo | NPC
    [5] Romée Eloise Delacour | 22 | Maddy's bestie (?) | Iotte
    [6/2.15] Florence 'Flora' Antoinette Idris | 23 | Innocent flower | Catmint
    [6/R] Eloise Clarissa Montgomery | 22 | Status Antonelli
    i n n e r      c i r c l e      o f      t h e      m e r v i n e      e s t a t e
    [5] Hayley Pearce | Leeftijd | Julians stiefzus | lustforlife (26/9 inactivity warning)
    [4] Devika 'Vik' Mervine | 25 | Golden girl | Renna
    [4/1.18] Skyler Mervine | 28 | Leider | Omatikaya
    [5] Magnus Valentin Valebrook II | 26 | Valebrook erfgenaam | Iotte
    i s l a n d      i n h a b i t a n t s
    [1] Jack Mckall | 27 | Dokter bij St. Cordelia Clinic | Rassalentar
    [5/1.20] Adreas Orin Mervine Jamie Reid | 27 26 | Ambulancier | Merrin




    Regels

    - Don't be a bitch.
    - Iedereen die deelneemt, wordt ook cohost bij alle topics en draagt ook verantwoordelijkheid voor de RPG en de verhaallijn.
    - Degene die een topic sluit, maakt het volgende.
    - Haal in je post steeds de volgende zaken aan: personagenaam; open of gesloten scène (mogen anderen vrij inspringen of niet?); datum waarop de post plaatsvindt (voor wanneer er timeskips voorkomen maar jij nog even op een andere dag verder wil); locatie
    - Post maandelijks. Na 45 dagen wordt je uit de RPG geyeet.
    - Parallel roleplayen mag. Wat houdt dit in? Je mag je personage in verschillende situaties op verschillende momenten schrijven, zolang je maar duidelijk aangeeft waar en wanneer die zich bevindt. Zo kun je bijvoorbeeld tegelijkertijd aan de gang gaan met een timeskip, terwijl je je vorige scène nog afwerkt. Dat hoeft uiteraard ook niet. (:
    - Stel vragen als je er hebt!




    Vakantieplanning

    1 december 2025: Start kerst/ambachtsmarkt centrum Port Bersea
    15 december 2025: Aankomst Julian, Tristan, Chae, Romée
    20 december 2025: Verjaardagsfeest Julian (georganiseerd door Chae)
    22 december 2025: Surfing Santas festival (benefiet surffestival door de stad)
    24-25 december 2025: Mervine Christmas Party (enkel op uitnodiging)
    26 december 2025: Boxing Day barbecue @The Tides (georganiseerd door de vriendengroep)
    31 december 2025 - 1 januari 2025: Mervine's New Year on the Beach





    Vandaag, 15 december 2025

    Weer: 27°C, helderblauwe hemel. Vannacht wordt onweer voorspeld.
    Tijdstip: 15:17

    Julian, Cami, Tristan, Chae en Romée zijn zo'n 15 minuten geleden aangekomen in de haven van Port Bersea. Met hun vele koffers en tassen slenteren ze naar de glimmende zwarte taxi's die hen staan op te wachten om hen mee te nemen naar the Tides, waar ze tot halfweg januari zullen verblijven. De sfeer is een tikkeltje gelaten; de herinnering aan hun vrienden scherp in hun achterhoofd - maar niets wat een beetje meer alcohol niet kan fiksen. De meesten zijn eigenlijk al tipsy door de appetisers die ze aan boord van de ferry gehad hebben.

    Ondertussen is in het dorp de kerstmarkt in volle gang, en ook de rijke stinkerds van de Mervine Estate beginnen te arriveren om alles in orde te brengen voor het benefiet-apperitiefconcert dat binnen twee uur van start gaat.

    [ bericht aangepast op 1 nov 2025 - 20:13 ]


    help

    MT 🥰


    let the fears you have fall away

    MT


    Omnia mutantur, nihil interit

    mt


    --

    MT!


    "She would've made such a lovely bride, what a shame she's fucked in the head, " they said

    mt


    hodie mecum eris in paradiso


    J.M. ARCHAMBEAU-STRATHWYN

    S O U N D       |      L O O K

    1 5       D E C E M B E R      |      2 2      E N      5 1      W E K E N      |      H A V E N      |      O P E N


    Het was pas de derde daiquiri die écht een invloed leek te hebben op Julians hoofd. Een beetje - de bartender bleek zuinig met rum en gul met ijsschaafsel. Gelukkig begon de haven van Port Bersea in zicht te komen toen Julian de laatste resten lichtelijk-naar-limoen-en-aardbei-smakend smeltwater met zijn rietje opslurpte.
          Hij staarde naar de blauwe golven. De witte schuimkopjes die opspatten tegen de boeg van de boot - die een van hen ooit eens als cadeautje voor een achttiende verjaardag had gekregen. Was het Chae? Chae was per slot van rekening degene die Julian op deze klotereis had meegesleurd. Misschien was het zijn partyboot. Julian had er niet naar gevraagd. Hij had voornamelijk met een van de hostessen staan flirten. Die had hem zo'n halfuur geleden een... rondleiding van het benedendek gegeven.
          Nu, starend naar de blauwe golven, was dat een lang vervlogen herinnering. Zijn hoofd zat te vol met andere dingen.
          De kilte van het zoute water die zijn ondergoed doordrenkte.
          Het dode gewicht van Maddy's natte, halfnaakte lichaam.
          Het gebons van zijn eigen hartslag in zijn oren toen zijn hoofd alleen maar kon tellen. Een tot dertig. Mond-op-mond. Weer tot dertig.
          En dan sirènes. Zijn trillende handen die Chae's - fucking Chae met zijn stomme ideeën - naam drie keer moesten aanklikken op zijn gsm-scherm omdat zijn vingers te gerimpeld waren van het zeewater.
          Het voelde eeuwen geleden dat Julian nog zeewater gezien had - laat staan dat hij erop was gaan varen. De (weinige) rum maakte het makkelijker.
          "We hebben onze bestemming bereikt."
          De stem van de hostess - die van daarstraks, in het benedendek - was aangenaam droog en warm, en deden Julian meteen ontwaken uit zijn lugubere emo-dagdroom. Hij duwde de zonnebril die in zijn wilde krullen stak naar beneden, op zijn neus, en draaide zich met een stralende glimlach om.
          Een laatste slurp van het rietje. Daarna liep hij, alsof hij zich in zijn persoonlijke televisiereclamespot bevond, joviaal op zijn vrienden af. Hij dumpte zijn glas ergens op een bartafeltje, sloeg vrolijk twee seconden zijn armen om Chae en Romées schouders, riep enthousiast "Tijd voor twee maanden feest met onze favoriete mensen op deze aardkloot!" en liep in de richting van het dok waar ze aangemeerd waren.

    [ bericht aangepast op 23 juli 2025 - 18:32 ]


    help



    JAMIE REID






    1 5      D E C E M B E R      |      2 6      |      K E R S T M A R K T      -      E . H . B . O . - S T A N D      |      O P E N




    "Checklist af?" Ramona's staccato woorden - zo sprak ze altijd, alsof ze een leger aanvoerde - doorbraken Jamies routineuze focus.
          "Nu ben ik mijn tel kwijt," grapte hij halfhartig terwijl hij de plastic bak met pleisters terug op zijn plaats in de kastmuur van de ambulance, die achter een rood-gele tent open stond, klaar om te enthousiaste feestvierders op te vangen. "Nee, alles is voorradig, maar we hebben bijna geen verbanden meer."
          Ramona vloekte. Deed ze voor elk pietluttig ongemak. Een zucht kwam erachter aan. "Ik ga er wel even om. Ik neem aan dat jij en Thomas de zware ongevallen die ongetwijfeld zullen arriveren zodra ik weg ben, aankunnen?"
          Jamie knikte en sprong de ambulance uit.
          Ramona bestudeerde nauwgezet zijn gezicht. "Ik reken op je, Reid." Ze klopte hem op de borst en verdween uit zicht. Op hetzelfde moment kwam er een betraand meisje met een bloedende knie de tent binnen gelopen, een verontschuldigend-glimlachende moeder er meteen achteraan.
          Als een geoliede machine gingen Thomas en Jamie aan het werk. Fysiologisch water om de wonde te reinigen, ontsmettingsmiddel, pleister met roze pony's die het meisje zelf uitkoos, en een lolly om haar tranen te drogen. Daarna gingen de twee jongemannen weer op hun stoel zitten, starend over het marktplein.

    [ bericht aangepast op 27 juli 2025 - 21:56 ]


    help

    TRISTAN EVERETT MONTROSE
    15 december — 23 — Haven — open


    Hij had zijn zonnebril opgezet toen ze de haven binnenvoeren. De zon stond fel aan de hemel en brak uit in schitteringen op het water. Het glas van zijn zonnebril was getint genoeg om reflecties op het water te dempen. Het voelde ook goed om iets tussen zichzelf en de buitenwereld te hebben, de getinte glazen verstopten de emoties in zijn ogen.
    Tristan leunde tegen de reling van het dek. De geur van zout en motorolie hing in de lucht. Onder hem klotste het water tegen de boeg, traag en ritmisch.
    Hij had een paar sterke drankjes op, net genoeg om de scherpe randjes af te vijlen. De scherpe randjes van dit eiland, waar zijn beste vriend zijn laatste adem uitblies. Van de herinneringen en van de leegte.
    Er was een tijd geweest dat hij geloofde dat het verdriet iets was wat je kon negeren; dat je het kon wegdrinken of eindeloos in bed kon rotten. Dat het dan wel zou vervagen. Maar verlies nestelde zich ergens tussen je botten, een plek waar je niet bij kon. Wat je ook deed en in welke bochten je jezelf ook wrong, het bewoog met je mee.
    Achter hem hoorde hij een stem die hij verachtte, altijd al, maar helemaal na het beruchte feest waarin alles kapot was gevallen. Julian. Het had verdomd goed gevoeld om eindelijk zijn vuist tegen zijn neus te zetten op zijn eigen fucking verjaardag. De gevolgen waren er wel, het zorgde voor barsten in de vriendschap tussen Eli en Tristan.

    De boot stootte zacht tegen de kade. Tristan draaide zich langzaam om, precies op tijd om te zien hoe Julian zijn armen om de schouders van Chae en Romée sloeg. Zijn blik bleef gangen op Julians hand, rustend op Romée’s slanke schouder. Er trok een bittere smaak zijn mond in. Hij wendde zijn blik af voordat hij te lang keek.
    Hij zou Julian moeten tolereren deze reis. Zijn tactiek was simpel: negeren, zoveel als menselijk mogelijk was. Maar het beviel hem niet dat Romée in zijn buurt was. Ook al was hun relatie al lang voorbij. Hij gunde Romée het beste, maar hij was ervan overtuigd dat geen enkele relatie met Julian goed was. Hij wist niet precies wat zich had afgespeeld tussen de twee. Misschien wilde hij het ook niet weten.
    Gelukkig was Cami er, zij was als een rots in de branding. Als de dood van Eli iets positiefs had opgeleverd was het wel hun vriendschap. Hij hield zich vast aan de gedachten dat zij hier ook was. En Chae ook, zijn aanwezigheid maakte bijna alles wel beter.
    Dit was niet enkel een reis om de waarheid te vinden over Eli, maar ook een reis om los te kunnen laten. Om te feesten, te vieren wat er nog wel was.


    "She would've made such a lovely bride, what a shame she's fucked in the head, " they said


    MAGNUS VALENTIN VALEBROOK II

    He inherited the name. Now he’s deciding what to do with the weight of it
    26 | Valebrook heir | at Landgoed Valebrook | alone






    Aan de westkust van Port Bersea, waar de wind scherper rook naar zout dan elders en de lucht zwaarder hing van oude geheimen, lag het Valebrook-landgoed als een relikwie uit een andere tijd. Groot, wit en gesloten. Alsof het huis zelf had geleerd niet te spreken. De zee beneden was roerloos. Alsof zelfs het water de adem inhield. In de verte dreef een donkere wolkenmassa de horizon binnen: een belofte van onweer, zwijgend en zwaarder dan het seizoen, maar op het terras van het Valebrook-landgoed regeerde nog een onheilspellende rust. Een rust die je niet vond in de wereld, maar afdwong.

    Het landgoed was gebouwd op de rug van basalt en ambitie. Hoog boven zee, waar het klotsen van de golven eerder een echo dan een geluid werd. De muren waren van die witte kalksteen die zonlicht terugwierp alsof het een belediging was. De tuin, als je het zo kon noemen, was een geometrisch wonder, waar struiken geen vrijheid kregen, alleen vorm.

          Magnus zat in die tuin op het stenen terras, waar de zon rijkelijk op het witte marmer viel maar geen warmte achterliet. Zijn houding was ontspannen, bijna achteloos, en toch zat er in elk detail van hem een meedogenloze precisie. Het linnen overhemd was losgeknoopt tot halverwege zijn borst, waar net onder de hals een glimp van goud zichtbaar was: een ketting die je niet mocht vragen naar betekenis. De mouwen waren opgerold, het colbert achteloos over één schouder gedrapeerd, als iemand die wist dat hitte hem niet raakte. In zijn slanke vingers rustte een glas gesmolten ijswater. Zijn schoenen lieten nergens sporen achter. En zijn blik? Die doorkliefde de wereld zonder haar werkelijk aan te raken. Alles in hem was zorgvuldig, maar zonder moeite. Stilte was bij hem geen afwezigheid van woorden, maar een zorgvuldig gekozen wapen.

    Hij was al een paar dagen terug op het eiland. Onopvallend, zoals altijd. Geen welkomstwoorden, geen open armen, maar dat was ook nooit de bedoeling geweest. Zijn afwezigheid had geen ruimte gelaten voor heimwee, en zijn terugkeer werd ontvangen zoals alles op het Valebrook-landgoed: met beleefde stilte en gemaskeerde verwachtingen.
    Magnus had opnieuw zijn intrek genomen, niet als zoon die thuiskwam, maar als erfgenaam die terugkeerde — met iets meer kennis, iets meer diplomatie, iets meer afstand. Het post-academisch onderzoeksprogramma op het vasteland had hem een halfjaar weggehouden van het eiland. Een halve wereld verwijderd van de Inner Circle, de eindeloze diners, de rituelen van macht en status. Formeel was het een investering in zijn toekomst, een verrijking van zijn al indrukwekkende dossier.
    Officieus was het ademruimte.

    Toch voelde thuiskomen niet als thuiskomen.
    Zijn kamer was onaangeroerd gebleven. Geen stof, geen kreukels in de lakens. Zijn moeders manier om te zeggen: alles blijft zoals het was. Alsof niets mocht veranderen zonder toestemming. De dagen sinds zijn terugkeer waren gevuld met het vertrouwde ritme van verplichtingen. Ochtendvergaderingen over eigendommen. Lunches met invloedrijke familieleden. Dossiers met cijfers, documenten, beloften. En vandaag: het benefietconcert.
    Traditioneel.
    Onontkoombaar.
    Al generaties lang georganiseerd door de families die geloofden dat geld en muziek moreel gewicht konden vervangen.

    Zijn glas raakte het marmer van de tafel met een zachte klik toen hij opstond. Vanuit de schaduw onder het veranda-dak klonk het geruis van voeten over steen. Een geluid dat te licht was voor personeel. Magnus draaide zich langzaam om, zijn gezicht onleesbaar zoals het weer. Zijn moeder stond in de deuropening, het profiel gehuld in linnen en oordeel.
          Ze zei niets.
    Dat was bij de Valebrooks een vorm van genegenheid.
    Of van voorbereiding.
    Hij haalde een hand door zijn haar, schudde het colbert recht over zijn schouder en hield het glas nog altijd vast, alsof de kilte ervan hem herinnerde aan iets nuttigs. Hij stapte in de schaduw waar woorden zwaarder wogen dan zonlicht.

          “Je vader verwacht dat je de familie vertegenwoordigt zoals het hoort,” zei ze uiteindelijk, haar stem zo glad als het marmer buiten, zonder begroeting of vraag.
    Magnus liet zijn blik kort op haar rusten, als iemand die de temperatuur van het water peilt voor hij besluit of hij erin stapt.
          “Ik wist niet dat ik ooit iets anders had gedaan,” antwoordde hij, vlak.
    Zijn moeder boog haar hoofd lichtjes, alsof ze overwoog of dat ironie was of arrogantie. Bij de Valebrooks werd dat onderscheid zelden hardop gemaakt.
    “Je weet wat ik bedoel,” zei ze. “De verwachtingen zijn veranderd.”
          “De façade is groter geworden.”
          “De inzet is hoger geworden.”
    Een stilte viel. Geen ongemakkelijke, maar een die gevuld was met alles wat niet gezegd hoefde te worden. “Je zult vanavond zichtbaar zijn,” vervolgde ze, alsof het gesprek inmiddels een agenda betrof. “Iedereen zal er zijn. En de pers.”
          “Altijd een genot.” Was zijn cynische reactie.
    Zijn moeder verschoof haar gewicht nauwelijks, maar haar oordeel hing tastbaar in de lucht.
    “We hebben je niet voor niets laten gaan.”
          “Ik weet waarom ik ging,” zei Magnus. “En waarom ik terugkwam.”
    Ze keek hem aan. Een blik als een chirurgisch mes: kalm, klinisch, doordringend.
    “Dan weet je ook wat er van je verwacht wordt.”
    Hij antwoordde niet meteen. Zijn blik gleed langs haar, naar de verte, waar de wolken zich opstapelden als dreiging die zich aan het verzamelen was.
    “Ik zal aanwezig zijn.”
    Niet: Ik kijk ernaar uit.
    
Niet: Ik zal mijn best doen.
    
En al helemaal niet: Ik doe het voor jullie.
    Zijn moeder knikte eenmaal, bijna onzichtbaar. Toen draaide ze zich om, haar linnen gewaad zacht wapperend in de wind, en verdween weer in het huis alsof ze nooit op het terras had gestaan.
    Magnus bleef achter, een fractie langer dan nodig.
    Zoals altijd.
    
Alsof hij er nooit was weggeweest.

    De stilte keerde terug toen de deuropening zich sloot. Alleen het zachte dreunen van de zee, ver onder hem, bleef. En toch was het niet de oceaan die zijn aandacht vasthield. Het was het spel dat zich alweer aan het ontvouwen was.
    Het spel dat zich nooit écht had laten stilleggen.
    Port Bersea ademde macht zoals andere steden uitlaatgassen deden. En vanavond zou iedereen die ademt zich verzamelen in één zaal, verpakt in zijde, geld en intentie.
          Magnus liet zijn vingers over de rand van zijn glas glijden, alsof hij iets afwoog, waarna hij zijn telefoon uit zijn broekzak haalde. Geen naam, geen groet. Slechts één regel, alsof het een spelregel was en geen voorstel: “Zien we elkaar straks, erfprinses?”

    Hij wachtte het antwoord niet af. Devika zou het lezen. Ze zou komen, of erger nog: al voorbereid zijn.

    [ bericht aangepast op 29 juli 2025 - 19:48 ]


    someone out there feels better because you exist


    SKYLER MERVINE
    28 — Mervine heir — leader of the Inner Circle — at the market — alone — open

    Skyler rende voor zijn gevoel al twee dagen heen en weer en had zich alleen even ontspannen gevoeld toen hij tegen het middaguur in de gym van zijn huis bezig was geweest alle frustratie eruit te sporten. Pas toen hij na een flink intense work-out onder de douche stond, kreeg hij heel even het gevoel dat hij alles op een rijtje had. Deze periode voelde verschrikkelijk voor Skyler. Het was de eerste kerst sinds de dood van zijn ouders. Hoewel een flink deel van Port Bersea met de familie Mervine mee rouwde, wekten de inwoners wel de indruk dat alles door moest gaan zoals het altijd al was gegaan: de markt, het kerstfeest, benefietavonden voor het eiland zelf... En Skyler begreep het, maar het frustreerde hem ook. Het eiland was belangrijk, de natuur was belangrijk, maar hij had amper een moment om ook stil te staan bij het verlies van zijn ouders en de eerste Kerstmis die hij en Devika slechts met zijn tweeën zouden vieren.
          Deze negatieve gedachten probeerde hij — wellicht tevergeefs — weg te stoppen. Hij deed oortjes in, zette zijn favoriete playlist op (met extreem veel white girl-liedjes) en liep met zijn twee honden Loki en Thor naar zijn pick-up en reed richting het dorp, waar de markt al druk in de weer was. Hij negeerde veel van de mensen die rondliepen, ook al wilden sommigen maar al te graag zijn aandacht. Skyler was een bekend begrip op dit eiland, vooral door zijn achternaam. De laatste tien maanden werd dat nog duidelijker dan ervoor. Hij vond het maar wat vervelend. Devika was hier veel beter in. Die zou het heft in handen nemen, het hele Estate vastgrijpen en doen wat ze moest doen. Dat lukte Skyler niet. Nooit.
          In het dorpje in de buurt van de markt zag hij enkele mensen die voor de Mervine Estate werkten rondlopen en de laatste dingen voor het concert in orde maken. Hij slikte een keer toen hij dacht aan de enorme uitgaven die hij zou moeten doen om dit allemaal te kunnen financieren. Het eiland had het nodig, dat was duidelijk, maar de organisatie van het concert kostte nogal wat geld. De twee honden trokken aan de lijn, en ietwat geïrriteerd trok Skyler ze weer naar zich toe. Hij wilde gewoon heel even ontspannen rondlopen, voor vanavond alles zou losbarsten en hij geen moment rust meer zou krijgen tot diep in de nacht. De verwachtingen van hem werden nooit hardop uitgesproken, maar waren voor iedereen glashelder. Híj was nu het gezicht van de familie, van het eiland, van de magie.
          Even ging hij op een bankje zitten. Zijn gezicht verstopte hij in zijn telefoon terwijl hij een nieuw liedje uitzocht. Loki en Thor kwamen naast hem zitten, vragend om aandacht. Skyler zakte een beetje onderuit, sloot zijn ogen en liet zijn beide handen over de fluweelzachte koppen gaan. Heel even rust. Heel even stilte, alleen met zijn honden.


    Protect the people.

    DEVIKA "VIK" MERVINE

    Mervine golden girl • 15 december • open scène • concertgebouw Port Bersea

    ≻──────────────── ⋆✩⋆ ────────────────≺





    Devika was praktisch met de zon opgestaan en had sindsdien bijna geen moment stilgezeten. Gehuld in een roomwit tweedelig broekpak, het gilet als een keurslijf om haar heen, stoof ze over het podium, een klembord onder haar arm gestoken. Gouden ringen bungelden van haar oren en glommen tussen haar vingers. Het speelveld van vandaag betrof de concertzaal van Port Bersea, en het beeld dat ze moest neerzetten was een van controle, beheersing en zelfverzekerdheid.
          Ook al voelde ze de afwezigheid van haar beide ouders nog steeds als een holte achter haar ribben. Geen ervaren meedenkers meer. Geen wijze raad of woorden van bemoediging.
          Gefrustreerd door zichzelf zwiepte Devika haar haren over een schouder en zette koers naar de backstage area, zigzaggend tussen apparatuur en geluidstechnici. Gedachten als dat (ik kan dit niet, iemand help, help me alsjeblieft) hielpen niets en brachten ook niemand terug, dus beter was het om gefocust te blijven op haar checklist. Dat was iets waar ze wél controle over had. De verlichting was gecheckt, dus kon ze door.
          Ze dook de coulissen in. ‘Jij,’ zei ze tegen de stagiair die daar met grote ogen stond te kijken. ‘Kan jij voor mij navragen of de muzikanten al voorzien zijn van water?’
          Nog voordat er een antwoord klonk, liep ze al in de gang tussen podium en kleedkamers, één oog op haar klembord. Minder dan twee uur te gaan, en nog duizend-en-één dingen te doen.
          ‘Komt goed,’ mompelde ze tegen zichzelf. Het was niet anders dan de benefietgala’s die ze zelf al jarenlang organiseerde. Het publiek was alleen anders.
          Haar telefoon trilde in haar zak. Ze haalde het tevoorschijn en bekeek het bericht.

          📱 MVVII: Zien we elkaar straks, erfprinses?

          Devika stopte halverwege de gang. Magnus.
          Dus hij was terug voor de kerst. Gezellig was Huize Valebrook nooit te noemen, maar toch trok er een stiekeme steek van jaloezie door haar borstkas. Ze schudde haar hoofd. Zijn bericht bevatte, zoals altijd, geen werkelijke begroeting. Gestript van ieder stukje menselijkheid—op die stomme bijnaam na.
          Ze was nog bezig een tactisch antwoord te formuleren toen haar naam werd geroepen.
          Devika keek op. In de verte kwam Aralt Alderbar aangelopen, hoofd van een andere invloedrijke familie van Port Bersea, al voorbij de 50, en degene die al sinds haar veertiende pogingen ondernam om in haar shirtje te gluren. Ze rechtte haar rug en groette hem met een glimlach.
          ‘Dit is de artiesteningang. De VIP-sectie is de andere kan op.’
          Aralt fronsde, een aarzeling in zijn stappen voordat hij vlak voor haar tot stilstand kwam—nét op de grens van haar personal space om nog fatsoenlijk genoemd te worden. ‘Dat is niet waar ik voor kom,’ zei hij, zijn stem barser dan ze van hem gewend was. ‘Ik wil weten wanneer jullie mijn rekening gaan betalen.’
          Haar wenkbrauwen schoten de hoogte in. ‘De rekening.’
          ‘Het halve fortuin dat ik in goed vertrouwen heb uitgeleend.’
          Bijna ontsnapte er een lach. Wat was dit, een trieste poging tot oplichting?
          Maar iets van waarheid lag verscholen in Aralt’s blik en hij stapte dichterbij, zijn schouders breed. ‘Luister,’ begon hij. 'Die broer van jou—'
          ‘O, ik luister, Aralt.’ Devika stak haar telefoon weg en sloeg haar armen over elkaar. ‘Heb je financiële problemen dat je er zo om komt smeken?’ Haar ogen gleden betekenisvol langs zijn schouder door de lege gang voordat ze zich weer op de man vestigden, hard en koud. ‘Dan snap ik dat je me helemaal hier komt opzoeken. Weg van iedereen.’
          Hij verbleekte, zijn verweer afgezwakt na haar verkapte dreigement. ‘Dat is niet… Wel, ik—’
          ‘Geen zorgen.’ Devika glimlachte en de warmte keerde terug in haar stem. ‘Je krijgt je geld. Skyler komt momenteel om in het papierwerk, zoals je wel zult begrijpen, maar ik kan me niet voorstellen dat hij dit zou vergeten. En anders help ik hem graag herinneren.’
          Aralt morde nog wat, maar ze kreeg hem vrij gauw onder de tafel gepraat en uiteindelijk gaf hij zich over met een zuur knikje. Ze slikte haar opluchting weg.
          ‘Goed. Dan moet ik u nu verzoeken om de artiestengang te verlaten en buiten te wachten. De zaal gaat over een uur open.’
          Voetstappen naderden en de stagiair verscheen opnieuw, zijn armen ditmaal volgeladen met waterflesjes. Devika gaf hem de opdracht om Aralt naar het plein te escorteren. Ze ademde pas weer toen de twee uit het zicht verdwenen.
          Wat had Sky gedaan?!
          Ze wierp een blik op haar horloge en slikte een scheldwoord in. Hij had hier al lang moeten zijn, maar er ontbrak nog ieder spoor. Hier had ze helemaal de tijd niet voor.
          Devika viste haar telefoon weer uit haar zak. Magnus’ berichtje staarde haar nog altijd onbeantwoord aan en leek haar uit te lachen.
          Het was een reminder om scherp te blijven. Ieders ogen waren op hen gericht. De Mervine-kinderen, nu tien maanden verweesd, en eigenlijk nog steeds stuurloos dobberend op zee terwijl de haaien zich om hen heen verzamelden.
          Control the narrative. Eén teken van zwakte en het zou wel heel lastig worden om overeind te blijven staan, dus ze moest er gewoon voor zorgen dat het leek alsof ze sterker stonden dan ooit. Alles moest perfect.
          Beginnend bij het concert.
          Haar nagels—lichtblauw gelakt—tikten op het scherm terwijl ze een kort bericht naar Magnus terugzond.

          📱Devika: Kom te laat en ik zet je naast Aralt Alderbar

          Al hoofdschuddend stevende ze de gang door, klembord in haar hand terwijl ze de checklist van boven naar beneden nogmaals afging. Goed. Volgend punt: controleren of de champagne niet te koud gekoeld stond, zoals vorig jaar.
          En beter kwam Sky snel, want hij was haar een uitleg verschuldigd.


    Dramatic

    camille “cami” noble


    22 ● Chae

    Vliegtuigmodus. Cami had het altijd voor zwakkelingen gevonden. Voor mensen die te snel overprikkeld raakten door hun reeds beperkte sociale milieu. Of voor zenuwpezen die er in de bioscoop niet op durfden te rekenen dat hun telefoon op stil bleef. Nog erger: deze groep mensen vertoonde significante overlap met de braveriken die in vliegtuigen gedienstig door de instellingen van hun telefoon scrollden na de waarschuwende blikken van stewardessen.
          Voor het eerst in haar leven overwoog ze de knop te gebruiken.
          Onbekend nummer, verscheen er in beeld. Een gemiste oproep, uren geleden. De reeks nummers daaronder waren van de verschillende mensen die de Nobles in dienst hadden en een functie in het huishouden bekleedden. Cami drong een zucht terug. Natuurlijk durfden ze haar moeder niet te storen, laat staan met boodschappen van deze aard. Ze hoefde de telefoontjes niet op te nemen om te weten wat ze zeiden. Haar vader kwam zijn bed niet uit. Hij was niet op een afspraak met stakeholders verschenen. Er ontbrak een auto, dan weer een jacht. Moesten ze de kustwacht bellen? Voorheen waren die berichten naar Eli gegaan. Nu gingen ze naar haar.
          Haar smartphone liet ze in de donkerbruine suède tas glijden die losjes over haar schouders hing. De zwarte zijden top die ze droeg, was al lichtjes gekreukt. Naar de beige broek, van hetzelfde kwetsbare materiaal vervaardigd, durfde ze niet te kijken. Intern vervloekte ze haar moeder, die die ochtend onverwachts thuis was geweest en zich op Cami’s half ingepakte koffer had gestort alsof het een bruidsschat was.
          Zijde op een eiland was het domste idee dat ze in tijden gehoord had. Alsof zand geen natuurlijk schuurpapier was. Maar goed, verzet kostte meer energie dan waar ze over beschikte, en Cami was van huis vertrokken met een hele rits truttige jurken, rokken en het dringende verzoek van haar moeder om eenmaal op Port Bersea contact te leggen met Magnus Valebrook.
          Die suggestie had ze vanzelfsprekend onmiddellijk in de wind geslagen.
          Zachtjes neuriënd leunde Cami tegen de reling van de boot. Ze liet het glas van de epresso martini in haar hand dansen voordat ze zich weer bij de anderen voegde. Julian was moeilijk te ontlopen, maar toch hadden ze de hele boottocht geen woord meer gewisseld dan strikt noodzakelijk was. Ze glimlachte naar Chae, wilde hem naar Jenna vragen, die wat haar betrof de fout van de eeuw had begaan door het uit te maken met haar beste vriend, maar besloot dat nu niet het juiste moment was.
          De laatste keer dat ze op Port Bersea was geweest, was ze in een waas gearriveerd. Het huis van de Valebrooks was hun uitvalsbasis geweest. Nu was het eiland langzaam in zicht verschenen, meerden ze aan voor ze er erg in had. Ze genoot van de zachte schommelingen van de boot tegen de kade, gaf het lege glas aan een passerende medewerker en keek op toen Julian op zijn typerende vrolijke manier van doen op ze afgelopen kwam.
          Het waren echter niet haar schouders om wie hij zijn armen heen sloeg. Once again voelde ze zich lucht voor hem. Twee maand – het leek haar plotseling nogal overdadig. Ze wisselde een blik met Tristan, knipoogde toen ze zijn blik ving, alsof ze wilde zeggen: komt goed en lachte toen haar haren opnieuw verwaaiden.
          Zodra ze voet aan wal zette, verdwenen de rillingen die haar op de boot geplaagd hadden en wikkelde de warmte zich als een deken rond haar schouders. Ondertussen werd hun bagage uitgeladen. Cami begaf zich direct naar de koffers en reistassen die zorgvuldig en ogenschijnlijk moeiteloos over het water werden getild. Zonder te morren verzamelde ze haar drie zwarte Tumi’s, de handgrepen stevig vastgeklemd. Alleen de vanzelfsprekendheid dat er ongetwijfeld een man – of het nu een vriend was of een wildvreemde, praktisch familie of een werknemer – was die haar aan zou bieden ze te dragen was genoeg reden om er zelf mee te slepen. Al ging er kort door Cami’s hoofd dat dit bij uitstek een kans was zich van alle tullen jurken te ontdoen met een simpele plons.
          ‘Mijn moeder heeft me genoeg jurken meegegeven voor een heel Londens seizoen,’ zei ze schertsend tegen Romée. Als je het haar vroeg, was dat genoeg reden om de hele vakantie in bikini’s en kaftans door te brengen. Ze twijfelde even, maar vervolgde toen: ‘Ook een schitterende lichtblauwe van Elie Saab. Ik weet niet waar ze denkt dat we allemaal heen gaan, maar die zou jou prachtig staan.’
          Ze wendde zich tot Chae, die ze na hun genadeloze potje Uno achter had gelaten. Cami had haar vrienden de kans willen geven in stilte te wennen aan het eiland dat zoveel onheil op hun groep had afgeroepen. Per slot van rekening was ze er zelf al eens geweest. Met één voet trok ze het kleinste koffertje voort, de andere twee balanceerde ze met haar vrije hand. Haar linkerarm haakte ze in die van haar beste vriend. ‘Beloof me dat wij een kamer delen,’ zei ze met een half grappend, half ernstig gezicht. ‘Ik word gek als ik er één met Julie moet delen.’

    [ bericht aangepast op 27 juli 2025 - 21:54 ]


    Omnia mutantur, nihil interit


    ROMÉE ELOISE DELACOUR

    “Kissed by the sun and bitten by the moon.”
    23 | Maddy’s bestfriend | at Haven Port Bersea | with Tristan








    Romée Eloise Delacour hield niet van havens.
    Niet van de geur van brandstof vermengd met zeezout.
    Niet van het gekrijs van meeuwen die altijd klonken alsof ze iets te verwijten hadden.
    En al helemaal niet van het moment waarop je weer voet op het vasteland zette en moest doen alsof je blij was dat je er was.
    Maar hier was ze dan.
    Port Bersea.

    Een eiland dat ze tot nu toe alleen uit verhalen kende.

          “Het eiland is als een spiegel, May,” had Maddy ooit gezegd, hun benen bungelend over de rand van het balkon, de zon gevangen in de laatste slok wijn. “Het laat je precies zien wat je liever verborgen houdt.”

    Romée had gelachen toen. Ze dacht dat Maddy poëtisch wilde klinken. Of dramatisch.
    En toch… nu ze hier stond begreep ze het ineens beter. Het was vreemd, hoe een onbekende plek kon voelen alsof die al jaren op haar had gewacht. Alsof het eiland haar kende, nog vóór ze een stap aan land had gezet.
    Alsof het haar verwachtte.

    De boot wiegde loom tegen de steiger, en Romée wiegde mee, nauwelijks zichtbaar, maar net genoeg om te voelen dat ze geen vaste grond onder zich had. Nog niet. Haar linkerhand rustte op de reling; haar rechter speelde gedachteloos met het dunne gouden kettinkje om haar hals. De zon scheen fel, het soort licht dat elke imperfectie in iemands gezicht zichtbaar maakt, maar Romée was niet het type dat zich daar nog druk om maakte. Ze had geleerd hoe je onverschilligheid overtuigend kon dragen. En als dat niet lukte, was er altijd nog een zonnebril.
    Achter zich hoorde ze Julian lachen – dat herkenbare, overschot-van-champagne soort lachen, alsof hij een privéfeestje was waar je alleen met zijn goedkeuring binnenkwam. Zijn stem had dat luchtige, ontwapenende raffinement dat mensen vergaten te wantrouwen.
          Ze hoefde niet te kijken om te weten dat zijn arm eerst om Chae gleed, en pas daarna, net een fractie later, om haar.
    Subtiel. Onbeduidend, misschien.
    Maar Romée voelde het verschil.
    Ze voelde altijd alles.

    Ze glimlachte, de sierlijke, sociaal aanvaardbare variant die niets zei over wat er zich in haar afspeelde.
          Niet over het feit dat hij haar geen woord had gestuurd voor vertrek.
          Niet over hoe weinig het haar zou moeten kunnen schelen.
          Niet over de herinnering aan die ene brief van Maddy waarin ze Julian had genoemd: met tegenzin, maar ook met een zekere zachtheid die Romée nooit helemaal begreep.

    “Hij is als water,” had ze geschreven. “Je denkt dat hij je draagt. Tot je zinkt.”

    Romée had het nooit over hem gehad, toen niet, nu niet. Maar ze had het onthouden.

    Pas toen de boot echt stillag voelde ze hoe warm de zon op haar schouders brandden. Met haar zonnebril nonchalant in het haar liep ze de loopplank af. Eén hand stevig om het handvat van haar trolley, de andere gesloten om het hengsel van haar designer tote. In die tas: zonnecrème, haar telefoon, een volgeklad notitieboek, en een klein flesje Le Lion van Chanel (het enige parfum dat haar sinds vorig jaar nog ergens aan wist te raken).

    Zestien minuten geleden had ze nog champagne gedronken. De ferrycocktail met vlierbloesem en basilicum had ze genegeerd; te flauw, te zoet. Ze had liever bubbels met iets bitters. Iets dat prikte in je keel. Iets dat je eraan herinnerde dat je lééfde.
    Wat haar daar wél aan herinnerde, was de lichte rilling die langs haar ruggengraat gleed toen haar voeten het houten dok raakten.
    De grond voelde te echt.

          Kalm liep ze naar de koffers, waar Cami al stond. Drie zwarte Tumi’s naast zich, de espresso martini inmiddels ingewisseld voor controle.
          ”Mijn moeder heeft me genoeg jurken meegegeven voor een heel Londens seizoen,” zei Cami droog. “Ook een schitterende lichtblauwe van Elie Saab. Ik weet niet waar ze denkt dat we allemaal heen gaan, maar die zou jou prachtig staan.”
    Romée grinnikte. “Een heel Londens seizoen? Wat dacht ze, dat je hier elke avond een societybal moet crashen?” Ze tikte met haar vinger speels tegen Cami’s trolley. “O god, een Elie Saab? Wat decadent.” Ze haalde geamuseerd haar schouders op. “Nou, als ik op een willekeurige dinsdagmiddag ineens besluit theatraal in zee te wandelen, weet ik je in elk geval te vinden.”

    Ze liep met Cami mee, in de richting van de rest, haar hakken net te hoog voor de kade maar perfect gebalanceerd. Voor het eerst had ze geen plan. Alleen verhalen.
    En een oude belofte aan een dode vriendin die in haar dromen fluisterde dat ze ook eens moest gaan.

          Wel moest ze toegeven: Port Bersea lag er bedrieglijk prachtig bij. Alles was blauw en helder en veel te schoon. Alsof het eiland collectief had afgesproken om alle breuken te verbergen onder perfect zonlicht. Alsof niets hier ooit gebroken was geweest. Alsof Eli hier nooit was gestorven.

    De lucht was zó helderblauw dat het pijn deed aan haar ogen, zelfs achter haar zonnebril. De zon sneed scherp over het water, het witte schuim van de golven glinsterde als geslepen glas, en boven de heuvels in de verte lag een sluier van warmteflikkering te trillen. Alles rook naar zout, naaldbomen, en net te veel verleden.

    Ze kende het eiland niet van brochures.
    Niet van de elegante zinnen in glanzende folders die rijke families elkaar vertelden op gala’s.
    Zij had het leren kennen in fluisteringen op bed, terwijl haar vriendin half op haar buik lag, kin op haar hand, ogen vol geheimen.

    Maddy.

          Ze herinnerde zich het gevoel van het katoenen beddengoed die al uren warm onder hen lagen. De schaduw van de Franse luiken op Maddy’s schouders. De geur van haar haar, net gewassen. Maddy had altijd verhalen gehad die als ritselende bladeren tussen haar vingers gleden. Altijd net genoeg onthulling, nooit alles.

    “Je zou ’t haten, denk ik. Of liefhebben. Misschien beide. Alles daar leeft van contrasten. Het eiland liegt niet, maar het zwijgt wel. Begrijp je?”
          Romée had geknikt alsof ze dat deed. Ze had Maddy’s wijsvinger gevolgd terwijl die een denkbeeldige kaart van het eiland tekende over haar blote arm.
    “En daar zijn de grotten… waar dromen blijven hangen.”
    “Echte dromen?”
    “De soort waar je ’s nachts zwetend van wakker wordt.”
    “Klinkt als een nachtmerrie.”
    “Same difference.”
          Ze hadden toen gegiecheld, alsof het een sprookje was, geen waarschuwing.


    Romée slikte de herinnering weg en bleef even staan op het dok, haar voeten elegant naast elkaar geplaatst, alsof zelfs haar stilte gecureerd moest worden. Haar hand gleed in haar tas en vond haar telefoon. Ze ontgrendelde het scherm en keek naar de standaard achtergrond: een oude foto. Zij en Maddy, in een donkere club ergens op vakantie. Hun armen om elkaars middel, rode lippen, grijnzen alsof de wereld hen nooit iets zou kunnen afnemen.
          “Beloof me dat als je ooit naar Port Bersea gaat, je niet verdwijnt.”
    “Wat bedoel je?”
    “Sommige mensen verdwijnen daar. Niet fysiek. Maar… je weet wel. Ze verliezen iets.”
          “Ik ben geen iemand die dingen verliest.”
    “Nee,” had Maddy toen gezegd. “Je bent iemand die ze bewaart.”


    Romée drukte haar telefoon uit, stopte deze weg, en zette haar zonnebril weer recht op haar neus. Het eiland rook anders nu ze echt hier stond. Minder als magie, meer als dreiging. Maar misschien was dat precies wat het altijd al was geweest.

    Bij de taxi’s viel haar oog op Tristan. Hij stond iets van de groep af, alsof zelfs zijn lichaam weigerde zich volledig te voegen. Zijn blik was ergens op gericht dat verder lag dan het eiland, of misschien op niets. Op stilte.
    Romée aarzelde kort.
    Waarna ze naar hem toe liep, niet gehaast, maar doelgericht zoals alles aan haar altijd net iets te precies was om nonchalant te zijn. Het geluid van haar hakken doofde zacht uit in het grind vlak voor hem.
    Ze zei niets.
    Haar blik gleed langs zijn profiel, zo kalm als het water waar ze zojuist vanaf kwam, maar met diezelfde onderstroming van iets dat kon omslaan. Haar aanwezigheid sprak, niet haar stem: ik zie je.
    Toen, droog: “Port Bersea ruikt minder naar magie dan je zou hopen.”
    En met die ene zin, geen begroeting, geen verwijt, liet ze iets vallen tussen hen in. Een observatie. Een herinnering aan wie hier niet meer was. Misschien ook een waarschuwing. Daarna keek ze niet naar hem, maar naar de heuvels achter hem. Alsof ze hem niet nodig had om te begrijpen waar ze zich bevond, maar wel om niet alleen te zijn in dat besef.

    [ bericht aangepast op 29 juli 2025 - 19:49 ]


    someone out there feels better because you exist



    HAYLEY PEARCE

    THE OCEANS FAVORITE

    23 • at the EHBO-stand • open • member of the inner circle • with Jaimie

          De felle zonnestralen verwarmde Hayley's gezicht terwijl ze met twee ijskoffies terug wandelde naar de kerstkraam van de surfshop. Het was traditie dat elke ondernemer uit Port Bersea meedeed aan de markt met een eigen kraam. Ondanks de extra drukte die het Hayley's agenda had gegeven, was het de moeite waard geweest. Niet alleen was het gezellig, maar dit jaar had ze ook meer verkocht dan verwacht. Haar zelfgemaakte tropische kerstversiering bleek een hit bij de inwoners van Port Bersea. Vooral de surfboardkerstballen vielen in de smaak. Met een glimlach passeerde ze het kleine groepje meiden dat zich voor de kraam had verzameld. Niet zozeer voor de kerstdecoraties, maar waarschijnlijk eerder voor de jongen die ze verkocht. Hayley overhandigde een van de ijskoffies aan Jayson, de 18-jarige weekendhulp van de surfshop. "En heeft het geflirt nog iets opgeleverd naast nieuwe insta volgers?" plaagde ze de jongen, terwijl ze haar plek naast hem weer innam. Jayson hield zijn handen op. "Hey, zoveel charme heb ik nou ook weer niet!" Hayley haar ogen glinsterden bij het horen van die woorden. "Hmmm, ik zal je eraan herinneren dat deze woorden ooit jouw mond zijn uit gekomen."
    Hun korte onderonsje werd onderbroken door een oudere dame die interesse toonde in een van de kerstbroches.
    "Wilt u het ingepakt hebben mevrouw?" De dame knikte en Hayley greep net iets te snel de scherpe broche verkeerd vast. Erg knullig haalde ze haar vinger erdoor open. De pijn viel mee, maar het bloed stroomde enorm snel uit het kleine wondje. Met een zucht overhandigde ze de broche aan Jayson. "Ik moet je denk ik toch weer even alleen laten, Jay." Haar ogen gleden naar haar vinger. "Ik ga even een pleister halen.. het is een beetje zonde als alles onder het bloed komt te zitten.." Jayson knikte en Hayley wist vlugjes tussen de diverse kraampjes door te glippen op weg naar de ehbo-kraam.

    Vanaf een afstandje zag ze Jamie al zitten. Zijn rode lokken glinsterden in het zonlicht terwijl zijn blik aandachtig over het marktplein gleed. Zo kende ze hem. Altijd serieus en druk bezig met zijn werk. Wat dat betrof was het soms alsof ze naar de mannelijke versie van zichzelf keek. Een klein meisje met kleurrijk verband om haar knie en een lolly in haar mond huppelde naast haar moeder net weg.
    Met een glimlach naderde Hayley haar vriend. "Ik hoop dat je nog genoeg energie over hebt om nog een leven te redden, want.." Hayley liet haar bebloede vinger zien.
    "Ik ben weer eens onhandig geweest.." Ze stopte vlak voor de ehbo-tent. "Heb jij een pleister voor me, Jaim?" Haar glimlach werd wat groter. "Oh, en een lolly?"



    SALT WATER HOLDS SECRETS THAT CAN HEAL THE LIKES OF YOU AND ME







    let the fears you have fall away