Rhae Storm
Met Lee aan de rand van het Verboden Bos, tijdens het derde uur.

Rhae was eigenlijk wel blij met het voorstel van Lee. Blythe moest naar Muggle Studies en Isabella… Nou ja, ze waren nogal ongemakkelijk uit elkaar gegaan en hoewel Rhae haar gewoon had willen helpen, had ze het gevoel dat ze iets verkeerd had gedaan en dat Isabella nu boos op haar was.
Lee liet dat haar echter vrij makkelijk vergeten – onderweg naar het Verboden Bos kletste hij aan één stuk door. Soms, wanneer haar aandacht toch even weggleed, was hij al bij een heel ander onderwerp aanbeland dan waar zij dacht dat ze waren, maar het leek hem niet veel te doen als ze af en toe wat miste. Misschien was hij het ook wel gewend.
Hoewel Lee haar vertelde dat hier zelfs eenhoorns, maankalveren en hippogrieven leefden, vond Rhae het bos er maar griezelig uitzien, met de dikke stammen en kronkelige takken. Ze bleven dan ook maar aan de zijkant en Rhae voelde ook niet de drang om veel verder te gaan. Er woonden vast ook allerlei ongure schepsels, anders was het vast niet verboden geweest.
‘Ben je diep in het bos geweest?’ vroeg ze zich af.
Hij grijnsde kwajongensachtig. ‘Dieper dan iemand anders die ik ken.’
Gelukkig drong hij niet aan en struinden ze een tijdje langs de rand van het bos. Uiteindelijk kwamen ze bij een poeltje waar bleke vissen met drie absurd grote ogen in rond dreven. Ze zagen er ziekelijk uit en ze wendde er rillend haar blik van af. Dit was niet bepaald de mooiste plek van Hogwarts.
‘Hoe bevalt het hier?’ vroeg Lee, die aan de rand van het poeltje neerhurkte en een vis naar zich toe probeerde te lokken. ‘Heb je al leuke mensen ontmoet?’
Ze glimlachte lichtjes. ‘Ja, Blythe en Isabella zijn erg aardig. Nou ja, Isabella meestal, dan.’
Lee grinnikte. ‘Meestal? Nou, dat is al best een prestatie.’
Daar moest ze ook om grinniken. ‘Jij bent natuurlijk een jongen, dus jij kan sowieso weinig goed doen.’
Al kon Casper dat blijkbaar wel. De afgelopen dagen had ze wel een beetje opgevangen dat er een steekje bij die jongen loszat en hij had haar af en toe nogal tartend aangekeken. Hij mocht haar duidelijk niet zo – wat volledig wederzijds was – en ze vroeg zich af of hij misschien de reden was dat Isabella een beetje vijandig deed. Ze schudde het van zich af.
Dat slaat nergens op. Omdat ze niet langer bij het meisje wilde stilstaan, vervolgde ze: ‘En ik krijg gitaarles van Nomad – en ik heb hem een beetje pianoles gegeven.’
Tot haar verbazing zag ze Lee’s schouders verstijven. Hij had net kleine steentjes in het water gegooid, maar nu gebeurde dat opeens met veel meer kracht.
‘Mag je hem niet zo?’ vroeg ze voorzichtig.
Dat was niet zo heel gek – Nomad had zelf al gezegd dat hij sociaal niet zo handig was en Lee had daar overduidelijk geen problemen mee. Misschien zou dat juist wel goed werken, als Lee hem een kans zou willen geven.
‘Niet meer,’ bromde Lee. ‘We waren vorig jaar bevriend en hij gaf mij les. Maar zijn ouders vinden me niet goed genoeg voor hem, aangezien die van mij Dreuzels zijn en dus wil hij niet meer met me omgaan.’
Zijn woorden schokten haar. Nomad had niet heel positief over zijn familie gesproken, maar dat hij discriminatie goedkeurde, vond ze wel echt een tegenvaller. Zelf was ze een halfbloed. Ze vond mensen die zo over anderen echt walgelijk.
‘Jeetje, wat een rotactie. Dat wist ik niet.’
Lee trok zijn mondhoeken op in wat op een verbitterde glimlach leek. ‘Ben jij wel een volbloed?’
‘Halfbloed.’
‘Nou ja, dan hoef je in elk geval niet bang te zijn dat hij je dáárom laat stikken.’
Er plonsden weer een aantal steentjes in het water. Lee had zijn vuisten gebald – het leek hem erg verdriet te doen. Dat begreep ze wel – tot slot kon je niets aan je bloedstatus doen.
Rhae wendde haar blik af. Ze hadden zondag weer afgesproken, maar ze wist nu helemaal niet zo goed of ze daar nog wel zin in had.
[ bericht aangepast op 17 dec 2021 - 13:05 ]
Every villain is a hero in his own mind.