Vinnie Davies
Bezorgd keek Vinnie naar de deur, waar zowel Rosalie als Lee doorheen waren verdwenen. Wat er precies was gebeurd had hij niet meegekregen, maar het moest wel ernstig zijn aangezien hij Rosalie nog nooit boos had horen worden. Na even aarzelen liep hij naar zijn slaapkamer toe. Lee lag languit in zijn bed te snikken, zijn gezicht in zijn kussen.
Vinnie beet op zijn lip. Als hij ergens slecht tegen kon, was het wel tegen het verdriet van anderen. Zachtjes liep hij dichterbij en een beetje besluiteloos bleef hij naast Lee’s bed staan. Hij wist niet zo goed hoe hij iemand moest troosten. Als hij verdrietig was, ging hij meestal met zijn kat knuffelen.
Lee hield ook van dieren. Zou hij Cooper halen?
Hij keek om zich heen en vond zijn kat gelukkig op de vensterbank, waar ze naar buiten keek. Hij pakte het dier op en ging daarna op de rand van Lee’s bed zitten, terwijl hij Cooper op schoot zetten.
En nu?
Zijn kat kon niet praten. Woorden moesten toch echt van Vinnie zelf komen.
Had Lee door dat hij er zat maar negeerde hij hem gewoon? Of moest hij zichzelf aankondigen?
‘Je – je mag Cooper wel even vasthouden als je wilt?’ zei hij aarzelend. ‘Mij – mij helpt dat soms. Om haar te knuffelen als ik verdrietig ben.’
Nerveus sloeg hij zijn ogen neer terwijl hij gespannen op antwoord wachtte.
Er weerklonken nog een paar snikken door de kamer voordat de jongen zich half omdraaide en iets overeind kwam. Hij veegde de tranen uit zijn ogen.
Voorzichtig zette Vinnie zijn kat op het bed neer.
Er schoot een droevige glimlach over Lee’s gezicht. ‘Je bent lief, Vinnie.’
Vinnie voelde zijn wangen gloeien. Hij wist niet wat hij verder moest zeggen. Tussen zijn wimpers door zag hij dat de jongen Cooper begon te aaien, waardoor de kat luid begon te spinnen.
‘Waarom vindt niemand mij leuk?’ vroeg Lee zachtjes. ‘Ik snap niet wat ik steeds fout doe.’
Vinnie vroeg zich af of hij dat wel goed had verstaan. Hoezo vond niemand Lee leuk? Hij had toch hartstikke veel vrienden?
‘Waarom denk je dat niemand je leuk vindt? Je bent hartstikke populair.’
‘Ja, ik heb wel veel vrienden,’ zei hij weifelend. Zijn vingers gleden door de grijze en zandkleurige vacht. ‘Maar ik zou zo graag eens willen dat iemand ook op mij verliefd werd.’
Vinnie herinnerde zich weer dat hij iets met Nomad had willen doen. Dat was dus niet afgelopen zoals hij had gehoopt. ‘Er komt echt wel een keer een jongen die jou ook leuk vindt,’ zei Vinnie. ‘Dat weet ik zeker.’
Lee staarde naar beneden en haalde zijn schouders op. ‘Dat weet je niet. Misschien blijf ik wel altijd alleen. Met honderd katten en padden.’
Vinnie glimlachte flauwtjes om die rare combinatie. ‘Ik vind het wel heel knap dat je tegen Nomad hebt gezegd dat je hem leuk vindt. Dat zou ik echt niet durven.’
‘Ik had het beter niet kunnen zeggen,’ mompelde Lee. ‘Hij zei dat ik een vieze flikker was.’
Er schoot een steek door Vinnies borstkas. Hij kon heel goed begrijpen dat dat ontzettend kwetsend was.
‘Sommige mensen hebben gewoon geen hart. Zij verdienen niet zo’n leuk iemand als jij.’
Lee’s hand gleed van Cooper weg. Vinnie schrok toen Lee’s vingers over die van hem gleden. ‘Jij hebt wel een groot hart.’
Vinnie aarzelde, hij wist niet wat hij moest doen. Hij wilde Lee niet kwetsen, maar hij wilde hem ook niet aanmoedigen. Hij had het zich weleens afgevraagd – of hij er spijt van had dat hij destijds zijn relatie met Lee had beëindigd. Maar hij had nooit gevoeld wat hij wel voor Nora voelde.
‘Iemand anders heeft mijn hart al gestolen,’ bekende hij. ’S-Sorry.’
Misschien dat het Lee iets afleidde.
Lee grinnikte zachtjes en trok zijn hand terug. ‘Ja, dat weet ik wel. Ik zie je wel altijd dromerig naar de Slytherin-tafel kijken.’
Vinnie schaamde zich opeens zo erg dat hij hoopte dat Lee spontaan in slaap viel.
‘Waarom werd Rosalie boos?’ vroeg hij voor ze daar over konden doorgaan.
Lee zuchtte terwijl hij Cooper wat dichter tegen zich aan trok. Zijn vingertoppen bewogen heel voorzichtig langs de verminkte staart. ‘Ik vroeg of ze het erg vond als Casper me gitaarles zou geven en toen werd ze heel boos. Ik dacht…’ Hij zuchtte weer. ‘Ik weet niet wat ik dacht. Casper kwam me vandaag troosten en ik vond hem eigenlijk wel aardig maar het voelt verkeerd om hem aardig te vinden door wat hij Rosalie heeft aangedaan. Maar volgens mij vindt hij het zelf ook erg wat hij Rosalie heeft aangedaan. En hij is altijd zo alleen… Volgens mij is het helemaal niet zo’n slecht persoon als hij gewoon leuke mensen om zich heen zou hebben.’
Vinnie wist niet wat hij daarop moest zeggen. Hij vond Casper maar een engerd. Als hij geen vrienden had, was dat vast zijn eigen schuld.
‘Ik ga maar slapen,’ mompelde Lee. ‘Hopelijk is morgen een betere dag.’
‘Vast wel. Dan leren we nieuwe dingen tijdens de lessen en hebben we ’s avonds een feest. En je mag me helpen om de boekenclub op te starten.’
‘En ik moet nog een date in elkaar zetten voor Roman en Novalie.’ Hij knikte tevreden. ‘Ja, morgen wordt een betere dag…’
Hij liet zijn hoofd weer in zijn kussen zakken.
Vinnie stond ook op en ging zijn tanden poetsen. Toen hij terugkwam, hoorde hij Lee al diep ademhalen. Heel voorzichtig trok hij de dekbed onder de jongen vandaan en legde die over hem heen, daarna trok hij zijn pyjama aan en kroop in zijn eigen bed.
Every villain is a hero in his own mind.