Jo Mari Gold The Dark Angel
"She is 10% Luck, 20% Skill..."
"15% Concentrated Power of Will... 5% Pleasure, 70% Pain... And a 100% Reason to Remember the Name..."
'als ik jou voor de gek kon houden, zouden er veel lasten van mijn schouders afgaan.' al snel word ze zichzelf en ik glimlach. 'Als je er peper in doet, heb je wat meer smaak.' ze glimlachte weer, en toverde zichzelf om in een koekjesverkoopster met koekjes. 'Ik ga even koekjes verkopen, wil je er 1?' en weer glimlacht ze, ik schud lachend mijn hoofd, "Ja nou kijk weetje..." zeg ik, "Die truc heb je te vaak bij me uitgehaald..." ik kijk haar aan, "Nou schiet op! Verdien wat zielige gezichtjes!" zeg ik lachend in plaats van, verdien wat geld.
Ariël Sparrow The Pirate
"Who can I Trust?"
"My Head's Under Water, but I'm Breathing Fine..."
Clothes
En kwam gek genoeg een meisje naast me staan en onderbrak bijna mijn verhaal, pfuh, hoe kan ze! 'dat vind ik nou ook...' ze loopt naar het meisje waarvan ik de naam nog niet weet en kijkt naar mij, 'waar hebben we het nou eigenlijk over?' ik rol met mijn ogen en kijk dan even om me heen. Ik zie een stenen hek staan.
De drie hebben het over wonder dinges, kan mij eigenlijk niets schelen. Het zijn landmensen, die boeien in het geheel niet. Ik klim behendig op het hekje wat bijna even groot is als een schutting, ach wat boeit het ook, landmens uitvindingen...
Ik kijk over de zee, wat ik van deze hoogte kan zien, ik denk dat ik ongeveer 2 meter hoog sta nu, dat is niets vergeleken de mast waar ik vaak in klim dus bang ben ik niet. Ik haal mijn fluitje tevoorschijn en kijk er nog even een keer op, laat hier alsjeblieft ook Kraken zijn...
Ik fluit even hard, waarschijnlijk heb ik heel storybrooke wakker gemaakt en de mensen naast me gehoorproblemen. Een fatsoenlijk persoon zou sorry zeggen maar ik ben niet fatsoenlijk... Bijna meteen zie ik dat er een random bootje vast komt te liggen en word opgegeten door een groot monster, er verschijnt een glimlach op mijn gezicht, mijn schatje leeft...
Ik fluit 2 keer achter elkaar op het fluitje zodat ze hoort dat ik het ben en dat ze niets dood hoeft te maken, ik zie het hoofd omhoog komen terwijl ik even zwaai, ik merk dat ze me heeft gezien maar ze gaat al snel kopje onder, tja wat moet je anders, ze kan toch niet naar me toe komen. Ik stop mijn fluitje weer in mijn shirt en spring in een keer naar beneden.
"Sorry, not sorry..." mompel ik tegen de anderen omdat ik floot op mijn mooie fluitje.
het is Schoonheid zelf op zichzelf eeuwig eenvormig met zichzelf [Plato, Symposium, 211b]