In het huidige (aardrijkskunde)onderwijs wordt tegen twee problemen aangelopen.
The current education of geography is faced with two problems.
De intrinsieke motivatie van leerlingen is laag en de lesstof beklijft onvoldoende.
The intrinsic motivation of students is low and study material is not remembered suffeciently.
Hierdoor is het leerrendement in het onderwijs lager dan gewenst.
Because of this, the ‘learning yield’ in education is lower than wanted.
Om beide problemen aan te pakken moet er in de didactiek van het aardrijkskundeonderwijs iets veranderen.
To tackle both problems, chances are needed in the didactics of geography education.
Dit onderzoek laat een nieuwe didactische aanpak voor het aardrijkskundeonderwijs zien en biedt handvaten voor het ontwerpen en effectief inzetten van dit soort werkvormen.
The research shows a new didactical approach for geography education and offers guidelines for designing and effectively applying this approach.
De volgende onderzoeksvraag is opgesteld:
This lead to the following research questions:
Wat zijn de ontwerpprincipes voor fysiek verbeeldende werkvormen voor het verduidelijken van geografische processen, en wat zijn de voorwaarden voor effectief toepassen in de praktijk?
What are the ‘design principles’ for ‘physical, graphical approaches’ to clearify geographical processes and what are the prerequisites for effective application in practice?
Voor fysiek verbeeldende werkvormen kan de volgende definitie worden gebruikt: leerlingen leren door lichamelijk activiteiten (zich verplaatsen door het lokaal of handelingen op hun plaats), waardoor (geografische) processen worden verduidelijkt, nagebootst en/of vereenvoudigd.
For ‘physical, graphical approaches’ is defined as: Students learn by physical activities (either in class or on location) by which geographical processed are clarified, simulated, and/or simplified.
De beantwoording van de onderzoeksvraag is opgesplitst in twee delen.
To answer the research question, it is split in two questions.
Deel een is het voorbereidend onderzoek, wat is gebaseerd op interviews en literatuurstudie.
Part one serves as preperation for the study, and comprises interviews and a literature study.
Het tweede deel is een ontwerponderzoek, gebaseerd op de stappen van Educational Design Research.
Part two entails designing and is based on the steps of ‘Educational Design Research’.
Deze onderzoekmethode bestaat uit het formuleren van een productvoorstel, een screening, focusgroep, walkthrough en een try-out.
This method consists of formulating a product proposal, a screening, a focus group, a walkthrough, and a try-out.
Uit het onderzoek blijkt dat fysiek verbeeldende werkvormen zowel vanuit de theorie als de praktijk een waardevolle toevoeging voor het onderwijs zijn en dat betrokken vakdidactici, docenten en leerlingen erg enthousiast zijn.
Both theoretical and practical research shows that ‘physical, graphical approaches’ are a valuable contribution to education, and that didactics, docents, and students are enthusiastic about it.
De werkvormen en ontwerpprincipes kunnen direct worden toegepast in de praktijk van het voortgezet onderwijs.
The approaches and design principles can directly be applied in secondary education.
Vervolgonderzoek zou zich kunnen richten op het experimenteel uittesten van het leereffect of het steekproefsgewijs onderzoeken naar de algemene houding docenten en leerlingen tegenover fysiek verbeeldende werkvormen.
Further research could aim on testing the learning effect experimentally or on investigating the attitudes of docents and students on ‘physical, graphical approaches’.