• Rollentopic: #1
    Praattopic: #1
    Speeltopic: #1
    [Bijgewerkt 19.6.2016]

    Blackburgers:
    Julian Bolton || Taak || Khal
    Taylor Montgomery || Bijbaan supermarkt || Khal
    Samantha Parks || Bloemiste || MrsLyon

    Farrell's:
    Hanas || Runner / Jager || Nakamura
    Tadeas || Jager || Unrequited
    Milo || Runner / Jager || Miall
    Mae’darn || Heler || Nakamura
    Lynne || Dierverzorger || Lisadragonrider
    Rain || Tuinierster || Canagan
    Lilly || Kokkin || Panix
    Ivy || Babysitter || Miall

    Vannacht heeft het gedonderd en gebliksemd en de temperaturen zijn er ook naar. Het is nog redelijk koud, al is er veel luchtvochtigheid vandaag. De tijd is precies 8.00.

    Farrell's: Ze staan op om te ontbijten, al zijn de koks al voor het ontbijt bezig uiteraard. Niet iedereen eet met zijn allen, sommigen zullen enkel voor hun eigen gezin koken, die keus is aan iedereen persoonlijk. Er zullen ook plannen gemaakt worden binnen een korte tijd voor de jagers, de runners en dergelijke. Morgen zal er een bruiloft plaatsvinden (een belangrijke, een kind van de Bren'in gaat namelijk trouwen), waardoor de binnenplaats netjes moet blijven en ook zeker opgeruimd zal worden.

    Blackburgers: Ze werken al of gaan zo aan het werk. Ook hier heeft iedereen zijn baan (of een andere bezigheid uiteraard) waar hij of zij aanwezig voor zal moeten zijn of het een en ander voor zal moeten verrichten. Het kan eventueel ook zijn dat deze pas later beginnen vanwege een recentelijk voorval. Lees meer daarover hiernaast. De zomervakantie komt aardig dichtbij, dus ook de scholen zijn wat relaxter en sturen de kinderen en jongeren al gauw wat eerder naar huis.
    [Bijgewerkt 19.6.2016]

    Relatie / Indruklijst:
    Inwoner || Julian Bolton ||
    Inwoner || Persoon Velaris ||
    Inwoner || Taylor Montgomery ||
    Inwoner || Samantha Parks ||

    Farrell || Hanas Farrell ||
    Farrell || Tadeas Farrell ||
    Farrell || Milo Farrell ||
    Farrell || Mae’darn Farrell
    Farrell || Lynne Farrell ||
    Farrell || Rain Farrell ||
    Farrell || Lilly Farrell ||
    Farrell || Ivy Farrell ||

    Farrell's: Vandaag (rond 10 uur) zal er een run zijn voor de Runners, eentje waarbij ze voor propane, enkele zaden, messen, machetes, sigaretten, sigaren naar de stad gaan. Dit zal een van de eerste keren zijn dat ze buiten een zondag het stadje betreden voor hun "boodschappen", dus dat kan voor interessante momenten gaan zorgen tussen de twee groepen.

    Blackburgers: Er zal vandaag (rond half 11) een bijeenkomst zijn voor de personen in Blackburg omdat er recentelijk een gewapende overval was in de pawn shop en mensen erover kunnen praten in een vertrouwde omgeving. De dader is niet gevonden, het waren de Farrell's niet, al kunnen sommigen dat uiteraard denken (degene die het niet hebben gezien in ieder geval). Winkels sluiten hiervoor, dus in de ochtend kunnen ze ook zeker vrij zijn.

    [ bericht aangepast op 2 juli 2016 - 13:38 ]


    I'm your little ray of pitch black.

    - Mine! ^^


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    Mine ^-^


    Faith is everything.

    Het was een lange nacht voor mij geweest. Gisteravond had ik me klaargemaakt om naar bed te gaan, maar Hanas was nog besloten langs te komen met een vreselijk uitziende wond. Het was een wonder dat die man zijn hoofd nog niet verloren had. Zoals gewoonlijk had ik mijn vragen voor me gehouden, waardoor hij in een kalme bui het huisje had verlaten. Vervolgens was het Spike die vervelend bezig was omdat hij — waarschijnlijk — te weinig eten had gehad. Lynne leek door dit alles heengeslapen te hebben, wat me dan weer een fijner gevoel gaf.
          Verder heb ik deze nacht nogal wakker gelegen gezien er onweer en donder te vinden was in de lucht, waardoor mijn gedachten naar Milo waren gegaan. Had ik hem zijn middeltje wel gebracht? Ik kon me herinneren dat het eergisteren gedaan was, dus dat hij zeker nog wel wat moest hebben.
          Inmiddels stond ik alweer in mijn kas, terwijl mijn ogen de schade opnamen. Gezien ik de kas zelf in elkaar had moeten zetten was het zeker niet beschermd tegen lekkages, en vooral niet tegen de heftige regenbui die er vannacht te vinden was. Enkele kleinere planten kon ik simpelweg oppakken terwijl ik het water eruit goot, al waren het eerder de grotere bakken waar ik me het meeste zorgen om maakte. Ze zaten immers niet voor niets in grotere bakken.
          Vanaf een afstandje merkte ik echter al op dat één van mijn gevoeligere planten al verdronken was, wat betekende dat ik daar beter vandaag al naar kon gaan zoeken. Ik wist ongeveer waar ik deze gevonden had, ergens aardig onderaan de berg. Ik kwam er amper, enkel als iets mis was met één van de planten die daar groeiden. Blackburg zelf had ik nog nooit gezien, al wist ik niet zeker of ik daar wel zo’n behoefte aan had.
          Voor nu moest ik me maar eerst op Lynne gaan focussen, gezien die ook haar klusjes had en ik er nu voor moest gaan zorgen dat ze daar op tijd aan zou komen. En vooral dat ze daarvoor nog ontbijt binnen zou krijgen. Het was nog altijd moeilijk voor me om me als een voogd op te stellen tegenover de twaalfjarige.
          Terwijl ik mijn weg weer maakte naar mijn huisje liep ik langs de vrouwen af die het ontbijt aan het verzorgen waren. Het rook er in ieder geval zeker al heerlijk, al wist ik niet waar Lynne deze ochtend zin in had. Ik kon koken, maar het was niet zo alsof ik er een gewoonte van maakte om het iedere ochtend te doen. In de avond deed ik het eerder met genoegen, vreemd genoeg. Ik was een ochtendmens, maar koken ging me niet al te geweldig af rond de vroege uren.
    Gisteravond had ik gestoeid met één van mijn weinige vrienden, wat ervoor had gezorgd dat mijn rug langs een stuk metaal afgeschaapt was en ik deze dan ook een nieuwe, diepe wond had veroorzaakt. Al kon ik mezelf nog gelukkig prijzen gezien de andere er duizendmaal erger uit was gaan zien.
          Nadat ik bij Mae’darn was geweest ging slapen me goed af, het middeltje dat ze mee gegeven had deed me goed. Het was echter dat ik midden in de nacht wakker was geworden en vervolgens geen fatsoenlijke houding meer aan had kunnen nemen. Vervolgens begon die vervelende wolf te janken, wat betekende dat deze ook weer eens aandacht nodig had. Al bleek het achteraf te zijn dat hij de wolf van Rain had gehoord, die blijkbaar ook aan het janken was.
          Ik was pas net in zijn geheel wakker, waardoor ik de deur open zwaaide van mijn huisje en de vervelende wolf naar buiten liet. Ondertussen hees ik mezelf in mijn shirt, terwijl ik in de deuropening hing.
          Uit het niets begon het beest echter te grommen richting de struiken, waarna ik het kleine mormel van Rain eruit zag komen lopen. De twee wolven begroette elkaar zoals ze dat iedere keer deden wanneer ze elkaar zagen, waardoor ik mijn hoofd schudde. Met een diepe zucht schoot ik in mijn, maat zesenveertig, combatboots om vervolgens de twee richting Rain’s huis te leiden. Waarschijnlijk wist zij ook al wel waar de kleine naartoe was gegaan, dus zorgen zou ze zich niet echt maken.
          De grond onder mijn voeten was modderig, waardoor het een vervelend geluid aan het maken was. Misschien was ik in de ochtend wel wat gewoon wat nukkiger en kon ik zeiken om de stomste dingen, maar het was vreselijk. Het leek haast te echoën door het bos, waardoor het duizendmaal ververgerd werd.
          Onderweg kwam ik enkele personen tegen die ik dan ook met een simpele knik begroette. Zij wisten wel degelijk dat ik niet zo’n mensen-mens was, dus kwalijk konden ze het me niet nemen. Ik erkende hen in ieder geval, gezien ik er genoeg kende die anderen liever negeerden.
          Mijn eigen wolf liep netjes naast me mee, terwijl die van Rain aan ieder voorwerp dat we tegenkwamen snuffelde, mocht het nou een blaadje zijn of een bank, het moest volledig in zich opgenomen worden. Niet veel later verscheen Rain in beeld, waardoor ik mijn hand opstak. ‘Mocht je Shiva zoeken, ze is hier.’ Met één soepele beweging gleed mijn hand onder de buik van de wolvenpup, waarbij ik haar op mijn hand droeg. Ze leek tegen te willen stribbelen, maar toen ze me aankeek stopte ze direct. Dat effect had ik altijd op de kleine wolf gehad.
          ‘Haast iedere ochtend,’ lachte ik naar Rain, terwijl ik haar haar pup aangaf. ‘Goedemorgen schoonheid.’ Een grijns sierde mijn gezicht, terwijl ik in mijn vingers knipte om mijn eigen wolf naast me te laten zitten.


    I'm your little ray of pitch black.

    Mt
    (kan pas morgen ochtend posten, toch niet ;) )

    [ bericht aangepast op 19 juni 2016 - 19:58 ]

    ~Lynne Farrell~


    Dierenverzorgster| meisje | 12 jaar


    Ik werd wakker. Ik merkte dat het nogal vochtig was dus het had waarschijnlijk geregend, ik heb er eigenlijk niks van gemerkt. Ik kleed me om en kam mijn haren door. Dat leek wel een eeuwigheid te duren mijn haren zaten altijd helemaal vol met klitten. Nadat ik eindelijk klaar was met mijn haren, merkte ik dat Spike zat te piepen, ik liep naar hem toe. 'Heb je honger jongen?' Spike blafte een keer als bevestiging. 'ik zal wel wat voor je pakken.' Ik kon met moeite bij de brokken, maar had ze uiteindelijk wel te pakken gekregen. Ik vulde zijn etensbak met eten en terwijl hij aan het eten was pakte ik zijn waterbak en vulde hem met water. 'zo beter of niet jongen?' Ik keek om me heen en merkte dat Mae er niet was. Ze was waarschijnlijk al wakker, ik ben meestal wel net na haar wakker. Ik denk dat ze ontbijt aan het halen is. Ik zie dat Spike al zijn brokken al naar binnen heeft gewerkt en ik besloot om zijn haren te kammen. Ik pakte de hondenborstel en kamde heel voorzichtig zijn haren totdat alle klitten eruit waren.

    Mt. c;
    Ik ga misschien posten straks of morgen, niet zeker. (:


    You gave me my life all those years ago, now I give you yours.

    MT.
    Zal vanavond m'n rol afmaken.


    Life is not an mp3, where you can play what you want but life is a radio, where you have to enjoy whats' being played.

    Julian Drake Bolton

    Ik werd gewekt door een natte hondentong en duwde Sergeant van me af. "Ugh, jij ook goedemorgen," mopperde ik. Het beest keek me lomp aan en liep snuffelend over het bed voordat hij weer ging liggen. Niet iedereen vond het even hygiënisch om met een hond in bed te liggen, maar ik vond het fijn. Slenterend liep ik naar de badkamer om wat water in mijn gezicht te spetteren en mijn haren even nat te maken om ze naar achteren te strijken. Over een uur moest ik op mijn werk zijn, maar ik had er geen zin in. Het tankstation waar ik werkte was niet uitdagend en vreselijk saai. Ik werkte er nu vier weken, maar het beviel me niets. In het afgelopen jaar heb ik al talloze baantjes gehad; allemaal saai en allemaal vreselijk vermoeiend. Het was dat ik geld nodig had, anders was ik nooit meer gaan werken.
    Ik propte een oude boterham naar binnen en riep Sergeant om hem uit te laten. Kwispelend stond hij aan mijn voeten en hij blafte luid toen ik wat hondenkoekjes in mijn zak stopte. Het was vannacht flink tekeer gegaan met regen en onweer, dus ik besloot om een jas aan te trekken. Buiten stapte ik vrijwel meteen in een plas, maar vond het niet erg. Sergeant rende voor me uit; het enige moment van de dag waarop hij actief was. Hij liep altijd los, want Sergeant luisterde beter dan iedere hond die ooit tegengekomen was en hij had nog nooit iemand pijn gedaan.
    Buiten was het heerlijk fris en ik besloot om een lange ronde te maken. Ik had tenslotte nog een uur.


    Normaal is het gemiddelde van alle afwijkingen

    Taylor Montgomery

    Rustig fietste ik door het stadje, op weg naar school. Ik luisterde naar vrolijke muziek en reed hard door de plassen, waardoor mijn schoenen al gauw nat en vies waren, maar dat maakte niet uit. Ik had vandaag maar een kort dagje op school. Om half 11 was er een bijeenkomst waar we heen mochten en daarna hadden we nog maar twee lessen. Dat was fijn, want dan had ik het grootste gedeelte van de middag lekker voor mezelf. Mijn klasgenoten gingen niet naar de bijeenkomst; die gingen liever andere dingen doen. Ik wilde wel gaan. Ik wilde meer weten over de overval en de dader. Ergens voelde het heel spannend dat er zo'n crimineel rondliep en ik wilde weten wie het was. Mijn ouders gingen niet heen. Die waren bang en ervan overtuigd dat het de Farrell's waren. Ze hadden mij dan ook verboden om heen te gaan, maar dat interesseerde me niet. Ze konden me niet tegenhouden.
    Eenmaal aangekomen op school groette ik mijn vaste vriendengroepje en gingen we binnen nog even zitten voordat de lessen begonnen. We roddelden flink over de overval en wie de mogelijke dader zou kunnen zijn. Een aantal klaagden over dat er nu zoveel winkels gesloten waren en dat mensen niet zo bang moesten zijn. Daar was ik het wel mee eens - waarom je deuren sluiten? Dan kwam er toch geen geld binnen.



    Normaal is het gemiddelde van alle afwijkingen

    —————————————————————————

    ]
    —————————————————————————


    II Misty Rain Farrell II
    • 23 • Gardener • Waking up & searching for Shiva •
    “She took the leap and built her wings on the way down.”


          Vermoeid wandelde ik de douche uit. De badkamer was gevuld met hete stoom en de karige spiegel die vlak boven de wastafel hing, liet een vertroebelde weerspiegeling zien van degene die voorbij kwam gelopen. Terwijl ik een diepe gaap onderdrukte door mijn hand voor mijn mond te houden, zochten mijn ogen naar een glimp van de kleine grijze duivel die me vannacht had wakker gehouden. Het diepe gejank leek nog na te trommelen in mijn oren en voor heel even meende ik haar dan ook echt te horen. Hoe vaak was ik er vannacht wel niet uit geweest? Dan voor een plasje, of een verse bak water, of een frisse neus buiten, en anders wel om haar bij mij in bed te leggen. Alles hielp voor welgeteld vijf minuten - al viel het wollige beestje uiteindelijk in de vroege ochtend tegen me aan in slaap. Nu was ze echter nergens meer te bekennen, wat mijn bezorgdheid lichtelijk wekte.
          Moeizaam wreef ik mijn haren zo goed als kon droog, hing de handdoek te drogen over de rand van de wastafel en liep mijn slaapkamer binnen zodat ik mezelf kon aankleden. Onderweg naar buiten haalde ik de borstel in een vlugge haal door mijn haren heen, waarna ik ze liet drogen aan de open lucht. Het zachte geknor van mijn maag gaf aan dat ze voedsel eiste, waarop ik besloot een kleine omweg door de keuken heen te maken en een broodje uit de kast plukte. Eenmaal buiten gekomen blikte ik zoekend rond terwijl een lage fluittoon mijn lippen verliet. “Toe, waar zit je, klein mormel?” mompelde ik zacht, met een liefkozend ondertoon er door verweven.
          Mijn ogen gleden door de tuin heen terwijl ik traag van het kleine opstapje voor de deur stapte. Uiteindelijk ving mijn blik niet de jonge wolf, maar het aanzicht van een naderende knappe, blondharige jongeman - met in zijn kielzog zijn trouwe witte Wolf. Een trage glimlach verscheen bij het zien van Hanas, die op zijn beurt zijn hand omhoog stak.
          ”Mocht je Shiva zoeken, ze is hier,” bracht hij uit, waarna hij in één subtiele handeling de kleine pup optilde. Hoofdschuddend gleden mijn poelen van Hanas, naar de kleine Shiva; die haar blik schuin naar de grote man had gericht en weinig tot geen poging leek te doen om tegen te stribbelen. De kleine dondersteen/ “Haast iedere ochtend,” grijnsde Hanas en reikte het wolvenjong naar me uit, zodat ik haar van hem kon overnemen. Direct worstelde ze licht in mijn armen, lekte me af waar ze maar kon en nipte zachtjes in mijn arm als teken van genegenheid.
          ”Goedemorgen schoonheid.”
    Een warme, vriendelijke glimlach krulde zich op mijn lippen terwijl ik toe keek hoe de man met één vingerknip zijn wolf liet zitten. “Zie je dat?” sprak ik zacht tegen de jonge wolf in mijn armen. “Kijk en leer, mama wil dat jij ook zo goed luistert.” Een grinnik rolde over mijn lippen heen zodra de pup opnieuw in mijn armen wiebelde en een enkele keer een keffend geluid maakte.
          ”Goedemorgen Hanas,” bracht ik vervolgens uit, waarbij ik het niet kon helpen de man voor me vluchtig eens in me op te nemen. Hij was nog altijd even knap. “Ik hoop dat ze je niet al teveel tot een last is geweest?” vervolgde ik vragend. “Ze glipt er elke ochtend tussenuit, nadat ze zo slim is geweest om me eerst een halve nacht wakker te houden.”

    [ bericht aangepast op 20 juni 2016 - 16:26 ]


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    Milo Rhys Farrell.


    Slaperig draai ik me nog eens om in mijn bed. Ik ben dood- en doodmoe. De onweersbui hield de hele nacht aan en ik heb amper kunnen slapen. Het lijkt of de middeltjes die Mae me geeft, minder goed werken dan eerst. De reden erachter is me volslagen onbekend, maar het doet me geen goed. De enigen die van deze angst afweten, zijn Mae en Hanas. Mae helpt me er al een tijdje mee nu, ze maakt middeltjes die me moeten kalmeren waar ik normaal in paniek raak. Hanas is mijn broer, natuurlijk weet hij het. We groeiden samen op, ik was doodsbang voor onweer en hij probeerde me altijd gerust te stellen. Nooit hielp het echt, maar het gaat om het idee.
          Uiteindelijk hijs ik me overeind uit mijn bed en ik wrijf in mijn ogen. Ik moet er verschrikkelijk uitzien want ik heb nog geen twee uur geslapen. Pas toen de onweersbui eindelijk verder trok, viel ik van pure oververmoeidheid neer. Helaas was dat slechts twee uur geleden en nu is het tijd om me klaar te maken voor vandaag. Niemand mag zien dat ik er zo belabberd aan toe ben dus moet ik me echt een beetje opdoffen. Ik gooi ijskoud water in mijn gezicht wat me laat vloeken en rillen, maar het helpt wel want ik kijk helderder uit mijn ogen. Ik moet erbij blijven, vandaag is er een run en ik moet zorgen dat we zo veel mogelijk uit Blackburg krijgen zodat we weer een tijdje verder kunnen.
    []Betalen doen we niet. We nemen alles gewoon mee. Kunnen wij ook niet (altijd) helpen. We moeten wel, zo simpel is het nou eenmaal. We krijgen toch niks van ze dus moeten we pakken wat eigenlijk van ons is. Hanas zal vast staan te springen om die Blackburgers weer eens goed te laten weten wie er nu eigenlijk de baas is. Hij geniet er altijd van.
          Nadat ik me helemaal opgefrist heb, loop ik naar buiten toe. Zelfs ik moet toegeven dat het buiten altijd lekker ruikt na zo'n regenbui. Ik kan het niet ontkennen. Het isal een drukke bedoening buiten, iedereen is vroeg op om voor het eten te zorgen en de inwoners zijn opgewekt omdat er vandaag weer een run is. Ze snakken naar spullen uit Blackburg die we hier op de berg niet hebben.


    "Thoughts are the shadows of our feelings - always darker, emptier and simpler."


    "One loyal friend is worth ten thousand relatives."

    Ivy Wynter Farrell.

    Huppelend drentel ik over de berg heen en tevreden kijk ik rond. Ik adem de frisse geur in die de berg met zich meedraagt en ik geniet er met volle teugen van. Kort gemiauw haalt me uit mijn trance. Voor me zit een rossige warrige kat die me een klein beetje geïrriteerd aan lijkt te kijken. Het is Cat, mijn kat. Ik grinnik in mezelf en draai me om waarna ik maar weer naar mijn kleine huisje wandel om hem wat eten te geven. Tevredem slentert hij achter me aan en hij zakt op zijn kont neer waarna hij ongeduldig wacht tot ik zijn eten neerzet.
          'Ja, ja, meneer,' brom ik in mezelf als ik zijn bak met brokken vul en een pluk haar uit mijn gezicht blaas. Dan zet ik het neer voor zijn neus, met een bak water, en meteen valt hij aan.
          'Alsof je drie maanden honger hebt geleden,' zucht ik hoofdschuddend. Toch houd ik heel veel van die kat. Ik weet niet hoe oud hij is of waar hij vandaan komt, maar dat maakt me helemaal niets uit. Hij is mijn maatje en zeker in huis achtervolgt hij me overal.

    Nadat Cat klaar is met eten, zet ik zijn bak met eten weg en vul ik de drinkbak aan waarna ik mijn huisje verlaat en over de berg naar de rest van de inwoners loop. Ik heb honger gekregen en daar moet nodig wat aan gedaan worden, vind ik zo. Mijn maag is het roerend met me eens.
          Ik kijk eens rond en ik plof op mijn kont aan een van de tafels neer. Mensen kijken is een van mijn favoriete bezigheden en ik vermaak me er kostelijk mee. Ik zou graag eens een keer naar beneden gaan, naar Blackburg, om te zien hoe die mensen zich gedragen. Ik ben er een handvol keren geweest, maar ik kan het me amper herinneren omdat ik nog vrij jong was.


    [ bericht aangepast op 5 juli 2016 - 20:42 ]


    You gave me my life all those years ago, now I give you yours.

    Er rolde een diepe zucht over mijn lippen heen, waarna ik uit mijn bed stapte, het was nog vroeg maar vrijwel direct schoten er bepaalde gedachtes door mijn hoofd. Zouden de Farrell's op hun berg blijven? Zouden ze de stad vandaag weer komen terroriseren? Ik verwisselde mijn nachtkleding voor een spijkerbroek en een makkelijk zittend blauw shirt, waarna ik een borstel door mijn lange haren haalde en me naar beneden begaf met een kop loeiend hete thee. Vandaag zou er een bijeenkomst zijn voor het gehele dorp, vanwege de overval van pasgeleden. Iedereen was er heilig van overtuigd dat de Farrell's erachter zaten, maar ik kon moeilijk geloven dat zij er keer op keer achter zaten. Oké, de mensen waren bang en ik was zelf ook niet helemaal gerustgesteld, maar het was wel makkelijk om telkens naar dezelfden te wijzen. Met een tevreden glimlach keek ik de bloemenzaak rond. Ik was hier ooit gekomen voor een bijbaantje na school, maar ik ben hier altijd blijven plakken en nu open ik iedere dag de winkel, wat wel zo makkelijk is aangezien ik erboven woon. Ik opende de voordeur, en ik snoof voor even de frisse buitenlucht op. Dat was een van de weinige voordelen van Blackburg, je had altijd een heerlijke frisse lucht 's morgens vroeg. Ik begroette een aantal dorpsbewoners die voorbij kwamen met een vriendelijke glimlach, en ik deed een stap opzij toen de vaste leverancier de verse bloemen kwam brengen. Het was geen onwijs grote winkel, dus er werd nooit veel besteld. Maar vaak ging ik hier in de omgeving ook op zoek naar mooie, speciale bloemen, waar ik er meestal maar een paar van kon vinden. Ik gebruikte die bloemen dus vaak ook maar in één boeket, wat vaak dan verkocht werd als een soort special edition. Dat soort boeketten waren altijd vrijwel direct verkocht, en ze vielen ook altijd in de smaak.


    Faith is everything.

    Gehaasd had ik wat eten meegenomen van de dames, die me vreemd nagekeken hadden. Zuchtend was ik zo spoedig mogelijk teruggetrokken van het gehele sociale gebeuren. Vreselijk was het. De angst dat ze Lynne en mij zo aan zouden blijven kijken door de abrupte — en bovenal absurde — dood van onze ouders gaf me een steek. De Farrell’s waren een hechte familie, maar soms had ik het idee dat ze leefden volgens oudere manieren. Nog nooit in mijn bestaan had ik iets bovennatuurlijks meegemaakt op deze berg, maar toch leken ze erin te blijven geloven. En ze geloofden er dan ook heilig in dat onze ouders zichzelf daarin verdiept hadden.
          Ik rekte me wat onhandig uit dankzij de gevulde dienbladen die ik in mijn handen droeg, maar het lukte me verbazingwekkend toch. Nadat ik eens goed uit en in geademd had liep ik het vertrouwde huisje in dat van Lynne en mij was. Beide dienbladen zette ik op het aanrecht, waarna ik op Lynne afliep. Ik drukte een zachte kus op de bruine haren van mijn zusje. ‘Goedemorgen.’
          ‘Volgens mij heb je wel lekker geslapen, of niet?’ glimlachend schoof ik twee van de stoelen naar achteren, waarna ik drinken begon in te schenken. Ik maakte alles gereed voor een gehaast ontbijt, wetende dat deze ochtend al niet veel goeds wist te brengen.
          Dit was het moment dat ik pas echt besefte wat Lynne op haar schoot had, het mormel. Honden was ik geen al te groot fan was, al was dat misschien wel om één van die redenen dat ik soms de Farrell’s soms kon vervloeken — de oude manieren. Dankzij gepraat van de Runners was ik erachter gekomen dat honden de normaalste huisdieren waren voor de personen beneden aan de berg. Zelf had ik nooit echt een behoefte gehad om huisdieren in mijn bezit te hebben. Zelfs niet toen ik nog maar een klein, huppelend propje levende massa was.
          ‘Wat staat er op je dagplanning?’ rustig nam ik plaats aan één van de stoelen en begon ik te eten. Planten zoeken stond er vandaag op de planning en dat zou me al veel te lang duren. Minimaal een halve dag. Niet dat het erg was, het was eerder akelig om zo ver van mijn huis af te zijn en zo dicht bij de anderen beneden in de buurt te komen.
    Rain’s natte haren deden haar wat gehaast overkomen, al was dit zeker een van haar interessantere looks. De trage passen die ze nam duidde aan dat ze zelf ook niet al te lang wakker was geweest, in ieder geval moest ze direct onder de douche zijn gesprongen na haar ontwaken. Het magere glimlachje dat ze op haar gezicht droeg sierde haar, vreemd genoeg.
          Ik had Shiva aan haar gegeven, waarbij de wolvenpup direct moeilijker begon te doen dan ze zonet deed. Zelf kon ik er niet veel aan doen dat mijn glimlach in een grijns begon te veranderen. Met mijn eigen wolf was het ook zo gegaan, ik kende deze fase. Ondanks dat het een pup was leek het soms alsof ze al aan het puberen waren. Het enige verschil was dat Shiva wat liefdevoller om leek te gaan met Rain dan mijn eigen wolf met mij deed — al had ik hier uiteraard zelf voor gezorgd en zou je mij hier niet over horen klagen.
          Nadat ik haar een goedemorgen had gewenst — al was het meer uit netheid dan iets dat eigenlijk echt uit mijn mond zou komen — krulden haar lippen op dat een wat oprechtere glimlach. ‘Zie je dat,’ mompelde Rain tegen de wolvenpup in haar handen, ‘kijk en leer, mama wil dat jij ook zo goed luistert.’
          De enige reactie die Shiva haar gaf was blij heen en weer wiebelen en een soort van vreselijke kef uitbrengen. Herhaaldelijk. Rain begon er door te lachen, al kon ik het haar natuurlijk ook weer niet kwalijk nemen. Het waren ook gewoon vreemde beesten, al prees ik mezelf stiekem toch wel gelukkig met zo’n witte wolf naast me die wist te luisteren naar alles dat ik hem vroeg. Zijn pubertijden — of puppytijden — waren gelukkig al afgerond.
          ‘Goedemorgen Hanas,’ het feit dat haar ogen over mij heen gleden was me maar al te duidelijk, al klaagde ik niet. Rain was altijd al een aantrekkelijke jongedame geweest, en de geschiedenis die we delen is niet zomaar over uiteraard.
          ‘Ik hoop dat ze je niet al teveel tot een last is geweest?’ vroeg de brunette uiteindelijk. Ik schudde rustig mijn hoofd, terwijl ik even van mijn ene voet naar mijn andere wankelde. ‘Nee hoor, ze is nog niet zo lastig als jij bent.’ De grijns op mijn gezicht werd direct breder bij het vertellen van de waardeloze grap.
          ‘Ze glipt er elke ochtend tussenuit, nadat ze zo slim is geweest om me eerst een halve nacht wakker te houden,’ vertelde ze, waardoor ik even na begon te denken over enige oplossingen. ‘Heb je al geprobeerd haar vlak voordat ze gaat slapen extra te voeren? Dat hiel bij die van mij.’ Kort keek ik naar mijn witte wolf, die op zijn beurt gefocust was op het kleine mormel. ‘Ik kan de mijne wel loslaten ‘s avonds? Die zal dan waarschijnlijk op je veranda gaan liggen, misschien dat dat Shiva voor nu kan helpen?’ Mijn wolf zou toch niet gauw iemand opzoeken of interactie aangaan. Deze had al wel geleerd dat het ‘s avonds tijd was om te slapen.

    [ bericht aangepast op 1 juli 2016 - 19:33 ]


    I'm your little ray of pitch black.

    ~Lynne Farrell~


    Dierenverzorgster| meisje | 12 jaar


    Ik kamde de haren van Spike net zo lang tot ze helemaal glansde. Ik hoorde wat geluid en keek op, het was Mae. Ze legde de dienbladen met het ontbijt op het aanrecht en ze gaf me een kus op mijn hoofd. ‘Goedemorgen.'
    ‘Volgens mij heb je wel lekker geslapen, of niet?’ Vroeg ze terwijl ze twee stoelen naar achteren schoof. Ik ging staan en Spike ging in zijn mandje liggen. 'Goedemorgen, ik heb heel lekker geslapen. Ik had niet eens gemerkt dat het aan het onweren was.' Ik liep naar de tafel en ging op mijn stoel zitten. ‘Wat staat er op je dagplanning?’ Vroeg ze waarna ze ook op een stoel ging zitten. 'ik ga straks eerst kijken of er al kuikentjes zijn, daarna ga ik langs de varkentjes en ten slotte ga ik de koeien en geiten melken. Ik ga daarna even langs Lilly om te vragen of ze nog iets nodig heeft voor in de keuken.' zei ik, en ik nam een hapje van mijn ontbijt. 'En wat ga jij vandaag doen?' vroeg ik terwijl ik nog een hapje nam. Ik had eigenlijk best wel honger merkte ik net. 'Ik neem Spike ook straks mee, ik heb hem nodig bij de koeien en geiten.' zei ik met een glimlach. De koeien en geiten liepen altijd weg als ik ze wil melken en dan kan Spike ze mooi bij mij houden.

    [ bericht aangepast op 2 juli 2016 - 18:06 ]

    —————————————————————————

    ]
    —————————————————————————


    II Misty Rain Farrell II
    • 23 • Gardener • Outside with Hanas and the Wolves •
    “She took the leap and built her wings on the way down.”


          Met een opgetrokken wenkbrauw en een quasi-verontwaardigde blik kijk ik schuins naar Hanas op als hij me plagend toewerpt dat de jonge pup minder vervelend was dan ik volgens hem ben. Voor heel even ben ik geneigd mijn tong naar hem uit te steken. Echter besluit ik hem eerder van eenzelfde soort opmerking terug te voorzien. “Wel, ik heb het lastig zijn dan ook van de beste mogen leren, niet waar Hanas? Of ben je dat soms alweer vergeten?” Met een zoete blik kijk ik hem aan, waarbij ik het niet kan helpen mijn tanden zacht in mijn onderlip te laten zinken in de hoop zo een glimlach te verbergen.
          ”Heb je al geprobeerd haar vlak voordat ze gaat slapen extra te voeren? Dat hielp bij die van mij.” Bedenkelijk schud ik kort met mijn hoofd. Daar ik eerder gedacht had zowat alles al geprobeerd te hebben, was dit iets wat ik vermoedelijk over het hoofd had gezien — al leek Shiva nochtans nooit hongerig over te komen wanneer ze haar nachtelijke perikelen kreeg. “Ik kan de mijne wel loslaten ‘s avonds? Die zal dan waarschijnlijk op je veranda gaan liggen, misschien dat dat Shiva voor nu kan helpen?” Vertwijfeld staar ik een paar tellen naar de kleine pup in mijn armen, die opnieuw een poging lijkt te doen om uit mijn armen te komen waarbij ze ditmaal haar tanden zacht gebruikt. Hoofdschuddend geef ik het kleine ding wat ze wil en plaats haar op de grond. Dat de kleine viervoeter lichtelijk verwend was besloot ik maar niet hardop toe te geven. Tenslotte had het beestje geen gemakkelijk start gehad zodra ik haar mee naar huis nam.
          ”Als je dat niet heel erg vind?” breng ik dan al vragend uit naar Hanas en scheur mijn blik van Shiva los — die op haar beurt vrolijk naar de Witte wolf trippelde en speels in diens poten hapte. “Ik zal het voeren van te voren ook proberen, maar ze oogt niet hongerig.” vervolg ik en grinnik zacht als de pup alles uit de kast lijkt te trekken om de aandacht van de Witte wolf te krijgen. “Het zal wellicht je aantal wandelingen deze kant op verminderen.”
          Een kleine glimlach trekt over mijn gezicht heen als ik mijn poelen vasthaak in die van de blonde man voor me. Tot nu toe was hij nog altijd de enige geweest die mijn aandacht had weten te vangen, waarbij het hem ook nog eens gelukt was deze bij zich te houden.

    [ bericht aangepast op 4 juli 2016 - 17:29 ]


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'