Ik geloof dat we nu op het punt aan zijn beland in het schooljaar waarop ik het gevoel begin te krijgen dat mijn hele leven aan het ontsporen is, zelfs al is het maar lichtjes, en dat ik veel minder controle heb over de dingen dan ik zou willen en veel minder tijd voor dingen waarvoor ik tijd wil hebben en dat ik het superdruk heb maar niets doe omdat ik niet weet hoe ik alles aan moet pakken en ik me constant zorgen maak over mijn toekomst want echt Jip, serieus Jip, schrijven? Dat is je toekomstdoel? Geen backup-plan, geen realistisch haalbaar doel waarop je ongetwijfeld gaat terugvallen als je met je neus op het feit wordt gedrukt dat 1. uitgegeven worden nog best een lastige taak is, en 2. dat zelfs als dat je wel lukt, je waarschijnlijk echt niet comfortabel kan leven van dat geld, omdat 3. je nooit de nieuwe J.K. Rowling zult worden, dus klaar met die overidealistische droom want wat de fuck? Je bent zeventien, het enige wat je tot dusver door het leven heeft getrokken is het feit dat je relatief intelligent bent en toch stippel je je leven uit als een achtjarige die er nog van overtuigd is dat succes het enige pad naar geluk is en waarom moet ik nu al keuzes gaan maken over mijn toekomst en waarom is mijn horizon zo klein en waarom is het zo dat dromen van een positie in je leven waarin je iets doet wat je leuk vindt en daarmee iets bereikt dat betekenis heeft iets is wat in essentie zo goed klinkt en je op een of andere manier altijd in je reet bijt want dat is zo. oneerlijk.
En het erge is dat ik exact op dit punt, halverwege maart, vorig jaar ook zo het gevoel had dat mijn trein licht van het spoor af aan het buigen was en doorkreeg dat het helemaal misging en er is niets dat me geruststelt dat het deze keer niet weer zal gebeuren en die hele schrijverssuccesbubbel nog voor mijn twintigste compleet kapot wordt geslagen want ik weet niet zeker of ik dat wel aankan, laat me dromen, houd me dom.