Ik keek uit het raam. In Quizlet was het nu rustig. Maar voor hoelang? Binnenkort kwamen de mods terug. Dat wist ik zeker.
'Waar denk je aan?' vroeg Charissa aan mij.
'Het is al een maand lang rustig. Dat kan toch bijna niet?' Ik keek haar vragend aan.
'Ik weet wat je bedoelt,' zei ze zacht. Ze kwam naast me zitten en staarde ook een minuut lang uit het raam.
'Ik denk steeds dat de rust weer over kan zijn,' knikte ik.
'Ja ik ook,' zei Charissa.
Opeens sloeg de deur open. Cynthia stond in de deur opening.
'Ze zijn terug,' zei ze en ze stapte de kamer in gevolgd door Emilie.
'Wie de mods?' vroeg Charissa.
'Ja!' riep Emilie.
'Hoe?' vroeg ik.
'Ze zijn gezien in het dorp. Ze hebben een topic gesloten,' zei Cynthia.
'Dit meen je niet,' zei Charissa hoopvol.
'Jawel,' zei Cynthia. Ze staarde naar de vloer.
'Dit is waanzin!' riep ik uit. 'We moeten toch iets kunnen doen!'
'Dat kunnen we niet, Sarita!' zei Emilie. 'Hun zijn de baas.'
'We moeten iets kunnen doen,' zei ik vast beraden.
'Nu nog niet,' zei Cynthia. 'Maar misschien over een paar weken wel en met meer mensen.'
'Meer mensen lukt ons wel. Ik weet zeker dat bijna iedere user niet mee eens is met de mods,' zei ik.
'Het gaat er niet om wie er tegen is, het gaat er om wie er tegen in durft te gaan,' zei Charissa.
'Daar heb je eigenlijk best wel gelijk in,' moest ik toe geven. Charissa knikte alleen maar.
Ik draaide mijn hoofd weer naar het raam toe. Er stond iemand voor. Het persoon klopte op het raam.
'Wie is dat?' vroeg Emilie.
'Ik weet het niet,' zei ik. Ik liep met trillende benen liep ik naar de voordeur. Toen ik hem open deed zag ik Jellanie staan.
'Heei,' zei ze. Ik liep de kamer weer in terwijl Jellanie de deur achter haar dicht deed.
'Hebben jullie het ook al gehoord?' vroeg ze.
'Dat ze terug zijn?' vroeg ik. Jellanie knikte.
'Ja,' zei Charissa.
'Ik en Emilie waren er zelfs bij,' zei Cynthia.
'En jullie zijn niet geband?' vroeg Jellanie.
'We zijn snel weg gegaan,' zei Emilie.
'Slim,' merkte Jellanie op.
'Ja dat vonden wij ook,' zei Cynthia.
'Jellanie?' vroeg ik.
'Ja?'
'Hoe zou jij het vinden als er een verzet komt?' Ik keek haar vragend aan.
'Een verzet tegen de mods?' vroeg Jellanie ongeloofwaardig. Ze keek ons een voor een aan.
'Ja,' zei ik.
'Ik weet het niet hoor,' draaide Jellanie er om heen. Ik keek haar met een wenkbrauw op gehaald aan. 'Ik bedoel hoe groot is de kans dat we winnen?' Jellanie keek me aan. Ik staarde naar de vloer en wist dat ze een punt had. Wij met zijn vijven kunnen nooit op tegen de mods en de leider van de mods Rutger.
'Daar heb je gelijk in,' moest ik met tegenzin toegeven.
'Kijk dat bedoel ik. Ik wil me eigen niet de dood in helpen,' zei Jellanie.
'Maar als we niks doen dan zijn we misschien morgen wel allemaal geband,' merkte Cynthia plotseling op. Ik keek haar dankbaar aan. Ik keek naar Jellanie. Ze stond zwijgend naar de muur achter ons te staren.
'Oke. Maar,' begon Jellanie haar zin.
'Maar wat?' vroeg ik.
'Maar stel je voor wij met zijn vijven tegen een leger mods,' zei Jellanie spottend.
'Er moeten vast wel meer mensen zijn die er tegen in durven te gaan,' zei ik. 'We moeten ze alleen nog vinden.'