2 Deugdelijkheid van de argumentatie
2.1 DEUGDELIJKE ARGUMENTATIE
Onze doelstelling blijft logisch en zuiver redeneren. Goede en dus overtuigende argumenten mogen op hun geldigheid worden getoetst: ze zullen die toets doorstaan. Logisch argumenten blijken het sterkst te overtuigen, maar toch maken mensen ook vaak gebruik van emotionele argumentatievormen. Je krijgt een overzicht van de belangrijkste en meest gebruikte vormen.
2.1.1 De logische of rationele argumentatievormen. (logos)
Argumentatie op basis van regelmaat
Door de regelmaat waarmee iets samengaat met iets anders, wordt een oorzakelijk verband gelegd.
Er zijn twee mogelijkheden:
- voorspelling (1a): er zijn voldoende waarnemingen geweest om te kunnen stellen dat als A zich voordoet B ook wel zal voorkomen
bv. Hij ligt te zonnebaden hoewel hij er allergisch voor is. Hij zal morgen wel weer vol rode plekken staan.
bv. We hebben nog geen toets biologie gehad voor het volgende rapport. Volgende les zal het wel toets zijn.
- verklaring (1b): hier blikken we even terug, want ook hier zijn er voldoende waarnemingen geweest om te weten dat als B zich voordoet, A wel de verklaring zal zijn.
bv. Onze resultaten voor die taak zijn zo goed omdat we er hard aan gewerkt hebben.
bv. Hildes handen zijn verkleumd. Het zal buiten wel koud zijn.
Argumentatie op basis van regels
Twee mogelijkheden opnieuw:
-
gedragsregels (2a): deze regels geven aan hoe iemand zich in een bepaalde situatie hoort te gedragen.
bv. Als je met de auto moet rijden, drink je niet.
bv. Als je geeuwt, hou je je hand voor je mond.
-
waarderingsregels (2b): zo'n regel drukt een oordeel uit op basis van persoonlijke of andere criteria.
bv. Je kunt onmogelijk in jeans naar een trouwfeest gaan.
bv. Schilderijen van Picasso zijn niet mooi.
Argumentatie op basis van autoriteit (3)
Om je mening te ondersteunen verwijs je naar iemand die er dezelfde visie op na houdt en met kennis van zaken oordeelt. Je kunt ook verwijzen naar onderzoeken, cijfergegevens…
bv. De Minister van Arbeid zegt dat de stijging van de werkloosheid in december te wijten is aan seizoensgebonden factoren.
bv. Volgens de premier gaat onze economie erop achteruit.
Argumentatie op basis van voorbeeld en analogie
Hier wordt vergeleken met andere situaties of gegevens.
- voorbeeld (4a): het getrokken besluit wordt aannemelijk gemaakt door te verwijzen naar een bestaand of fictief voorbeeld.
bv. Rijden onder invloed is gevaarlijk. Een vriend van mij is zo verongelukt.
bv. Die opdracht was veel te moeilijk. Zelfs de beste leerling haalde slechts een vijf.
- analogie (4b): hier wordt de conclusie aannemelijk gemaakt door te verwijzen naar een gelijkaardige situatie waarin dezelfde conclusie werd of zou worden getrokken.
bv. Je vond het vorige liedje van Clouseau goed. Je zult dus dit liedje ook wel goed vinden.
bv. Ik ga er nooit meer naartoe. Iedereen lachte me uit. Jij zou toch ook niet meer gaan als je uitgelachen wordt?
Argumentatie op basis van pragmatische overwegingen (5)
Hier wordt gewikt en gewogen door na te gaan wat de voor- en nadelen zijn van de verschillende mogelijkheden.
bv. We blijven hier overnachten, maar dan zullen we morgenochtend wel snel moeten zijn als we op tijd willen omen. Nu zijn de wegen veel te glad om het nog te wagen.
bv. Hou toch op met drinken. Je zult je veel beter voelen en je hoeft dan ook niet meer bang te zijn boven de 0,5 pro mille te zitten.
Cijfers en statistieken (NOTE: Deze is SUPERBELANGRIJK in een debat. zoek ook betrouwbare bronnen van een universiteit bijvoorbeeld.)
Je kunt je uitspraken ook proberen te bewijzen via cijfers en statistieken, getallen dus die geanalyseerd werden door bijvoorbeeld een ‘Bureau voor Statistiek’.
bv. Het fileprobleem wordt steeds groter. Volgens een onderzoek van het ministerie van Communicatie en Infrastructuur is het verkeer op de Belgische wegen het afgelopen jaar met 5,7% toegenomen.
Als je statistieken wilt gebruiken, moeten de cijfers natuurlijk wel kloppen met de werkelijkheid.
2.1.2 De emotionele of psychologische argumentatievormen
We zeiden het al: bij een meningsverschil zijn logische argumenten het sterkste wapen. Toch maken mensen vaak gebruik van psychologische middelen om te overtuigen. Ondanks het ontbreken van rationele grond, zullen velen van ons dergelijke argumenten ervaren als redelijk. Vandaar dat we ze in eerste instantie beoordelen als deugdelijk.
Pas bij het overdreven gebruik van emotionele argumenten kan van manipulatie worden gesproken. De grens tussen deugdelijk en ondeugdelijk is dus soms moeilijk te trekken.
We onderscheiden twee soorten:
-
overtuigen op basis van ethos, d.w.z. door te wijzen op de eigen kwaliteiten. Als er een vertrouwensrelatie is tussen spreker en publiek, dan heeft de spreker het makkelijker om zijn standpunt te verdedigen. Een goede spreker zal dus proberen het vertrouwen van zijn publiek te winnen door te wijzen op zijn positie, zijn persoonlijke verdiensten of goede eigenschappen.
bv. Als advocaat is het mijn plicht de waarheid te doen zegevieren. Ik zal me dan ook geen moeite besparen om deze zaak op te lossen.
-
overtuigen op basis van pathos, d.w.z. inspelen op de gevoelens van het publiek. Mensen laten zich vlug meeslepen door hun gevoelens. Goede sprekers weten dit en kunnen dus op directe of eerder subtiele wijze proberen die gevoelens te bespelen.
bv. Aan het vandalisme en straatbanditisme moet paal en perk worden gesteld. Jullie moeten weer rustig kunnen ademen op straat. Als hoofd van de politie ben ik ervan overtuigd met het plan dat voorligt, dit doel te bereiken en ik vraag dus jullie vertrouwen.
2.2 ONDEUGDELIJKE ARGUMENTATIE
Zuiver redeneren is de doelstelling. Toch weet je uit ervaring dat op dit vlak heel wat verkeerd kan lopen.
Vaak worden logos, pathos en ethos door mekaar gebruikt. Bovendien worden soms argumenten gebruikt die aannemelijk lijken, maar het eigenlijk niet zijn. Ook kunnen emotionele argumenten vaak zo sterk gaan doorwegen dat het manipulatie wordt. Dergelijke argumentatievormen dragen dan ook helemaal niet bij tot het oplossen of het uitpraten van een probleem. Integendeel, ze verhinderen dat het gesprek open en eerlijk verloopt en uitloopt op een vergelijk of een aanvaardbare oplossing.
Enkele veel voorkomende drogredenen.
1 Als je dit goedkeurt, dan garandeer ik je problemen.
Als je zelf in het geval was, dan zou je wel anders praten.
Willen wij niet allemaal dat onze kinderen veilig op straat kunnen spelen?
Hier worden argumenten naar de persoon of naar de groep gericht, waardoor de argumenten nog weinig met de redenering te maken hebben. M.a.w. hier wordt duidelijk op de man gespeeld in plaats van op de bal.
In voorbeeld 1 wordt druk uitgeoefend door te verwijzen op minder leuke gevolgen. (1a)
In voorbeeld 2 wordt direct aangevallen, verdacht gemaakt. (1b)
In voorbeeld 3 wordt met een retorische vraag ingespeeld op de gevoelens van het publiek. (1c)
2 Als hij het zegt, zal het wel waar zijn.
Iemand zonder ervaring kan geen afdelingshoofd worden. Een pas afgestudeerde wordt toch ook geen voorzitter.
Hij heeft de 'Ontdek de Ster-show' gewonnen. Er staat hem dus een schitterende carrière te wachten als artiest.
Hier worden goede redeneringsvormen op een foute manier toegepast.
In voorbeeld 1 wordt op een bedenkelijke manier met autoriteit of deskundigheid gezwaaid. (2a)
In voorbeeld 2 worden appelen met peren vergeleken en wordt dus analogie foutief toegepast. (2b)
In voorbeeld 3 wordt een onjuiste oorzaak-gevolg-relatie gelegd. (2c)
3 Wie niet voor mij is, is tegen mij.
Als we de realiteit terugbrengen tot een eenvoudige keuze tussen 2 mogelijkheden, dan doen we haar onrecht aan. We verzwijgen immers alle tussenvarianten. We spreken van een vals dilemma. (3)
4 Belgen zijn dom.
Dit is een ongeoorloofde veralgemening. Er zijn echt wel uitzonderingen, niet? (4)
5 Had ik hem laten leven, dan zou hij mij zeker gedood hebben.
De juistheid van dit argument is niet na; te gaan. We spreken van een argument uit het ongerijmde. (5)
6 Hij is een goed schrijver omdat hij mooi schrijft.
Standpunt en argument komen in grote lijnen overeen: een cirkelredenering.
7 Dus jij beweert dat…
Eigenlijk ben ik blij dat ik niet geslaagd ben…
Dat heb ik nooit gezegd…
Hier wordt gesjoemeld met het taalgebruik door onjuist weer te geven wat de tegenpartij beweert (7a), door dubbelzinnige taal te hanteren (7b), door recht te praten wat krom is (7c)… Hier wordt de taal dus gebruikt om te verbloemen en niet om te verhelderen.