• House of Glycias.




    De tijd waarin slaven, mannen in jurken, intriges, gladiatoren en driehoeksverhoudingen volkomen normaal was, is één familie te vinden, de Glycias familie, een immens rijk gezin dankzij hun prijsgladiatoren. Dit gezin met twee ouders — die beiden hun eigen geheim dragen — en hen kinderen, die zelf ook niet heilig blijken te zijn.
          Een groot huis is echter niet enkel gebouwd op de familie zelf, maar ook op degene die hen helpen — niet iedereen even vrijwillig — zoals hun slaven en gladiatoren, die ook ieder een uniek verhaal hebben.
          Zal de familie in gaan zien dat slaven soms ook gevoelens hebben, en dat hun rebelsheid hen ook in de problemen zou kunnen brengen. Vooral nu er word gesproken over Spartacus en zijn Ludus die aangevallen is door hem en de andere slaven..


    Rollen.
          Familie Glycias.
    » Tatyana Aquilia Glycias. || Dochter. || DarkAng3l || 1.2
    » Livia Vesni Glycias. || Dochter. || Mhyresa || 1.3
    » Aurelia Agnesca Glycias. || Dochter. || Malachai || 1.8

    » Alistair Deborus Glycias. || Zoon. || Dumbledore || 1.5
    » Castor Remus Glycias. || Zoon. || C6H12O6 || 1.5
    » Horatius Bonito Glycias || Zoon. || TonyTurtlePerry || 1.5

          Slaven.
    » Charis. || Slavin. || Wrestler || 1.1
    » Nymeria. || Slavin. || Dionysia || 1.6
    » Varinia. || Slavin. || Eavan || 16
    » Nerissa. || Slavin. || Iraious || 1.6
    » Kalani. || Slavin. || Dumbledore || 1.7
    » Canace. || Slavin. || McCarthy || 1.11
    » Kalindi. || Slavin. || Sereine || 1.11

    » Dionysius. || Gladiator. || Wrestler || 1.1
    » Saul. || Gladiator. || Blurryface || 1.1
    » Egan. || Slaaf. || Esca || 1.2
    » Mitxel. || Gladiator. || DarkAng3l || 1.2
    » Todor. || Gladiator. || Dionysia || 1.7
    » Cord. || Gladiator. || Wrestler || 1.8
    » Thorn. || Gladiator. || LakeTown || 1.11

          NPC'S.
    » Hadriana Glycias. || Moeder. || 1.6

    » Faustus Glycias. || Vader. || 1.6
    » Caius Augustus Quintillus || Doctore. || 1.11


    Regels.
    » Doe alsjeblieft niet mee als je denkt dat je er geen tijd voor hebt.
    » Er is een maximum van twee rollen per persoon.
    » Minimum van 200 woorden, dit moet gemakkelijk haalbaar zijn.
    » 16+ is toegestaan voor schelden of seksueel getinte onderwerpen.
    » Naamsveranderingen graag doorgeven in het praattopic.
    » Geen OOC in het speeltopic, daar is het praattopic voor.
    » Geen ruzies rondom dit RPG.
    » Relaties worden besproken in het praattopic, en ik wil ook dat iedereen met iedereen een relatie noteert.


    Shipnamen.
    Namen.
    Dionysius × Tatyana.
    Egan × Castor.
    Saul × Charis.

    Shipnaam.
    Dionaya,
    Cagan.
    Chaul.

    Slavenlijst.
    Familielid.
    Tatyana Aquilia Glycias.
    Livia Vesni Glycias.
    Aurelia Agnesca Glycias.
    Alistair Deborus Glycias.
    Castor Remus Glycias.
    Horatius Bonito Glycias.

    Lijfslaaf.
    Charis.
         
         
    Nerissa.
    Egan.
    Varinia.

    Namen.
    Gebruikersnaam.
    Wrestler
    Mhyresa
    C6H12O6
    Iraious
    Sereine
    Blurryface
    LakeTown
    Esca
    DarkAng3l
    Malachai
    Dumbledore
    Dionysia
    Eavan
    McCarthy
    Naam.
    Cherona.
    Nien.
    Kyle.
    Anaïs.
    Maia.
    Newt.
    Lieke.
    Xanthe.
         
         
         
    Amber.
         
         

    Het begin.
    Het avondeten is net geweest voor zowel de familie als de gladiatoren. Vandaag is er een opstand geweest omdat er nieuwe gladiatoren / slaven aangekomen waren. Beneden, waar de gladiatoren slapen hebben twee nieuwen elkaar aangevallen, en dat is erg uit de hand gelopen. Het is vandaag dus sowieso een vreemde dag geweest. Het was vandaag warm, dus daar werd het maar op gegooid. De hitte is nog niet helemaal gezakt, maar het is nu wat beter uit te houden. Sommige gladiatoren kiezen er nu dus voor om even te trainen, vooral gezien er binnenkort een evenement aankomt waar zij op en top moeten zijn. De familie zal zich even terugtrekken zo na het eten, misschien dat ze vanavond nog plannen hebben.

    [ bericht aangepast op 26 april 2015 - 0:53 ]


    I'm your little ray of pitch black.

    NERISSA
    "Her name means sea nymph, or from the sea — but she never saw the sea nearly."



    Ik haalde diep adem, nadat ik merkte dat ik nog telkens in enorme tweestrijd bleek te zijn. "Natuurlijk niet, ik beloof je dat ik het niet door zal vertellen." Ik slikte en blikte Nymeria dankbaar aan — gezien ik op haar echt kon vetrouwen.
          Toen Nymeria opstond, vervolgde ik eveneens mijn weg naar de keuken — rustig achter Nymeria aanlopend. Ik hield me in evenwicht, waardoor ik wat sneller kon lopen — zonder dat de borden ook maar trachten te bewegen.
          Aangekomen in de keuken, liet ik de schalen van mijn arm zakken zonder dat ze zouden vallen — de scherven zouden later nog opgeruimd moeten worden, echter zou ik Nymeria nu echt moeten inlichten over mijn grootste geheim. "Nym," startte ik mijn woorden met een zachte stem — zodat enkel zij het kon horen. "I — ik. . ." ik haalde diep adem en merkte hoe moeilijk het te vertellen was, tevens voelde ik mijn wangen om enige nuances verkleuren. "Ik heb gevoelens tegenover mijn dominus," ratelde ik er in één keer, maar erg zacht, eruit.
          Het was goed het gezegd te hebben, echter bleef het enkel bij haar — en ik zou het niemand anders kunnen vertellen.

    [ bericht aangepast op 28 april 2015 - 9:43 ]


    "Satan's friendship reaches to the prison door."




    Todor
    “I will not fight an unarmed man.”


          Todor stond bij de wapens van de arena. De houten geur drong zijn neus binnen — een geur die hem een vertrouwd gevoel gaf maar tevens ook een van afschuw. Todor was van mening dat je beter voorbereid zou zijn mocht je met je eigen wapens trainen. Zijn wapen was een enorme hamer die gemakkelijk botten kon verbrijzelen. Toen hij hier voor het eerst kwam hadden ze geen houten hamers en pas toen de familie door kreeg dat hij een ontzettend goede gladiator was kreeg hij zijn eigen houten hamer. Nu stond hij er naar te kijken; het ding had totaal geen nut.
          Todor keek moedeloos om zich heen en herinnerde de tijd dat hij ook zo fanatiek was. Nu was hij er echter klaar mee. Na meer dan vijftien jaar zijn verdiensten te hebben uitgeleend wilde hij niets liever dan stoppen — en dat leek de Glycias–familie ook op te vallen. De laatste tijd spraken ze hem er steeds vaker over aan. Todor wierp een snelle blik op Alistair die bij Charis en Saul zat. Om eerlijk te zijn verachte hij de hele familie — maar Alistair was de minst erge. Dat was dan ook de enige reden dat Todor een beetje vriendelijk tegen hem kon doen.
          Normaal was Todor een kalme, vriendelijke man maar in de arena leek de woede altijd de overhand te hebben. Nu ook weer. Met vastberaden passen liep hij op de oefenpoppen af. Met brute kracht liet hij de hamer op de zijkant van de pop vallen. Hoe vaak had hij dat al niet in het echt gedaan? Hoe vaak had hij al iemands ribben verbrijzeld? Om daarna diegene te zien sterven, omdat zijn longen doorboord waren. Hoeveel bloed had hij al aan zijn handen? Enkel en alleen om mensen van amusement te voorzien. Een lage grom verliet zijn keel waarna hij de hamer met enorme kracht op de pop liet komen. Er onstonden een paar gaten maar in zijn woede had hij dat niet door.
          Na nog enkele slagen legde hij zijn hamer terug in het rek — hij had er geen zin meer in.

    [ bericht aangepast op 27 april 2015 - 19:04 ]


    " icarus had loved the sun, and so daedalus lost his. "



    Nymeria
    “She is a slave with no way home.”


          Eenmaal in de keuken aangekomen duurde het niet lang voorsat Nerissa begon te praten. “Nym,” begon ze zachtjes — hoogswaarschijnlijk uit angst om gehoord te worden. Verhalen zijn zo verspreidt in dit huis. “I — ik. . ." Nerissa’s wangen werden langzaamaan een paar tinten roder — iets wat de nieuwsgierigheid van Nymeria alleen maar meer opwekte. “Ik heb gevoelens tegenover mijn dominus.”
          Voor een minuscule seconde verwijde de pupillen van Nymeria waarna haar mondhoeken omhoog trokken in een glimlach. Dit had ze niet aan zien komen.
    “Alle Goden, Nerissa,” begon ze. Alistair was Nerissa’s Dominus. Ze was blij voor haar maar eveneens ook bezorgd; Alistair was iemand van een andere klasse. Hij was niet voorbestemd om een slaaf te trouwen. Toch was Alistair anders dan zijn famile; hij trad veel meer op de achtergrond. Hij was tevens ook één van Nymeria’s favoriete familieleden.
    “Hoelang vind je hem al leuk?” vroeg Nymeria daarna met een sluwe grijns. Nerissa was een bloedmooie, jonge dame en ze was er dan ook van overtuigd dat hij heus wel verliefd op haar kon worden.
    Nymeria wist niet echt hoe ze zich moest voelen — enthousiast of bezorgd? Ze wilde immers niet dat Nerissa haar hart zou breken. Hoe moest het meisje voor haar zich dan voelen? Hoogstwaarschijnlijk velen malen erger.

    [ bericht aangepast op 27 april 2015 - 19:16 ]


    " icarus had loved the sun, and so daedalus lost his. "

    Thorn
    • Finally something my masters can be proud of. •



    Thorn bestudeerde het gezicht van het meisje grondig. Er was maar weinig dat haar ontging. Natuurlijk was het gevecht niet echt te missen, maar het feit dat ze inzag dat Cord naar zijn Dominus werd gebracht iets te maken had met wat er was gebeurd, verbaasde hem. Voor de zoveelste keer werd hij geconfronteerd met het feit dat vrouwen wel degelijk intelligent waren en soms nog wel eens meer wisten dan mannen. Even aarzelde hij en probeerde haar bedoelingen te peilen, maar uiteindelijk gaf hij het op.
          'Cord heeft er inderdaad wat mee te maken. Hij vloog plotseling een nieuweling aan en die twee waren niet van elkaar af te sleuren. Ik heb hem een schop in zijn...' Hij zocht zorgvuldig voor een net woord voor wat hij wilde zeggen. Al was Canace een slavin, ze bleef een dame. '...kruis moeten geven voor Cord losliet, maar vervolgens waren er nog een aantal nodig om die nieuweling - zijn naam is me even ontschoten - ook nog eens te laten klappen. Allemaal show natuurlijk, die jochies moeten hun plekje nog vinden. Maak je er maar niet te veel zorgen over, het hoort er bij.' Het was heel even stil en Thorn maakte van de gelegenheid gebruik om even een blik op Egan te werpen. Hij verplaatste zijn blik weer terug naar de blauwe kijkers van Canace en trok zijn wenkbrauwen op.
          'Wat ga je nu aan hem,' Hij knikte met zijn hoofd naar Egan. 'vertellen? Ik wed dat hij heeft gepreekt over het feit dat ik als een oude zak toekeek en niets deed.' zei hij verbitterd. Plotseling besefte hij dat hij wel tegen een vrouw praatte, en bovendien tegen zijn grootste verhalenbron. Die kon hij niet tegen zich in het harnas jagen.
          'Mijn excuses, ik wilde je niet aanvallen. Ik... kan Egan slecht uitstaan, voor zo'n jonge gladiator heeft hij te veel praatjes naar mijn smaak.'

    [ bericht aangepast op 28 april 2015 - 17:04 ]

    Canace





    Mijn eerste reactie op Thorn's verhaal is dat ik wil lachen. Cord die een schop zijn kruis krijgt van Thorn, dat had ik heel graag gezien. Aan de andere kant voel ik mij meteen schuldig, want een schop in je kruis krijgen is geen pretje en voor een man lijkt het mij nog pijnlijker. Met een zucht reageerde ik op zijn vraag. 'Als hij voortaan aardiger is, dan vertel ik het hem en als hij voortaan niet aardiger is dan mag hij het zelf aan je komen vragen, dat lijkt mij wel zo eerlijk. Daarnaast mag ik Egan wel, maar ik denk dat als jij en hij tegen over elkaar staan hij degene is die verliest, als ik eerlijk ben. Hij zal vast snel en goed met wapens om kunnen gaan, maar ervaring telt ook en dat onderschatten sommige mensen nog wel eens. Ze onderschatten hem misschien ook, maar zet twee nieuwelingen tegen elkaar en degene met de meeste beheersing wint meestal. Zet een nieuweling en ervaren gladiator tegen over elkaar en het is bijna zielig om naar te kijken, bijna want als je een grote mond hebt, moet je het ook kunnen bewijzen, vind ik', voorzichtig kijk ik hem aan. Ik heb nu best wel veel gepraat en ik weet niet of hij dat fijn vind. Hopelijk vat hij het niet slecht op wat ik heb gezegd.

    [ bericht aangepast op 28 april 2015 - 21:21 ]


    Physics is awesome


    Horatius Bonito Glycias || Ross
    Het duurde een lange tijd voor Varinia terugkwam. Ik had intussen Bellona al helemaal gepoetst en waren we fijn aan het knuffelen. Ik knuffelde fijn en vaak met het paardje, zeker als ik me niet goed voelde, dus heel erg vond ik het niet. Toch werd het wachten uiteindelijk wel vervelend, omdat ik weg wilde en zonder hoofdstel rijden was niet echt een slim idee. Uiteindelijk kwam ze toch naar me toe lopen en sprong ik vrij soepeltjes uit de voerbak. Dat probeerde ik in elk geval, want ik kieperde omver en viel voorover op de grond, waarna ik opkrabbelde en weer in rust ging staan. Ik pakte het hoofdstel van haar aan en keek ernaar. Het was niet helemaal schoon, en ze was laat, waardoor ik nu toch wat geïrriteerd was. "Voor de volgende keer weet je waar die hangt en ik wil dat je het tuig elke keer als het gebruikt is poetst tot het glimt, of in elk geval de ochtend erna." zei ik tegen haar. Als ze dit nu had gedaan als ze al een maand bij me was, had ze echt problemen gehad, want mijn paard was mijn alles, maar nu was ze net nieuw en wist ik überhaupt maar een paar dagen van haar bestaan af. Ik was dus nog iets rustiger met haar dan normaal. Nu was ik rond mezelf geen veeleisend persoon, maar rond mijn paard wel, en dat zou ze snel genoeg merken. Ik wreef nog een paar keer met de onderste flappen van mijn toga over het bit, om de laatste vuiligheden eraf te poetsen, voor ik het bij Bella inzette en de riempjes vastmaakte. Ik keek hierna naar naar de slavin. "Kom, dan geef ik je een voetje." zei ik tegen haar. Ik sprong zo op haar rug, maar ik kon me zo indenken dat het meisje nog nooit op een paard had gezeten. Gelukkig was de merrie goed afgericht en heel rustig als ik haar inhield. Ze kon heel hard, maar dat zouden we echt niet gaan, zeker niet omdat ik niet wist hoe zeker Varinia was op een paard. Bella hinnikte zacht en ik drukte nog een kusje op haar flank. Ik was misschien wel iets te close met mijn paardje, maar liever dat dan de soldaten die constant problemen met hun dieren hadden, want dat zorgde alleen voor problemen en gevaarlijke situaties. Ik wachtte nu gewoon tot ik het meisje op het paard kon helpen, voor we konden vertrekken. Zo kon ik eindelijk weg uit de stad en kraag Bella ook nog wat beweging. Daarbij zou ik zo hopelijk ook mijn lijfslavin beter leren kennen en zou zij ook kunnen zien waar ik me in mijn element voelde, want in huis en in de stad was dat zeker niet. Na het rijden zou ik zelf Bellona nog wel wat bijvoeren, dan kon zij het hoofdstel schoonmaken, en waren we nog om een redelijke tijd in onze slaapvertrekken. Ik wist niet wat de morgen zou brengen, waarschijnlijk de stad in, naar het badhuis, misschien wat trainen, maar dan moest er wel tijd en plek zijn. Nu was het een voordeel dat we een trainingsruimte hadden, maar die was voor de gladiatoren, en daardoor meestal in gebruik. Ik zou wel kijken hoe het werkte, maar dat was nu niet een prettige manier van leven voor mij. Ik had structuur in mijn leven nodig en dat kreeg ik hier niet. Ik werd er helemaal gek van, nog erger dan van de herrie en de drukte.


    Bowties were never Cooler

    NERISSA
    "Her name means sea nymph, or from the sea — but she never saw the sea nearly."



    Ik liet mijn tanden in mijn onderlip zakken, terwijl ik fronste — nadat Nymeria een glimlach om haar lippen kreeg. "Alle Goden Nerissa," zei ze uiteindelijk. Het was zo onmogelijk, en ik zou waarschijnlijk zo in ieder geval naar mijn Dominus moeten — zoals elke avond, om eten of wijn te dienen.
          Het gevoel moest weg, aangezien het haast onmogelijk leek — om ook maar te denken dat het wat zou kunnen worden. "Hoelang vindt je hem al leuk?" Met een zwakke grijns blikte ik naar Nymeria — aangezien het haast voorspelbaar was, dat die vraag aanbod zou komen. "Ik weet het niet. . . Een langere tijd, maar de dagen heb ik nier geteld — het is toch onmogelijk."
          Ik vermande me sterker te houden, en rechtte mijn rug — waarna ik mijn gezichtsuitdrukking enigzins wist te veranderen in serieus. "Ik zie hem toch elke dag. Bovendien moet ik zometeen er weer naartoe," mompelde ik ietwat beslagen — voordat ik wat aan de tunica trok die elke slaaf droeg.
          "Nym? Kan ik je zometeen misschien nog zien?" Ik wist dat het - het tijdstip was — wanneer ik meestal gevraagd werd, dus besloot ik me op de weg naar mijn Dominus te maken, echter wachtte ik het antwoord van Nymeria af voor ik ging.
          Uiteindelijk gaf ik haar een korte knuffel — voor ik een schaal met druiven en wijn pakte en naar de vertrekken van mijn dominus liep. Ik haalde diep adem en uiteindelijk opende ik de deur, echter was er geen spoor van hem te bekennen. Zuchtend liet ik het voedsel op de tafel zakken — voordat ik het bed begon op te maken.

    [ bericht aangepast op 4 mei 2015 - 17:16 ]


    "Satan's friendship reaches to the prison door."

    Alistair Deborus Glycias


    Eigenlijk hoor ik niks van wat Charis en Saul zeggen. Natuurlijk hoor ik de twee wel, maar er komt niet binnen wat ze nou werkelijk hebben gezegd. Mijn gedachten dwalen continu af. De ene keer naar mijn ouders, de andere keer naar mijn lijfslaaf Nerissa. Op dat moment bedenk ik me dat ze me meestal rond deze tijd op zocht. Ze zal dan mijn bed opmaken en wijn voor me in schenken, terwijl ik de moeite doe om niet te veel naar haar te kijken. Ze is werkelijk prachtig, te mooi voor een slaaf eigenlijk - maar dat kan ik niet tegen iemand zeggen. Ik hoor mijn vader al lachen als ik zeg dat ik een slaaf te mooi voor woorden vind. De meeste rijke mannen met veel aanzien, zien slavinnen en slaven niet als mensen. Slavinnen worden dagelijks verkracht en alleen gelaten als ze zwanger worden van hun Dominus - omdat hun vrouwen er niet achter mogen komen. Er mankeert zo veel aan deze wereld.
          Ik zou ook eigenlijk niet mogen klagen, wordt er dan ook vaak gezegd. Ik word te chagrijnig en kritisch genoemd voor wie ik ben. Ik heb een goed leven en daar zou ik geen problemen mee moeten hebben. Toch heb ik zo veel aan te merken op onze levenswijze, maar daar wordt niet naar geluisterd. Ik blijf levenloos voor me uit staren en bekijk twee vechtende gladiatoren. Ik kan niet zien wie het precies zijn, maar dat maakt ook niet uit. Het enige waar ik aan denk, is Nerissa.

    Kalani



    Dionysius wrijft vervelend door mijn haren heen, waardoor er nog meer plukken los vallen. Geïrriteerd blaas ik de plukken uit mijn gezicht en geef Dio een - voor mijn doen - een harde stomp tegen zijn bovenarm aan. Natuurlijk geeft hij geen kik, want hij is wel meer gewend dan dat. Tatyana Glycias vergezelt ons. Ik doe niks aan mijn houding - uit principe niet.
          'Ik heb uw kamer verschoond, Domina,' zeg ik. Ik heb er altijd moeite mee gehad om de Glycias-familie op de juiste manier aan te spreken. Wanneer is het nou Dominus en wanneer niet? 'Daarna ben ik verdwaald geraakt, omdat al die gangen er hetzelfde uit zien'
    Ik zucht eens diep en trek de vlecht uit mijn haren om ervoor te zorgen dat al mijn haren los vallen. Er is vandaag een man geweest die een verkeerde opmerking tegen me heeft gemaakt, waardoor ik extra op mijn hoede ben. Hij was groot en keek te lustig naar me - wat zou ik toch graag zijn ogen eruit steken. Ik probeer dit echter niet aan Dionysius te laten merken, omdat ik hem niet bezorgd wil maken.
          'Ik vind het hier niet leuk,' grom ik chagrijnig, hopende dat Tatyana het niet zou horen.

    [ bericht aangepast op 30 april 2015 - 10:57 ]


    Big girls cry when their hearts are breaking

    C H A R I S .


    Saul hapte geschrokken naar adem toen ik hem had aangeraakt, en dat was iets dat nu door mijn hoofd dwarrelde. Had ik hem zonet bezeerd? Zijn angstige ogen boorden in die van mij, wat me gelijk overrompelde met schuldgevoelens. Zacht beet ik op mijn lip en probeerde ik duidelijk te maken dat het niet mijn bedoeling was, en dat het met speet – want ik had overduidelijk iets verkeerds gedaan.
          De twee mannen sproken even tegen elkaar, en ik had het leugen van Saul opgevangen. Ze waren niet laat begonnen, vanmorgen had ik ze al zien staan in de felle zon. Hoe de mannen het konden wist ik niet, maar ik had al sinds dat ik hier gekomen was opgelet voor de beesten – sommige van hen waren dat ook daadwerkelijk – maar nu ik met Saul omging besefte ik me dat het toch best angstig was iemand als vriend beschouwen die elk moment zou kunnen sterven en dat het uit ieders hand was, behalve die van zijn tegenstander.
          ‘Ik had beter op moeten letten,’ antwoordde Saul uiteindelijk op mijn vraag. Met een iets wat onzekere glimlach keek ik zijn kant op. ‘Je ogen kunnen niet overal tegelijk zijn, Saul.’ Zacht beet ik op mijn lip, vreselijk vond ik deze zorgen – en nu kwam er nog een extra portie bij, de zorgen om het feit dat ik hem net aanraakte en hem daarmee angstig had gemaakt. 'Ben je klaar met werken?' ik keek even richting Tatyana, die ik al voorbij had zien komen en zag haar bij Dionysius staan. Mijn blik gleed even naar de grond, vervolgens naar Alistair, even naar Saul en weer naar de grond. ‘Ja, volgens mij wel. Ik heb alles gedaan in ieder geval.’ Ik sprak maar niet uit dat ik wist dat Tatyana vandaag het huis zou gaan verlaten, vooral niet gezien Alistair erbij stond, en ik privacy nog altijd belangrijk vond.
          Ik vond dat ik mezelf wel even mocht vermannen. Was het nu serieus zo moeilijk om hiermee om te gaan? Was het zo vreselijk om anderen pijn te doen? Ja. Ja, dat was het zeker. Ik wilde niemand pijn doen, en vooral Saul niet. Of het nou van binnen of van buiten is, het was pijn. En het schuldgevoel kriebelde naar boven, en zorgde ervoor dat mijn hoofd begon te bonken. Ik friemelde wat aan de stof van het rode jurkje, en verlegde het jurkje wat zodat mijn been niet zo bloot meer was.
          Uiteindelijk vond ik de kracht weer op te kijken, en mijn ogen vonden die van Saul direct. Ik wilde het hem vragen, ik wilde laten weten dat we het allemaal moeilijk hadden gehad, ik wilde hem duidelijk maken dat ik niets van plan was, ik wilde hem uitleggen wat ik voor hem voelde, en hem nooit zou willen bezeren – hoe dan ook. In plaats daarvan beet ik aan de binnenkant van mijn wang en luisterde ik naar de impact die de houten zwaarden maakten tegen de palen of andere zwaarden. Mijn ogen gleden uiteindelijk weg van die van Saul.
    D I O N Y S I U S .


    Zoals verwacht had Kalani niet al te vrolijk op mijn plagerige gedrag gereageerd, ze blies de vervelende plukken geïrriteerd weg uit haar haren. Hierna besloot ze me een stomp te geven tegen mijn arm, die eigenlijk harder was dan ik verwacht had van haar, al kon ik nou niet echt zeggen dat het me bezeerd had. ‘Auw.’ Grijnzend duwde ik met één vinger tegen haar schouder en zette ik er wat kracht achter.
          Tatyana was aangekomen en had Kalani gevraagd of ze klaar was met haar taken, waarop Kalani vriendelijk had geantwoord, al lieten de woorden ‘Daarna ben ik verdwaald geraakt, omdat al die gangen er hetzelfde uit zien’ me toch wel grijnzen. Het huis was groot, veel te groot, en het leek me inderdaad ook een heel doolhof, niet iets dat je snel zou leren. Het grappigste was eigenlijk nog het feit dat Kalani het tegen een lid van de familie had gezegd, maar gelukkig was het Tatyana, die al vaker haar ware gevoelens over het meisje met me besproken had.
          ‘Als je klaar bent met trainen ben je toen aan een bad,’ het had even geduurd voor ik besefte dat die woorden tegen mij bedoeld waren, ‘vader heeft je nodig.’ De ondertoon die Tatyana erin verborgen had gehouden deed me niet geloven dat het om de Dominus ging, maar om wat zij nou wilde. Dit betekende echter ook dat ik geen bad hoefde te nemen, maar dat ik weer eens een heerlijk bad boven in de villa zou gaan kunnen nemen. Mijn ogen gleden even onopvallend over Tatyana heen. ‘Maar natuurlijk, Domina.’
          ‘Ik vind het hier niet leuk,' hoor ik Kalani ineens zeggen, wat me haar kant op liet kijken. Ik had medelijden met de jongere slavin. Ze was altijd al rebels geweest, maar dat was velen malen erger in het begin, zij was één van die personen die dit leven nooit lang vol zou kunnen houden omdat ze niet tegen zulke grote veranderingen kon. Om haar wat af te leiden drukte ik opnieuw met mijn vinger tegen haar schouder.

    [ bericht aangepast op 28 april 2015 - 16:46 ]


    I'm your little ray of pitch black.

    Thorn
    • Finally something my masters can be proud of. •



    Thorn trok zijn wenkbrauwen op bij de preek die het meisje hield over ervarenheid van een gladiator. Na al die jaren dienst in dit huis, had hij nooit gedacht opnieuw voor zulke grote verrassingen te komen te staan. Blijkbaar had hij het mis.
          'Waar haal je al die wijsheid vandaan, als ik vragen mag? Ik heb zelden dienstmeiden gehoord die zo veel kennis hadden van het doen en laten van gladiatoren. Zo meteen pak je er nog een oefenzwaard bij en daag je me uit voor een potje sparren!' riep hij verbaasd uit. Hoofdschuddend keek hij Canace aan en zuchtte. 'Je bent me d'r eentje. Jou moet ik eens in de gaten gaan houden, het zou me niks verbazen als jij veel meer ziet en hoort dan het lijkt.' zei hij met een knipoog om haar te laten weten dat hij het haar niet kwalijk nam.
          'Overigens neem ik het je niet kwalijk, ik geef je helemaal gelijk. Als je me wilt excuseren, dan zal ik die snotjochies zoals Cord eens even laten zien hoe het moet.' Hij zette snel twee passen naar rechts, pakte een oefendolk van de grond en gooide die met flinke kracht in de richting van Mitxel.
    'Mitxel, denk snel!' schreeuwde hij er achteraan. Met een hoofdknikje in de richting van Canace pakte hij een oefenzwaard uit het rek dat een paar meter bij hem vandaan stond en sprintte naar Mitxel. Hij hoopte met zijn eerdere aanval de man afgeleid te hebben, zodat hij nu de eerste klap uit kon delen.

    [ bericht aangepast op 28 april 2015 - 17:07 ]

    Ok.
    Zelfde geldt voor hier.
    4 pagina's in 4 dagen?
    really?

    [ bericht aangepast op 28 april 2015 - 19:25 ]


    The woods are lovely, dark and deep. But I have promises to keep, and miles to go before I sleep.




    Saul.

    _______________________________________________



    Je ogen kunnen niet overal tegelijk zijn, Saul.’ had Charis welmenend gezegd en even was ik sprakeloos. Als gladiator hoorde je weinig positieve woorden. Ruimte voor fouten was er bijna niet; je mislukking werd gelijk door je kop geboord door de Doctore. Charis' bemoedigende uitspraak raakte me, maar ik wist ook dat ik het gevoel gelijk weg moest duwen. De Doctore had gelijk: in de ring kreeg je zelden een tweede kans.
          Als antwoord op haar aanmoediging liet ik weer een glimlach zien, maar deze was ingetogener dan de vorige. Ik was bewust van het feit dat Alistair nog steeds mee luisterde.
          ‘Ja, volgens mij wel. Ik heb alles gedaan in ieder geval.' zei Charis als een antwoord op mijn vraag en een klein gevoel van blijdschap ging door mijn buik. We hadden niet bijzonder vaak de kans om tijd met elkaar door te brengen. Het kwam niet eens zozeer door onze verantwoordelijkheden, maar meestal durfde ik haar gewoon niet te vragen. Even wilde ik gewoon gedag zeggen, me omdraaien en weglopen. Aan de andere kant wist ik dat elke dag mijn laatste kon zijn. Elke kans om met Charis te praten was een zegen. De Doctore had me waarschijnlijk een klap gegeven als hij gedachten kon lezen.
          'Dus...' begon ik schaapachtig. Ik krabde ongemakkelijk aan het brandmerk achter mijn oor. Toen mijn nagel pijnlijk langs een richeltje schraapte, liet ik met een kleine grimas mijn hand zakken. Er gingen genoeg voorstellen door mijn hoofd, maar ik wist niet hoe ik het nonchalant kon laten klinken. Uiteindelijk schraapte ik mijn keel en keek ik Charis recht, en met een ernstige blik, aan.
          'Praten?' Gelijk wilde ik mezelf voor mijn kop slaan. Praten, goede Goden. 'Ik bedoel-' ik voelde mijn gezicht rood aanlopen en ik verbrak even het oogcontact. 'Het begint af te koelen,' herpakte ik mezelf. 'Het is vast lekker onder die bomen.' Ik was bewust van het feit dat ik haar nog steeds niets concreets had gevraagd, maar ik hoopte dat ze zou begrijpen waar ik naartoe wilde. Ik keek haar even met een hulpeloze blik aan en toen zuchtte ik. Ik haalde kort mijn hand door mijn warrige haar. 'Zullen we daar gaan zitten?' bracht ik daarna maar uit. Hoop op een normale interactie van mijn kant had ik al niet meer. 'Als dit de Dominus dit goedkeurt natuurlijk,' zei ik daarna met een vragende blik naar Alistair. Ik hoopte dat de man niet doorhad dat ik door de grond wou zakken.


    Caution first, always.

    Tatyana Aquilia Glycias



    Ik liet ze maar gek doen met elkaar. Dat was iets waar ik niet tussen zou gaan komen. Het was het weinige dat ze eigenlijk nog hadden en ergens voelde ik me toch een beetje een indringer daartussen.
    “Ik heb uw kamer verschoond, Domina.” Even trok ik een gezicht bij het woord. Ik voelde me zo oud om de een of andere reden en alsof ik rondliep met een borstelstok tegen m’n rug gebonden, zoals het eigenlijk van me hoorde. Ik knikte zachtjes, een onuitgesproken tegen van dank. Meer waagde ik nu niet te laten merken, de muren hadden oren. “Daarna ben ik verdwaald geraakt, omdat al die gangen er hetzelfde uit zien.”
    Nu kon ik het niet laten om zachtjes te grinniken. “Maak je daar maar niet druk over. Het is me ook meer dan eens overkomen. Je leert je weg wel te vinden naarmate je hier langer bent.” Ik keek haar even bemoedigend aan, al vreesde ik dat het vast niet veel indruk zou maken.
    “Maar natuurlijk Domina.” Ik kon het niet laten om met m’n ogen te rollen bij die opmerking. Ok, ik snapte best dat het veiliger om te zeggen was, maar dat maakte niet dat ik er niet minder een hekel aan had als hij het zei. Z’n blik negeerde ik maar. Ik wist prima wat er wel en niet te zien was en het mocht dan misschien meer zijn dan geacht werd, het kon me niet schelen.
    “Ik vind het hier niet leuk.” Vast dat Kalani hoopte dat ik haar niet gehoord had. “Je bent niet de enige die het niet altijd even leuk vind. Zelf ik heb m’n momenten dat ik hier liever weg zou lopen dan zou blijven.” Een tel legde ik m’n hand zachtjes op haar schouder. “Er zijn veel ergere plekken dan hier waar je terecht had kunnen komen. En als er wat is, zoek dan een van ons op.” Het was misschien een kleine troost, maar alle kleine beetjes hielpen, toch? En ik had het idee dat ze niet enkel bij mij terecht zou kunnen.
    Ik trok m’n hand terug voor ik Dionysius terug aan keek. “Rond af wat je moet doen. Hij zal niet eeuwig wachten.” Een tel keek ik nog naar Kalani, voor ik omdraaide en terug liep in de richting van de deur die de Ludus van de villa scheidde.


    Mitxel



    “Zorg maar dat je zo zelf mee kan, ouwe!” Riep ik hem nog na op de opmerking dat ik moest gaan inlopen. Ik was al opgewarmd en ik was niet van plan om mezelf uit te putten. Misschien daagde ik hem dan wel nogal vrolijk uit, maar dat wilde niet zeggen dat ik hem zou gaan onderschatten vanwege z’n leeftijd. Ik had de uitdaging net gemaakt omdat hij ouder was en dus over een pak ervaring beschikte.
    Rustig wachtte ik af tot hij klaar was met praten. Om nu aan te vallen zou laf zijn in mijn ogen. In de arena, tot daar aan toe, maar niet hier, terwijl de man stond te praten .Voor hetzelfde geld pakte dat totaal verkeerd uit.
    “Mitxel, denk snel!” Ik had amper de tijd, maar dat was blijkbaar z’n bedoeling geweest. Jammer voor het groentje naast me, maar door de zwiep van m’n eigen oefenzwaard kreeg hij de dolk tegen z’n hoofd gekaatst. Oude vossen, ze kenden een hoop vuile trucjes, zoveel was zeker. Maar veel tijd om erover na te denken had ik niet, de oude vos was immers al onder weg, z’n dolk achterna. “Leer mikken Thron!”
    Toegegeven, hij had misschien een paar tellen gewonnen, maar het zou niet genoeg zijn. Ik stond misschien niet zo goed klaar als ik gewild had, maar ik achtte mezelf toch nog in staat om een eerste aanval af te slaan, als die er eenmaal aan zou komen. Een vage grijns speelde op m’n gezicht. Dit was tenminste een uitdaging .Van groentjes in elkaar slaan leerde je niets, of dat was toch mijn mening over de situatie. Van hem daarintegen…. Ik zou moeten opletten, maar aan de andere kant, elke blauwe plek was een les die ik niet meer zou vergeten.


    "Nothing is True. Everything is Permitted"

    Canace





    Ik moet glimlachen om de woorden van Thorn. Uit zijn woorden blijkt dat hij niet weet waar ik vandaan kom en waar ik ben op gegroeid. Zoals mijn moeder ooit zei, als ik een jongen was geweest dan was ik vast een gladiator geworden. Uiteindelijk heb ik geleerd met andere wapens te vechten, als het wapens kunt noemen. Ik zie Thorn naar mij knikken en dan naar Mitxel toe gaan, naar wie hij net een dolk heeft gegooid. Hij mag Cord dan een snotjoch vinden, maar als Cord zijn hersenen een keer zou gebruiken dan zou het zoveel beter voor hem zijn. De warmte van de arena, de gladiatoren en de sfeer die er vandaag herinnert mij aan hoe het vroeger was, bij wat ik mijn thuis noemde. Maar ik moet niet emotioneel worden, dat hoort niet bij mij en die kant hoeven ze niet te zien van mij. Dus ik besluit om naar de keukens te gaan, misschien kan ik daar nog iets doen of iemand helpen met het een of het ander. In de keuken tref ik Nymeria en Nerissa, die laatste lijkt op het punt te staan om te vertrekken. Als ze nog iets vraagt aan Nymeria en dan weg wil gaan, loop ik naar Nymeria toe. Ik glimlach naar haar en begroet haar.


    Physics is awesome

    Livia Vesni Glycias.
    Accidere ex una scintilla incendia passim.



    Reizen. Van de ene plek naar de andere komen door middel van paard en wagen. Het duurde lang. Langer dan ze had ingepland. Voor de val van de avond had ze terug willen zijn, wat redelijk was geweest gezien ze wist dat de reis niet lang hóéfde te duren. Daar dachten haar reisgenoten echter anders over. Het was te hopen dat men op de hoogte was van haar terugkomst. Ze hield er niet van dat ze bij terugkomst geen warm bad kon verwachten of op zijn minst een goede maaltijd.
          In het begin van de ochtend waren ze vertrokken. Veel had ze niet bij zich gehad. De plaats waar ze was geweest was dan ook voorzien geweest van alles. Familie bezoeken was niet haar favoriete bezigheid. Echter was het haar beurt geweest om de bezoeken af te leggen. Of de familie er blij mee was geweest haar te zien?
    Zacht lachte ze.
    In nog geen honderd jaar.
    Niemand beviel het wanneer zij op de stoep stond. Livia was dan ook geen makkelijke vrouw. Je zou kunnen zeggen dat ze een ietwat dreigende uitstraling had, ook al vertelde haar uiterlijk een heel ander verhaal.
          De koets wiebelde heen en weer. Blijkbaar reden ze over het korrelige zandpad dat hen terugleidde naar het grote pand van haar familie. Helaas waren er nog veel familieleden over. Ze had liever te horen gekregen dat ze allemaal waren gestorven door een vergiftiging.
    Zoiets kwam wel vaker voor. Niemand zou daar van opkijken.
          Langzaam rukte ze haar blik los van het landschap. Daar waar de zon langzaam achter de bomen wegzakte en de hemel een spektakel aan kleuren toonde. ‘Kalindi.’ Sprak ze met haar altijd vriendelijke stem. ‘Zodra we terug zijn verwacht ik dat je me in de komende dagen informeert over de .. roddels..’ het laatste zei ze ietwat bedenkelijk.
    Dit omdat ze er een hekel aan had om het zo te noemen. Heel simpel gezegd: Livia wilde gewoon op de hoogte blijven van wat er allemaal in de onderste kringen gebeurde. Of er een complot werd gesmeed, of iemand iets over haar had gezegd. Vooral dat laatste was van belang voor haar.
          De vrouwelijke slavin tegenover haar had ze meegenomen ten behoeve van haar verzorging. Niet veel slavinnen kregen het voor elkaar om zo hoog bij haar op te kruipen. Naast Livia’s haat voor mannen, had ze eigenlijk ook een haat voor alles wat leefde. Dieren niet meegerekend. Maar deze konden je dan ook niet zozeer kwetsen.
          Het getrappel van paardenhoeven was weggevallen. De koets was tot stilstand gekomen voor de grote entree van de woning. Home sweet home
    Een slaaf maakte de deur open en hielp haar uitstappen. Hier leek het een stuk minder winderig dan waar ze vandaan kwamen. De kust was een ramp. Wel voor haar haren in elk geval.
    Met het nodige tempo besteeg ze de trappen naar de voordeur. Ze negeerde de slaven die haar in het voorbijgaan begroette.
    Urgh.
    Walgelijk volk.
          Livia had het niet zo op met slaven – behalve haar eigen. Niet omdat ze minder waren, maar eerder omdat ze zowaar in je kont probeerden te kruipen om je goedkeuring te krijgen. Om maar niet te spreken van alle slaven die in een bed lagen met een van haar familieleden. Hoofdreden dat ze haar familie verafschuwde: ze waren geen haar beter dan de slaven zelf.
          Hoewel mensen na een lange reis verlangden naar huis, deed zij dat absoluut niet. De bekende gangen, al het kunst dat de muren opsierden, het deed haar geen goed. Maar weggaan deed Livia net zo min. Je wist immers maar nooit wanneer er een drama afspeelde waar ze een voordeel uit kon slaan.
    Met een beetje geluk duurde het niet lang meer voor ze haar plan eindelijk zou slagen – haar geduld was immers bijna op.
          Iedereen negerend stevende ze gelijk naar haar eigen vertrekken. Ervan uitgaand dat Kalindi haar zou volgen. Eigenlijk was ze maar weinig zonder de dame te vinden ondanks dat het niet haar lijfslaaf was.
    Thuis was thuis, maar voor Livia zat daar toch een verschil in.

    [ bericht aangepast op 30 april 2015 - 12:03 ]


    The woods are lovely, dark and deep. But I have promises to keep, and miles to go before I sleep.