Tatyana Aquilia Glycias
Ik liet ze maar gek doen met elkaar. Dat was iets waar ik niet tussen zou gaan komen. Het was het weinige dat ze eigenlijk nog hadden en ergens voelde ik me toch een beetje een indringer daartussen.
“Ik heb uw kamer verschoond, Domina.” Even trok ik een gezicht bij het woord. Ik voelde me zo oud om de een of andere reden en alsof ik rondliep met een borstelstok tegen m’n rug gebonden, zoals het eigenlijk van me hoorde. Ik knikte zachtjes, een onuitgesproken tegen van dank. Meer waagde ik nu niet te laten merken, de muren hadden oren. “Daarna ben ik verdwaald geraakt, omdat al die gangen er hetzelfde uit zien.”
Nu kon ik het niet laten om zachtjes te grinniken. “Maak je daar maar niet druk over. Het is me ook meer dan eens overkomen. Je leert je weg wel te vinden naarmate je hier langer bent.” Ik keek haar even bemoedigend aan, al vreesde ik dat het vast niet veel indruk zou maken.
“Maar natuurlijk Domina.” Ik kon het niet laten om met m’n ogen te rollen bij die opmerking. Ok, ik snapte best dat het veiliger om te zeggen was, maar dat maakte niet dat ik er niet minder een hekel aan had als hij het zei. Z’n blik negeerde ik maar. Ik wist prima wat er wel en niet te zien was en het mocht dan misschien meer zijn dan geacht werd, het kon me niet schelen.
“Ik vind het hier niet leuk.” Vast dat Kalani hoopte dat ik haar niet gehoord had. “Je bent niet de enige die het niet altijd even leuk vind. Zelf ik heb m’n momenten dat ik hier liever weg zou lopen dan zou blijven.” Een tel legde ik m’n hand zachtjes op haar schouder. “Er zijn veel ergere plekken dan hier waar je terecht had kunnen komen. En als er wat is, zoek dan een van ons op.” Het was misschien een kleine troost, maar alle kleine beetjes hielpen, toch? En ik had het idee dat ze niet enkel bij mij terecht zou kunnen.
Ik trok m’n hand terug voor ik Dionysius terug aan keek. “Rond af wat je moet doen. Hij zal niet eeuwig wachten.” Een tel keek ik nog naar Kalani, voor ik omdraaide en terug liep in de richting van de deur die de Ludus van de villa scheidde.
Mitxel
“Zorg maar dat je zo zelf mee kan, ouwe!” Riep ik hem nog na op de opmerking dat ik moest gaan inlopen. Ik was al opgewarmd en ik was niet van plan om mezelf uit te putten. Misschien daagde ik hem dan wel nogal vrolijk uit, maar dat wilde niet zeggen dat ik hem zou gaan onderschatten vanwege z’n leeftijd. Ik had de uitdaging net gemaakt omdat hij ouder was en dus over een pak ervaring beschikte.
Rustig wachtte ik af tot hij klaar was met praten. Om nu aan te vallen zou laf zijn in mijn ogen. In de arena, tot daar aan toe, maar niet hier, terwijl de man stond te praten .Voor hetzelfde geld pakte dat totaal verkeerd uit.
“Mitxel, denk snel!” Ik had amper de tijd, maar dat was blijkbaar z’n bedoeling geweest. Jammer voor het groentje naast me, maar door de zwiep van m’n eigen oefenzwaard kreeg hij de dolk tegen z’n hoofd gekaatst. Oude vossen, ze kenden een hoop vuile trucjes, zoveel was zeker. Maar veel tijd om erover na te denken had ik niet, de oude vos was immers al onder weg, z’n dolk achterna. “Leer mikken Thron!”
Toegegeven, hij had misschien een paar tellen gewonnen, maar het zou niet genoeg zijn. Ik stond misschien niet zo goed klaar als ik gewild had, maar ik achtte mezelf toch nog in staat om een eerste aanval af te slaan, als die er eenmaal aan zou komen. Een vage grijns speelde op m’n gezicht. Dit was tenminste een uitdaging .Van groentjes in elkaar slaan leerde je niets, of dat was toch mijn mening over de situatie. Van hem daarintegen…. Ik zou moeten opletten, maar aan de andere kant, elke blauwe plek was een les die ik niet meer zou vergeten.
"Nothing is True. Everything is Permitted"