“Don't make the mistake
of thinking I have a heart to steal.”
Zu’Salgan McCoy – Waterspirit
Afwachtend naar haar antwoord luister ik naar ik de onstabiele regelmaat van haar ademhaling, die met een bijna onmerkbare begeerte voortstuwt. Ze denkt vast dat ik het niet opmerk hoe ze hier stiekem wel van genoot, hoe ze stiekem niets liever wilt dan dat ik mijn handelingen voortzet. Vandaar expres mijn woordkeuze, of ik me eraan zou houden weet ik niet zo goed. Nu ik haar zo gekregen heb, moet ik er immers wel gebruik van maken. Ik kan nou niet bepaald zeggen dat dit mij niets doet, zeker niet als ik mijn ogen als een jager die z'n prooi in de gaten heeft over haar lichaam laat glijden.
'In dat geval geef ik niets toe,' snuift ze plots, een hardleerse toon in haar stem. Ergens heb ik dit wellicht al wel verwacht, zeker met het voorstel dat ik haar zojuist gegeven had. Daarom doe ik niets anders dan mijn intieme daden continueren, waarbij mijn vingertoppen plagend over haar slipje strelen, mijn andere hand haar borst alweer gevonden heeft en ik mijn mond in haar nek druk. Net onder haar oorlel, waar ik eerst aan sabbel voor ik mijn weg langs haar zoete hals laat beginnen. Mijn ruwe manier van doen is de hele tijd niet opgehouden, hoewel ik het zo nu en dan zachter – bijna teder – doe dan anders. Het wind me allemaal veel te veel op, waardoor het niet onopgemerkt gaat wat er in mijn broek gebeurt. Misschien komt het ook wel dat ik het opzettelijk mijn onderlichaam tegen haar aandruk en net op het moment dat mijn lippen bij haar tepel aangekomen zijn, hoor ik iets.
'Sal! Sal!' Het geroep onderbreekt de wellustige mist in mijn hoofd als zowel lichaam, waardoor ik abrupt met al mijn handelingen stop. Mijn hand, die al op mijn riem lag, leg ik terug op haar been en met een blik van verwarring kijk ik op. Welke malloot durft ons te onderbreken? Er schiet een reeks vloekwoorden door mijn hoofd heen, wat te merken valt op mijn gezicht.
'Sal!' Er komt een kleine kop de hoek om, waarbij ik direct met een nors gezicht Aurora bedek met haar jurk. 'O – hier ben je,' vervolgt ze, de kleine duivel die als “Liz” bekend staat en er speelt een glimlach op haar lippen.
'Als je nu niet maakt dat je weg komt hé!'
'M-maar...'
'Wat?' grom ik uiterst grimmig, 'Begin maar alvast te wensen dat het belangrijk is.' Het schijnt haar absoluut niets te doen en ze opent haar mond weer met hetzelfde glimlachje rond haar lippen, maar een onschuldige blik in haar ogen.
'Hij is er, daarstraks aangekomen, ik dacht dat je het wel wilde weten' vermeldt ze mij, maar ik moet even nadenken over wie ze het ook alweer heeft. Tot het plots binnen komt schieten als een stoomtrein en ik mijn ogen open laat sperren. Ha – die klootzak is toch gekomen! Ik begon al te denken dat die knuppel niet op zou durven dagen. 'Maar eh...' Haar stem klinkt twijfelend. Met één wenkbrauw opgetrokken kijk ik haar aan en wil weer een “wat” uitpersen als ze me voor is. 'Waarom doe je Aurora pijn?'
Mijn blik gaat van Aurora naar mijn zusje en weer terug, waarop ik schaapachtig grijns. 'Waar heb je het over?'
'Ze kijkt vreemd en ze heeft rode plekken in haar nek...' Met een diepe zucht laat ik Aurora zakken, waardoor het duidelijk is dat we nu niet verdergaan met onze intieme capriolen. Dat moet later maar weer een worstelwedstrijd worden, misschien vanavond, als ik afgerekend heb met die oude gek. Als een soort overwinning, grijns ik.
'Waar is hij?' Ik maak er geen verdere woorden meer aan vuil, gris mijn shirt van de grond en stamp mijn weg terug terwijl ik nog net een “hij is aan het praten met Selena” hoor.
Bij de fontein aangekomen, schiet mijn blik van de ene naar de andere kant. Ik ben nog redelijk buiten adem door de ontmoeting met Aurora daarstraks en kan het niet laten een lichte grijns op mijn lippen te laten verschijnen. Deze vermindert echter al snel als ik de man op Selena af zie lopen en ik haar hoor begroeten. Waar kennen ze elkaar van? Godverdomme, natuurlijk zouden ze elkaar kennen. Selene is, niet naar wat ik handig vind maar oké, een familiehoofd van de familie McCoy en hij is een belangrijk man van de Yagami. Met het gevloek in mijn gedachtegang loop ik op de twee af, waarbij de man mij eerder opmerkt dan Selena. Met een overdreven glimlach begroet ik ze allebei.
'Yagami, ik dacht dat je niet zou komen,' spreek ik zonder enige toon van respect in mijn stem. Hij kijkt alleen emotieloos naar me en zucht. Bang is hij zeker of hij wordt moe van zijn arrogante kop die hij elke dag in de spiegel moet zien.
'Zu'Salgan,' begint hij, maar ik onderbreek hem.
'Meneer voor jou,' lijk ik bijna te grommen, maar ik beteugel mezelf net genoeg zodat ik uiterst kalm Selena haar arm pak. Langzaam aan trek ik haar weg van die gozer en zodra we buiten gehoorsafstand zijn, kijk ik haar in de ogen.
'Waar ken je hem van?' Het is wel duidelijk dat ik geen tegenvragen of wat voor onzin dan ook terug wil horen. Haar arm heb ik nog altijd vast, maar in tegenstelling tot de ontmoeting met Aurora die redelijk ruw was, ligt mijn greep losjes rond die van Selena. Met een indringende blik vervolg ik na haar antwoord: 'Is je aanbod om te praten nog altijd open? Dan wil ik dat graag vandaag innen, als het jou uitkomt.' Ik beslis om over te stappen naar een ander plan, eentje die hij vast niet aan zal komen, hij heeft altijd al een goed woordje over Selena gedaan namelijk. Bovendien ben ik nog redelijk opgehitst van daarstraks, Aurora is erg slecht voor me merk ik. Mijn uitstraling is kalm, bijna charmant zelfs, wat vast een verbazing zal zijn gezien ik dat niet vaak ben.
[ bericht aangepast op 31 jan 2015 - 23:07 ]
Quiet the mind, and the soul will speak.