Dove Ignis Covekey
Mijn blauwe ogen keken naar de evenals blauwe lucht voordat ik mijn ogen sloot.
Is dit realiteit of enkel fantasie? De lucht hier voelde anders aan.
Ik opende mijn ogen weer en de kleuren van de omgeving kwamen als een bom weer bij me binnen.
De bomen wuifden zachtjes heen en weer op een briesje en bladeren van de loofbomen waaiden mee op de wind en er waren maar enkele naaldbomen te vinden, wat erop wees dat ik toch in een ander bos was dan dat ik de rest van de middag en avond in doorgebracht had. Maar ergens in mijn hoofd wist ik dit.
Mijn hoofdhuid tintelde en de golf van magie die in de lucht hing was bijna tastbaar, iets wat mijn paranormale meters bij wijze van spreke oppikten.
Mijn handen gleden weer even over mijn jurk heen, om erachter te komen dat mijn Iphone ook verdwenen was uit mijn BH en mijn dolk was ook vanonder mijn rok verdwenen, waar die met een gesp en een houder normaal tegen mijn onderbeen vast geplakt leek.
"Damn." Mompelde ik, maar ik was ook al snel weer wat vrolijker toen ik de stof van mijn rok op zag bollen terwijl ik een pirouette draaide. Ik voel me hier echt zo levendig, alsof iemand een schakel opnieuw had bedraad in mijn hoofd na een langdurige kortsluiting.
Het redelijk hoge gras liet dauwdruppels achter op mijn rok terwijl ik wat rond begon te lopen en mijn ogen vielen op een stok van ruim een meter, wier ik oppakte voor een nadere inspectie.
Met een snelle en simpele haal haalde ik de kleine zijtakjes en overgebleven blaadjes eraf en woog de balans even af in mijn hand, die vreemd genoeg goed aanvoelde, wat nog steeds zo was nadat ik hem een paar keer rondgedraaid had in mijn hand.
Het was hard hout, dus een echt zwaard zou er ook nog niet zo makkelijk doorheen moeten komen.
Jammer genoeg had ik geen houder om waar ik hem in kon doen, dus stak ik hem maar tussen mijn riem in die ik wel omhad bij deze jurk.
Met mijn vervanger van een zwaard ging ik verder op zoek, me nog niet echt druk makend over de personen die een stuk verderop aan het praten waren, daar zou ik me later wel bij gaan mengen.
Eerst ging ik op zoek naar andere bruikbare dingen, dingen om mezelf mee te kunnen redden of verdedigen mocht er toch iets gebeuren.
Wat jammer genoeg niet veel was, op een aantal kastanjes en eikels na die ik zou kunnen gooien of wegslingeren, als ik ook maar touw tot mijn beschikking had.
De beukennootjes waren echter een welkome aanwinst, wat ik beaamde toen ik het eerste omhulsel opende en er drie rijpe nootjes uithaalde en in mijn mond stopte.
Zodra ik dat deed keek ik naar de nog liggende jongeren en naar de jongen die opeens de open plek op was komen lopen.
Hij leek niet anders dan de anderen, al had hij puntoren, wat erop wees dat hij een elf is. Maar ook die had ik al eerder gezien, al voelde ik het in mijn binnenste dat hij een echte elf is.
Hij leek jonger dan mij, maar ik ben altijd al moeilijk geweest in schatten van leeftijden dat ik dat maar achterwege liet.
"Wees niet bang." Hoorde ik hem zeggen en ik wist niet of die het tegen mij had of tegen iemand anders had, want ik was absoluut niet bang, ik was opgewekt, nieuwsgierig en voelde me beter dan anders."Ik wil jullie helpen." Maar nog geen seconde later keek hij me aan en knikte met een glimlach naar me ter begroeting.
Ik knikte terug en begon naar hem toe te lopen, terwijl ik met mijn vinger even aan de dromenvanger frummelde. Normaal stap ik nooit zomaar op iemand af, zeker niet met vragen.
"Het is aardig dat jij je hulp aanbied." Begon ik voorzichtig, voor de zekerheid hield ik mijn hand in de buurt van de stok die ik in mijn riem vast had zitten. "Kun je..." Maar toen kwam er al iemand anders aanlopen. "Dat is mooi meneer puntoor, maar kan jij wel vertellen waar we zijn?"
Ik schrok een beetje en deed een stap naar achter, mijn hand lag nu echt op de plek waar het gevest van mijn zwaard zou zitten.
Een blonde jongen -wiens haar grotendeels schuilging in een wollen muts- stapte me voorbij en bleef voor de elf stilstaan, maar die leek het wel amusant te vinden, hoewel hij nog een hand op zijn dolk had liggen.
Zelfs de jongen leek te schrikken van zijn scherpe woorden. "Heb ik het nu heel erg verkloot?"
Ik besloot om me er nog maar weer niet in te mengen en hield me afzijdig, ik was nooit echt goed in drama en het geruststellen daarvan.
"Rustig, ik weet niet of je iets hebt verkloot, maar hier ben je veilig."
Ik bleef de elf echter observeren.
Als ik iets geleerd had was je nergens veilig, niet op school, niet op straat, vaak zelfs niet thuis en het slagveld niet te vergeten.
En waar kon je in een wereld waar ze dolken en zwaarden dragen ooit veilig zijn?
"We moeten voorlopig wachten totdat iedereen wakker is en dan neem ik jullie mee naar een iets veiligere plek."
Daar had je het weer; veilig.
"Ik zal denk ik nooit kunnen begrijpen hoe het moet zijn om opeens op een wildvreemde plek op te duiken, maar ik wil helpen en daarom moet ik je vragen om me te vertrouwen."
Een wildvreemde plek, dat had ik wel eens eerder meegemaakt met een aantal droppings vanuit de larpgroep, maar dit, dit was een dropping van een veel hoger kaliber.
"In dat geval, laten we ons dan eerst maar aan elkaar voorstellen lijkt me." Ik stak een hand uit, als eerste naar de elf voor me. "Mijn naam is Dove."
{Sorry, maar ik had even inspiratie (bloos)}
[ bericht aangepast op 25 okt 2014 - 16:15 ]
Credendo Vides