• Five maffia masterminds and their hybrid pets living in a luxury villa in London. Anything could happen...





    In een grote villa in Zuid-West London zit het hoofdkwartier van de beruchtste bende van Europa, van de wereld eigenlijk. Iedereen weet het, maar niemand durft er ook maar binnen te vallen. Dat is namelijk zeker het laatste wat je ooit zal doen. Terwijl het bovengronds een prachtige villa is met alle luxe die je, je kan voorstellen, liggen eronder de meest verschrikkelijke en gevreesde martelkamers ter wereld. Als je hier op uitnodiging komt zal je er niets van merken en als je hier zonder uitnodiging komt zal je er nooit meer uit ontsnappen. In de villa wonen de meest gevreesde criminele meesters ter wereld. Iedereen weet dat zij erboven staan, maar ze hebben niets om het concreet te maken. Het zijn spinnen in een crimineel web en weten precies hoe elke draad trilt en hoe die uitwerking zal zijn. Hun duizenden onderdanen door heel Europa, met takken door de hele wereld heen, kunnen met een knip van hun vinger vervangen worden als ze op een of andere manier uitvallen. Toch leven ze hier enigsinds normaal, voor zover dat kan. Natuurlijk is de materiele luxe van het huis niet de enige luxe waarvan zij genieten. Naast hun duizenden maffia onderdanen, hebben ze elk een persoonlijke slaaf, een hybride, een kruising tussen een mens en een dier. De een heeft spitse oortjes en een dikke pluimstaart als die van een vos, terwijl de ander lange slappe oren heeft en een vrolijke kwispelstaart als die van een hond, en allemaal hebben ze een halsband met hun naam erop en die van hun baas. Jaren geleden zijn mensen gaan experimenteren met het mixen van mens en dier, wat in deze tijd succesvol is gelukt. Mensen houden hybriden als huisdieren, of meer huisslaven. Ze doen alle taken in huis en slapen in een mand. Soms hebben ze een vriendelijk eigenaar die ze als gelijke behandelt, maar dat komt nog zelden voor. Ook bij de maffia zijn het gewoon slaafjes die worden afgedankt, of afgemaakt, als ze onbruikbaar worden. Ze hebben een eigen kamertje, niet veel groter dan een politiecel met een bed, wc, wasbak, spiegel, douche en een luikje waar eten en drinken doorheen komt, met een deur naar de gang en de slaapkamer van hun persoonlijke meester. De ene zal strenger zijn voor zijn slaaf dan de ander, maar het blijven huisdieren van maffialeden, dus daar zullen altijd risico's aan hangen. Maar misschien zijn de hybrides wel meer voor hun meesterss dan alleen slaven, of misschien zoeken juist de slaven wel steun bij elkaar, wie weet.


    • Rollen•
    • Niall Horan • Maffia-CEO • IamGroot
    • Zayn Malik • Zwarte-Panter-Hybride • Goner
    • Liam Payne • • •
    • Harry Styles • Maffia-Martelbeul • Styford
    • Louis Tomlinson • • •

    • Michael Clifford • Maffia-Computernerd • MikeyClifford
    • Luke Hemmings • Fennek-Hybride • Whisperings
    • Calum Hood • Duitse Herder-Hybride • IrishNialler
    • Ashton Irwin • Walibi-Hybride • IamGroot

    • Ace Mitchell von Monroe • Wolf-Hybride • MikeyClifford



    • Regels •
    • Minimaal 7 regels, 200 woorden, schrijven, dat is niet heel erg moeilijk.
    • Graag met leestekens en hoofdletters typen.
    • OOC graag met haakjes; [] {} () - -
    • Houd het graag REALISTISCH! Bijvoorbeeld: Hybrides zijn slaven en zullen dus niet snel als gelijken behandelt worden. Als dat wel gebeurt waarschijnlijk alleen in het geheim. Relaties beginnen niet zomaar en nooit zal alles koek en ei zijn in de villa van maffiabazen.
    • Als je een week niet hebt gereageerd zonder te laten weten waarom lig je er zonder pardon uit.
    • Reserveringen blijven 72 uur staan. Reservatie telt tot dat de rol helemaal af is.
    • Geen Mary Sue's (perfecte personages)
    • Naamsveranderingen doorgeven.
    • Geen personages van anderen besturen.
    • 16+ mag
    • Alleen IamGroot of Styford maken nieuwe topics aan.

    Op het overtreden van al deze regels staat na 2 waarschuwingen het verwijderen van je personage(s).

    Veel plezier!


    • Het Begin •
    Het is vroeg in de avond op een prachtige heldere, toch enigsinds koude, woensdag en de hybriden zijn druk bezig met het verzorgen van het huishouden en het onderhouden van hun meesters, die elk hun eigen ding aan het doen zijn na het diner. Sommigen zitten misschien nog in de lounge na te praten over de dag met een glas whiskey, terwijl anderen zich liever even terugtrekken om wat bij te komen. Vanavond is er voor de 5 nog een belangrijke vergadering over de stand van zaken, een vergadering die elke week plaats vind, maar daardoor zeker niet minder belangrijk wordt, willen ze alles overal draaiende houden. Nu is er nog even tijd voor ontspanning, voor de meesters in elk geval, want of de hybrides tijd voor rust en ontspanning krijgen is volledig afhankelijk van hen en hun wensen.

    [ bericht aangepast op 19 okt 2014 - 13:22 ]


    Bowties were never Cooler

    Harry Styles
    Om eerlijk te zijn geloofde ik er niet in, die hele fabel dat de doden op je neer keken en over je waakten. Ik was een te rationeel mens om dat soort nutteloze hoop te hebben. De doden waren weg en kwamen ook niet meer terug. Al was het voor even wel fijn om te geloven, hoe onlogisch het ook klonk. De jongere hybride reageerde niet op mijn vragen, wat genoeg zei, als hij het ook niet wist viel er verder maar weinig te zeggen. Toch onderbrak ik hem niet toen hij op het volgende over ging, als ik echt antwoord zou willen op mijn vragen moest ik dat zelf gaan ondervinden en hoefde ik ook niet te vertrouwen op wat een iemand vond. Er was namelijk geen optie waarin ik het aan een van de anderen ging vragen, die werden gelijk argwanend en zou ik al snel geen privacy meer hebben. Het voorstel dat Ashton deed om langs de graven van mijn ouders en zus te gaan klonk nog niet zo slecht, al was ik bang dat hij me in een staat zou zien waarin niemand me wilde zien. Ik wilde het alsnog, ik voelde me er zelfs verplicht toe, wat meer dan logisch was door de afgelopen tijd sinds ik naar boven was gelopen. Ik liet me het kopje uit mijn handen nemen door de hybride en sloeg mijn armen stevig over elkaar, om een beetje ineen gedoken te blijven staan als bescherming tegen de kou, wat niet echt hielp, maar goed. Terwijl ik heel hard bezig was mezelf warm te houden merkte ik niet dat Ashton alweer was teruggelopen dus schrok ik een beetje toen ik plots zijn armen om me heen voelde en verstijfde automatisch. Ik had geleerd dat het altijd foute boel was als iemand uit het niets zijn armen om je heen sloeg en dat je dan vrij moest komen. Het was dat ik wist dat het Ashton was en dar het goedbedoeld was, dus ontspande ik langzaam weer. "Nee, ik wil gaan voor ik van gedachten verander," zei ik stilletjes. Mezelf kennende kon ik heel snel omslaan en dan beslissen dat ik het niet nodig had, dat ik niks nodig had. Maar dat had ik wel, beter nu dan voor er iets fout ging. Ik rilde even, maar dit keer door de hitte van de hybride en ging ik wat dichter tegen hem aan staan. Het was fijn en ik was blij dat hij dit voor me wilde doen. Ik knikte instemmend bij de woorden dar hij kon gaan rijden, in principe kon ik het zelf ook, maar dat was niet zo heel veilig nu. Een zachte giechel rolde over mijn lippen door de kusjes op mijn wang, waardoor ik mijn handen snel voor mijn mond sloeg en hem met grote oogjes aan keek. Dit was ik niet van mezelf gewend, maar ik voelde me er prettig door. Het was ik weet niet hoe lang dat ik om iets luchtigs als een kusje had gelachen, laat staan gegiecheld. "Sorry," bracht ik uit, niet wetende hoe ik nou moest reageren. Ik wurmde mezelf uit zijn armen en trok hem zacht aan zijn pols weer mee naar binnen, dat was wel weer genoeg bevriezen op het balkon voor vandaag. Een zucht rolde over mijn lippen en ik liet hem los om mijn armen weer over elkaar, ook hier was het namelijk niet al te warm. "Zullen we zo gaan? Dan hebben we het tenminste gehad," mompelde ik en richtte mijn blik op de grond. Ik voelde me er nog niet erg gemakkelijk bij, vooral niet met iemand anders in de buurt als we eenmaal op de begraafplaats waren. Al had ik niemand liever dan Ashton bij me uit iedereen waaruit ik kon kiezen. Hij was de enige die ik in mijn buurt vetrouwde als ik echt zou instorten.


    Because I love him, do I need another reason?

    Louis William Tomlinson || Scherpschutter

    Mijn vingers wikkelden zich om de riem heen en zodra Calum voor mijn neus stond, had ik het koord aan zijn halsband vastgemaakt. Ik nam het doosje sigaretten en de aansteker vervolgens aan en een klein, maar eerlijk glimlachje krulde eventjes rondom mijn smalle, roze lippen.
    "Kom mee. We gaan naar buiten," zei ik zachtjes, maar duidelijk, zodat ik er zeker van was dat de donkerharige hybride mij had gehoord. Ik gaf een flinke ruk aan de riem en trok Calum vervolgens achter me aan richting de achtertuin, waar ik het uiteinde van het koord rondom één van de tafelpoten vastmaakte en ik zelf vrij kon rondlopen zonder vast te zitten aan het beest, die op dit moment opvallend goed luisterde naar wat ik aan hem vroeg. Helaas was ik strikt en zeer zeker niet vergeetachtig, dus Calum zou nog steeds zijn verdiende loon krijgen voor het feit dat hij gewoon chocolademelk had gepakt zonder het aan iemand te vragen.
    Ik torende boven de hybride uit nu hij op de grond zat, en mijn donkere schaduw leek zijn ietwat tengere lichaam te overdonderen. Hij kreeg niet meer eten dan nodig was, dus het was vanzelfsprekend dat hij nogal wat kilo's was kwijtgeraakt sinds ik 'de hond' had aangeschaft.
    "Ik hoop dat je beseft dat ik je niet voor je plezier mee naar buiten heb genomen?" vroeg ik, terwijl ik mijn hoofd een tikkeltje kantelde en nog een trek van de sigaret nam. "Dit spul is goddelijk."
    Een onschuldige grijns kroop op mijn gezicht en ik trok met een snelle beweging de mouw van Calum's shirt omlaag, waardoor de huid van zijn schouder nu bloot kwam te liggen. Ik haalde de sigaret uit mijn mond en beet eventjes op mijn onderlip, waarna ik de gloeiende peuk tegen zijn schouderblad drukte.
    "Dacht je nu echt dat ik je hieraan liet ontkomen? Je moet wat minder naïef zijn, darling."


    "Her heart was a secret garden, and the walls were very high."

    Calum Hood

    Ik zucht opgelucht als hij alleen een klipje aan mijn halsband vast maakt zodat ik aan zijn riem vast zat. Hij pakt zijn sigaretten en aansteker en glimlacht tevreden. 'Kom mee. We gaan naar buiten' Zegt hij zacht maar duidelijk. Mijn oren wiebelen vrolijk heen en weer even als mijn staart. Hij trok even flink waardoor mijn keel kort smalgetrokken werd. Vlug volg ik Louis naar de achtertuin. Ik wacht braafjes op een plekje waar ik heen moet en hij maakt de riem aan de tafel poot. Wauw, dit was echt vernederend. Ik ga zitten en krul mijn staart omhoog. Louis stak ver boven mij uit aangezien ik op mijn billen op de grond zat en hij stond. Uit pure verveling of naja, meer als tick. Beging ik aan de ijzeren ketting van de ketting te knabbelen met mijn tanden. 'Ik hoop dat je beseft dat ik je niet voor je plezier mee naar buiten heb genomen?' Vraagt Louis me aan. Ik bijt wat harder op de ketting en piep even bangig. Wat bedoelde hij nou weer.. Hij nam een trek van zijn sigaret en zijn lippen krulde in een glimlach van genot. Zelf walgde ik van dat spul, het brandde vreselijk in mijn neus. 'Dit spul is goddelijk' Mompelt hij. Ik reageer niet uit angst dat ik hem boos maak. Louis begint te grijnzen en mijn ogen versperren wat. Snel trekt hij mijn mouw omlaag en bang kijk ik hem aan terwijl ik langzaam door kreeg wat hij ging doen. En ja, hij tilt de sigaret uit zijn mond en vervolgens voelde ik een scherpe pijn door mijn schouderblad drukken. 'Dacht je nu echt dat ik je hieraan liet ontkomen? Je moet wat minder naïef zijn, darling' Zegt hij. Ik slaak een harde schreeuw met een harde dierlijke grom van de pijn en tranen springen in mijn ogen. Mijn ene hand grijpt naar het plekje en met mijn hand bescherm ik hem. 'Dat doet pijn' grom ik bozig naar Louis.


    Change is for weirdos ~ Niall Horan

    Luke Hemmings

    Niet wetend wat de doen bleef ik maar een beetje bij Michaels voeten dwalen, ik had niks beters te doen. 'Niet voor me beeld.' waren de droge woorden die ik kreeg. Eigenlijk was ik er blij mee, ik had ook iets als "opdonderen vies beest" of "rot op domme slaaf" naar mijn hoofd kunnen krijgen. 'Als je stil bent kun je naast de bank komen liggen.' vertelde Michael daarna. Vroeger vond ik het verschrikkelijk om naast de bank te moeten liggen, zo koud op de grond en de tegels voelden zo hard aan. Dus stiekem, wanneer er niemand thuis was, kroop ik weleens op de bank om daar even te slapen, om na afloop de losgekomen haren op te vegen, zodat niemand wat doorhad. Maar dit keer liet ik me rustig naast de bank door mijn benen zakker en lag ik even later op mijn buik. Ik sloot mijn ogen, luisterend naar het geschreeuw, gegil en gekrijs op de tv. Soms keek ik een stukje mee, maar wanneer er iemand werd vermoord of gemarteld, wendde ik mijn blik weer af. Ik had zo lang pijn geleden, voordat Michael mijn baas werd. Dus keek ik niet graag naar gewelddadige series. Had ik ook nooit gedaan. Ik vond het gewoon niet fijn en zeker nu deed het me denken aan mijn verleden, wat ik het liefst wilde vergeten en achter me laten. Maar dat gaat niet zo makkelijk.
    Ik had het gevoel dat er iets met mijn baas was. Dat had ik al een tijdje, hoewel ik me eigenlijk wel vaak zorgen maakte om Michael. Hij leek zo depri, maar ach, bijna iedereen in dit huis lijkt wel een verbod op vrolijk zijn te hebben. Ik wilde hem helpen, vertellen dat ik er was. Dus zei ik, met niet erg veel zelfvertrouwen en bang dat ik zou worden gemarteld: 'Is er misschien iets, baas? Ik zou u graag willen helpen, u kunt mij alles vertellen, als u dat wilt. Het spijt me als ik u stoor.' Gespannen wachtte ik zijn antwoord af. Alles wat ik deed was goedbedoeld, maar of Michael dat inzag…


    "Live simply, so others can simply live." - Matthew Espinosa

    Ashton Irwin
    Dat Harry wilde gaan was iets wat me wel goed deed voelen, maar hoe hij wilde gaan was aan hem. Dat hij nogsteeds erg gespannen reageerde als ik mijn armen om hem heen sloeg, maakte me wel duidelijk dat hij zeker niet over dingen heen was en nog veel voor de boeg had. Toch was het al een flinke stap die kant op dat hij wel naar de begraafplaats mee wilde gaan. Ik schrok een beetje van zijn gegiegel omdat ik het lastig kon plaatsen. Dat geluid had ik al heel lang niet gehoord. Door het geluidje had ik mijn armen wat sterker aangespannen, die ik snel weer losser liet en bemoedigend glimlachte toen ik het een plekje kon geven. Het was heel erg lief en schattig, maar no way dat hij dat ooit van mij zou horen. Zo groot was mijn doodswens echt niet. De laatste keer dat ik dit geluidje had gehoord was nog voor zijn ouders en zus stierven. Zijn verontschuldiging deed me mijn hoofd schudden. "Niet doen. Het is gezond." zei ik zacht voor ik hem liet gaan en me mee liet trekken, maar niet zonder het dienblad mee te nemen en in de kamer op een kastje te zetten. Ik ruimde die zo wel op, of maakte als we terug waren nieuwe thee. Bij zijn vraag knikte ik en liep even naar mijn kamer om een beanie en een mandje te pakken en mijn staart in mijn broek te wurmen. Hybrides mochten namelijk eigenlijk niet de begraafplaats op. Ik trok mijn bandana af en trok mijn beanie over mijn hoofd en oren. "Trek anders nog een trui aan, Harry." zei ik voor ik rustig naar zijn kast liep en een heel dik groot vest eruit haalde om die erna om zijn schouders te leggen. Het was inmiddels laat en niemand zou er meer zijn. Ik pakte daarna de autosleuteltjes van het kastje en keek naar de krullenbol. "Ik zal de auto voorrijden." zei ik zacht voor ik naar beneden hopte met het lege mandje bungelend aan mijn arm richting de garage om daar zijn onopvallendste wagen op te zoeken. Een glimmende mercedes, lambourgini of McLaren was misschien niet zo slim nu. Maar een matzwarte volkswagen polo was prima, zeker voor nu. Van binnen was die even luxe, maar van buiten zou die minder bekijks trekken, zeker in die buurt, en minder snel gestolen worden. Al was dat toch niet slim om te doen met zijn wagen. Ik liep naar de wagen toe en deed hem open voor ik op de bestuurdersplaats plaatsnam. Pas toen merkte ik hoe ongelofelijk oncomfortabel dit zo zat met mijn staart, maar het moest voor eventjes. Normaal liep ik en had ik er weinig last van, op een klein beetje balans problemen, zodat ik wat aangeschoten leek. Ook zou ik normaal mijn halsband af doen, maar dat durfde ik niet zo goed, daarom zorgde ik ervoor in de spiegel dat mijn krullen er grotendeels overheen hingen voor ik alles goed afstelde voor ik de auto uit de grote garage reed, met alle auto's van alle baasjes hier, richting de voorkant van het huis. Mijn mandje voor de bloemen stond nog op de bijrijdersstoel, maar toen ik eenmaal de wagen stilzette, zette ik die snel op de achterbank. Straks zou ik nog wel even stoppen bij het veld om snel de mooiste bloemen van deze tijd te plukken. Ik had bij het boodschappen doen nog prachtige rozen, klaprozen en botenbloemen zien groeien. Daarmee kon ik mooi een mandje vol plukken om de bloemen bij de graven mee te vervangen, want na 2 weken begonnen ze vaak slap te hangen. Dat verdienden ze niet. Geduldig wachtte ik op Harry, terwijl ik emt mijn vingers op het stuur drumde. Nogsteeds voelde het vreemd om zoizo met de auto, maar ook met mijn halsband om naar de begraafplaats te gaan, maar als dit Harry zou helpen met het verwerken van hun door en het verminderen van de nachtmerries was het niets om ook maar over te denken.


    Bowties were never Cooler

    Harry Styles
    Het geluidje dat over mijn lippen rolde was vreemd voor me, of in ieder geval de afgelopen jaren, het voelde heel onwennig en ik wist niet wat ik ermee aan moest, dus bood ik mijn excuses maar aan. Aan Ashton had ik ook niet veel, want hij hield me eerst een stuk steviger vast en ontspande weer, al zei zijn bemoedigende glimlach wel wat, net als zijn woorden die volgden. Ik keek de hybride schuin aan, niet volledig begrijpend wat hij nou bedoelde. Hij had het duidelijk gemaakt dat de giechel niet iets slechts was, maar of het gezond was betwijfelde ik. "Hoe kan dat nou gezond zijn? Het voelt raar," klaagde ik zachtjes. Langzaam begon ik hem mee terug te trekken mijn kamer in, het beviel me niet om zolang niks te staan doen en kou te lijden. Ik deed altijd wel wat, zelfs als er letterlijk echt niks meer te doen viel. Als ik me echt verveelde hielp ik de hybriden nog wel eens mee met hun klusjes, maar dat was echt zelden en de dingen die de jongens dan naar mijn hoofd slingerden waren ook niet echt prettig. Daarbij zagen ze niet in dat ik zo ook prima een oogje op ze kon houden terwijl ik bezig was. Ik zag hoe hij ondertussen het dienblad met zich meenam en het op een kastje neerzette, zolang hij het straks zou opruimen vond ik alles best. Met handen ineen gevouwen en nog steeds een beetje ineengedoken wachtte ik op Ashton toen hij de kamer verliet, hier binnen was het al een stuk warmer, maar niet genoeg. Ik deed snel de balkondeuren dicht en op slot, dan kon de koude lucht ook verder niet binnendringen. Toen hij weer verscheen had hij zijn bandana ingeruild voor een beanie, wel zo handig. Dit zei me ook weer dat hij dit vaker had gedaan en dat ik daar nog een hartig woordje met hem over wilde spreken. Zelfs al was het zijn vrije tijd, ik had nooit toestemming gegeven om het huis te verlaten. Ik knikte lichtjes bij zijn woorden en glimlachte dankbaar naar hem bij het vest dat over mijn schouders werd gelegd en stak mijn armen er doorheen, om het dicht te ritsen en me er zo goed mogelijk in te verstoppen. Als ik het zo bekeek viel het vest wel heel groot, terwijl ik nog wist dat hij me een keer perfect paste, ik moest de laatste tijd wel extreem veel afgevallen zijn. "Is goed, ik ben er zo," mompelde ik bij zijn woorden en zuchtte. Ik wreef wat over mijn armen om de warmte wat omhoog te krikken, waar het vest al heel erg bij hielp, om naar de spiegel in de badkamer te gaan. Zacht gezegd zag ik eruit als een wrak, rode oogjes van het huilen, wallen eronder, lijkbleke huid en mijn krullen vielen dof rond mijn gezicht. Ik zag er niet eens meer uit als mezelf. Geïrriteerd liep ik weg en ging de trap af. "Ik ben even weg, probeer me maar niet te bereiken want ik neem niet op," riep ik nog voor ik de deur uit ging en die hard achter me dicht sloeg, ik had geen zin om stil te blijven staan en de deur voorzichtig dicht te doen. Aan het eind van het grindpad voor de deur zag ik mijn Polo al staan, zeker niet mijn favoriet, maar goed genoeg als ik onopvallend ergens heen wilde. Geblindeerde ramen uiteraard. Meestal zat ik achterin met Ashton als mijn chauffeur, al zat ik nu liever naast hem, dan kon ik nog altijd even tegen hem aan hangen voor de warmte. Sloffend liep ik naar de auto en stapte aan de bijrijderskant in, om mijn riem snel om te doen en zo opgekruld mogelijk te gaan zitten, het was op momenten als deze echt jammer dat ik zo lang was, dan kon ik mijn benen niet prettig optrekken. Ik wierp een veelbetekenende blik naar de hybride en bleef daarna voor me uit kijken, proberend om niet te denken aan at ik zo ging doen om mezelf rustig te houden.


    Because I love him, do I need another reason?

    Ashton Irwin
    Terwijl ik naar de auto liep dacht ik na over wat ging gebeuren. Ik zou zo met Harry meegaan naar de begraafplaats, waar ik elke twee weken kwam. Het was duidelijk een verrassing voor hem, waardoor ik wel een preek of in elk geval een kruisverhoor verwachtte. Nu alleen even niet. Nu bleef ik graag kalm. Ik moest er nu gewoon zijn voor mijn baasje. Het was een hele tijd geleden sinds hij er was geweest en nu hij al emotioneel instabiel was, dus het zou waarschijnlijk erg zwaar voor hem zijn. Ik stapte in de auto, zette mijn mandje weg en reed de auto de garage uit naar de voorkant van het huis. Ik wachtte geduldig en zette de verwarming vast aan. Harry had het al heel erg koud, ondanks dat ik het warm had, dus de verwarming kon wel aan. Hij kwam toch altijd voor mij. Ik zag hem naast me instappen, wat weinig gebeurde, en zich opkrullen op de stoel. Meestal zat hij achterin, zelfs in de Polo, met mij in pak als chauffeur, maar nu was dat duidelijk niet zo. Ik reed wel, maar echt als baas en hybride voelde het nu niet. Ik zag zijn blik in zijn ogen en aaide even voor zijn doffe krullen voor ik de motor weer startte en wegreed. Mijn ogen waren gefixeerd op de weg terwijl ik rustig bleef trommelen op mijn stuur. Als de muziek aan zou staan, zou ik minder trommelen, maar dat was nu niet echt toepasselijk. Ik reed eerst rustig richting het veld op de route waar ik altijd mijn bloemen haalde. Daar zette ik de wagen netjes aan de kant. Ik liet de motor draaien, zodat de verwarming aan bleef. "Ik ben zo terug. Even bloemen halen." zei ik zacht. Ik pakte mijn mandje van de achterbank en stapte uit na mijn riem af te hebben gedaan. Ik sloot de deur achter me en hopte snel door het veld om de mooiste bloemen in mijn mandje te stoppen. Ik plukte prachtige rode rozen, grote klaprozen en goudgele boterbloemen. Af en toe deed ik er ook een paar mooie takjes groen tussen. Zo kon ik straks bij de begraafplaats er drie mooie bosjes van maken. Ik haalde nog drie grote vergeet-me-nietjes uit een plantje aan de rand van het veldje voor ik terugging naar de auto. Ik stapte in en liet de bloemen aan Harry zien. "Tevreden met deze bloemen? Ik zal ze zo nog in bosjes verdelen." zei ik zacht tegen de jongen. Ik had geen idee hoe hij op mijn acties zou reageren, maar zonder bloemen aankomen vond ik echt niet kunnen. We hoorden toch wel iets van een bloemetje mee te nemen als respectsbetoging. Ik kon alleen nooit bloemen kopen, ik had geen geld, dus zo loste ik dat altijd op. Dit waren ook prachtige bloemen en helemaal gratis. Nooit ging ik voor de al een beetje slappe bloemen. Alleen de mooie bloemen gingen mee naar de begraafplaats. De familie was altijd enorm goed voor me geweest, dus nu was ik hopelijk goed genoeg voor hen. Ik maakte ook altijd de stenen schoon, zette bloemen neer en vertelde ze wat er was gebeurt. Inmiddels had ik bij elke steen ook een klein vergeet-me-nietplantje weten te planten, waardoor nu elke steen werd omringt door sierlijke blauwe-paarse bloemetjes. Het stond beter dan alleen de kale kille stenen. Niet perse vrolijker, maar wel soort van hoopgevender. Alsof zij ons niet zouden vergeten, wij hen niet, het leven doorging en zij op een goede plek op ons toekeken en wachtten tot het onze tijd was. Ik zette het mandje weer achterin en deed mijn riem om, om verder te rijden in de inmiddels flink warme auto naar de begraafplaats. Het was niet heel ver meer. Een minuutje of vijf, maar tien zeker niet. Ik zou dan de auto parkeren en dan konden we zo de begraafplaats op lopen naar de plek waar we moesten zijn.


    Bowties were never Cooler

    Harry Styles
    Ik had echt grootste moeite om mezelf bijeen te houden terwijl ik de trap af liep. Het besef wat ik nou eigenlijk op het punt stond te doen werd steeds groter waardoor ik bijna dubbel klapte door de pijn in mijn borst. Het was geen echte fysieke pijn, dat wist ik zeker, maar mentale pijn die zo erg werd dat mijn gedachten die pijn niet meer alleen konden dragen. En zelfs dan nog was het verschrikkelijk lastig om vol te houden. Ik riep nog kort wat door het huis voor de overige aanwezigen en gooide eenmaal buiten de deur met een klap achter me dicht. De korte periode van warmte die ik had gekregen toen ik binnenstond was al gauw weer vervangen door de kou, en het.zou nog kouder worden vanavond. Ik had geen idee hoe laat het was en had er geen behoefte aan om het te weten, als ik in slaap viel was het te laat en dat was het enige dat ik hoefde te weten. Na langzaam naar de auto gelopen te hebben en ingestapt te zijn, was ik heel dankbaar toen ik merkte dat de verwarming aan stond. Toch krulde ik me iets op, voor de zekerheid. Normaal gesproken was ik echt niet zo'n koukleum, maar als het echt niet goed met me ging, als ik ziek was of compleet gebroken werd zoals nu, kon bijna niks me echt warm krijgen. Tenzij ik de hele dag in iemands armen bleef hangen, wat ook weer zo'n stom gezicht was met een persoonlijkheid als de mijne. Een wat schokkerige zucht rolde over mijn lippen waarna ik Ashton even aankeek, om alsnog weer snel weg te kijken. Dit keer verscheen er geen kleine glimlach door het geaai door mijn haar, alles werd me wat teveel en we waren nog niet eens op de plek van de bestemming. Stilletjes bleef ik zitten terwijl hij wegreed, ik had niks om te zeggen en de stilte vond ik op dit moment best fijn. Ik wreef met een hand in mijn ogen aangezien die toch al best zwaar waren, het was een lange dag vandaag en die werd alleen maar langer. Al had ik niet het idee dat ik een goede nachtrust zou hebben, ondanks de vermoeidheid en een beetje van de gewetensrust die dit me ging geven, hoeveel dat ook kostte. Daarom wilde ik de hybride naast me ook een vraag stellen, maar die stopte de auto om mee te delen dat hij wat bloemen ging halen, dus moest het wachten tot later. Het was niet lang voor ik alleen in de auto zat, goddank met de verwarming nog aan. Ik boog me iets maar voren en zette de radio op een zacht volume aan, dan voelde het net wat minder eenzaam in de stille auto. Zacht neuriënd met de muziek wiebelde ik wat heen en weer op mijn plek tot Ashton weer in zicht kwam. Spontaan viel ik weer stil en stopte met bewegen, alsof niemand dat hoefde te zien. Ik keek in het mandje en liet mijn vingers er eens doorheen gaan, zonder de bloemen te beschadigen natuurlijk. "Ze zijn prachtig," zei ik zacht, voor ik mijn hand terugtrok zodat hij de mand weer achterin kon zetten en wegrijden. Twijfelend keek naar hem, ik wilde mijn vraag nog steeds stellen maar was bang voor de reactie die ik kreeg. Ik besloot het er toch op te wagen, ik had een nee en kon altijd een ja krijgen. "Ash?" begon ik zacht. "Wil je vannacht bij me blijven? Ik wil niet alleen zijn," zei ik heel zacht, bijna onhoorbaar boven de eveneens zachte muziek uit. Dit had ik nog nooit iemand gevraagd, maar ik kon het echt niet aan om dan in mijn eentje in dat grote bed te liggen, het voelde verkeerd. Daarbij had ik het even nodig om de bescherming van zijn armen te hebben om meerdere redenen, met als een daarvan de hoop dat hij de nachtmerries weg kon houden.

    [ bericht aangepast op 10 sep 2014 - 23:03 ]


    Because I love him, do I need another reason?

    Ashton Irwin
    Ik liet wat onzeker de bloemen die ik had geplukt aan Harry zien. Het bleven toch zijn bloedverwanten voor wie ze waren. Ik keek gespannen toe hoe hij naar de bloemen keek en zijn vingers erover liet glijden.Ik keek hem afwachtend aan. Een glimlach verscheen op mijn gezicht toen hij ze goedkeurde. Dat was fijn om te horen. Dan had ik ten minste niet al die jaren iets heel ergs gedaan in mijn goede wil. Ik zette het mandje voorzichtig op de achterbank en deed mijn riem weer om. Dan kon ik straks wegrijden. Ik hoorde nu zacht een muziekje nu uit de radio komen, waardoor ik minder trommelde en rustig richting de begraafplaats reed. Heel ver was het niet meer. Ik voelde onder het rijden hoe Harry naar me keek. Het voelde raar, want ik wist niet precies waarom hij naar me keek. Het voelde niet als zijn woeste blik, ik kon deze blik alleen niet zo gevoelsmatig plaatsen. Pas toen ik zijn stem hoorde, hoorde ik tijfel. Iets wat ik zeker de laatste jaren, nu hij op zijn plek was, weinig had gehoord. Het kostte enigsinds moeite om hem te horen, maar mijn oren waren wel een stuk gevoeliger dan de zijnen. Zijn vraag kwam onverwachts. Ik was blij dat ik net stilstond om te parkeren, anders was het best gevaarlijk geworden. Ik schudde even mijn hoofd om die er weer bij te krijgen en wreef als een walibi met de ruggen van mijn handen over mijn gezicht voor ik netjes inparkeerde. Daarna zette ik de motor af en keek naar Harry. "Natuurlijk blijf ik bij je. Maak je daar geen zorgen om."zei ik geruststellend. Ik aaide zacht even door zijn krullen. Ik lag graag in mijn eigen bedje, maar om naast iemand aan te liggen en om ze heen te krullen terwijlik sliep daar zei ik zeker geen nee tegen. Ik had ook warmte en genegeheid nodig, die ik meestal maar spaarzaam kreeg van de jongen die zijn emoties ver weg achter slot en grendel hield op de meeste momenten. "Zullen we gaan? Er is niemand rond dit tijdstip, dus maak je geen zorgen." zei ik zacht voor ik de rest van de dingen van de auto afzette en het mandje bloemetjes pakte om uit te stappen. Buiten was het niet heel koud gelukkig, maar misschien voor Harry wel. Ik liep om de auto heen en opende zijn deur voor hem. Een beetje bleef ik toch zijn chauffeur op dit moment. Ik zat nu wel in een andere rol op dit moment, maar kleine dingetjes waren nu zo'n automatisme geworden dat ik die er niet uit kreeg. Om ons heen was het donker en stil. Alleen reed er af en toe ene auto, maar meer eigenlijk niet. De begraafplaats zag er zo uit als altijd als ik kwam: Donker en kalm. Misschien een beetje onguur, maar dat merkte ik al lang niet meer. Ik zou zo nog de bloemen uitzoeken in bosjes, dat deed ik meestal tijdens het lopen, maar dat had ik nu niet. Ik zou nu gewoon op Harry letten en de bloemen plaatsen, of ze door hem laten plaatsen, als het ging. De bloemen wilde ik zoizo wel plaatsen, zodat ze netjes twee weken de graven konden sieren voor ik ze weer zou vervangen met nieuwe bloemen. De vergeet-me-nietjes stonden er altijd, maar dat was toch anders. Ik trok mijn muts nog iets beter over mijn oren, drukte mijn krullen over mijn halsband en trok mijn broek wat hoger en ongemakkelijker over mijn staart. Mijn vingers liet ik zacht over het beetje zichtbare stukje halsband gaan. Ik beet op mijn lip en keek naar mijn baasje. "Mag mijn halsband even af, want eigenlijk mag ik niet naar binnen." zei ik zacht en onzeker. Ik kon hem ook omhouden, maar ik had altijd nog het brandmerk op mijn keel staan, dus ik kon altijd teruggevonden worden. Niet dat ik ooit weg zou lopen, maar goed, dat zou ik nooit over mijn hart kunnen verkrijgen. Ik wist alleen niet hoe hij erover dacht op dit moment en ik ging echt niet pushen. Dan maar de halsband bedekken en hopen dat het de bewakers, die rondliepen, het niet opviel.


    Bowties were never Cooler

    Harry Styles
    De onzekerheid die hij uitstraalde na zijn vraag over de bloemen was nergens voor nodig, ze waren echt prachtig en ik zou ze bij de bloemist niet mooier kunnen krijgen. Met een beetje schikken zouden ze er vast mooi bijliggen, daarvan was ik overtuigd. Dat hij glimlachte om mijn instemming deed me goed, misschien kon ik mezelf niet laten lachen, dan kon ik het bij een ander. Ik keek toe hoe hij het mandje opnieuw op de achterbank zette en zijn riem omdeed, waarna ik weer strak door de voorruit keek toen het voertuig in beweging kwam. In stilte luisterde ik naar de zachte muziek en neuriede af en toe onbewust mee, om als ik het merkte weer stil te worden. Ergens aan het einde van de route verschoof mijn blik naar Ashton, een vraag in mijn hoofd die ik niet helemaal durfde uit te spreken, maar toch met twijfel in mijn ogen en stem het hem extreem zacht te vragen. Hij zou het toch wel horen, zulke gevoelige oren had hij wel. We waren net gestopt en het kostte wat hoofdgeschud en gewrijf over zijn gezicht van zijn kant voor hij antwoord gaf. Ik knikte dankbaar en liet een kleine glimlach zien. Emotioneel zou ik het echt niet kunnen om alleen onder de koude dekens te gaan liggen. Zelfs als ik het niet had gedurfd om te vragen was ik ergens in de nacht wel opgestaan om bij de hybride in bed te kruipen en me tegen hem aan op te krullen. Hij aaide door mijn haren en ik sloot kort en genietend mijn ogen tot hij zijn hand weer terugtrok. "Oké, maar als ik iemand zie keer ik gelijk om," waarschuwde ik hem. Ik wilde dit heel graag, maar dat betekende niet dat iemand hoefde te weten dat ik hier was geweest. Bewakers konden me niet schelen, gewone mensen wel. Ik werd zo ziek van dat doodsbange gedoe in mijn buurt als ik werd herkend, daar had ik even geen behoefte aan. Ashton stapte uit en ik wachtte geduldig tot hij aan mijn kant was uit automatisme, het gebeurde maar weinig dat ik zelf reed, als dat zo was -was er iets met Ashton waardoor hij er niet tot in staat was. Ik stapte langzaam uit en bleef dicht bij hem in de buurt, ik had het al warmer, maar het kon nooit kwaad om een extra warmtebron in de buurt te hebben. Het was hier echt doodstil, niet het soort stil dat je wilde hebben als je aan het lezen was, maar het soort waarvan je spontaan ging rillen en kippenvel kreeg. Dan was het maar goed dat ik deze stiltes al zo vaak had gehoord, als het stilviel in de kelder bijvoorbeeld, wat altijd betekende dat er een hart minder klopte. Dat was in mijn ogen hier ongeveer hetzelfde verhaal, al waren de meesten hier aan een natuurlijke dood gestorven. Ik stond alweer bijna te rillen toen ik de onzekere vraag van Ashton hoorde. Bedachtzaam keek ik hem aan en liet mijn blik naar zijn halsband glijden, aan de voorkant was het ding inderdaad wel erg zichtbaar. Ik bracht mijn trillende handen naar het zachte leer en liet ze naar de sluiting glijden, ik had er expres voor gezorgd dat zijn halsband de comfortabelste was die er bestond vanwege zijn goede gedrag, al had het wel een mechanisme erin dat je er pinnen in kon drukken die dan tegen zijn nek aanzaten. "Omdat ik je vertrouw," zei ik zacht voor ik hem losmaakte en de halsband in een van de zakken van mijn vest te proppen. Twijfelend liet ik daarna een van mijn handen naar zijn vrije hand glijden en keek hem vragend aan, als hij het niet wilde begreep ik dat heel goed. Ik bedoelde er ook verder niks mee, ik had er gewoon behoefte aan op dit moment, niks meer en niks minder.


    Because I love him, do I need another reason?

    Ashton Irwin
    Bij Harry's voorwaarde over zijn komst knikte ik. Het leek me erg redelijk. Zelf was ik in al die jaren nog nooit iemand tegen gekomen. Al kwam ik hier meestal later, als Harry al sliep en ik weg kon. Ik stapte rustig uit en nam de tijd om hem er netjes uit te laten. Het was een soort automatisme. Eigenlijk altijd als Harry ergens met de wagen heen moest reed ik en zat hij netjes achterin, als de belangrijke persoon die hij was. Dan had ik dus mijn ene nette setje aan. Ik sjorde mijn kleren wat beter op hun plek en wreef toen wat ongemakkelijk over mijn halsband. Ik vond het moeilijk om hem aan te spreken erover de dingen die duidelijk maakten hoe het echt tussen ons zat en hoorde. Niet dat de band meestal zo lag, vaak alleen als ik me weer eens slecht gedroeg, maar ik voelde me altijd erg ongemakkelijk om het over dat soort dingen te hebben. Toch vroeg ik het heel voorzichtig en keek angstvallig en nerveus naar de krullenbol die eigenlijk over alles wat ik deed of liet, wat ik dacht of deed de baas hoorde te zijn, maar dat echt niet was. Ik was, zeker in goede tijden, bijna even vrij als een normale butler of huishoudster. Het duurde even voor ik dan toch zijn vingers in mijn nek voelde trillen. Ik bleef in stilte en stokstijf staan tot ik uiteindelijk de band mijn nek voelde verlaten, wat een vreemde koele sensatie gaf op de blote huid, die normaal nog minder zonlicht zag dan andere streken van mijn lichaam. Eens per twee weken voor een uurtje of 2, meer niet. Zijn woorden deden me meer dan hij zich kon voorstellen. Vertrouwen was iets wat de jongen maar weinig leek te hebben, laat staan dat hij het uitte. Ik knikte en glimlachte een beetje. "Dank je." zei ik voor ik nog even over mijn nek en zo ook het brandmerk wreef. Daarna liet ik mijn hand weer zakken. Al snel voelde ik zijn hand in de mijne glijden. Ik dacht er niets over en wat anderen erover dachten maakte me weinig uit. Van kinds af aan liepen we al samen hand in hand, zeker als hij of ik zich iets minder lekker bij iets voelde, en dat was alleen bij officiele dingen anders. Ik glimlachte geruststellend naar hem en nam hem, nadat ik met een druk op de knop de auto had afgesloten, mee richting de ingang van de begraafplaats. Het was een klimopboog waar 'All who come here rest in Peace' op stond. Al was dat nu nog amper leesbaar. Ik nam hem mee naar binnen en knikte even naar de bewaker bij de poort die me herkende. Het was een aardige, maar simpele man, waarmee ik toch wel fijne gesprekken kon hebben, zeker als het even echt niet goed ging thuis of met Harry. "Laat ons alstublieft even alleen, John." zei ik zacht. Hij knikte terug voor ik Harry verder leidde richting de graven die ons doel waren van vanavond. Ik nam hem voorzichtig mee de hoek om en zag daar de 3 stenen op een rij staan onder de kersenboom iets verderop, De vergeet-me-nietjes bloeiden helder blauw om de stenen, maar de bloemen in de vazen bij de stenen begonnen iets te hangen. Die moest ik dus zo vervangen, maar eerst hield ik mijn ogen gefixeert op Harry om te weten wat er in hem omging en hoe ver hij weg was van een complete zenuwinzinking, wat neit heel ver zou zijn. Het was fijn dat John wist dat we even tijd prive wilden, want dan zouden Steven en Richard ook niet langskomen, waardoor wij even rust hadden en niemand Harry in zijn kwetsbare staat zou zien. Ik wist namelijk hoe lastig hij het vond. Ik kneep zacht en bemoedigend in zijn hand en ging langzaam maar zeker dichter naar de graven toe. Ik zou het weten zodra hij niet verder kon. Ik verwachtte nu ieder moment dat hij zou instorten, zowel emotioneel als fysiek. Ik zou er zeker voor hem zijn, altijd, wat er ook gebeurde, halsband of niet, zijn eigendom of niet. Daarvoor hadden we te veel samen meegemaakt.


    Bowties were never Cooler

    Harry Styles
    De vraag over zijn halsband liet me even nadenken. Eigenlijk vond ik het helemaal niet zo'n goed idee dat Ashton hem af deed, maar het ding viel redelijk op en de kans dat hij daardoor betrapt zou worden was te groot. Dan werd hij eruit gezet en moest ik dit alleen doen, wat ik echt niet wilde, en ik had geen zin om op dit tijdstip nog mensen om te moeten kopen. Daarom nam ik het meest logische besluit, al voelde ik me er niet compleet lekker bij. Het was vooral dat ik de hybride vertrouwde, wat ik ook hardop zei. Maar heel weinig personen hadden mijn vertrouwen en hij was daar al heel lang een van, wat ik nooit gezegd had. Het probleem was dat je het vertrouwen met een misstap kon verliezen en je dan echt door het slijk gehaald moest worden en op je knieën bij me moest komen voor ik een je een nieuwe kans gaf. Ik klikte zijn halsband af en hield die bij me, zodra we weer een voet van de begraafplaats hadden afgezet moest hij hem weer om, als ik daar dan überhaupt nog over na kon denken. Mijn getril werd erger en niet alleen van de kou. Ik zocht steun door voorzichtig Ashton's hand vast te pakken en hem even vragend aan te kijken, om na zijn geruststellende glimlach mijn vingers door de zijne te haken. Zonder een woord te zeggen en met mijn blik op de grond gericht liet ik me doo hem meeleiden, zelfs toen hij wat tegen de bewaker zei weigerde ik op te kijken, ik zag het niet zitten om beleefd te zijn en de man aan te kijken. Daarvoor was ik niet in de stemming en ik wilde gewoon dat dit snel voorbij was zodat we naar huis konden. Bij elke stap die we zetten hield ik zijn hand iets steviger vast, ik wilde hem geen pijn doen maar hij was mijn enige houvast, als ik hem pijn deed liet hij dat hopelijk wel merken. Ik keek ook niet op toen hij even halt hield en me overduidelijk bezorgd aankeek. Zolang het niet nodig was haalde ik mijn blik niet van de grond, dat scheelde heel wat pijn en stress. Als ik het niet zag voelde ik het ook niet, zo simpel als dat. Dat moest op een gegeven moment wel want Ashton had ons zo dichtbij geleid dat ik het zelfs vanuit de hoek waaruit ik keek de stenen kon zien. Ik keek op en staarde met een schuin hoofd naar de graven. De inscripties kende ik uit mijn hoofd en wist alle details van de kleine fotootjes, ik had beide zelf uit moeten kiezen als enige familielid die dat wilde. Tegen mijn, en waarschijnlijk ook die van Ashton, verwachtingen in welden de tranen niet opnieuw op, ik voelde niet eens een brok in mijn keel. Mijn mentale verdedingingsmechanisme was ingezet, als iets me echt teveel werd sloot het elke vorm van gevoel uit, zelfs de overheersende pijn. Maar mijn lichaam had die verdediging niet, dus begaven mijn benen het onder me en kwam ik op mijn knieën voor de graven terecht, om op een ongezond heftige manier te trillen. Ik had automatisch Ashton's hand losgelaten en vouwde mijn handen nu in elkaar op mijn schoot, die al net zo achterlijk trilden. Als er alleen hoorbaar op mijn situatie gefocust zou worden zou er gedacht worden dat er me niks mankeerde, dat het me niets deed, maar mijn lichaam verraadde alles. Langzaam liet ik mijn ogen over de drie graven glijden voor ik opkeek naar de hybride. "Ik zorg wel dat die kinderen een thuis krijgen, beloofd," zei ik zacht, zonder enige vorm van emotie in mijn stem. Het ging heel veel kalmering kosten voor ik weer enigszins normaal kon reageren, wat op deze plek sowieso niet ging lukken. Vanbinnen was ik echt compleet gebroken en als ik niet jarenlang daar een bescherming voor had opgebouwd zou ik niet kunnen overzien wat er nu met me gebeurt zou zijn, om eerlijk te zijn wilde ik het niet weten.


    Because I love him, do I need another reason?

    Ashton Irwin
    Harry hield zichzelf verrassend goed in de hand. Hij bleef een heel stuk langer lopen en stil dan ik had verwacht en ik keek dan ook al veel eerder bezorgd naar hem. Hij leek zich wel compleet te hebben afgesloten van de buitenwereld. Het enige waaraan ik zijn reactie kon meten was de hardheid van zijn geknijp in mijn hand. Heel erg vond ik het niet. Zelf vond ik hier rust en kalmte, een zekerheid dat het verdriet en de pijn in elk geval niet voor hen gold en ze op een goede plek waren nu. Voor hem was dat duidelijk niet zo, anders had hij het niet zo uitgestelt. Toen we echt voor de graven stonden wilde ik me tot het richten, maar jusit daardoor ontglipte hij me en zag ik hem voor mijn ogen op de grond instorten. Ik keek geschrokken naar de jongen die trillend als een rietje voor de graven zat. Ik wist maar moeilijk hoe ik moest reageren. Voorzichtig legde ik mijn handen op zijn schouders in de hoop hem iets te kunnen kalmeren, want dit getril kon niet gezond zijn, net als zijn complete fysieke instorting. Zijn woorden kwamen heel erg onverwacht. Aan de ene kant deed het me lichtjes glimlachen, maar niet te veel. "Alleen als jij je er goed bij voelt, Harry." zei ik zacht voor ik me op mijn hurken naast hem liet zakken. Op een of andere manier zat dat voor mij erg gemakkelijk. In stilte begon ik de bloemen te schikken in drie mooie boeketten, om de drie uitgebloeide boeketten te vervangen. Dat er geen enkele emotie hoorbaar was in Harry's stem was zorgbarend, maar het kon ook goed zijn zelfverdedigingsmechanisme zijn. Hij sloot zich als het hem allemaal te veel werd altijd compleet af van emoties en alles om zich heen. Toch wist ik wel beter dan te denken dat hij het wel aankon, want dat ging duidelijk niet. Hij was nu onstabieler en kwetsbaarder dan ik hem in een hele lange tijd had gezien. Ik draaide me naar de krullenbol en aaide over zijn rug. "Shhhhhhh..... Wil jij de bloemen in de vaasjes vervangen, of zal ik het doen?" vroeg ik zacht voor ik mijn hoofd naar achter legde en mijn ogen opsloeg naar de hemel. "Ik zei jullie toch dat hij jullie niet was vergeten, nogsteeds met heel zijn hart van jullie houd en dat jullie trots op hem kunnen zijn." zei ik haast onhoorbaar voor ik me weer op Harry richtte en zacht over zijn krullen aaide terwijl ik het mandje netjes voor ons neerzette, om mijn andere arm om hem heen kon leggen. Ik wilde hem zo graag beschermen, zijn pijn en zorgen wegnemen en hem een relatief gewoon priveleven geven. Dat kon ik jammer genoeg niet. Ik deed natuurlijk wel mijn best, maar nooit zou het helemaal zo zijn zoals bij andere jongens van zijn leeftijd, zelfs niet zoals de andere hoge heren in het huis. Toch zou ik het altijd blijven proberen en zo goed mogelijk mijn best blijven doen om zijn leven zo comfortabel en normaal mogelijk te laten verlopen, ondanks zijn verleden en zijn dagbesteding. Hij was echt enorm belangrijk voor mij en zou altijd belangrijk voor me blijven. Ik bleef zacht over zijn hoofd aaien en hem tegen me aan houden. Misschien vond hij dit niet helemaal comfortabel, maar ik ging hem echt niet zo laten, zeker niet in deze staat van doen. Hij was nu zo kwetsbaar, dat kon iedere blinde kip zien. Natuurlijk hoefde hij dat niet te weten, maar het deed zeker wel wat met me. Nu zag hij er altijd uit als een jonge knul als hij sliep, al was hij ouder dan ik, toch zag hij er nu echt uit als een klein bang kindje. Hetzelfde kleine bange kindje als ik die week op straat met hand en tand had verdedigd en beschermd. Mijn lippen drukte ik op zijn krullen en wachtte tot er iets zou veranderen in hem. Hopelijk ten goede.


    Bowties were never Cooler

    Harry Styles
    Voor zo lang mogelijk stelde ik uit dat ik op hoefde te kijken, dan kon ik me misschien nog wat langer bij elkaar houden voor ik instortte. Dat was niet meer dan valse hoop, wist ik diep vanbinnen, maar dat negeerde ik. Het was voor Ashton ook niet eerlijk, hij had geen idee wat hij zou aan moeten met een baasje dat compleet gebroken was. Het moment dat ik maar een glimp van de graven opving van het mis, ik staarde er even wezenloos naar voor mijn lichaam het opgaf en op de grond belandde. Ik merkte dat Ashton door het plotse gebeuren schrok, maar hoe graag ik hem ergens ook wilde geruststellen kon ik dat niet. De klap was te groot om iets te kunnen doen en het feit dat ik automatisch alles had uitgeschakeld hielp daar niet in mee. Trillend bleef ik voor me uit staren en reageerde niet op zijn handen die ik op mijn schouders voelde. Het was goed bedoeld, maar er was heel wat meer voor nodig voor ik uit een staat als deze gehaald kon worden. Het viel me mee dat ik niet was gaan hyperventileren, al kom dat altijd nog komen. Ik mompelde een zachte belofte naar de hybride uit een totaal impulsief besluit, maar waar ik niet op terug ging komen. Het was mijn plicht om dat te doen. Ik knikte bij zijn woorden toen hij naast me op zijn hurken kwam zitten. Mijn blik verschoof naar zijn handen die de bloemen schikten en bleef eng rustig onder dit alles, dat zou ik blijven tot ik de kans had het te laten gaan, en niemand zat te wachten op hartverscheurend gesnik op een stille begraafplaats, als het al niet erger zou zijn. Ik bleef kalm maar trillend kijken hij over mijn rug begon te aaien en te spreken. Met onvaste hand pakte ik een van de boeketjes en schoof op mijn knieën naar het graf van mijn zus, waar ik de slappe bloemen uithaalde en naast de steen legde, om de verse erin terug te zetten, datzelfde deed ik bij mijn moeder en daarna mijn vader. Vervolgens liet ik me als een soort lappenpop tegen Ashton aanhangen. Ik had zijn zachte woorden wel degelijk gehoord, hij had gelijk, maar dat liet ik op dit moment maar weinig blijken door hoge muren die ik had opgesteld. Ze waren de enigen waar ik ooit echt van had gehouden naast de hybride, waarvan ik hield als een broer en beste vriend. Ik schoof dichter tegen hem aan bij zijn arm om me heen en het aaien, om mijn hand op zijn wang te leggen en een kusje op zijn scherpe kaaklijn te drukken. Mentaal wist ik niet hoe ik moest reageren, kon ik niet reageren, terwijl mijn lijf voor zichzelf sprak. Ik voelde me hier echt niet op mijn gemak en wilde gewoon naar huis, wat ik niet hardop ging zeggen omdat ik niet wist wat Ashton hier normaal deed en of hij nog iets wilde doen. Dan zou ik braaf achter hem aan blijven hobbelen als mijn benen dat toestonden, want zelfs zo merkte ik dat ze niet zo snel mijn gewicht weer aankonden. "Ik voel me niet zo goed," zei ik zacht terwijl ik naar hem op keek. Alles in mijn lichaam deed pijn en het voelde alsof mijn maag zich ieder moment kon omdraaien, ik had dit nog nooit meegemaakt, niet in deze heftige mate in ieder geval. En ik wilde er niet achter komen wat er zou gebeuren als ik mezelf bleef pushen om dingen te doen waarvan ik wist dat het me geen goed ging doen.


    Because I love him, do I need another reason?

    Ashton Irwin
    Duidelijker dan dit werd het echt niet dat hij het er hier heel erg moeilijk mee had. Ik hield hem dicht tegen me aan terwijl ik de bloemen wat schikte tot mooie boeketjes. Toen ze netjes genoeg waren richtte ik me zacht tot de krullenbol, want het leek me vrij belangrijk dat als hij dit wilde, dat hij het deed. Hij was hier al zo lang niet geweest. Het bleven zijn ouders en zus en blijkbaar had hij er wel behoefte aan om de graven een beetje te verzorgen, of in elk geval een teken van liefde achter te laten. Ik liet hem gaan en keek hoe het kleine nu echt heel breekbare jongetje de bloemen van de graven verwisselde voor verse, net als ik elke twee weken deed. Ik keek toe met mijn handen veilig om het handvat van mijn mandje gesloten. Ik had grote handen met vooral hele lange vingers, maar zo leken ze toch wel heel klein. Ik wachtte tot hij terugkwam en tegen mij aan instortte als een soort lappenpopje. Ik sloeg een arm stevig om hem heen en aaide met de ander door zijn krullen terwijl ik zacht een klein woordje met de overledenen. Ik hield hem fijn dicht tegen me aan en hoopte dat hij gewoon een beetje zou kalmeren. In elk geval dat hij weer op z'n benen kon staan en met respect het huis terug in kon. Harry zijn haast liefdevolle aanrakingen deden me wat verward opspannen, maar niet heel veel. Net genoeg om iets rechterop te gaan zitten en hem recht te trekken. Straks zou ik nog even de stenen oppoetsen en de foto's goed schoonmaken voor we gingen, maar zijn woorden zorgden voor vele zorgen in mijn hoofd. Zijn ogen maakten me wel duidelijk dat hij zich niet alleen mentaal prut voelde. "Wacht heel even. Dan gaan we naar huis." zei ik zacht voor ik een zachte doek uit het mandje haalde en babydoekjes. Ik liet hem voorzichtig los en hopte op mijn hurken en een hand naar de stenen om ze een voor een met de zachte doek op te poetsen, het onkruid te verwijderen en met de babydoekjes de foto's weer mooi te laten glimmen. Ik vond het toch ook deel van mijn verantwoordelijkheid om niet alleen voor Harry te zorgen, maar ook voor de mensen die jaren voor mij hadden gezorgt. Toch zou ik wel doorwerken, want Harry ging voor, altijd voor, voor alles... Of bijna alles, want soms was het voor zijn eign bestwil dat hij niet voor ging. Dan kreeg ik wel op mijn flikker, maar uiteindelijk bleek vaak wel dat ik gelijk had. Toch wreef ik dat er niet vaak in, maar ging door, vaak wel met een beetje hoop dat hij de volgende keer misschien doorhad dat ik het deed voor zijn bestwil, maar dat was eigenlijk nooit zo. Toch zat ik er eigenlijk nooit over in, het gebeurde nu eenmaal en ik kon er geen flikker aan doen. Ik poetste druk over de stenen en trok wat brandnetels en paardenbloemen uit. Rustig knabbelde ik erop terwijl ik poetste. Ergens in me was ik toch meer walibi dan alleen uiterlijk te zien was. Onder het poetsen hield ik wel een scheef oog en zeker ook mijn gehoor gespitst op Harry. Ik wilde het hier netjes achterlaten, maar zodra ik zou merken dat het echt mis met hem zou gaan, zou ik direct stoppen en hem meenemen naar huis. Dan kwam ik later wel terug. Nu poetste ik druk verder op de stenen en knabbelde op onkruid, zodat we alsnog snel naar huis konden en ik hem lekker warm in kon stoppen, om me daarna na een lange tijd weer op te mogen krullen bij hem in bed.


    Bowties were never Cooler