Kit Owen Davies
Ik liet mezelf op een muurtje zakken met een enigsinds pijnlijke kreun. Die verdomde klootzakken hadden me flink te pakken gehad, maar ik hen gelukkig ook. De adrenaline en woede gierde nog door mijn lichaam, maar nu de wouten zich ermee aan het bemoeien waren, kon ik moeilijk nog klappen gaan uitdelen. Ik wilde niet in de cel bellanden. Dan kreeg ik echt grote problemen thuis en daarbij kon ik dan mijn familie niet meer beschermen. Ik viste dus maar een sigaret en een aansteker uit mijn kontzak en stak die op. Die zorgde ervoor dat er altijd een soort vreemde rust over me heen kwam, wat ik nu wel nodig had. Niet alleen door de agenten, maar ook omdat ik niet compleet ongeschaad was en zo rustig mijn wonden kon verzorgen en verbergen voor ik naar huis ging. Ik had volgens mij een gekneusde rib en flink geschade knokkels. Ik trok een stuk loshangende stof van mijn broek, die toch te lang was, en bond die strak om mijn knokkels, om ze te beschermen. Daarvoor knarste ik mijn tanden wel, want het deed flink pijn. Thuis deed ik het wel opnieuw met sporttape, maar dat had ik hier niet. Ook mijn ribben voor de zekerheid, dat was gewoon prettiger. Heel diep inhaleren ging ook niet op dit moment. Pleurigleiers. Ik rookte rustig mijn sigaret op terwijl ik naar de bende keek, die over was van het dorpsfeest. Ik was blij dat mijn familie al weg was toen dit begon, want ik wilde ze hier echt zo ver mogelijk uit houden. Plots hoorde ik een hoge erg bekende stem mijn naam roepen. "Jakey. Hier." zei ik zacht. Gelukkig was mijn sigaret bijna op, dus die kon ik snel uitdrukken en weggooien zodat hij het niet zag. Het kleine mannetje met de bruine krulletjes kwam met een glimlach op zijn gezicht naar me toe lopen en met wat moeite tilde ik hem op mijn schoot. Buiten moest ik Engels praten van mijn ouders, wat ik netjes deed. Ik wilde geen ruzie of straf. "Wat is er, man?" vroeg ik, terwijl ik nog wel op mijn hoede was. De klootzakken hingen hier nogsteeds rond en zeker nu met Jake op schoot moest ik voorzichtig zijn. Hij begon een heel verhaal en ik luisterde geamuseerd, ookal wilde ik ook wel dat hij gewoon zijn punt maakte. Die jongen kletste echt graag je oren van je hoofd voor hij zei wat hij moest zeggen. Toch liet ik hem maar. Beter dat hij zijn mond iets te veel bij zich had dan iets te weinig.
Bowties were never Cooler