Sirius Black
'Je had me bijna, Zwarts. Ik weet dat ik geen kind heb en jouw kinderen worden raar. Nog raarder dan mijne.' Ik kijk weg. Natuurlijk, het is echt iets voor mij om zo'n grap te maken. Maar hoe kan ik hem nou duidelijk maken dat dit echt geen grap is? Mijn grappen zijn altijd geweldig doordacht, al zeg ik het zelf. 'Volgens die George was zelfs mijn kleinkind Albus hier. Ik bedoel. Ik ben zestien! Wat nou kleinkind! Waar blijven Remus en Peter eigenlijk?' Ik haal mijn schouders op en pak de krant die er ligt. De ochtendprofeet van één september 1996. Dit kan geen toeval zijn.
'Ochtendprofeet, één september 1996. Eerste kop: Harry Potter, de uitverkorene?' Ik kijk James aan. 'Je zoon wordt beroemd, Prongs.' Ik blader wat door de profeet. Voornamelijk over die Harry en jeweetwel, die teruggekeerd is. Blijkbaar heeft die Harry daar ook al iets mee te maken. Ik vind een artikel over mij. Mijn mond valt open. 'Sirius Black, na twaalf jaar in Azkaban toch onschuldig.' Ik kijk naar James. Meteen begin ik te lezen. Als ik klaar ben gooi ik de krant op de grond. 'DIE. KLEINE. ROT. RAT!' schreeuw ik hard. 'Hij mag hopen dat hij mooi daar in het verleden is gebleven want anders...' Ik ga weer zitten als ik zie dat iemand kijkt. Ik draai me naar James. 'Wormtail. Hij verraadde jou en Lily waardoor jullie twee vermoord werden door Voldemort. Toen gaf hij mij de schuld en daardoor zat ik twaalf jaar in Azkaban. Nu zijn wij twee dood en leeft die stomme Pippeling nog,' zeg ik woedend. 'Maar aan de zonnige zijde, ik ben, of was, Harry's peetvader.'
James Potter
'Ochtendprofeet, één september 1996. Eerste kop: Harry Potter, de uitverkorene?' Ik kijk hem fronsend aan 'Je zoon wordt beroemd, Prongs.' Ik trek mijn wenkbrauwen op.
'Dat heeft hij van mij geerft!' zeg ik en ik grijns even. Toch valt er niets te grijnzen. Stel dat we echt in een andere tijd gekomen zijn... 1996? Dat is twintig jaar later. Het kan haast niet dat ik dan een kind rond mijn leeftijd heb. Dat is... absurd! Dan zou ik over vier jaar al een kind moeten krijgen. In vier jaar tijd Lily's hart veroveren en haar ook nog zo ver krijgen om een kind te krijgen.
'DIE. KLEINE. ROT. RAT!' Maakt Sirius mij wakker uit mijn gedachten. Ik kijk hem fronsend aan. Heeft hij het over Peter? 'Hij mag hopen dat hij mooi daar in het verleden is gebleven want anders...' Hij verzit even en kijkt mij aan. Waar heeft hij het over? 'Wormtail. Hij verraadde jou en Lily waardoor jullie twee vermoord werden door Voldemort. Toen gaf hij mij de schuld en daardoor zat ik twaalf jaar in Azkaban. Nu zijn wij twee dood en leeft die stomme Pippeling nog,' doordat Sirius het zo woedend zegt, weet ik dat dit geen grap is. 'Maar aan de zonnige zijde, ik ben, of was, Harry's peetvader.' Ik weet niet goed hoe ik moet reageren, dus ik kijk hem aan.
'En de andere zonnige zijde is dat Lily uiteindelijk dus toch voor mij valt! Ik wist wel dat ze mijn charmes niet kon weerstaan!' Zeg ik en ik haal mijn hand door mijn haar. 'Maar even serieus, Peter verraadt ons en geeft jou de schuld? Jemig, twaalf jaar in Azkaban! Ik zou nog liever dood gaan denk ik, oh wacht... Dat ben ik al.'
Misschien ben ik wel een geest. Professor Kist had eerst toch ook niet door dat hij dood was? Ik buig me voorover en probeer mijn hand door Sirius' borst heen te steken. Dit lukt niet echt dus ik grijns. 'Nee ik ben geen geest blijkbaar. Heb je trouwens getraind? Je voelt gespierder!'
And don't forget, Elvendork! It's unisex!