• Ik twijfelde nogal waar ik dit neer moest zetten, dus heb ik het uiteindelijk maar hier gedaan. In het geval dat dit nog steeds niet het juiste subforum is, sorry mod die dit moet verplaatsen. ^^'

    Zoals iedereen weet zit Q vol schrijvers, dichters en andere creatieve mensen. Nou is het natuurlijk heel leuk om dingen die je hebt geschreven te delen en te horen te krijgen dat iemand anders het goed vindt, maar soms ben je zelf ook gewoon eens heel erg trots op iets wat je zelf hebt gemaakt. Over het algemeen word je echter raar aangekeken als je uitgebreid vertelt hoe goed je je eigen schrijfsels vindt, dus vraag ik het nu maar eens heel direct: op welk stukje tekst (dat kan één zin uit een verhaal zijn, of een hele paragraaf, of een gedicht, weet ik veel) ben jij heimelijk best wel trots? Bij het schrijven van welke woorden had jij echt een goed gevoel en staarde je met ontzag over je eigen schrijfkunsten vervuld naar je computerscherm? Gooi je bescheidenheid even overboord terwijl je antwoord geeft, want daar schieten we hier niets mee op. :Y)

    Zelf heb ik wel meer stukjes uit verhalen die ik nog steeds goed vind klinken, maar het meest recente heb ik twee dagen geleden geschreven en komt uit een Engelse In The Flesh fanfic (x). Ik weet dat het niet heel logisch zal klinken zonder context, maar goed. :'D
    “I love this,” Simon said, gesturing at the drawing of his own face, “but your self-portraits have something special to them.”
          It sounded like a very bad pick-up line (your self-portraits have something special - it’s you, baby) and Kieren felt a hysterical bubble of laughter well up in his chest. It didn’t get very far, though, because Simon was looking at him again, intense and earnest and maybe more than a little vulnerable.

    Het past gewoon mooi op zijn plaats in het verhaal en het is relatief luchtig zonder (naar mijn mening) out of character te zijn voor deze twee personages, wat iets is waar ik best wel wat moeite mee had, omdat ITF zich een stuk minder goed leent voor het soort plotloze fluff dat mijn specialiteit lijkt te zijn. Ik ben dus heel blij met wat het uiteindelijk is geworden.


    "Just words." "But good words. That's where ideas begin." - Star Trek, The Wrath of Khan

    Ik vind dit een erg leuk topic! Ik ga hieronder mijn stukje uit een MSV plaatsen. Het gaat over een Onbewoond Eiland. Het is met mijn mobiel geschreven en ik weet eigenlijk niet zo goed waarom ik er zo trots op ben. Misschien omdat ik zijn gedachtes weet te omschrijven, op een manier zoals hij dat ook werkelijk kan denken en voelen.

    Hij probeerde niet te kijken naar de dode lichamen of resten van lichamen die her en der verspreid waren. Plotseling werd alles wel heel serieus en hij kon zich nauwelijks voorstellen dat hij nog geen halve dag geleden met Maeghan lol had gehad in het meer. Dat hij nog geen vier dagen geleden thuis had gezeten, een beetje zenuwachtig voor de reis, maar vooral heel enthousiast en vol goede moed. Nu zat hij hier, omringd door lijken en criminelen, vast op een eiland met wezens waarvan hij had gedacht dat ze uitgestorven waren. Hij probeerde niet te denken aan het leven dat de doden hadden geleid, hun families die hen moesten gaan missen. Hij wilde er ook niet aan denken dat hij één van hen zou kunnen worden. Dat hij hier ook zou kunnen komen te liggen, als iemand waarvan de levenden zijn naam waarschijnlijk niet eens wisten.

    [ bericht aangepast op 4 aug 2014 - 0:26 ]


    If you want the rainbow, you gotta put up with the rain

    Door dit topic kwam ik ineens terug bij een verhaal dat ik was gestart maar links heb laten liggen. Alleen ik heb daar wel echt stukjes in geschreven waarop ik echt trots ben. Nu voel ik echt heel erg de neiging om het verder te gaan schrijven. :'D Laat ik dat doen na SOTY. :Y)
    In ieder geval; en ja het is vet dramatisch, maar geloof me, ik ben extreem dramatisch in mijn schrijven, en deze hoofdpersoon is ook een enorme dramaqueen, dus dat versterkt elkaar nogal.

    Geluiden lijken op te lossen, te storten in de bodemloze put van mijn geest vol complottheorieën en doemscenario's. De gangen flitsen voorbij alsof zij het zijn die vooruit rennen als halve zolen, in plaats van de twee tienerjongens, verdwaald in de wirwar die zich de wereld noemt. De wereld is hard, de wereld is vreemd, een plaats die wij denken te kennen, denken te kunnen temmen en vast te leggen op de millimeter nauwkeurig, maar in werkelijkheid complexer is dan wij hopen. Ik weet dat, omdat mijn geest bijna net zo vervormd is als de wereld zelf en daarom zal ik waarschijnlijk niet geschokt en verbaasd zijn, zal ik niet instorten op de vieze, oude vloer, als blijkt dat die ijselijke gil die zich constant blijft afspelen in de kerkers van mijn ziel veroorzaakt is door onverklaarbare gebeurtenissen. Of dat hoop ik alleen maar, daar ben ik nog niet helemaal over uit. Maar het is wel waar: ik rook het al in de regen die vanochtend neerstortte op de lieveheersbeestjesparaplu van mijn zusje, voelde het in de lauwe lucht die de wind met zich meeblies en zag het in Cal's ogen, omdat ook hij het wist. Ik ben Daniel. Ik ben bang voor mensen, maar niet echt voor monsters.


    "No one is born in this world to be alone."~ (Saul, One Piece.)

    Oh leuk topic zeg ^^ Ehm, ik schrijf zelf stukjes tekst onder de naam quotes en ik heb er twee die ik echt wel leuk vind:

    "Sanity sometimes means madness."

    &
    "All people have their own personal Nemesis. Something or someone... But sometimes you are your own Nemesis and those are the most difficult ones to help."


    Sidera nostra contrahent solem lunamque

    In h&m-uitverkooptempo jagen mijn vrienden er een fles Smirnoff en Petrikov doorheen. Kinderspul, als je je bedenkt dat een beroepsalcoholist een winterslaap zou kunnen doen in Joris' koelkast.

    Waarschijnlijk dit... Maar ik zal dan ook niet ontkennen dat ik mezelf soms ontzettend grappig vind. Je maakt je humor naar wat je grappig vindt, dus je moet jezelf af en toe wel grappig vinden. Toch?

    [ bericht aangepast op 4 aug 2014 - 0:55 ]

    Taiteilijan schreef:
    In h&m-uitverkooptempo jagen mijn vrienden er een fles Smirnoff en Petrikov doorheen. Kinderspul, als je je bedenkt dat een beroepsalcoholist een winterslaap zou kunnen doen in Joris' koelkast.

    Waarschijnlijk dit... Maar ik zal dan ook niet ontkennen dat ik mezelf soms ontzettend grappig vind. Je maakt je humor naar wat je grappig vindt, dus je moet jezelf af en toe wel grappig vinden. Toch?


    Briljant.


    If you want the rainbow, you gotta put up with the rain

    Oeh, wat leuk om te zien hoe uiteenlopend al jullie stukjes zijn. Heel verschillend, maar allemaal erg gaaf. ^^ Ik vind het sowieso altijd interessant om dit soort stukjes zonder context te lezen, want dan moet ik de rest zelf maar gokken. Het is alsof je één screenshot ziet uit een film.

    En het is mooi dat mensen dit een leuk topic vinden. Ik was al bang dat er helemaal niemand zou reageren, ghehe. :Y)


    "Just words." "But good words. That's where ideas begin." - Star Trek, The Wrath of Khan

    Square schreef:
    Oeh, wat leuk om te zien hoe uiteenlopend al jullie stukjes zijn. Heel verschillend, maar allemaal erg gaaf. ^^ Ik vind het sowieso altijd interessant om dit soort stukjes zonder context te lezen, want dan moet ik de rest zelf maar gokken. Het is alsof je één screenshot ziet uit een film.

    En het is mooi dat mensen dit een leuk topic vinden. Ik was al bang dat er helemaal niemand zou reageren, ghehe. :Y)


    Ik vind zoiets ook leuk, en dapper dat je het hebt geopend! Bescheidenheid lijkt af en toe zo'n epidemie hier...

    Leuk topic ^^
    Meestal is mijn schrijven bagger slecht, maar over dit stukje was ik wel redelijk tevreden.

    Weer een nachtmerrie — de reden dat ik nu klaarwakker over het meer van het uitgestorven park zat uit te staren. Tranen stroomden over mijn wangen en ik deed niet eens de moeite meer om ze weg te vegen. Het was niet alsof het de mensen hier ook maar iets kon schelen dat er een negentienjarige jongen jankend in het park zat.
    Sneeuw dwarrelde naar beneden en bedekte alles met een dikke witte laag dat het maanlicht, dat af en toe te zien was, zwakjes reflecteerde. Het was zo vreselijk koud. Het waaide en de wind sneed dwars door mijn kleding heen, en zonder er iets aan te kunnen doen begon ik te klappertanden. In een poging warmer te worden wreef ik mijn handen over mijn bovenarmen, maar ze waren te koud en het hielp niet.
    Ik stond op. Mijn spieren waren verkrampt door het lange stilzitten en mijn vingers trilden zo erg dat het niet lukte om het bovenste knoopje van mijn dunne blouse dicht te doen. Nou ja, dan niet. Het zou toch niet lang meer duren voor de kou me echt te pakken zou krijgen en ik onderkoeld raakte.
    Ik vroeg me af of het misschien beter was geweest als ik in het onderzoekscentrum was gebleven. Daar was tenminste een bed om in te slapen en een kachel om ons warm te houden. We kregen er te eten — nou ja, meestal — en er was een douche. Als je er zo over nadacht hadden we het toen zo slecht nog niet. Maar beelden van wat daar was gebeurd schoten door mijn gedachten en ik schudde mijn hoofd. Teruggaan? Nooit.

    [ bericht aangepast op 4 aug 2014 - 1:28 ]

    Mijn favoriete stukje is eigenlijk een aardig lang stuk, maar ik plaats hem lekker toch. :'D

    Heb je zin om vanmiddag nat kattenvoer in de snavel van een kraai te proppen?

    Rachel moest even lachen, wat haar een vreemde blik van de leraar opleverde. “Er staat een spelfout in het boek,” improviseerde ze snel.

    Kattenvoer? Jullie noemen jullie vogel Draak en voeren hem vervolgens kattenvoer? Wat is het volgende, een hondenhalsband? Een hamsterradje?

    Ze kon Bo vanuit haar ooghoeken een zachte grinnik onderdrukken toen hij het briefje las.

    Als je denkt dat we onze vogel tot superdier willen maken, dan zit je in ieder geval niet in de verkeerde richting te denken.

    De letters waren nu ook op de buitenkant van het briefje zichtbaar en Nena deed er zo subtiel mogelijk over om het stiekem te lezen, maar het ontging Rachel niet. Toen ze het briefje weer terugkreeg, had ze een blanco papiertje al naast haar klaarliggen voor het antwoord.

    Ik weet niet of het wel zo'n slim plan is om hieraan mee te doen. Straks groeit Draak uit tot het soort enorme monster waar onze wereld niet tegen bestand is en ben ik plotseling een slechterik in een Marvel film. Dat loopt niet helemaal samen met mijn plannen om hierna nog een vervolgopleiding te doen.

    Bo glimlachte een beetje toen hij het briefje zag, maar Toby, die over zijn schouder meelas, hield zijn vuist voor zijn mond om zichzelf te laten stoppen met lachen. Hij greep dan ook het briefje voordat Bo de kans kreeg om te antwoorden en kwam zich er met zijn groene gel pen mee bemoeien.

    Het is inderdaad vast een stuk moeilijker om je te concentreren als The Avengers komen om je te stoppen, zeker als we uitgaan van de filmversie met Chris Evans.

    Rachel trok haar wenkbrauwen op. Ze had nooit gedacht dat Toby, van alle mensen hier, genoeg tijd en moeite had geïnvesteerd in de Marvel films om de acteurs bij naam te kennen.

    Misschien dat jij daarvan afgeleid raakt, maar om eerlijk te zijn is Chris Evans mijn type niet. Toch lijkt het me inderdaad wel moeilijker om een diploma te halen als ik constant in elkaar gebeukt word door de Hulk.

    Bo las het briefje vluchtig door, trok één wenkbrauw op naar Toby en gaf het toen door zonder er iets op te schrijven. Die kende de films niet.

    “Jouw type niet” als in, liever Scarlett Johansson?

    “Mijn type niet” als in, liever helemaal niemand. Knappe koppen zijn mijn ding niet helemaal. Ik heb liever een knap plot, of een knappe dialoog, of een knappe, onnodige explosie die ze erin monteerden omdat het kon.

    Dan zitten we beiden bij Marvel aan het juiste adres.

    Dus, heb jij liever Scarlett of Chris?


    Bo had het allang opgegeven om het briefje te lezen, waar Rachel ergens wel blij mee was. Ze had er geen problemen mee als mensen wisten waar haar interesses lagen, maar als haar vermoedens correct waren, kon dat voor Toby nog wel eens een ander verhaal zijn.

    Op welk vlak?

    Het knappe gezichtenvlak.

    Chris natuurlijk. Sorry Scarlett, maar dat was al een verloren gevecht toen je de ring instapte.


    Rachel glimlachte. Dus toch. Haar uitdrukking werd verbaasd toen er een moment later nog een ander briefje op haar tafeltje belandde.

    Ik val overigens ook op vrouwen, voordat je meteen conclusies gaat trekken. Wanneer het alleen op Chris en Scarlett aankomt, wint Chris het nou eenmaal.

    Ze stond op het punt om te antwoorden, toen er nóg een briefje op haar tafel belandde, deze keer in zwarte pen in plaats van blauwe.

    Het spijt me dat ik dit heel interessante gesprek over superhelden moet verstoren, maar wil je vanmiddag nou een superdier kweken of niet?

    Even staarde ze naar meneer van der Vaart, alsof ze aan het luisteren was naar zijn uitleg die zo mogelijk nog vager en onduidelijker was dan het werkelijk waardeloze boek waar ze dit jaar uit werkten, voordat ze zich weer over het briefje boog en er een vlug antwoord opkrabbelde.

    Ik had graag gewild, maar ik moet vanmiddag de superhond uitlaten. Bovendien zijn twee mensen meer dan genoeg voor één zo'n beestje, toch? Doe hem maar de groetjes.

    Bo zag er niet echt uit alsof hij Draak de groetjes ging doen toen hij het briefje had doorgelezen, maar een of andere onverstaanbare opmerking van Toby deed zijn mondhoeken toch weer omhoog kruipen, of hij het nou wilde of niet.


    Ik kijk uit het raam, naar de lucht en de zon, ik loop naar buiten en flikker van het balkon.

    MT'tje voor morgen

    Ik heb niet vaak dat ik echt trots ben op stukken die ik geschreven heb, maar deze stukjes komen denk ik wel boven aan mijn lijstje.

    Her eyes were icy blue. They were the type of eyes that could cut through you with one look, or could melt if you gave them something warm enough. My eyes are a rich, hot chocolate brown, so in theory I was the perfect person to melt her cold eyes. And I did. I melted her eyes, and she cooled mine down, until we fit together perfectly. We were polar opposites in everything, not just our eyes. Maybe that’s why we were each other’s perfect match.

    She said goodbye to the kitchen, where she had enjoyed countless meals. She said goodbye to the living room, where all the screaming that neighbours used to complain about had happened. She said goodbye to Miles’ room, where her and Maddie had snuck into a million times, trying to find something that would make her brother less ‘perfect’. She said goodbye to the guest bedroom, where lots of mice would’ve enjoyed the feast of crumbs on the floor after every sleepover. Lastly, she said goodbye to Maddie’s bedroom, which had been Cleo’s safe haven, her comfort whenever she was feeling down. The thought of never seeing this room again made Cleo want to fall to the floor and cry, but she couldn’t. She owed it to Madeline to stay strong.


    Tell her she's beautiful, wonderful, everything she doesn't see

    Eventjes een "Dit topic is van mij!^^", aangezien ik momenteel op mijn mobiel ben. (:


    • It is often the biggest smile, that is hiding the saddest heart. •

    Ik drop lekker het eerste hoofdstukje van Glarry hier neer. Waarom ik er trots op ben? Het is mijn eerste comedy, en door Glarry ben ik erachter gekomen dat ik dat best schrijven kan! Verder vind ik dat genre ook het leukste om te schrijven. En mensen laten lachen is gewoon heel leuk!

    Harry Potter pov.:

    Ik kijk naar je. Je bent zo rond en toch zo iel. Ik zie mijzelf weerspiegeld wanneer ik je vastpak met mijn handen en dan door je heen kijk. En wanneer ik je op heb zie ik alles helder. Jij bent hetgeen wat mijn leven dragelijk maakt. Jij bent mijn bril, wat alles scherper maakt.
    Van mijn nachtkastje pak ik een doekje. Niet zomaar een doekje, maar een poetsdoekje. Speciaal voor jou. Met het doekje tussen mijn vingers in poets ik je schoon, net zo lang tot elk vlekje verdwenen is. Ik wil namelijk niet dat je vies bent of beschadigd raakt. Daarom leg ik je dan ook elke avond op mijn nachtkastje naast Poetsdoekje, zodat je veilig bent wanneer ik slapen ga, en ik je toch snel kan pakken wanneer er iets is.

    Terwijl ik bezig ben je schoon te poetsen gaan mijn gedachtes met me aan de loop. Ik stel me voor hoe we samen in een groot weiland zijn, en heerlijk op en neer springen van geluk. Hoe jij me aankijkt met je ronde glazen en me eigenlijk wil vertellen hoeveel je van me houdt. En dat we samen zullen gaan wonen, in mijn huis natuurlijk. Ginny zal me wel haten, omdat ik het met haar uit zal moeten maken om bij jou te zijn. Maar dat maakt niets uit. Zolang wij maar samen zijn. Jij en ik.

    Na het poetsen kijk ik je aan met een glimlach van oor tot oor. Mijn glimlach verdwijnt echter al gauw wanneer ik in de gaten heb dat ik je té hard heb opgepoetst. Mijn lieve schat, je hebt een kras op je glas! Hevig wrijf ik weer over je glas heen met Poetsdoekje, maar de kras gaat er niet door weg. Ik zet je op mijn neus om beter vast te kunnen stellen hoe erg de schade is. De schade is erg, zeer erg. Ooh, was er maar een ziekenhuis voor brillen, dan had ik je er gelijk mee naartoe genomen! Precies op het moment dat ik op het punt sta om helemaal in paniek te raken, komt Hermelien de jongensslaapzaal binnen.
    'Hoi Harry. Het is bijna tijd voor het avondmaal. Kom je ook?' vraagt ze me. Met jou nog op mijn neus ren ik naar Hermelien toe en pak ik haar stevig beet bij haar schouders. Met een angstig gezicht kijk ik haar aan.
    'Hermelien, het is erg!' zeg -bijna schreeuw- ik tegen haar. Verbaast kijkt ze me aan.
    'Wat is erg, Harry? O nee, je hebt toch niet iets gezien wat te maken heeft met Jeweetwel, of wel? Je moet je gedachtes leren afsluiten, Harry!'
    'Nee, nee! Het gaat niet over Voldemort, het is veel erger dan Voldemort!' ik kan zien aan Hermeliens gezicht dat ze er niets van snapt. Met een luide zucht zet ik je dan ook af en laat ik je aan haar zien.
    'Kijk dan! Er zit een kras op het glas van mijn bril! Wat moet ik nou? Straks gaat 'ie dood! En ik wil niet dat mijn bril dood gaat, want ik heb hem nog nodig.' vertel ik haar. Even kijkt Hermelien me aan alsof ze met stomheid geslagen is. Dan barst ze in lachen uit.
    'Harry! Zo erg is het niet om een krasje te hebben op je bril. Sowieso kun je ook een andere bril kopen. Maar goed, ik zal je bril wel even maken.' lacht Hermelien, en ze pakt haar toverstok uit haar zak. Ze mompelt iets, en een spreuk wordt op je afgevuurd. Ik zie hoe de kras in een flits van je af verdwijnt.
    'Hier, alsjeblieft.' zegt Hermelien, en ze zet mijn bril op mijn neus. De kras is helemaal weg en ik kan zelfs beter zien dan eerst!
    'Bedankt, Hermelien.' zeg ik opgelucht, en Hermelien loopt de jongensslaapzaal weer uit.
    'Vergeet niet om op tijd te komen bij het avondmaal!' roept ze me nog na, maar ik sla de deur al dicht. Ik zet je van mijn neus af en laat mijn handen over je gerepareerde glas heen strijken. Mijn schatje is weer zo goed als nieuw. Ik breng je naar mijn lippen toe en geef je voorzichtig een kus. Duizenden vlinders fladderen door mijn buik. Ik ben verliefd op je. Ik ben stapelgek van je.
    Ja, ik ben verliefd op mijn bril.


    Oh, en op deze zin ben ik ook heel trots. Het is dan wel maar één klein zinnetje, maar ik vind het toch wel de leukste zin die ik ooit geschreven heb!
    Zijn bril was een stukje Harry, en zonder het stukje Harry was Harry niet Harry!


    • It is often the biggest smile, that is hiding the saddest heart. •

    Geen idee waarom, maar ik vind dit stukje leuk van mezelf:

    Ik was van weeshuis naar weeshuis getrokken, van pleeggezin naar pleeggezin. Ik was de dochter geweest van een graaf en van een boer, ik was de leerling geweest van een kleermaker en van een genezer. En vandaag was ik de onbetaalde meid van de dikke herbergier Louis, die er plezier in schepte om me te zien kruipen voor al wat leefde.
    Het leven had me maar één ding geleerd: overleven was al wat ik kon doen tot het onvermijdelijke er uiteindelijk een einde aan zou maken.
    Maar ’s nachts, veilig weggestopt in de warmte van mijn bed, veranderde alles.



    Het leek me te roepen, aan me te trekken als een magneet die nét buiten mijn bereik lag.
    Het prachtige ei leek echter nooit sterk genoeg om me uit bed naar hem toe te trekken. Dus werd ik iedere ochtend weer wakker, overstelpt door het verlies van iets wat nooit van mij was, en zelfs nooit bestaan had.


    [ bericht aangepast op 4 aug 2014 - 11:12 ]


    Failure is the opportunity to begin again, more intelligently.

    Meerdere stukjes, onderste is een op zichzelf staand waargebeurd verhaal, die daaronder een fragment uit een verhaal. (Eigenlijk wil ik dat hele hoofdstuk hier dumpen, maar dat doe ik maar niet).

    De eerste keer dat ik haar zag, zaten haar grijze haren in pieken rond haar hoofd. Ze glimlachte wat weemoedig. Haalde haar pinpasje door het grijze apparaat. Drukte de toetsjes in.

    “Het is lekker rustig vandaag,” zei ze en ik glimlachte terug zoals een kassiere dat beaamt te doen. “De sperziebonen waren in de aanbieding toch?” Ze wees naar de rieten mand waar haar spullen ingepropt waren. Ik knikte bevestigend.

    Ze was net zoals de vrouw met de drie pakjes sigaretten en de twee flesjes wijn. De vrouw die het gehandicapte jongetje achter haar een paar centen toestopte zodat hij kauwgom kon kopen. Ik vraag me af of er ’s avonds iemand is om koffie mee te drinken.

    Weken zag ik haar niet, tot ze aan de kassa verscheen. Hetzelfde mandje bungelde er om haar arm. Ze glimlachte weer, maar niet met dezelfde blik. Ze zag eruit alsof ze een jong meisje was, met de pop in haar handen geklemd, onder moeders vleugels. Alleen hield ze haar mandje vast in plaats van een porseleinen speelgoed.

    “Een prettig weekend,” zei ik de eerste keer en ze opende haar mond op iets te zeggen. Er kwamen brabbels en er kwamen horten en stoten van lettergrepen, maar er kwamen geen woorden. Ze slikte haar zinnen in en knikte me hetzelfde toe.

    De week erop deed ze nog harder haar best. “Dada-ha-da-geh-wel,” was alles wat ze kon produceren. Ze haalde haar schouders op alsof ze schuldig was. Alsof ze wilde zeggen, “sorry dat ik geen fatsoenlijke woorden meer kan spreken en toch de zinnen voel.” Hoe stel je iemand op haar gemak als ze zichzelf niet meer kan verwoorden?

    Iedere week zie ik een stukje meer van haar verdwijnen, oplossen. Geabsobeerd door de wereld om haar heen. Haar woorden worden de woorden van anderen. Mensen die haar zinnen af maken omdat zij het niet meer kan.

    We knikken en glimlachen nu slechts nog maar, zodat geen van ons beide de last van de stilte hoeft te dragen.

    Dat is het leven, zegt men dan. Maar ik vind het fucking oneerlijk. Met haar kleine varkensoogjes, haar vergoelijkte lach en de ingeslikte gedachtes die ze bij haar draagt.

    Ik heb haar al een poosje niet meer gezien.


    Ik zeg er maar even bij: NIET LEZEN als 'Omdat je ontbreekt' volgt!
    De stilte was ondraaglijk. Alles in huis maakte lawaai behalve de persoon van wie ik een oorverdovende ontkenning wilde horen.
    “Ik denk het wel.”
    “Het kan niet. Het kan gewoon niet. Ik heb hem nodig, Célia, ik heb hem nodig.”
    “Ik weet het, Morgan. Hou je rustig. Ik ben over twaalf minuten bij je.” Een pieptoon was het laatste wat ik hoorde voor ik me in de berg kussens op mijn bank stortte. Ik verborg mijn hoofd net zo ver tot de wereld om me heen verdwenen was. Opgelost in de ruimte om me heen. De stilte als een troostende deken over mijn lichaam gespreid. Ik dacht aan zijn sterke handen. Onze eerste echte nacht. Zijn liefkozingen. De groene kijkers die me in vervoering brachten en meelokten naar zoveel mooie plaatsen. Ik hield van hem, maar ik had het hem nooit gezegd. En ik kon het ook nooit meer zeggen. Bij die gedachte kwam er een nieuwe huilbui opzetten die ik probeerde te smoren door mijn gezicht in de kussens te duwen, net zo lang tot het dons uit de randjes piepte. Hij sprak mooie woorden. Hij kon proza maken van krantenartikelen. Mijn lieve Antonio.
    Zodra de bel ging duurde het een aantal minuten voor ik door had hoe ik ook al weer moest bewegen. Inmiddels werd het knopje nog een keer ingedrukt en een snerpend geluid trok door merg en been. Alles was te veel. Alles was te weinig.
    De deur opende en Celia staptte nog sneller over de drempel dan dat haar dikke toet van een buik zich door de opening kon wurmen. Ze nam me in haar armen en streelde me zachtjes over mijn rug. “Stil maar, stil maar.” Haar woorden deden de weggedrukte huilbui opleven en ik huilde als een klein kind terwijl ze me steeds steviger vast pakte.
    “Het is al goed. Rustig aan.” Ik wilde eigenlijk naar haar schreeuwen dat het oneerlijk was dat ze het woord goed in deze kamer uit sprak. Het was niet goed. Niets was goed. De wereld was oneerlijk. Waarom hij?

    Na een poosje stilstaan was ik veranderd in een slap vaatdoekje dat weinig meer kon dan knikken en haar ogen dichtknijpen tegen het felle zonlicht. Célia begeleidde me naar de bank en drapeerde een fleecedekentje over me. In de keuken zette ze de waterkoker aan. We zwegen. Er waren simpelweg geen woorden om te zeggen.
    Met haar vingers om de theekop gevouwen, keek ze me doordringend aan. Het geurde naar kamille. Dat zou me moeten kalmeren.
    “Hoe voel je je?” vroeg ze uiteindelijk. Leeg, wilde ik zeggen. Dat was waarschijnlijk het beste om mijn gemoed te beschrijven. Opgegeten. Kaalgeplukt.
    “Ik kan niet voelen.” Ze knikte alsof ze begreep wat ik bedoelde. Haar warme handen lagen inmiddels op haar ronde buik waar haar wondertje in groeide. Hij zou haar kindje nooit meer zien. Hij zou haar nooit meer zien.
    “Zelfs de zonnige dingen worden opgeslokt door de wolken.” Voorzichtig nam ik een slokje thee. Het brandde in mijn mond. Het was aangenaam. Misschien kon ik toch nog een beetje voelen.
    “Je klinkt als hem,” zei Celia en ze legde haar handen op mijn benen. Haar lippen krulden een paar millimeter op alvorens haar ogen een vorm van medelij uitstraalden.
    “Dat is niet waar,” zei ik ferm, “zijn woorden waren van ontelbare waarde en pasten precies in de situatie, in het moment en vertolkten alles wat hij zeggen wilde.” We zwegen opnieuw. De klok aan de turquoise muur gaf half zes aan. Nog 18 uur voor mijn verrassingsvlucht naar Spanje zou vertrekken. Ik had een halfjaar gespaard om twee maanden bij hem te kunnen blijven, als goedmakertje voor alle ongeschreven antwoorden op zijn hartverwarmende brieven. Nu vloog ik naar zijn afscheid. Zijn begravenis. Zijn allerlaatste dag.
    “Hij was alles wat ik niet was en wat ik nooit zou kunnen zijn. Hij was Antonio, mijn liefdevolle Spaanse held. En ik hield van hem.”