• Omdat under the dome straks weer begint wil ik gewoon een RPG maken

    Alles is normaal in Westerfield, Maine Amerika. Iedereen leid zijn dagelijkse leven, werkt in de winkel, in het ziekenhuis, bij het tankstation, in het café etc. De dag begon normaal, maar ineens gebeurde er iets vreemds; Alles begon te trillen en even was alles stil, tot er een onzichtbare koepel over Westerfield neerstreek. Alleen Westerfield en alles wat erbij hoort is ingesloten. Er is geen weg in of uit. Hoe komt deze koepel daar? Wie heeft het gedaan en waarom? Mobieltjes, laptops en alle andere technologische dingen werken niet meer. De waterdruk is weggevallen, stroomdraden zijn doorgebroken en mensen met een generator hebben alleen nog stroom. Zal dit het einde betekenen voor Westerfield, of is er altijd nog hoop?

    HOUD MANNEN EN VROUWEN GELIJK. LEEFTIJDEN VERSCHILLEND
    Praattopic
    Rollentopic

    Binnen de koepel;

    Mannen;
    - Brody Easton | 17 | Café | Aia
    - "Hunter" Cameron Hunter McCarter | 25 | Aia
    - "Vladimir" Dimitry Mikhail Stanislav | 25 | | Tankstation | Diancie
    - Owen Carter | 7 | Auryon
    - Wyatt Morello | 28 | Klusjesman | Handles
    - John Morgers | 41 | Politie | Nuevo
    Please_Charon
    - Ian Lucas Gray | 22 | Daggers
    - Raven Dakotah Valentine | 24 | Docent | Vandinha

    Vrouwen;
    - Elizabeth Quinn Hillsborough | 24 | Ziekenhuis | Kit
    - Lucy Vanessa Gray | 20 | Café | Daggers
    - Kaelena Blackburn | 22 | Bakker | Nuevo
    - Beth Harper | 21 | Ziekenhuis | Auryon
    - Abbigail Morgers | 18 | Winkel | Please_Charon
    - Nathalie Easton | 29 | Politie | Handles

    Buiten de koepel;
    Mannen;


    Vrouwen;


    Buursteden;
    Aan het Westen van Westerfield ligt Old Mill, een klein stadje gebouwd om een molen. Deze ie heilig voor het stadje
    Aan het Oosten ligt Griffinlake. Dit stadje ligt aan een groot meer. Dit stadje is opgericht door Johan Griffin
    Aan het Noorden ligt Norfield. Omringd door grote stukken weiland en is bekend door de vele boerderijen.

    Regels;
    Minimaal 200 woorden, dit is heel makkelijk
    Geen perfecte personages
    Neem zoveel als je wilt, als je maar niemand verwaarloosd
    Alleen je eigen personage besturen
    Lol hebben. Ik heb niet veel regels omdat ik eens makkelijk wilde zijn, maar houd je alsjeblieft aan de regels oké

    Tien uur in de morgen op een Woensdag. Alles loopt normaal. Iedereen is werken, aan het klussen, slaapt nog etc.
    Plots begint alles te trillen en niemand weet wat hen overkomt. Een stilte van welgeteld drie seconde, daarna een luide bonk en een felle flits. Westerfield is gevangen. Gevangen in een koepel.

    [ bericht aangepast op 1 aug 2014 - 13:59 ]


    Ich liebe dich 27.12.23

    Elizabeth Quinn Hillsborough.



    Het enige waar ik nu naar snak is de sigaret die ik een vijftal minuten geleden op de grond heb laten vallen. Mijn witte verpleegsters outfit zit onder het bloed – mijn haar hangt in mijn gezicht en mijn ogen zijn groot van alles dat ik net heb gezien. De wachtkamer is overvol en zelfs buiten staan patiënten die al zijn flauwgevallen. Ik moest net langs de meesten om te kijken welke de ergste gevallen waren – die hebben nu voorrang. Er zijn al vier mensen die net zijn overleden en waarschijnlijk is de helft nog niet genoteerd. Ik ren naar de balie toe en pak de telefoon op. Zo snel als ik kan tik ik het nummer van de lokale politie in maar ik krijg niets – geen signaal. Fijn, dat kan er ook nog bij. Mensen lopen door elkaar en naar elke verpleegster en arts die ze zien, kortom: een enorme chaos. Er zijn hier zelfs mensen die niets hebben en gewoon willen weten wat er aan de hand is. In totaal zijn er nu vijf verpleegsters en twee artsen aanwezig en waarschijnlijk zullen er niet meer kopen. Westerfield is een rustig, klein dorpje. We hebben niet een groot ziekenhuis nodig. Ik heb al toestemming gekregen om ook te opereren maar ik laat dat liever aan de artsen over. Ik hecht en verbind wel.
    'Ik heb een dokter nodig! Ik heb een man in een auto zitten die een hand mist!' Gilt een meisje – waarschijnlijk jonger dan mij. Ik draai me om naar Jane — een van mijn collega’s. “Ik houd het hier wel rustig – loop jij maar met haar mee.”
    Ik loop naar het meisje toe en draai me om naar de brancard kamer. Het is een kamer waar extra brancards in staan – voor als we extra nodig hebben. Het lijkt me nu wel een goed moment. Ik ren naar binnen en zet de brancard snel vast zodat ik hem kan bewegen op de wielen. Ik pak ook een extra doos. Het is geen EHBO-doos aangezien hier wat betere materialen in zitten. Hierin zitten de benodigden om iets te verbinden en te hechten, ook staan er andere middelen bij. Met de brancard voor me ren ik achter het meisje aan naar de auto. Ik ruk de passagiersdeur open en merk op dat de man op het punt staat om flauw te vallen. Ik wenk het meisje. “Ik moet hem de auto uit krijgen.”
    Gelukkig is de man nog net genoeg bij zijn positieven om op te staan en naar de brancard te strompelen. Zodra hij erop ligt verlies ik hem. “Ik moet hem verbinden.” Meld ik het meisje. Ik pak de doos op en pak eerst het ontsmettingsmiddel. Ik maak de wond schoon en pak het verband om zijn wond te verbinden. Ik kan nu niet veel voor de man doen. Ik pak een spuitje waar morfine in zit – niet enorm veel, maar genoeg om de pijn weg te halen. Ik spuit het bij hem in en berg dan alles op. Ik wend me naar het meisje. “Wat is er aan de hand?”


    " icarus had loved the sun, and so daedalus lost his. "

    Brody Easton - Buiten het café | bij de koepel

    Mijn ademhaling was gejaagd. Ik kon niets doen, ik kon de deur niet vinden. Die persoon is vast dood. Hoe kan het ook anders. Maar waar reed hij tegen aan? Hoe kan die auto ineens in een wrak eindigen. Ik hoorde iemand aan komen rennen.
    "Holy shit, wat is hier gebeurd?" het gemompel herkende ik, het was Wyatt. Ik keek naar hem. "Wat is er gebeurd?" hij keek me onderzoekend aan. "Alles goed met jou?" vroeg hij toen.
    "Met mij wel," zei ik toen ik eindelijk een weg kon vinden om te praten. "Maar met die bestuurder..." ik haalde mijn vinger langs mijn keel omdat ik wel zeker zou weten dat hij gestorven was. Ik beet even op mijn onderlip en slikte toen. "Wyatt, het was zo vreemd. Die auto reed langs en ineens- squash," ik probeerde een geluid te maken dat leek op de impact die de auto gemaakt heeft. Ik merkte dat ik wat trilde door de adrenaline die door mijn lichaam raasde. "Het lijkt wel of er wat staat." Alsof ik word begeleid loop ik vooruit, met één hand gestrekt. Wanneer ik ergens tegenaan kom, waar de auto waarschijnlijk tegen gecrashed is, krijg ik een stroomstootje.
    "Ai-" ik trek mijn hand terug en bekijk deze. Dan kijk ik weer voor me. "Er staat hier iets," zeg ik terwijl ik me naar Wyatt omdraai. "Wat is het... waar is Nathalie?" vroeg ik toen in lichte paniek. Ik dacht niet eens aan mijn ouders, maar aan mijn zus.


    Ich liebe dich 27.12.23

    Nathalie Easton - politieagente

    "Ja," hoor ik terug komen, het komt uit de richting van zijn kantoor. Ik loop erheen, maar zie hem ondertussen al met grote passen aankomen lopen. Zijn gezicht staat bezorgd. "Weet jij wat er net is gebeurd? Nee zeker. Het zal in elk geval niet veel goeds zijn." Hij vraagt het eerst, maar geeft dan antwoord. Ik schud met mijn hoofd. "De telefoon doet het niet meer, net zoals het licht..." zeg ik aarzelend. Ik ben te bezorgd om chagrijnig tegen hem te reageren omdat hij mijn eigen antwoord niet eens afwacht en aanneemt dat ik van niks weet.
    "We kunnen maar beter buiten gaan kijken wat er aan de hand is, voor er paniek uitbreekt," besluit ik voor ons, waarna ik de sleutels van een politieauto van het rekje pak dat aan de muur hangt en ik met grote, gehaaste passen richting de uitgang ga. Ik heb al aangenomen dat waarschijnlijk de stroom in het hele stadje uitgevallen moet zijn, misschien is er nog wel wat ernstigers aan de hand vanwege de luide bonk en de lichtflitsen.
    We hoeven niet eens in de auto te stappen, op straat is het al chaos. Er zijn mensen naar buiten gekomen, verward, vragend, nieuwsgierig. Een enkel in paniek. Het ziekenhuis en het politiebureau zullen wel de eerste plekken zijn waar mensen heengaan, dus misschien is het toch niet zo verstandig om weg te gaan. Hierdoor draai ik me weer om naar John. "Wil je hier blijven, of de stad in?" vraag ik de agent met meer ervaring dan ikzelf uiteindelijk toch maar om advies.

    Wyatt Morello - Klusjesman

    Het duurt even tot Brody antwoord geeft, hij lijkt wel in shock te zijn. "Met mij wel," zegt hij dan uiteindelijk. "Maar met die bestuurder..." Zijn vinger haalt hij langs zijn keel heen om aan te geven dat hij waarschijnlijk dood is. Hij bijt op zijn onderlip en slikt, mijn blik glijd naar het rokende wrak. "Wyatt, het was zo vreemd. Die auto reed langs en ineens- squash." Hij probeert het geluid na te doen. "Het lijkt wel of er wat staat." Terwijl Brody naar voren loopt, kijk ik door het raampje van de auto naar binnen, bij de bestuurderskant. Degene is hoogstwaarschijnlijk dood ja, aan de manier te zien dat de persoon door een groot gat in zijn voorhoofd bloed. Misselijk kijk ik wel.
    "Ai-" Hoor ik dan van zijn kant komen. Hij heeft zijn hand ertegen gehouden en daarna terug getrokken. "Er staat hier iets," zegt hij als hij zich naar mij omdraait. "Wat is het... waar is Nathalie?" Brody begint in paniek te raken. "Nathalie?" herhaal ik hem eerst, tot ik aan zijn zus denk. "Oh, waarschijnlijk op het bureau, denk ik. Bel haar anders even." Ik vis mijn telefoon uit mijn broekzak en toets het nummer in, waarna ik de telefoon aan Brody doorgeef. "Daarna het ziekenhuis, denk ik maar..." Mijn blik blijft hangen op de verongelukte auto. Ik zou niet weten wie we anders moeten bellen.


    Your make-up is terrible

    Cameron Hunter McCarter - Onderweg naar het ziekenhuis

    Ik had nog even bekeken wat het kon zijn, maar ik werd er niet wijzer uit. Aangezien ik niet door kon rijden, waar ik me dood aan ergerde, stapte ik in Freddie en reed ik de weg terug. Ik probeerde nog een poging de radio te fiksen, maar niets leek te werken. Zelfs de radio verwijderen had geen nut. Geen telefonisch bereik, geen radio, wat nog meer niet? Geen stroom? Net toen ik dat dacht zag ik een stroomkabel naast het asfalt liggen. Het vonkte niet, dus er was echt geen stroom. Een zucht verliet mijn mond en geïrriteerd reed ik verder, tot ik bij het ziekenhuis aankwam. Overal liepen gewonde mensen. Ik parkeerde Freddie overdwars en stapte uit. Ik bekeek mezelf even in het raam, het bloeden van mijn wenkbrauw was gestopt. Ik ben ook een enorme kluns.
    "Hé!" riep ik naar een jonge dame die schreeuwde dat ze een man had gebracht diens hand eraf lag. "What the fuck is er gebeurd?" Ik liep verder naar binnen. Ze was in gesprek met één van de verpleegsters. Ik bekeek het jonge stukje vlees even. Blondine, maar niet echt mijn smaak. Ik sloeg mijn armen over elkaar en hoopte, nee, wachtte op antwoord van een van de twee. Als zij meer zouden weten dan kon ik weg uit dit stadje, ik had er nu al genoeg van.

    [ bericht aangepast op 31 juli 2014 - 22:34 ]


    Ich liebe dich 27.12.23

    Brody Easton - Bij de koepel

    "Nathalie?" herhaalt Wyatt mij. Even kijk ik hem vragend aan. Hij kende haar wel toch. Dit ding maakt ons in de war. "Oh, waarschijnlijk op het bureau, denk ik. Bel haar anders even." hoorde ik Wyatt toen zeggen. Ik knikte en pakte zijn mobiel aan. Ik drukte op de groene knop. "Daarna het ziekenhuis, denk ik maar..." Ik knikte en luisterde.
    "Hoort hij zo stil te zijn?" vraag ik na een tijdje omdat er geen geluid is. Ik kijk op het schermpje en zie dat er helemaal geen bereik is. "Het bereik is weg," zeg ik dan en ik frons even. Ik kijk om me heen en zie nu pas dat er mensen om de auto heen zijn verzameld. "Onbeschoft..." mompel ik en ik kijk Wyatt aan. "Kun je mij naar het politiebureau brengen?" vraag ik dan. Ik wil weten of Nathalie oké is, ze is mijn zus en mijn alles. Ze betekend meer voor mij dan mijn ouders. Ik vond het al doodeng dat ze bij de politie wilde werken. Straks overkwam haar wat of zo. Ik houd Wyatt zijn mobiel naar hem toe en kijk hem recht aan. Plots had ik geen spierkracht meer en viel op de grond waarna ik begon te trillen. Ik mompelde iets, iets dat leek op sterren en roze lijnen.


    Ich liebe dich 27.12.23



    "De telefoon doet het niet meer, net zoals het licht..." Hoor ik Nathalie zeggen. Ik knik en frons mijn hoofd. "We kunnen maar beter buiten gaan kijken wat er aan de hand is, voor er paniek uitbreekt," Ik stem met haar in en en samen lopen we naar buiten. Gelijk schrik ik. Oké, dit was een soort rare toestand, maar er was een veel grotere paniek dan ik op het eerste gezicht had gedacht. Mensen renden rond, sommigen misten lichaamsdelen. Totale chaos, meer kan ik er niet van zeggen. Mijn ogen voel ik langzaam groot worden en er zit een brok in mijn keel. Dit kan grote gevolgen hebben. We zijn dit niet zomaar vergeten. de inwoners van deze stad zullen deze dag nog jarenlang herinneren. Ik vraag me ook af, wat er is gebeurd. De trillende grond was toch niet zo erg geweest dat het mensen daadwerkelijk heeft verwond? Hoe kan dat dan gebeurd zijn? Momenteel weet ik niet veel, maar wat ik wel weet is dat ik wil uitzoeken wat er gebeurd is. "Wil je hier blijven, of de stad in?" Zegt Nathalie toen we bijna bij de auto waren. Even was ik verbaast. Meestal trekt ze zelf conclusies. Tijd om er lang over na te denken is er in elk geval niet. Het zou inderdaad misschien handiger kunnen zijn als we hier zouden blijven, maar aan de andere kant. Wat moeten we dan tegen de mensen zeggen, vooral als we zelf nog niets weten.
    "Ik denk dat het misschien handiger is als we gaan. Op zoek naar iets wat iedereen nu wel nodig heeft denk ik. Overzicht. We moeten weten wat er aan de hand is. We rijden langs het hele dorp. Als eerst kijken we of er iets verdachts of opmerkelijks te zien is wat al die mensen heeft kunnen verwonden. Dat kan niet gedaan zijn door die aardbeving of wat het ook was. Het was iets anders, dat moet wel. In het begin zullen we niet veel tijd hebben om ergens rond te hangen en vragen te stellen aan inwoners. Misschien een snel gesprek, maar meer niet. Ik wil echt weten wat er op elk punt in deze stad gebeurd." Als ik ben uitgepraat kijk ik Nathalie weer aan. "Wat vind jij ervan?" Vraag ik haar. Wie weet heeft zij een beter plan. Mijn voornaamste doel is kijken of er nergens iets vreemds aan de hand is. Ik kan hier wel mensen gerust gaan stellen, maar misschien is er op een andere plek in dit dorp iets aan de hand waar ik vanaf wil weten.

    Abbigail Morgers
    Er kwam een zuster aangesneld. Ze keek even naar de gewonde man. 'Hij moet de auto uit.' De man keek haar met wazige ogen, stond op en wankelde naar de brancard. Eenmaal daarop zag ik hem wegvallen. 'Ik moet hem verbinden.' Ik knikte. Met de minuut werd ik misselijker. Meestal kon ik wel goed tegen bloed maar dit verschrikkelijk beeld maakte me heel misselijk en ik wist dat de bebloede arm mij heel lang zou blijven achtervolgen in mijn dromen. Ik slikte een beetje braaksel dat naar boven kwam weer weg. Opeens hoorde ik achter mij een geschreeuw: 'Hé! What the fuck is er gebeurd?' Ik draai me om en zie een grote gespierde man staan. Ik moest omhoog kijken om zijn gezicht te zien. Zijn ogen straalde arrogantie uit. Achter mij hoor ik de zuster ook vragen wat er gebeurd is.
    'Ik weet het niet,' gaf ik toe. 'Ik was gewoon aan het werk totdat er een aardbeving kwam. Ik hoorde geschreeuw buiten en toen vond ik een man die een hand mistte.' Ik keek het tweetal om de beurt aan. 'Ik ben best nieuwsgierig wat er aan de hand is aangezien ik denk dat het geen ongeluk was met al deze mensen hier.' Hoe langer ik binnen stond hoe meer bloed ik rook. Overal zaten mensen die lichaamsdelen mistten.

    [ bericht aangepast op 31 juli 2014 - 23:48 ]


    "Ignite, my love. Ignite."

    Elizabeth Quinn Hillsborough.



          "What the fuck is er gebeurd?" Gedesoriënteerd kijk ik naar de man die bij ons komt staan. Het is Hunter – mijn ex. 'Ik weet het niet. Ik was gewoon aan het werk totdat er een aardbeving kwam. Ik hoorde geschreeuw buiten en toen vond ik een man die een hand mistte. Ik ben best nieuwsgierig wat er aan de hand is aangezien ik denk dat het geen ongeluk was met al deze mensen hier.'
    Ik kijk naar het meisje en even ben ik jaloers dat ze er nog zo schoon bij loopt. Mijn witte verpleegstersjurk zit onder het bloed en mijn dieprode haar hangt in mijn gezicht. Ik zucht. “Het is duidelijk geen ongeluk. Het was enorm rustig voor die aardbeving, die lichtflits en die knal.”
          Mijn blik valt op een man achter Hunter – hij draagt een oude vrouw en mijn adem stokt in mijn keel als ik haar zie. Haar beiden benen liggen er af en volgens mij is ze al overleden. Ze laten een duidelijk bloedspoor achter en ik loop meteen op hen af. Samen met de man leg ik de vrouw op een andere brancard en ik koppel automatisch de beademing op haar aan. Daarna check ik haar hartslag. Terwijl ik dat doe vraag ik aan de man wat er is gebeurt. “Ze werd in tweeën gesneden. Er staat iets. Een onzichtbare muur. Ik weet het niet,” hij begint te huilen en schuldbewust kijk ik hem aan. Daarna blijf ik wanhopig zoeken naar een vorm van leven maar het is al duidelijk – ze is overleden. Ik koppel haar los van de beademing en kijk naar de man waarna ik zachtjes mijn hoofd schud. “Sorry.”
          Ik laat de man achter bij de vrouw zodat hij kan rouwen. Ik heb het meeste bloed snel opgeruimd en verder heb ik een deken over haar heen gelegd zodat het er niet meer zo erg uit ziet. Ik veeg mijn handen af aan mijn jurk en gris dan snel een ontsmettingsdoekje van de tafel. Zo gauw het bloed van mijn handen is loop ik weer naar Hunter en het meisje. “Die man zei dat er een muur is neergekomen – een onzichtbare,” vertel ik hen. Ik lip mijn lippen nat. Gister zou ik het niet gelooft hebben, maar met alle verwondingen die ik net heb gezien zou dat heel goed kunnen.

    [ bericht aangepast op 1 aug 2014 - 0:11 ]


    " icarus had loved the sun, and so daedalus lost his. "

    Abbygail Morgens
    'Het is duidelijk geen ongeluk. Het was enorm rustig voor die aardbeving, die lichtflits en die knal!' De ogen van de zuster dwalen af naar iemand achter de man. Ik keek met haar mee en wende gelijk mijn blik af toen ik de vrouw in de armen van de man zag liggen. Ik voelde mezelf nog misselijker worden. Tegelijkertijd dacht ik aan wat de zuster had gezegd. Een lichtflits, die had ik niet gezien. Misschien omdat er bijna geen licht in de winkel kwam vanuit buiten.
    De zuster kwam terug. 'Die man zei dat er een muur is neergekomen, een onzichtbare.'
    Ik keek haar ongelovig aan. 'Een onzichtbare muur,' herhaalde ik bedenkelijk. Ik zou willen beweren dat het niet zou kunnen, dat dat alleen maar in de boeken die ik las voor kwam. Maar ik kon er niet omheen, al deze mensen waren niet voor niks zo erg toegetakeld. Ik had zelf die man met mijn eigen ogen gezien. Ik moest weten wat voor muur, of je er echt niet door heen kwam, hoelang de muur was. Ik had zoveel vragen maar ik stelde ze niet. De mensen hier wisten de antwoorden niet, die moest ik zelf gaan zoeken. Er was misschien een vraag waar de vrouw wel antwoord op had.
    'Is er een plaats waar al deze ongelukken zijn gebeurd? Of zijn het verschillende plaatsen?' Maar mede dat ik de vraag stelde, wist ik het antwoord al. De man die ik hier heen had gebracht was alleen geweest. Ik had geen andere mensen gezien in de omgeving. De muur moest sowieso meters lang zijn. Maar hoelang?


    "Ignite, my love. Ignite."

    (Thanks voor het geduld op mij)


    Ich liebe dich 27.12.23

    Cameron Hunter McCarter

    "Ik weet het niet. " Ik rolde even met mijn ogen. Natuurlijk wist ze het niet, ze was blond. "Ik was gewoon aan het werk totdat er een aardbeving kwam. Ik hoorde geschreeuw buiten en toen vond ik een man die een hand mistte." Ik trok even een wenkbrauw op. "Ik ben best nieuwsgierig wat er aan de hand is aangezien ik denk dat het geen ongeluk was met al deze mensen hier." Ik haalde mijn schouders even kort op en snoof een keer.
    “Het is duidelijk geen ongeluk. Het was enorm rustig voor die aardbeving, die lichtflits en die knal.” Nu pas herkende ik haar, Elizabeth, kan het nog slechter? Ik had gehoopt haar nooit meer te hoeven zien of te spreken. Mijn god, het kan erger. Ik zie een man binnen komen met een vrouw in zijn armen. Elizabeth gaat eropaf en gaat ermee bezig.
    "Die man zei dat er een muur is neergekomen -- een onzichtbare." Elizabeth was teruggekomen en ik knikte.
    "Een onzichtbare muur," Herhaalde het blondje bedenkelijk. Nee een vissenkom, nou goed? "Is er een plaats waar al deze ongelukken zijn gebeurd? Of zijn het verschillende plaatsen?" vroeg ze na een kortste stilte. Toen begon ik me ermee te vermengen,
    "Die man heeft gelijk. Op de East road is ook een ongeluk gebeurt. Ik reed er met Freddie, mijn wagen, en er kwam een motorrijder tegemoet rijden. Hij klapte frontaal tegen iets aan. Ik ben uitgestapt om te hulp te schieten en kwam er tegenaan." Ik wees naar mijn wenkbrauw. "Dat ding gaf een soort stroomstootje toen ik ertegen aan kwam," vertelde ik en ik stak mijn handen in mijn zakken. "Wat het ook is, het heeft de wegen die van en naar Westerfield leiden afgesloten." Concludeerde ik. "Iets wil ons hier houden." Ik begon te lachen. Dit was nonsens. Waanzin.


    Ich liebe dich 27.12.23

    Aia schreef:
    (Thanks voor het geduld op mij)


    (We hebben toch niet extreem veel verder gespeeld? Er is alleen een gesprek gaande waar twee zinnen in gezegd zijn.)


    "Ignite, my love. Ignite."

    Elizabeth Quinn Hillsborough.



          'Een onzichtbare muur,' herhaalt het meisje. Peinzend knik ik. 'Is er een plaats waar al deze ongelukken zijn gebeurd? Of zijn het verschillende plaatsen?' Ergens heb ik heb gevoel dat ze het antwoord al weet. "Die man heeft gelijk. Op de East road is ook een ongeluk gebeurt. Ik reed er met Freddie, mijn wagen, en er kwam een motorrijder tegemoet rijden. Hij klapte frontaal tegen iets aan. Ik ben uitgestapt om te hulp te schieten en kwam er tegenaan. Dat ding gaf een soort stroomstootje toen ik ertegen aan kwam. Wat het ook is, het heeft de wegen die van en naar Westerfield leiden afgesloten. Iets wil ons hier houden."
          Ik verwerk alle nieuwe informatie die ik net heb gekregen snel. “Die muur moet kilometers lang zijn,” voeg ik toe. “Niemand kan het daar neergezet hebben – zo, ineens.” Ik voel me even wegvallen. Ik ben niet vies van bloed maar alles wat ik net heb gezien én de nieuwe informatie daarboven op zorgt voor enorm veel stress. Voordat ik écht flauwval houd ik mezelf beet aan de balie. Ik knipper een paar keer goed met mijn ogen en draai me om naar het tweetal. Vanuit mijn ooghoek zie ik dat mijn collega, Sam, de verpleegsters en artsen heeft gehaald die geen dienst hebben. Ik zucht opgelucht maar bedenk dan dat er nog steeds veel gewonden zijn. Ik kijk naar Hunter’s bloedende wenkbrauw. Ik loop naar hem toe en leg mijn handen op zijn gezicht zodat ik de wond goed kan bekijken. “Het is niet te diep dus het hoeft niet gehecht te worden,” mompel ik. Ik pak wat ontsmettingsmiddel en een pleister en verzorg zijn wond snel. Zodra ik klaar ben berg ik de spullen op en kijk ik naar de grond – nietwetend wat ik moet doen. Plotseling schiet me wat te binnen. “Als die muur echt kilometers lang is betekent dat – dat alle patiënten hier nog nieteens de helft zijn. Waarschijnlijk zijn die nog te versuft of te erg toegetakeld om hier te komen, en dat betekent ook dat daar buiten lijken liggen.”


    " icarus had loved the sun, and so daedalus lost his. "

    Eden Arianna Pearson
    ~•~•~•~•~•~•~



          'Volgende week weer op dezelfde dag en tijdstip?' vraag ik aan Hannah. Het schuwe meisje knikt, schrijft de afspraak op in haar agenda en loopt vervolgens mijn kantoor uit. Hannah is één van de weinige scholieren waar ik wekelijks meespreek, wat niet zo gek is gezien het niet een erg grote school is. Er zijn niet erg veel leerlingen die raad nodig hebben, gezien er niet veel losgeslagen tieners op de school zitten en er daarnaast ook niet veel leerlingen tussen zitten met grootste toekomstplannen en daarom hulp nodig hebben voor een inschrijving voor een universiteit. Dat maakt dit werk makkelijker, maar ik vind het ergens ook wel jammer. Ik zit er dan ook wel eens over na te denken om te solliciteren bij een grotere school. Het enige probleem is dan, dat ik waarschijnlijk niet gymdocente én guidance counsellor kan zijn.
          Ik schrik op uit mijn gedachten wanneer de alles begint te trillen, wat vreemd is gezien Maine niet een plek is waar aardbevingen voorkomen. Dan is het drie seconden doodstil, waardoor de daarop volgende bonk ontzettend luid klinkt. Tijd om er over na te denken heb ik niet, gezien er felle lichtflits verschijnt en ik voor enkele seconden verblind ben. Kort hierna lijkt alles normaal te zijn, maar wanneer ik mijn computer van slaapstand af haal, zodat ik de afspraak met Hannah en haar vooruitgang kan invullen, gebeurd er niks. Met een frons op mijn gezicht probeer ik het nog een keer, maar er gebeurd weer niks. De stekker zit er ook gewoon in. Dat wordt één van de ICT-jongens halen, wat ik eigenlijk veel te vaak doe. Ik ben eigenlijk best wel een digibeet.
          Wanneer ik de gang op loop, zie ik dat die bevolkt is met leerlingen, terwijl de lessen eigenlijk nog bezig zouden moeten zijn. Was het wellicht dan toch een aardbeving? Ik loop naar de ruimte waar de ICT-jongens normaal gesproken zitten, maar die zijn nergens te zien. Een andere leraar zoeken dan meer. Ik loop rond op zoek naar één, maar de meeste zijn druk bezig met hun leerlingen terug het klaslokaal in te loodsen. Uiteindelijk kom ik bij de ingang van de school tot stilstand, zonder iemand gevonden te hebben.
          Dan valt mijn blik op Raven, die bij het hek staat. Wellicht kan hij helpen. Ik loop naar hem toe en zonder een blik op de weg te werpen spreek ik hem aan. 'Raven, volgens mij heb ik mijn computer nu echt vermoord. Hij doet echt niks meer,' vertel ik hem. 'En de stekker zit er wel in,' vervolg ik snel, gezien ik hem wel eerder om hulp heb gevraagd en de stekker er toen, heel beschamend, niet in bleek te zitten. Hij maakt er nog steeds grapjes over.
          Nu laat ik mijn blik naar de straat glijden, waar paniek lijkt te zijn onder sommige mensen, waardoor er wederom een lichte frons op mijn gezicht verschijnt. 'Denk jij dat het een aardbeving was?'


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Raven Dakotah Valentine
    •–––•–––•–––•–––•

    Mijn wenkbrauwen fronsen wanneer ik verschillende personen over de stoep zie rennen, alsof ze op weg zijn naar een groot ongeval waar een van hun dierbaren bij is omgekomen. Voor een minimaal moment denk ik aan Alexia – maar ik weet dat zij veilig in de kleuterklas zit van de lokale basisschool. Daarnaast zou ze na drieën worden opgehaald door de naschoolse opvang, aangezien haar ouders (en zowel de mijne) op een korte vakantie zijn welke in totaal vijf dagen zou gaan duren.
          Alhoewel Alexia er geen enkele moeite mee heeft om bij mij te verblijven en alles als een groot avontuur aan ziet, weet ik dat ze ’s nachts bij haar nachtmerries geholpen zou moeten worden door haar moeder – daar had ik niet de juiste kwaliteiten voor.
    Mijn aandacht op mijn jongere nichtje wordt afgeleid doordat er plotseling een persoon naast me tot stilstand schijnt te komen ; mijn collega Eden, de gym docente en tevens begeleider van de leerlingen welke problemen ondervinden op school. Doordat ze haar blik op mijn gezicht heeft gericht, vraag ik me af of ze de chaos op de straat niet onder ogen wil komen en hierdoor haar eigen aandacht af tracht te leiden.
          ‘Raven, volgens mij heb ik mijn computer nu echt vermoord. Hij doet echt niks meer. . . en de stekker zit er wel in.’
          Met een lichte frons tussen mijn wenkbrauwen kijk ik op zij, om zo op te merken dat Eden alsnog haar blik op de straat heeft gericht en uiteindelijk de chaos onder ogen schijnt te komen. Wanneer er tevens tussen haar wenkbrauwen een frons ontstaat, weet ik dat ze dit niet heeft voorzien en dat ze daadwerkelijk naar me toe is gekomen om raad te vragen over haar computer.
    Hoogstwaarschijnlijk is deze door de felle flits compleet ontregeld en zal hij naar een kenner moeten om gemaakt te worden. Hierdoor worden mijn eerdere gedachten over de gehele gebeurtenis bevestigt – dit was geen aardbeving, dit was iets veel groters.
          ‘Denk jij dat het een aardbeving was?’
          In eerste instantie laat ik enkele en alleen mijn hoofd ietwat heen en weer gaan, aangezien ik aan het nadenken ben over alle natuurverschijnselen welke hebben plaats gevonden op de wereld. Er kwam echter helemaal niets omhoog wat in overeenstemming was met hetgeen wat we zojuist hebben gezien en gevoeld. . .
          ‘Nee. Nee, dat denk ik niet. Niet met die plotseling stilte en die gigantische lichtflits. Dit is iets veel groters, maar ik heb geen idee wat. . . We zullen naar het plein lopen, misschien zijn daar meer personen en kunnen ze ons duidelijkheid geven. Mijn leerlingen zijn in ieder geval al naar huis.’
          Met een korte beweging van mijn hoofd maak ik Eden helder dat ze me moet volgen, waardoor ik rustig over de stoep naar het plein begin te lopen – in de hoofd meerdere personen te vinden welke misschien duidelijkheid konden bieden.
    Onderweg zie ik dat er een aantal botsingen hebben plaats gevonden – hoogstwaarschijnlijk door de felle lichtflits. Het gegeven dat iedereen uit zijn of haar auto was en rechtop stond, gaf aan dat er niet veel personen ernstig gewond zijn geraakt.
          ‘Dit slaat echt alles. Gebeurt er eens iets in dit kleine stadje, raakt direct alles ontregeld. Waarom kunnen de personen niet de positieve dingen in zien van de gehele gebeurtenis?’ vraag ik dan verward aan Eden, terwijl een grote glimlach mijn mondhoeken siert.


    •