Rhine Nadiya Mayfield
Enkele seconden nadat mijn wekker gaat, gaan al open en worden de dekens al van me afgetrokken. Er is geen mogelijkheid om langer te blijven liggen, gezien het bed omhoog gaat. Als je blijft liggen word je er dus gewoon uitgegooid. Mijn kleding wordt ook aangetrokken door machines, vervolgens loop ik naar de badkamer, waar mijn haar wordt geborsteld en een dun laagje mascara op mijn wimpers wordt gedaan. Wanneer dat ook klaar is, begeef ik me richting de keuken. Zoals altijd staat het ontbijt al klaar. Veel is het niet, doordat ik toch nauwelijks calorieën verbrand. Ik heb weleens boeken gelezen waarin mensen alles zelf moesten doen. Hun veters strikken, eten koken, noem maar op. Ik kan me dat echt niet voorstellen en ik vraag me af hoeveel mensen vroeger wel niet aten, wilden ze energie hebben voor al die dingen. Vast veel. Ik heb één keer geprobeerd mijn eigen kleding aan te trekken, door simpelweg de kleding van de machines af te pakken en naar een andere kamer te gaan, maar dat hielp niet. De machines kwamen me gewoon achterna.
Na het ontbijt zit ik voor een tijdje met een boek bij het zwembad. De bladzijdes van het boek worden ook omgeslagen door een machine, ik krijg er niet eens de kans voor om het zelf te doen, doordat de bladzijden omslaan precies wanneer ik de bladzijde uit heb. Een enige tijd later heb ik er genoeg van en slaat het boek dicht. Tijd om eens naar de Speelkamer te gaan. Eigenlijk mag het niet, maar ik vind de Speelkamer fijn omdat je tijdens de simulaties nog enigszins zelf kan doen. Ik heb een keer een paar uur op een bergtop door gebracht, om mezelf te leren hoe je veters moet strikken. Het duurde lang voordat ik het onder de knie had en hoewel ik het veel langzamer doe dan de machines, ben ik er stiekem wel trots op.
Ditmaal ga ik echter niet voor een bergachtige omgeving, maar voor het bos. Ik ga het liefste naar natuurplekken, aangezien die hier in de buurt niet zijn, alleen het park en een bos. Wanneer er een natuuromgeving in een boek omschreven wordt, probeer ik die zo precies mogelijk te onthouden, zodat ik die in de simulatie tot leven kan wekken. Ik vind het fijn om een beter beeld te hebben bij wat personages uit een boek zien. Ik sluit mijn ogen en neem het bos in mijn gedachten.
Ik knipper verward met mijn ogen wanneer ik ze open en zie dat ik niet in een bos ben. Het lijkt er niet eens op. Ik sluit opnieuw mijn ogen en denk weer aan een bos, maar de verlaten gebouwen om me heen verdwijnen niet. Denken aan mijn huis werkt niet. Nerveus bijt ik op mijn onderlip. Zou ik misschien iets verkeerds gedacht hebben?
Na een paar minuten stil gestaan te hebben, besluit ik toch maar verder te lopen, terwijl ik mezelf er van probeer te overtuigen dat het allemaal wel goed komt. Ik snap echt niet waarom de Speelkamer me hier heen gestuurd heeft. Ik vind stiltes en alleen zijn niet fijn, en nu heb ik beide dingen. Onrustig glijden mijn ogen over de leegstaande, vervallen gebouwen en stilletjes vraag ik me af wat er ooit moet gebeuren, dat een stad er zo uit kan komen te zien. Ik denk er liever niet al te veel over na.
Zo'n kwartier, twintig minuten lopen later zie ik een schim - Ridge - voor een gebouw staan. Mijn hart begint in mijn keel te kloppen, maar toch loop ik richting de schim. Ik weet niet precies wat het is, maar ik ben tenminste niet meer echt alleen. Hoe dichterbij ik kom, hoe duidelijk de figuur wordt. Het blijkt een ander persoon te zijn, een jongeman. Het wordt raarder en raarder. Ik heb nog nooit echt andere personen in mijn simulatie gehad. Soms mannelijke personages uit boeken waar ik een kleine crush op had gekregen, maar niet willekeurige mensen, en deze jongeman lijkt niet op een personage uit één van mijn boeken.
Wanneer ik vlakbij hem ben, schraap ik zachtjes mijn keel. 'Eh, ben jij echt?' vraag ik met een lichte aarzeling in mijn stem, terwijl mijn zeegroene ogen hem voorzichtig opnemen. Hij is een stuk langer en breder dan ik ben, maar hij ziet er aardig uit. Er is echter wel een harde, iets wat duistere blik in zijn ogen te zien, maar ik weet dat ik me niet daardoor moet laten leiden. Soms doen mensen dat uit zelfbescherming, dus ik mag geen vooroordelen trekken dat hij een slecht persoon zou zijn. Wat echter nu het meest opvallende is, zijn niet zijn ogen, maar zijn wangen waar bloed op zit. Op zijn onderarm zit ook bloed, en een snee. Een bezorgde uitdrukking komt op mijn gezicht te staan. 'Doet het pijn?' vraag ik op een zachte toon. 'Het zou verzorgd moeten worden.' Kort kijk ik om me heen. Normaal als er iemand gewond raakt, komen er gelijk machines te voorschijn, wat nu niet het geval is. Ik heb zelf ook eens een wond op mijn arm gehad, die door een machine verzorgd werd en het staat me nog enigszins bij hoe het moet, doordat ik het interessant vond om er naar te kijken hoe de machine mijn arm verzorgde. 'We zouden kunnen gaan zoeken naar iets om het bloed weg te vegen en naar iets om om je arm te wikkelen,' stel ik voor. Hopelijk hebben ze hier ergens iets in een gebouw liggen wat als hulpmiddel kan dienen.
De wonde op zijn wang lijkt niet zo diep te zijn, meer geschaafd. Die op zijn arm lijkt echter wel dieper. Zachtjes, omdat ik hem geen pijn wil doen, pak ik zijn arm vast. Zo met het bloed kan ik niet zo goed zien hoe groot de snede is en omdat ik eerlijk gezegd niet denk dat hier in de gebouwen iets te vinden zal zijn wat schoon is, en omdat ik bang ben dat het dan misschien te laat is, laat ik zijn arm los en trek ik mijn vestje uit. Ik heb er toch nog een t-shirtje onder en als we alleen de onderkant van het vestje gebruiken, kan ik hem daarna nog wel aan.
Ik probeer een stuk stof van de onderkant van het vestje te trekken, maar het lukt niet doordat ik niet sterk genoeg ben. Om deze reden steek ik het vestje uit naar de jongeman. 'Als je er twee stroken af kunt scheuren, dan kunnen we het bloed wegvegen en dan kan ik je arm misschien verzorgen.' Ik hoop dat hij het goed vindt, want ik heb liever niet dat hij bloedend rondloopt. 'Ik ben Rhine trouwens,' voeg ik er nog snel aan toe, wanneer ik me besef dat ik mezelf nog niet voorgesteld heb.
[ bericht aangepast op 2 juli 2014 - 1:16 ]
To the stars who listen and the dreams that are answered