x
[ bericht aangepast op 2 maart 2015 - 22:12 ]
•
[ bericht aangepast op 17 juni 2014 - 1:09 ]
Don't walk. Run, you sheep, run.
you don't love me the way that i love you // Heizer is nu Fagerman
Quiet the mind, and the soul will speak.
[ bericht aangepast op 19 juni 2014 - 18:51 ]
[ bericht aangepast op 20 juni 2014 - 22:37 ]
The duty of youth, is to challenge corruption.
23 - Half-Demoon, telepathie - In de keuken
•••
Voor een kort moment laat ik een grijns om mijn lippen verschijnen vanwege Talia’s woorden en zie hoe ze dan de ruimte uitgetrokken wordt door Caiden, mijn kamergenoot. Toch lijk ik me geen moment door mijn gedoken houding te kunnen breken, al verlang ik daar niet eens naar – de drukte in de keuken voelt meer dan onwennig, ondanks ik ieder hier in mijn verblijf hier al enigszins heb leren kennen. Iedereen op één na, besef ik wanneer een tot nu toe onbekend meisje eveneens de ruimte binnen komt lopen. Tyler-die hier eveneens pas een week is – neemt haar echter vrijwel meteen onder zijn hoede, vanaf hij ontwaakt uit de wereld van zijn boek. Enkele seconden laat ik mezelf toe mee te luisteren naar hun zachte woorden, ieder persoon in mijn omgeving een blik te gunnen - inclusief Brooke, die nog met haar neus in haar boek zit.
"Gezond eten is juist heel goed voor je. Of anders moet je wel heel veel lichaamsbeweging opdoen, dat je al dat vet eraf haalt." Het is Karmilla’s verleidelijke stem die me weer bij mijn gedachten brengt, waarbij mijn wenkbrauwen voor een seconde omhoog schieten. Vanzelfsprekend zou het me niet mogen verbazen, maar het herinnerde me echter levendig aan het moment waarop ik nieuw was in het huis en eveneens op een enigszins bijzondere manier ontvangen was. Nu was ik haar lokkende gedrag echter gaan waarderen , al had ik vrij snel geleerd dat het beter was me niet door haar hypnotische manier van bewegen te laten verleiden. Zij was en is namelijk nog steeds niet de persoon die ik werkelijk voor mezelf zou willen.
Een kleine grinnik ontsnapt mijn lippen, wanneer Karmilla de nieuweling – Olivia, blijkbaar – een appel aanbiedt, maar het meisje haar aanbod vrijwel meteen weigert. “Auwtch, afwzijzing”, zeg ik met een halve, gedwongen grijns en kijk ietwat geamuseerd naar Karmilla. “Volgens mij moet je aan je techniek werken.”
Wanneer Tyler en Olvia – naar het begin van hun rondleiding, vermoed ik – de ruimte verlaten, merk ik dat Neo en Mortefiscera hun plaats innemen. Iets wat ik, al zou ik dat liever ontkennen, enigszins geruststellend vind, ondanks een greintje jaloezie in mijn binnenste naar boven komt. Neo is echter meer dan een goede vriend, die mijn vertrouwen reeds had voor ik hier mijn intrek deed, terwijl Morte het vrijwel meteen voor zich had weten winnen. Vanaf ik haar vrij vrolijke verschijning zie, voel ik een zekere kalmte door mijn lichaam verspreiden en dwing mezelf mijn schouders ietwat te rechten, tot ze mijn werkelijke naam uitspreekt en ik voor een paar seconden niet anders kan dan weer in mijn gedoken houding te hervallen. “Goedemogen King – Uh.. Sawyer, Karmilla”
Ik walg van de naam, dat weet ze. Maar ik besef dat Morte er eveneens haar eigen mening over heeft en met haar – vaak eigenzinnige – gedrag, kan ik alleen maar even goedkeurend knikken wanneer ze zichzelf verbetert, waarna ik een mondhoek omhoog trek. “Neo gaat crackers voor me maken.”, deelt ze met een zeker kinderlijk enthousiasme mee, terwijl haar volle, rode lokken langs haar fijne gelaat vallen en enigszins mee bewegen wanneer ze met kleine sprongetjes weer naast Neo gaat staan. “Werkelijk? Wat heb jij geluk.”, zeg ik haar oprecht, met enige spijt aangezien ze zo snel weer bij me verdwijnt, “En goedemorgen, beide.” Ik oog even richting Neo, die gefocust richting het aanrecht voor hem blijft kijken en zich geen moment omdraait. Ik duw mezelf recht van het deel van het aanrecht waar ik tegen leunde en loop recht naar één van de stoelen aan de eettafel, om in de tussenweg – waarbij ik bewust langs Neo passeer – een vriendschappelijke hand op zijn schouder leg voor niet meer dan een seconde, en ga zitten.
A girl who wonders.
you don't love me the way that i love you // Heizer is nu Fagerman
Quiet the mind, and the soul will speak.
23 - Half-Demoon, telepathie - In de keuken
•••
Bij het kort plaatsen van mijn hand op Neo’s schouder in een vriendelijk gebaar, verbaasde zijn reactie me meteen – hij sloot zijn ogen in enkele seconden en beantwoordde mijn actie met een simpel knikje en nauwelijks hoorbare woorden waarvan ik twijfelde of ik ze werkelijk gehoord had, of of ze een gevolg waren van mijn eigen fantasie. Neo was meer dan een goede vriend van me – hij was één van de weinige personen waarvan ik werkelijk geloofde zelfs woordeloos mijn verhaal kwijt te kunnen. Hoewel zijn gesloten gedrag niet vreemd aan me was, voelde ik me enigszins ongemakkelijk en twijfelde hem er later naar te vragen – terwijl onderdrukte ik de flikkering jaloezie die nog steeds in me oplaaide met enig schuldgevoel, dat ik hem nu benijdde. ‘Hoe was jullie nacht?’, vroeg ik dan, beseffende dat dit kon variëren van perfect naar miserabel. Nietszeggend keek ik toe hoe de keuken tot leven gebracht werd, door Mortefiscera die hem met een zeker kinderlijk enthousiasme ondervroeg over zijn ochtendlijke eetgewoonten en Neo zelf die gehaast haar verzoek naar crackers met kaas inwilligde, waardoor een kleine glimlach zich om mijn lippen vormde, al bedwong hij het verlangen een manier te vinden Neo enige kalmte te gunnen, vooral wanneer ik Morte vanuit mijn ooghoek voor een miniem moment in elkaar zag krimpen.
Ik deed mijn best niet te staren en draaide me wat meer richting de tafel zelf – eerder dan het aanrecht - en nam nog een laatste beet van mijn appel, waarna ik het overgebleven klokhuis voor me legde. ‘Ga zitten, dame, eet smakelijk,’ hoorde ik Neo in een laatste fluistering zeggen, waarna hij weer naar het aanrecht liep om voor zichzelf een ontbijt te voorzien. Morte daarentegen nam plaats net naast me, met het kleine bord met crackers en een kopje bedoeld voor thee bij zich. Kort sloot ze haar handen om het hete glas, om ze daarna meteen weer terug te trekken. Een zachte frons verscheen op mijn gezicht, enigszins bezorgd, al was ik snel weer gerustgesteld bij het zien dat ze zachtjes mompelend begon te eten, met een kleine hap van één van de crackers. Enkele seconden liet ik mijn blik weer naar Neo glijden, vooral vanwege de vele vragen die in mijn gedachten rondspookte. Mijn gedachtegang werd echter snel onderbroken door Morte’s zoete stem. ‘Je mama was wit vanmorgen.’ Even bleef ik versteend zitten, niet wetend wat te antwoorden op deze plots vermelding, vooral omdat deze me geheel bij verrassing nam.
In de tijd dat ik Mortefiscera had leren kennen, was ik me al snel bewust van haar bijzondere waarnemingen – waarvan één mijn eigen moeder was, een gegeven waar ik – ondanks enigszins aan gewend – nooit geheel op mijn gemak bij zou voelen. Dit eveneens vanwege het feit dat ze soms als kwaadzinnig wezen aan haar verscheen – ‘duister’ zoals ze het noemde – en haar angst kon aanjagen. Ik trok een mondhoek omhoog, echter oprecht, enigszins blij dat deze bepaalde verschijning haar niet had lastig gevallen deze ochtend. ‘Dat is mooi,’ zei ik kalm, maar besloot al snel er verder niet veel woorden aan te spenderen. Mijn verlangen dat mijn moeder compleet uit mijn leven zou verdwijnen was immers groot, haar keuze haar eigen leven te ontnemen zou ik haar niet snel gaan vergeven. ‘Ik zag haar bij je slaapkamerdeur,’ ging ze zacht verder, wat mijn ongemakkelijke gevoel slechts versterkt. Ik wilde niet weten waar ze was – niet wanneer ze zogenaamd bij mij in de buurt was, maar ik wist dat het in Morte’s ogen puur onschuldig bedoeld was.
Ik ademde even diep in, om een enkele seconden later een mondhoek omhoog te trekken en gewoon even te knikken als antwoord – ‘Ik hoop dat ze je niet lastig gevallen heeft.’, is het enige wat ik weer uit te stoten. Plots leek Morte echter geheel bevroren in haar bewegingen, waardoor ze de cracker in haar hand half omhoog hield – alsof iets plots al haar intenties in de war gebracht had. Ik wist echter vrijwel meteen wat dit veroorzaakt zou hebben en richtte mijn blik naar Neo – om daarna weer naar Morte te kijken, die met enige vastberadenheid een grote hap van haar cracker nam. Verbaasd knipperde ik, terwijl ik ook enige trots voelde dat het tengere meisje zich deze keer niet had laten kennen. Als in gedachten verzonken, liet ze een glimlach om haar lippen vormen, al verschenen er enkele tranen in haar ogen en knikte ze – ver weg van deze wereld. ‘Mortefiscera’, zei ik simpelweg - mijn gedoken houding geen moment doorbrekend – terwijl ik mijn hand om haar arm vouwde, als een klein gebaar van trots en steun. Het zal me vreselijk dwars hoe zwaar het effect van deze duistere verschijningen kon zijn op haar, maar het was vooral mijn onmacht die daarbij te kijken kwam, die ik geen plaats kon schenken. De vraag of alles goed ging, vormde zich al in mijn gedachten – in plaats daarvan vroeg ik echter simpelweg: ‘Smaakt je ontbijt?’
A girl who wonders.
Quiet the mind, and the soul will speak.
Natalia Elin Rousseau
Thunderkitsune
'En doe rustig met haar!' brult Karmilla achter Caiden en mij aan. 'Anders heb ik straks niets meer aan haar.' Ik grinnik zacht en kijk naar Caiden. 'Je hoort het. Als je me niet heel laat, krijg je Karmilla op je dak.' Na deze worden meld ik hem dat hij geen andere meisjes mee moet nemen, mocht hij dat nieuwe, blonde meisje willen versieren.
Caiden glimlacht. 'Talia, Talia, je hoeft niet jaloers te zijn schatje. Je weet dat je uiteindelijk altijd de ware voor me zal zijn,' meldt hij me op een dramatisch, hoopgevende toon. Ik trek mijn wenkbrauw op. 'Casanova, ik denk toch echt dat je me met een ander vergist. Is Karmilla niet meer iets voor je?' Er staat een lichte grijns op mijn lippen, gezien ik weet dat niet bepaald vrolijk zal worden van mijn suggestie. Misschien moet ze hem echt eens onder handen nemen, dat hij mij dan met rust laat en richt hij zijn cupidopijlen op een ander slachtoffer. Al vind ik ze persoonlijk wel goed bij elkaar passen, gezien het beide sterk flirterige mensen zijn. Ze zouden prima een open relatie kunnen hebben.
'Ga mij nou niet vertellen dat jij het niet druk vond in de keuken. Of wil je beweren dat je van drukte houdt 's ochtends vroeg.' Ik negeer zijn idiote blik. 'Als ik echt de ware voor je zou zijn, dan zou je weten dat ik drukte niet erg vind, maar het juist fijn vind.' Hoe meer chaos, hoe beter. 'Dus, dat zegt genoeg over onze niet-bestaande relatie,' glimlach ik vervolgens liefjes. Bij bijna elke andere jongen zou ik gewoon terug flirten, maar bij Caiden kon ik dat nooit voor elkaar krijgen. En ik weet dat het een grap is, maar ik snap niet dat hij er niet eens zat van wordt, gezien ik er dus zowat nooit op inga.
Eenmaal in zijn kamer en bij zijn kledingkast aangekomen, trek ik het lelijkste shirt dat ik kan vinden uit de kast: een grijs, versleten t-shirt. 'Goed gekeken dat we niet bij elkaar vloeken liefje?' grinnikt hij.
'Trek aan,' meld ik hem simpel.
'Nee eh, wil je me zo graag hier in zien?' Ik vermeld hem bijna dat ik hem in niks wil zien, maar dat zou hij zeker verkeerd opvatten, en al mocht hij dat niet doen, dan zou hij alsnog de dubbelzinnigheid er van zien, dus ik houd wijselijk mijn mond dicht en haal enkel mijn schouders op.
Caiden trekt het shirt aan. Wanneer hij het shirt aan heeft besef ik me dat ik beter een ander shirt had kunnen kiezen, gezien dit shirt zich strak rond zijn lichaam vormt en daarmee zijn spieren goed laat zien. Hij zou haast net zo goed geen shirt kunnen dragen.
'Hmm, misschien heeft dit shirt zijn voordelen.' Hij tikt met zijn vinger op mijn neus en ik sla zijn hand weg, terwijl hij met zijn wenkbrauwen wiebelt. 'Wat vind je ervan Tals.' Hij kijkt in de spiegel, terwijl hij de spieren in zijn arm aanspant en weer ontspant. 'Machoman, als je niet oppast, dan verander je nog in Narcissus,' grinnik ik, verwijzend naar de jongeman uit de Griekse mythologie, die verliefd werd op zijn eigen spiegelbeeld.
To the stars who listen — and the dreams that are answered