Aurora Belle Parrisch • Beauxbatons
Voordat ik de Great Hall op Hogwarts in loop haal ik nog even diep adem. Ik forceer een glimlach en zet mijn blauwe hoedje goed. De reis was soepel gelopen en ik had mijn gedachten een beetje opzij kunnen zetten door te lachen met de andere meiden, maar nu het weer stil is, kunnen mijn gedachten de vrije loop gaan. Mijn moeder is enorm ver weg en ik weet niet wanneer ik haar weer zal zien. Elke dag ben ik bang dat ik een brief krijg waar in staat dat ze gestorven is en dat ik niet bij haar heb kunnen zijn om haar gerust te stellen. Elke nacht heb ik nachtmerries over haar dood.
Ik recht mijn rug en loop de Great Hall binnen, samen met mijn mede leerlingen. Liefjes glimlach ik naar de Hogwarts leerlingen en uiteindelijk maak ik een buiging voor het schoolhoofd, precies zoals we hebben ingestudeerd.
Serpen Acelin Parsel • Hogwarts • Slytherin
Ik loop met Felice naar de Common Room. Beide hebben we absoluut geen zin om naar de opening te gaan van het Triwizard Tournament. Ik doe mijn naam echter wel in de Goblet of Fire, een beetje spanning is altijd wel goed. Ik plof op de bank en grijns naar Felice.
'Doe jij mij?' vraag ik aan haar, 'met het Tournament? Ik we in ieder geval. Hopelijk word ik gekozen, dan zal ik ze eens laten zien wie hier de koning is,' mompel ik. Ik leg mijn voeten op de tafel en haal de drank uit mijn koffer. Felice en ik houden liever onze eigen feestjes dan dat we mee doen aan die hier op Hogwarts gehouden worden. Ik open de fles en bied haar wat drank aan nadat ik zelf een flinke slok rechtstreeks uit de fles heb genomen.
Caleb Sean Parsel • Hogwarts • Slytherin
Ik sta te wachten in de gang. Binnen is alles al begonnen, maar ik ga niet wachten totdat ik Ashley heb gezien. Ze is laat, waarschijnlijk is ze nog bezig met haar koffer. Ik kon haar ook al niet vinden in de trein, maar ik heb dan ook niet de hele trein af kunnen zoeken omdat Serpen perse wilde bespreken wat we dit jaar zouden gaan doen om deze school op zijn kop te zetten.
Ik ga op het bank je zitten en zucht zachtjes. Waar blijft ze? Ik heb haar de hele zomer al niet gezien en ik wil haar gewoon kunnen knuffelen en zoenen. Ik wil haar lach weer zien en... Ik schud mezelf wakker en grijns zwakjes om mijn gedachten. Ik ben bezeten met haar. Ik weet niet wat ze met me gedaan heeft, maar ik weet wel dat ze me heeft doen veranderen. Door haar ben ik volwassener geworden voelt het, ook al is er nog steeds een deel van me dat dat absoluut niet is.
Ik staar naar de muur voor me en zucht zachtjes, nog even en dan ga ik maar gewoon naar binnen. Dan zie ik haar morgen wel. Ook al weet ik dat ik vannacht niet zal kunnen slapen zonder haar gezien te hebben. Sterker nog, ik zal niet kunnen slapen als ik weet dat ze bij mij in bed kan liggen, maar ze daar niet ligt. Ik heb haar aanwezigheid gemist.
My fake plants died, because I did not pretend to water them.