Li's hart leek een paar meten omlaag te zakken toen hij een bekend gezicht in het zand zag liggen. Het lag daar als een vergeten juweel, half bedolven onder de scherpe korrels. Hij liet Moons vingers uit zijn eigen, klamme hand glijden en liet zich van de zandheuvel nar beneden vallen om bij het gezicht te komen.
Het keek hem niet aan toen hij het zand van de wangen veegde en voorzichtig zijn hand in de hals legde. Hij voelde het bloed pompen onder haar huid en wist dat ze leefde.
'Zoë,' zei hij en hij keek naar haar lichaam dat eveneens met zand bedekt was. Als hij er niet zulk goed zucht op had gehad, was hij nog op haar gaan staan.
Hij begon haar uit te graven, zonder acht te slaan op Sam die bij een bewegingsloos lichaam stond van Ignatius. Li's vingers gleden over haar lichaam, streken het zand weg, groeven haar uit. Zich van geen kwaad bewust, bevrijdde hij haar uit haar ketens van zand en pijn. Haar lip was gebarsten, omdat ze erop had gebeten en in haar handpalmen waren bloedige afdrukken van haar nagels te zien.
'Waar ben je mee bezig, Snul?' vroeg ze toen Li haar gezicht opnieuw aanraakte om haar aandacht te trekken. Haar ogen waren opengevlogen en hadden hem direct gezien. 'Raak me niet aan!'
'Ik dacht dat je dood was,' zei hij zonder een spier te vertrekken. Deze reactie ha hij verwacht, maar het deed hem meer dan hij voor mogelijk had kunnen houden.
Hij had haar woorden altijd geaccepteerd, zich er niets van aangetrokken en ze langs zich heen laten spoelen als kabbelend water over rotsen. Nu deden ze hem wel pijn. Ze sneden als dolken in zijn vlees, braken zijn hart met mokers. Hij had zich nog nooit beledigd gevoeld en niet gedacht dat dat zo zuur zou aanvoelen.
'Ignatius heeft de Cruciatusvloek op je afgestuurd.'
'Ignatius heeft de Cruciatusvloek op je afgestuurd,' imiteerde ze met een ergerlijk kinderstemmetje. 'Rot toch op. Probeer alsjeblieft niet te doen alsof ik nog iets voor je beteken, mens.'
Li kwam overeind en Zoé deed hetzelfde door zich aan de zoom van zijn blouse op te trekken, waardoor deze scheurde. Ze keurde hem geen blik waardig terwijl ze een beetje wankel en hijgend op Ignatius roerloze ledematen afstapte en hem een schop tegen het hoofd verkocht. Daarna knikte ze naar Sam ten teken dat ze haar daad het prijzen waard vond.
Li staarde haar na, nog steeds gehurkt in het zand, dat nu een afdruk van Zoë's lichaam vertoonde. Hij zuchtte. Hoewel het hem pijn deed dat ze hem niet bedankte of het op zijn minst op prijs stelde dat ze uit het zand was gehaald, kon hij het ook gemakkelijk achter zich laten. Hij had geweten wie ze was en hoe ze was en dit was geen schok. Zo was het altijd al geweest en hij begreep dat Moon zich altijd had afgevraagd hoe hij enige genegenheid voor zijn zus kon blijven voelen. Op dit moment vroeg hij zich namelijk precies hetzelfde af.
Zaldrizes buzdari iksos daor. Maester > Zaldrizes