• Een wereld, niet ver van het mensenland, maar ook niet dichtbij. Een wereld waarin veel verschillende wezens leven. Fae: Elven, gnomen, gobalds, reuzen, pixies, trollen, meerminnen, dwergen en pratende dieren. Twee rijken zijn in oorlog, het Zomerrijk en het Winterrijk.
    Een grote reden hiervan is dat de dochter van het Winterrijk en de zoon van het Zomerrijk een relatie hebben.
    In het mensenland zijn 12 jongeren die anders zijn. Zij zijn niet direct menselijk, zij kunnen namelijk de andere dementie zien en beschikken ook over een gave, afhankelijk van hun sterrenbeeld. De Fae noemen hen Sterrenkinderen. Sluiten zij zich bij het Zomerrijk aan? Of bij het Winterrijk? En zullen zij de oorlog kunnen stoppen, die niet alleen de wereld van de Fae vernietigd, maar ook de mensenwereld?




    Informatie:
    Het is verstandig hier af en toe eens te kijken, er kan namelijk informatie toegevoegd worden dat belangrijk is voor het RPG!

    - De wereld van de Fae is opgedeeld in twee rijken, Nimmernimmer (het Zomerrijk) en Tir Na Nog (het winterrijk). De twee rijken worden van elkaar gescheiden door het Wyldwoud, waar de meesten andere Fae leven.
    - Het Zomerhof vindt plaats in een kasteel midden in een bloeiend park, het Winterhof in een kasteel van steen en ijs. De kledingstijl van de Winter is victoriaans, het hof van de Zomer prefereert 'menselijke' kleding.
    - De tijd in het land van Fae lijkt stil te staan, maar dat is echter niet waar. De tijd gaat er gewoon heel erg traag. Dagen duren niet langer of korter dan die in de mensenwereld, jaren duren enkel langer.
    - Fae kunnen niet tegen ijzer, ze worden en zwak van en kunnen er dood aan gaan. Het is dan ook streng verboden in beiden rijken.
    - De koninklijke families zijn Elven. Hoewel Elven van natuur elk erg mooi zijn, zijn de koninklijke Elven nóg mooier. Uiteraard hebben de koning van de Winter en de koningin van de Zomer een hekel aan elkaar.
    - Fae gebruiken geen achternamen! Velen van hen hebben ze wel, maar omdat de bekentenis van de volledige naam van een Fae gevaarlijk kan zijn, gebruiken ze die eigenlijk niet.
    - De poorten naar de Faewereld bevinden zich op plaatsen waar veel hoop en emoties zijn. Ze zijn onder andere te vinden in de kledingkast van kinderkamers, onder het bed van kleine kinderen of in discotheken. Enkel Elven en Sterrenkinderen kunnen de poort oversteken. Andere wezens die naar de gewone wereld of terug willen (om bijvoorbeeld kinderen te stelen) hebben toestemming nodig van de heerser van hun rijk.
    - Fae zijn erg gesteld op regels, etiquette en beloftes. Je kunt een Fae niet zomaar bedanken zonder bij hen in de schuld te staan.
    - De Winterprinses is gevangen genomen in het Zomerrijk en de Zomerprins is gevangen genomen in het Winterrijk. Door middel van brieven, telekinese en magische bellen waardoor ze kunnen ‘videochatten’ communiceren ze met elkaar.
    - De koningin van de Zomer heeft net als haar zoon de macht van de zomer en de lente en de Winterkoning heeft net als zijn dochter de kracht van de winter en herfst. Dit geldt voor alle koninklijke Fae. Iedere Fae heeft de kracht van de onzichtbaarheid, sommige kunnen enkel nog iets kleins meer, zoals het laten bloeien van planten, bevriezen e.d.
    - Gaven van de Sterrenbeelden:
    Ram (21 maart t/m 20 april): Snelheid.
    (bondgenoten: Stier, Tweeling, Weegschaal en Schorpioen)
    Stier (21 april t/m 21 mei): Communicatie met alle wezens.
    (bondgenoten: Tweelingen, Weegschaal, Schorpioen en Steenbok)
    Tweeling (22 mi t/m 21 juni): Dubbleren.
    (bondgenoten: Vissen, Boogschutter, Maagd, Stier en Kreeft)
    Kreeft (22 juni t/m 22 juli): Creativiteit.
    (bondgenoten: Waterman, Vissen, Tweelingen, Schorpioen)
    Leeuw (23 juli t/m 23 augustus): Vuur.
    (bondgenoten: Kreeft, Schorpioen en Stier)
    Weegschaal (23 september t/m 22 oktober): Evenwicht.
    (bondgenoten: Ram, Stier, Tweelingen en Waterman)
    Schorpioen (23 oktober t/m 21 november): Energie.
    (bondgenoten: Vissen, Stier, Ram en Leeuw)
    Boogschutter (22 november t/m 21 december): Jacht.
    (bondgenoten: Stier, Maagd, Tweeling en Ram)
    Steenbok (22 december t/m 20 januari): Aarde.
    (bondgenoten: Stier, Leeuw, Weegschaal en Schorpioen)
    Waterman (21 januari t/m 19 februari): Water.
    (bondgenoten: Kreeft, Tweeling, Ram en Weegschaal)
    Maagd (24 augustus t/m 22 september): Lucht.
    (bondgenoten: Vissen, Tweeling en Boogschutter)
    Vissen (20 februari t/m 20 maart): Camouflage.
    (bondgenoten: Kreeft, Maagd, Schorpioen en Waterman)


    Rollen:
    Sterrenkinderen:
    Sterrebeeld + kracht (zie informatie):
    Naam:
    Leeftijd:
    Uiterlijk:
    Innerlijk:
    Extra:

    Fae (Elven + andere wezens):
    Soort:
    Rijk:
    Naam:
    Leeftijd:
    Uiterlijk:
    Innerlijk:
    Extra:


    Zomerhof:
    - Koningin: Koningin Maeryn - xLout 1,7
    - Prins: Prins Caleb - BarnOwl Troonopvolger 1,1
    - Elf: Robin Jr. 'Puck' Goodfellow - Beschermer van de koninklijke familie - LyraPhoenix 1,2
    - Elf: June - Persoonlijke dienstmeid van de koningin - Pebble 1,4

    Winterhof:
    - Koning: Koning Egbon - DreamerN 1,5
    - Prinses: Prinses Aleeha - Pebble Troonopvolgster 1,1
    - Prinses: Prinses Akiria - Raccoon 1,2
    - Prins: Prins Jonathan - VladiFerr 1,6

    Overige wezens:
    - Draak: Zalúr Seránde - Paddo 1,1
    - Meermin: Safrina - horseslover6 1,5
    - Feniks: Azara Nuri - geleninja 1,8

    Sterrenkinderen:
    Waterman: Brooke Aurora - Water - CrazyGirlxx 1,2
    Schorpioen: Alesis Cala West - Energie - xLout 1,5
    Vissen: Thomas Aiden Duncan - Camouflage - Raccoon 1,2
    Tweeling: Jacè Larkin - Dubbleren - Paddo
    Maagd: Olivia Era Larkin - Lucht - VladiFerr
    Stier: Damianne Stravos Communicatie met dieren - BarnOwl 1,1
    Boogschutter: Kyra Crassins - Jacht - Paddo 1,1
    Steenbok: Liam Jayden Dumondt - Aarde - Raccoon 1,5
    Weegschaal: Ashton 'Ash' George Callaghan - Evenwicht - Pebble 1,5
    Ram: Eagon Flynn Cleveland - Snelheid - xLout 1,3
    Leeuw: Rhys Eldur - Vuur - GilGalad 1,1
    Kreeft: Elizabeth Moore - Creativiteit - JustLovegood 1,1

    Regels:

    - +/- 7 regels per post!
    - Max. 3 personages per persoon.
    - Geen Mary-Sue's of Gary-Stu's
    - 16+ mag, maar houdt het netjes!
    - Schelden is toegestaan, maar alleen in personage!
    - Naamsveranderingen doorgeven!
    - Minstens 1 keer per week reageren.
    - OOC zo aanduiden: [] {} ()
    - Reserveringen blijven 24 uur staan!


    Begin:
    Het is de dag van Elysium, een groot feest dat gehouden wordt ter ere van de seizoenswisseling. Dit keer wordt het gehouden in het Winterrijk, waardoor het ook in de mensenwereld herfst wordt.
    In het Winterrijk worden grote voorbereidingen gehouden, terwijl in het Zomerrijk het tamelijk rustig is, behalve in het hof. Daar maken de koningin en de prins zich klaar, samen met hun directe hofhouding, om naar het Winterrijk te vertrekken. Op het Elysium bespreken de koning en de koningin de overeenkomsten van de wapenstand en is het de traditie voor de kroonprins en -prinses om samen te dansen.
    Tegelijkertijd komen in de mensenwereld de Sterrenkinderen achter hun gave en vinden ze langzaamaan hun weg naar de wereld van Fae. Zes van hen komen aan aan de kant van de zomer, zes aan de kant van de winter. Ze komen aan bij het Winterrijk tijdens Elysium, na de dans van prins Caleb en prinses Aleeha. Dit brengt een grote oproer met zich mee en aan het eind van Elysium gaan de zes kinderen die mee zouden gaan naar Zomer, mee naar zomer.
    Tijdens de oproer zullen prins Caleb en prinses Aleeha weg sluipen, maar worden ze achtervolgd. Bij de tijd dat ze terug willen gaan naar het feest, zal Aleeha mee genomen worden door een aantal ridders van het Zomerrijk en Caleb door een aantal ridders van het Winterrijk. Dit zal de uiteindelijke druppel zijn voor de oorlog.
    In de spoiler hieronder vindt je wie waar terecht komt:

    Zomer:
    - Steenbok, Liam
    - Leeuw, Rhys
    - Ram, Eagon
    - Maagd, Olivia
    - Stier, Damianne
    - Kreeft, Elizabth
    Winter:
    - Tweeling, Jáce
    - Vissen, Thomas
    - Weegschaal, Ash
    - Waterman, Brooke
    - Schorpioen, Alesis
    - Booschutter, Kyra




    Based on the books of Julie Kagawa.

    [ bericht aangepast op 13 feb 2014 - 22:26 ]


    Beauty begins the moment you decide to be yourself - Coco Chanel

    PRAATTOPIC!


    Beauty begins the moment you decide to be yourself - Coco Chanel

    Alesis Cala West – Schorpioen

    ‘Lizzy, lieverd, kan je dit nog voor me meenemen?’ vroeg mijn grootmoeder nog. Ik keek op en staarde naar het boodschappenlijstje dat ze me onder mijn neus drukte. ‘Tuurlijk,’ zei ik langzaam. Ik had eigenlijk helemaal geen tijd, ik zou het sowieso vergeten. ‘Laat maar,’ zuchtte mijn grootmoeder. Ik keek haar aan, ‘Hoezo?’ vroeg ik haar verbaasd.
    ‘Je kijkt alsof je iets beters te doen hebt, Lizzy. Ik ken je langer dan vandaag.’ Ik keek mijn grootmoeder aan en grijnsde, ‘Ik ben bang dat ik het ga vergeten,’ fluisterde ik. Ze legde haar hand even op mijn hoofd en gaf me toen een zoen op mijn voorhoofd, ‘Blijkbaar heb je iets beters te doen dan je lieve oma helpen,’ zei ze.
    ‘Alsjeblieft,’ zuchtte ik langzaam, ‘praat me geen schuldgevoel aan.’ Ze keek me aan en glimlachte dan, ‘Mijn lieve Alesis, ik zou jou nooit een schuldgevoel aanpraten.’ Ze meende er niets van, ik zag het in haar ogen. Ik stond er niet lang bij stil en sprong op, ‘Tot vanavond,’ riep ik nog over mijn schouder en rende bij haar weg. Ze keek me even na, ik voelde haar glimlach in mijn rug.

    ‘Vertel,’ fluisterde Nemo toen ik naar hem toe liep. Ik legde een vinger op zijn lippen en nam hem mee naar het park, achter zijn huis. ‘Je mag het aan niemand vertellen,’ zei ik tegen hem. Hij keek me met grote ogen aan, ‘Meid, wat heb je gedaan?’ Ik begon te lachen en legde zijn hoofd op zijn schouder. Nemo was mijn beste vriend, ik zou nooit andere gevoelens voor hem koesteren dan vriendschap gevoelens. Nemo kende ik al sinds ik twee was en sindsdien waren we vrienden. En ik zou hem alles vertellen. ‘Ik kan iets,’ fluisterde ik zachtjes.
    ‘Wat?’ fluisterde hij. Ik keek hem aan en zuchtte toen, ik wist niet of ik het durfde. Straks kon ik het niet meer. ‘Ik kan aura’s zien,’ zei ik toen tegen hem. Hij keek me even aan, zijn gezichtsuitdrukking zat op het randje van lachen en ernstig, ‘Is dit een grap, Liz?’ vroeg hij stilletjes. Ik schudde mijn hoofd heen en weer. ‘Oké,’ zei hij langzaam. ‘Hoe voel ik me nu?’ vroeg hij me. Ik keek hem even aan, en kijk dan naar zijn energie. Het was laag, erg laag. Ik legde een hand op zijn borst, de energie schoot op bepaalde plekken omhoog, ‘Jeez, Nemo. Wat is er aan de hand?’ vroeg ik hem langzaam. Hij keek me verbaasd aan, ‘Wat zie je?’
    ‘Je energie,’ stamelde ik. ‘Het is laag.’ Hij begon te grinniken en keek me toen bezorgd aan.
    ‘Je kan het echt zien, niet waar?’ Ik kon alleen maar knikken.
    ‘Wicked.’
    ‘Nemo!’ riep ik naar hem, maar ik moest lachen. Daarna voelde ik een steek van bezorgdheid door me heen gaan, er was iets aan de hand met mijn beste vriend. En ik zou erachter komen, wat er aan de hand was.


    If you don't know where you're going, any road will get you there

    Brooke Aurora || Waterman
    Ik opende langzaam mijn ogen, en ik keek om me heen. Ik was in mijn vertrouwde slaapkamer, door een spleet in mijn gordijn was ik wakker geworden. Van het warme zonlicht dat heel klein mijn kamer inscheen, ik glimlachte en liep naar de badkamer toe. Ik keek in de spiegel en schrok, mijn haar stond helemaal rechtop, blijkbaar had ik wild geslapen. Ik had gisteren al gedoucht en hoefde het vandaag niet meer te doen. Ik pakte een washandje van de stapel en begon me te wassen. Ik liep terug naar mijn slaapkamer en begon een outfit bij elkaar te zoeken. Ik koos voor een paarse short, en een rozig tuniekje. Ik pakte de borstel die op mijn bureau lag en begon mijn haren uit de knoop te halen. Na een 5 minuten was het weer plat en ik hield het los. Ik rende de trap af naar beneden. Mijn ouders waren zoals gewoonlijk weg. Ik deed de klink naar beneden en liep meteen naar de keuken, ik had zin in een cracker met water.
    Ik ben nooit zo'n eter geweest, daarom neem ik meestal wat niet zwaar op de maag ligt. Ik had de cracker in een wip gesmeerd met wat pasta, nu het drinken nog. Ik schonk het glas in en zette het naast mijn bord. Ik woelde even door mijn haar maar wat er toen gebeurde was ongelooflijk. Toen ik mijn hand naar mijn haar haalde kwam eruit het glas water een stroom die de zelfde kant opging. Met grote ogen staarde ik naar de waterslang die door de lucht bewoog door de beweging van mijn hand. Ik bewoog mijn hand door de lucht en de slang ging de zelfde kant op. Hoe in hemelsnaam was dit mogelijk?


    ''Cause I've got a jet black heart and there's a hurricane underneath it.''

    Olivia Era Larkin. - Maagd, lucht.

    Met een zucht werd ik wakker. Vanwege de tv beneden, bedankt Jacé. Ik liet mezelf prompt uit bed komen en trok wat kleding aan. Niks bijzonders. Gewoon een witte blouse, licht blauwe spijkerbroek en donkerrode sneakers.
    Zoals gewoonlijk droeg ik ook het harten medailon. Als je het opende zou je een foto van mij en Jacé zien. Uit de woonkamer/keuken rook ik ondertussen heerlijke geuren. Ik doe vlug mijn haar in een knot en storm de gang door. Jacé zit op de bank tv te kijken. Als eerste loop ik naar hem toe en druk ik snel een kus op zijn wang.
    'Morgen lieve broer' zeg ik glimlachend en ik loop naar de keuken. Ik smeer een broodje met pindakaas en neem er een grote hap uit. Ik hijs mezelf ondertussen op het aanrecht en staar in de verte. Als het me te binnen schiet zet ik prompt mijn broodje neer en storm naar mijn kamer.
    'Ik had iets voor je gekocht!' roep ik als uitleg.
    Ik gooi mijn kledingkast open en begin in alle hoekjes te zoeken. Het was best een grote kast eigenlijk. Als ik wou kon ik er zo inzitten. Mijn vader had hem over laten brengen uit het oude huis. Het was dezelfde kast als ik had toen ik kind was. Ik wil steunen op de achterkant van de kast als ik misgrijp. Voor ik het weet val ik om en val ik in een zwart gat.
    'Jacé!' schreeuw ik gillend, maar of hij me hoorde wist ik niet. Net voordat ik de grond raakte ontstond er een soort luchtkussen. Dat was altijd gebeurd als ik viel. Dan ontstond er altijd een soort luchtkussen onde me. Ik had mezelf wijsgemaakt dat ik gewoon goed kon vallen. Mijn knot was losgegaan tijdens de val en nu zat mijn haar in mijn gezicht. Paniekerig krabbelde ik overeind en veegde al het haar uit mijn gezicht.
    'Jacé!?' schreeuwde ik. 'Dit is niet leuk! Waar ben je!?'
    Ik kreeg geen antwoord en ik dwong mezelf rustig adem te halen. Ik keek rustig rond en zag dat ik in een prachtig bos was. Veel mooier dan het bos bij ons huis. Ik moest kalm blijven en gewoon gaan lopen. Ik zou vanzelf wel iemand tegenkomen, toch? Zuchtend zette ik er flink de pas in terwijl ik het medailon stevig vasthield. Dat was nu het enige wat ik van Jacé had.

    Het bos was prachtig en ik genoot van ieder moment. Voor sommige momenten vergat ik Jacé, maar dan voelde ik het medailon weer en was ik weer gefocust op een weg terug vinden. Plots zie ik een man staan. Hij is veel langer dan ik en heeft lang bruin haar.
    Ik sta eerst verstijft en probeer me te herstellen.
    'Hey,' zeg ik voorzichtig. 'Weet je misschien waar ik ben?'
    Ik hipte nerveus op mijn voeten en wachtte op antwoord.

    [ bericht aangepast op 4 jan 2014 - 19:05 ]


    "Rebellion's are build on hope"

    Brooke Aurora || Waterman
    Ik bewoog mijn hand langzaam terug naar het glas zodat de slang er weer inging. Hij viel er met plons in. Een zucht verliet mijn mond en ik beende de keuken uit. Door dit rare gebeuren hoefde ik geen eten meer en no way, dat ik iets van dat rare water ging drinken. Ik liep naar buiten en ik wou even een frisse neus halen. Ik struikelde over een losse steen en ik viel op de grond. Ik keek naar de grond en toen stond ik op. Dit was mijn achtertuin niet! dit was een bos, niet een normaal bos, er was hier iets anders aan, ik kon mijn vinger er niet opleggen en ik keek rond, dit was prachtig, het deed me denken aan iets sprookjesachtig.
    Ik liep in het rond, 'hoe was ik hier ooit gekomen?' dacht ik opeens. Ik kon er geen antwoorde voor bedenken, eerst kon ineens water besturen en nu ben ik gevallen in een 1 of ander mooi maar ook raar bos. 'Weet iemand hiervan? ben ik alleen? of zijn er nog meer mensen?' allemaal vragen drongen mijn hoofd binnen die ik maar niet meer kon beantwoorden. 'Droomde ik? of was ik gewoon klaarwakker, en echt in dit bos?' Ik kon mijn ogen niet afhouden van de mooie bomen, verderop ook, dit was heel uitgebreid.


    ''Cause I've got a jet black heart and there's a hurricane underneath it.''

    Johnathan. - prins van Winterhof.

    Alles zag er buiten prachtig uit en de rit had me goed gedaan. Ik rij de binnenplaats weer op en stijf nog in stap af. Ik geef Froyd aan een stalknecht en loop het kasteel binnen. Alles zag er al prachtig uit voor het feest en ik voelde me er al een stuk beter bij. Alleen als die prins mijn zus één haar zou krenken hakte ik persoonlijk zijn kop eraf. Oorlog of geen oorlog. Ik zuchtte en wreef even in mijn ogen. Ik liep even de keuken in en was verbaasd toen ik mijn zusje niet zag. Meestal werd ze achterna gezeten dood de kok omdat ze eten snoepte. Ik kreeg een grijns op mijn gezicht en keek de keuken rond.
    'Heeft iemand mijn zuster Akiria gezien?' vraag ik. De vraag echode door de keukens en alle koks legde hun gerei neer. Ik trok een wenkbrauw op en wachtte op antwoord.
    'Als het goed is ging ze net naar buiten mijn prins' zei iemand nederig. Ik glimlachte en draaide me om. Ik liep naar de grote poorten en keek de tuin in waar ik mijn zus zag. Ze zat samen met haar vos op een bankje gemaak van ijs. Ik liep glimlachend maar haar toe en plofte naast haar neer.
    'Je ziet er prachtig uit Aki' zeg ik. Ik druk een kus op haar blonde haren en geef haar vos een aai over de bol.
    'Wat vind jij nou van het feest?' vraag ik.


    "Rebellion's are build on hope"

    Liam Jayden Dumondt || Steenbok - Outfit

    Ik fronste mijn donkere wenkbrauwen even en probeerde me te oriënteren. Ik keek even achterom, maar het skatepark leek voledig van de aardbodem verdwenen, samen met alle gebouwen eromheen en heeft plaatsgemaakt vor natuurlijk groen, wat me toch lichtjes deed glimlachen. Ondanks dat dit alles er zo geweldig en rustgevend uitzag voelde ik met bekeken. Ik keek weer even rond in de bomen. Sommige van deze bomen had ik werkelijk waar nog nooit gezien. Ik zette een paar stappen met mijn versleten Vans en besloot dit vanaf de bodem uit te pluizen. Zou ik hier alleen zijn? Wat is dit voor plaats en de belangrijkste vraag waar is dit? Ik liep wat verder het bos in, in hoop om iemand of iets tegen te komen. Een teken dat ik hier niet alleen ben gestrand. Langs de andere kant, dan ben ik eindelijk alleen. Ik schudde die gedachten uit mijn hoofd. Ik was graag allen als ik tenminste mijn spullen bij had. Ik haalde mijn mobiel uit mijn broekzakken, maar helaas zoals ik al verwacht had geen bereik, niets het leek net alsof mijn mobiel kapot was. Een zucht verliet mijn lippen en ik stak het weer in mijn broekzak. Dan maar iets anders verzinnen. Ik keek op toen ik dacht iets te horen. Geristel? Ondanks dat dit gewoon mijn vage verbeelding kon zijn of gewoon een dier besloot ik toch even te kijken. Ik schrok me echter rot toen een vogel bijna in mijn gezicht vloog, maar enkele centimeters ernaast en hoog in de lucht vloog. Geïrriteerd keek ik het beest na en keek dan voor me uit. Mijn mondhoekjes krulden omhoog toen ik een meisje met blonde haren zag. Haar verwarrende en verbaasde blik deed me denken dat e hier ook uit het niets in toegekomen. "Hé!" riep ik naar haar en liep dan door de bosjes zodat ik haar niet uit het oog zou verliezen. "Hé, jij daar, meisje." zei ik dan terwijl ik in lichte looppas naar haar toeliep. Ergens kon ik me ook wel voor mijn kop slaan, het zou me niet verbazen als ze me eng zou vinden. Ik bedoel er springt niet iedere dag een jongen uit de bosjes....

    Prinses Akiria || Winter Fea - Outfit

    Ik keek op toen ik iemand naast me hoorde ploffen en met een glimlach keek ik naast me waar mijn broer zat met een brede glimlach op zijn gezicht. 'Je ziet er prachtig uit Aki' zei hij en drukte daarna een kusje op mijn kruin, waardoor ik zachtjes gniffelde. "Dankje, John." zei ik met een glimlachje. Hij aaide Fokko over zijn roste vacht en keek me daarna aan. 'Wat vind jij nou van het feest?' vroeg hij me dan plots en ik keek hem even bedenkelijk aan terwijl ik de juiste woorden probeerde te verzamelen. "Ergens vind ik het wel leuk, ik bedoel de schoonheid van ons Tir Na nog blikt hier erg in uit en iedereen doet zo hard zijn best. Heb je de gebakjes al eens geproefd? Ze zijn gewoon perfect." zei ik met een glimlachje en daarna zuchtte ik zacht. "Echter vind ik het niet fijn dat vader met de koningin van het Zomerrijk zal praten. De kans dat er oorlog uitbreekt is zo groot." mompel ik zacht. Ergens zweeg ik maar over Aleeha en prins Caleb uit het zomerrijk. ergens was ik lichtelijk jaloers. Ik wilde ook eens met een knappe prins dansen, maar langs de andere kant ook weer niet. Heef mij maar een ridder die knap en moedig is. Ik zwijmelde even weg in mijn eigen dagdroom, maar ontwaakte weer zogauw Fokko met zijn pootje me een zacht duwtje haf. Meteen keek ik even van hem, naar John. Ik kan zien in zijn heldere blauwe ogen dat hij er ook ergens geen zin in had. "En jij? Wat vind jij nou van het Elysium?" vroeg ik hem zacht terug. Mijn gele ogen keek hem vragend aan en ik aaide even kort over Fokko's bol, maar het duurde niet gauw voordat hij doorheeft dat ik liever even alleen was met John dus daarom zei hij ons nog gedag en trippelde dan weg om vervolgens in de sneeuw te lijken verdwijnen.


    I caught a golden trout! But the real treusure? Friendship - ACNH

    Koningin Maeryn

    ‘Wat is je naam?’ vroeg ik het dienstmeisje die hijgend de kamer binnen kwam lopen. Ze boog nog steeds, ze beefde en durfde niets te zeggen. Ik glimlachte en wuifde met mijn hand, ‘Ga maar weer normaal staan,’ mompelde ik. ‘June, was het niet?’ vroeg ik haar stilletjes. Ze knikte, ik probeerde te glimlachen en wees naar mijn koffers. ‘Kan jij die naar beneden brengen?’ vroeg ik haar. Ze knikte. Ze deed me een beetje aan mezelf denken, zoveel jaren geleden. Toen ik nog een meisje was geweest, zonder enig besef hoe de wereld in elkaar zat. ‘Waar is mijn zoon?’ vroeg ik haar nog voordat ze de koffers kon oppakken. Ze keek me aan, haar ogen groot, ‘Weet ik niet,’ zei ze zachtjes. Ontzag klonk door haar stem. Ik glimlachte en liep mijn vertrek uit. Met grote passen, maar elegant ook, liep ik door het kasteel heen. De zon scheen op mijn gezicht en ik bleef stil staan. Ver weg, daar zou ik heen gaan. Naar het winterrijk, Tir Na Nog. Ik kon me nog wel herinneren dat ik het vroeger erg naar mijn zin had gehad, daar. Ik schudde met mijn hoofd, en dacht niet meer aan de herinneringen. Als ik aan vroeger dacht moest ik aan hém denken en dat was dus iets wat ik niet wilde. Ik bleef nog even staan en keek naar beneden, waar al onze bediendes onze spullen klaar maakten. Caleb moest hier toch ergens zijn, dacht ik. Waar die jongen toch altijd zat, wist ik niet. Waarschijnlijk bij een van zijn vrienden. Een steek ging door me heen, ik had hem dichter bij me moeten houden. Ik had meer moeten genieten van de tijd die we samen hadden, want de tijd ging zo snel voorbij.


    If you don't know where you're going, any road will get you there

    xLout schreef:
    Koningin Maeryn

    ‘Wat is je naam?’ vroeg ik het dienstmeisje die hijgend de kamer binnen kwam lopen. Ze boog nog steeds, ze beefde en durfde niets te zeggen. Ik glimlachte en wuifde met mijn hand, ‘Ga maar weer normaal staan,’ mompelde ik. ‘June, was het niet?’ vroeg ik haar stilletjes. Ze knikte, ik probeerde te glimlachen en wees naar mijn koffers. ‘Kan jij die naar beneden brengen?’ vroeg ik haar. Ze knikte. Ze deed me een beetje aan mezelf denken, zoveel jaren geleden. Toen ik nog een meisje was geweest, zonder enig besef hoe de wereld in elkaar zat. ‘Waar is mijn zoon?’ vroeg ik haar nog voordat ze de koffers kon oppakken. Ze keek me aan, haar ogen groot, ‘Weet ik niet,’ zei ze zachtjes. Ontzag klonk door haar stem. Ik glimlachte en liep mijn vertrek uit. Met grote passen, maar elegant ook, liep ik door het kasteel heen. De zon scheen op mijn gezicht en ik bleef stil staan. Ver weg, daar zou ik heen gaan. Naar het winterrijk, Tir Na Nog. Ik kon me nog wel herinneren dat ik het vroeger erg naar mijn zin had gehad, daar. Ik schudde met mijn hoofd, en dacht niet meer aan de herinneringen. Als ik aan vroeger dacht moest ik aan hém denken en dat was dus iets wat ik niet wilde. Ik bleef nog even staan en keek naar beneden, waar al onze bediendes onze spullen klaar maakten. Caleb moest hier toch ergens zijn, dacht ik. Waar die jongen toch altijd zat, wist ik niet. Waarschijnlijk bij een van zijn vrienden. Een steek ging door me heen, ik had hem dichter bij me moeten houden. Ik had meer moeten genieten van de tijd die we samen hadden, want de tijd ging zo snel voorbij.


    [Het is eigenlijk niet de bedoeling dat je andermans personages bestuurd. Dat moeten ze zelf doen. Voor deze keer is het goed, maar het is eigenlijk niet de bedoeling.]


    Beauty begins the moment you decide to be yourself - Coco Chanel

    Pebble schreef:
    xLout schreef:
    Koningin Maeryn

    ‘Wat is je naam?’ vroeg ik het dienstmeisje die hijgend de kamer binnen kwam lopen. Ze boog nog steeds, ze beefde en durfde niets te zeggen. Ik glimlachte en wuifde met mijn hand, ‘Ga maar weer normaal staan,’ mompelde ik. ‘June, was het niet?’ vroeg ik haar stilletjes. Ze knikte, ik probeerde te glimlachen en wees naar mijn koffers. ‘Kan jij die naar beneden brengen?’ vroeg ik haar. Ze knikte. Ze deed me een beetje aan mezelf denken, zoveel jaren geleden. Toen ik nog een meisje was geweest, zonder enig besef hoe de wereld in elkaar zat. ‘Waar is mijn zoon?’ vroeg ik haar nog voordat ze de koffers kon oppakken. Ze keek me aan, haar ogen groot, ‘Weet ik niet,’ zei ze zachtjes. Ontzag klonk door haar stem. Ik glimlachte en liep mijn vertrek uit. Met grote passen, maar elegant ook, liep ik door het kasteel heen. De zon scheen op mijn gezicht en ik bleef stil staan. Ver weg, daar zou ik heen gaan. Naar het winterrijk, Tir Na Nog. Ik kon me nog wel herinneren dat ik het vroeger erg naar mijn zin had gehad, daar. Ik schudde met mijn hoofd, en dacht niet meer aan de herinneringen. Als ik aan vroeger dacht moest ik aan hém denken en dat was dus iets wat ik niet wilde. Ik bleef nog even staan en keek naar beneden, waar al onze bediendes onze spullen klaar maakten. Caleb moest hier toch ergens zijn, dacht ik. Waar die jongen toch altijd zat, wist ik niet. Waarschijnlijk bij een van zijn vrienden. Een steek ging door me heen, ik had hem dichter bij me moeten houden. Ik had meer moeten genieten van de tijd die we samen hadden, want de tijd ging zo snel voorbij.


    [Het is eigenlijk niet de bedoeling dat je andermans personages bestuurd. Dat moeten ze zelf doen. Voor deze keer is het goed, maar het is eigenlijk niet de bedoeling.]


    whoops, sorry :S Ik had er helemaal niet aan gedacht...


    If you don't know where you're going, any road will get you there

    Alesis Cala West – Schorpioen

    Ik zat tegen de rug van Nemo aan, samen keken we naar het park. ‘Sinds wanneer weet je dit?’ vroeg hij langzaam, na een lange stilte. Ik zei even niets en hield mijn adem in. ‘Lizzy?’
    ‘Vorige week,’ bekende ik. Hij zei even niets, ik voelde zijn energie veranderen. Het veranderde van de lage energielevel naar een vurig level. Ik draaide me om en keek hem aan, ‘Nemo, alsjeblieft.’ Ik keek hem smekend aan, ‘Ik wist niet wat er aan de hand was met mij, ik moest het uitzoeken.’
    ‘Lizzy, we hebben afgesproken dat we elkaar alles vertellen,’ mompelde hij langzaam.
    ‘Oké, Nemo. Nu wil ik weten wat er met jou aan de hand is.’ Ik keek hem boos aan en sloeg mijn armen om me heen. Hij staarde even naar me en draaide zich toen om, ‘Nee.’ Ik grijnsde en ging tegenover hem zitten, ‘Nemo, je gedraagt je als een klein kind,’ zei ik tegen hem. Hij keek me aan, zijn blauwe ogen stonden verdrietig. ‘Ik ben ziek, Liz.’ De grijns verdween van mijn mond en ik kon hem alleen maar geschokt aan kijken, ‘Griep?’ vroeg ik langzaam. Ik wist ook wel dat als je griep had, je dan niet naar buiten ging. Hij moest even glimlachen en legde zijn arm op mijn schouder, ‘Geen griep, Liz. Kanker.’ Ik keek hem aan en ging staan, hij keek me verbaasd aan toen ik begon te lachen. ‘Grappig, Nemo. Grappig, maar je mag zulke grappen voortaan niet meer maken.’ Ik keek hem even boos aan en trok hem toen overeind. Ik zag de blik in zijn ogen, ‘Ik maak geen grapje, Alesis,’ zei hij zachtjes. Ik staarde hem aan en trok toen mijn hand uit die van hem. Ik draaide me om en begon van hem weg te lopen. Tranen liepen over mijn wangen. ‘Alesis!’ riep hij me achterna, hij rende me achterna. Ik voelde zijn armen om me heen, ‘Ik ben er nog, Lizzy,’ fluisterde hij in mijn oor. Ik draaide me om en omhelsde hem, ‘Hoelang weet jij dit al,’ snikte ik.
    ‘Vier maanden.’ Geschokt keek ik op en staarde hem verbijsterd aan.
    ‘Vier maanden,’ stamelde ik. Hij knikte en ging met zijn ene hand door zijn haren. Ik had niets gemerkt. ‘Waarom, waarom doe je niets,’ riep ik tegen hem. Hij haalde zijn schouders op en grijnsde, ‘Wat moet ik doen?’
    ‘Ja, weet ik veel. Chemokuren?’ Zijn gezicht betrok en ik wist niet hoeveel slecht nieuws ik nog te verduren kreeg, ‘Er is geen chemokuur meer mogelijk.’ Ik sloeg hem. Ik weet niet wat me bezielde, maar ik sloeg hem. ‘Godverdomme, Nemo!’ riep ik tegen hem. Hij keek me geschokt aan, ik was niet het type om te schelden. Om te vloeken. ‘Lizzy,’ zei hij zachtjes, in een poging mij te kalmeren.
    Ik liet me door hem kalmeren en sloot mijn ogen, mijn ademhaling gierde door me heen. Ik legde mijn lippen tegen zijn wang aan, en gaf hem een zoen. Ik voelde zijn energie onder me. Ik voelde zijn lichaamswarmte. En ik liet me door hem troosten.


    If you don't know where you're going, any road will get you there

    Johnathan. - prins van het winterhof.

    Ik zag Aki glimlachen.
    'Ergens vind ik het wel leuk, ik bedoel de schoonheid van ons Tir Na nog blikt hier erg in uit en iedereen doet zo hard zijn best. Heb je de gebakjes al eens geproefd? Ze zijn gewoon perfect,' ze zei het met een glimlachje en ik barstte bijna in lachen uit. 'Echter vind ik het niet fijn dat vader met de koningin van het Zomerrijk zal praten. De kans dat er oorlog uitbreekt is zo groot.'
    Ik keek haar onderzoekend aan. Ik kon er nooit tegen om mijn zusje zo te zien. Daarom gaf ik teveel om haar.
    'En jij? Wat vind jij nou van het Elysium?' vroeg ze. Haar vos trippelde ondertussen weg.
    'Ach Aki,' zuchtte ik. 'Na de dood van mam gaan feesten en ik gewoon niet samen.'
    Ik stond op en staarde verdrietig voor me uit.
    Na de dood van mam was alles anders. Ik had mijn ijs krachten niet in controle en had daardoor Aki bijna pijn gedaan. Gewoon omdat ik kwaad was en had geschreeuw om alleen te zijn. Ze was alsnog gekomen en bijna had ik haar bevroren. Ik zuchtte opnieuw en haalde mijn hand door mijn haren.
    'Maar goed,' zei ik. 'Dat ik een hekel heb aan deze feesten betekend niet dat we beide aan onze danspassen moeten werken.'
    Ik had een grote grijns op mijn gezicht en trok Aki van het bankje. Om vervolgens mijn arm om haar middel te doen en een soort ritme te maken met mijn mond.
    'En één, twee, drie. Één, twee, drie.'
    Het enige wat ik wou was een lach op de mond van mijn zusje toveren. Dat was het enige belangrijker doel deze avond.


    "Rebellion's are build on hope"

    June. II Zomerfae. Persoonlijke dienstmeid van de koningin. - outfit.
    'Wat is je naam?' klonk de zoete stem van de koningin. Ik werkte hier nog niet zo lang, dus het was niet raar dat ze mijn naam niet kon onthouden. Vaak kenden Fae mijn naam sneller dan van een ander, juist door mijn regenboogkleurige ogen. Toen ze naar me glimlachte en wuifde ging ik weer recht staan. 'Ga maar weer normaal staan,' hoorde ik haar mompelen. 'June, was het niet?' vroeg ze me weer en ik knikte zacht. Toen wees ze naar haar koffers, waar ik eigenlijk voor was gekomen. 'Kan je die voor me naar beneden brengen?' vroeg ze me. Ik knikte opnieuw. Ergens vroeg ik me af waarom ze zoveel koffers mee wilde nemen, terwijl we alleen maar één avond aan het Winterhof zouden doorbrengen. Maar ik vroeg het niet, ik had al veel eerder geleerd dat ik niet teveel vragen moest stellen.
    Voordat ik de koffers kon oppakken, stelde de koningin opnieuw een vraag aan me. 'Waar is mijn zoon?' Ik kauwde zenuwachtig op de binnenkant van mijn wang en was teleurgesteld dat ik de vraag van mijn heerseres niet kon beantwoorden. 'Weet ik niet,' antwoordde ik zachtjes, de ontzag in mijn eigen stem hoorbaar. De koningin glimlachte nog naar me voordat ze de kamer uit verdween en ik de eerste twee koffers naar beneden sjouwde. Vermoeid veegde ik het kleine beetje zweet van mijn voorhoofd, voor ik naar boven liep voor de overige koffers. Deze laadde ik allemaal in de koets waar de koningin en haar zoon mee zouden reizen. Zelf zat ik in de koets achter haar, samen met Puck. Verschillende ridders gingen ook met ons mee, waaronder Aerion. Al een tijdje had ik een verschrikkelijke crush op hem, maar was altijd te verlegen geweest om hem aan te speken. Een vermoeide zucht verliet mijn lippen toen ik alle koffers in de koets had gekregen en bleef even staan om het resultaat te bekijken. Daarna draaide ik me zonder te kijken om en liep zo tegen een hard object aan. Of beter, tegen een harde borst aan. 'Oh!' kwam er geschrokken uit mijn mond en mijn regenboog-kleurige ogen schoten naar het gezicht. Het was Aerion. Meteen voelde ik mijn wangen warm worden en ik wist zeker dat ze nu donkerrood van kleur moesten zijn. 'Het spijt me, ik keek niet uit waar ik loop,' begon ik meteen te ratelen, maar het enige wat hij deed was zijn hand opsteken om me te stoppen. Rond zijn volle lippen lag een verblindende glimlach. 'Hé, het maakt niet uit. Ik heb je al een paar keer gezien hier aan het hof, maar ik ken je niet. Ik ben Aerion,' stelde hij voor, terwijl hij zijn hand even op mijn schouder legde. De huid waar hij het aanraakte gloeide. 'I-Ik ben June, de nieuwe persoonlijke dienstmeid van de koningin,' vertelde ik hem stamelend, waarna hij begon te lachen. 'Oh, dus jij bent het nieuwe slaafje van de koningin. Je weet toch wel wat er met de laatste gebeurt is, niet?' Meteen voelde ik de warmte uit mijn gezicht glijden en lachte Aerion harder. 'Ik maakte maar een grapje, maak je geen zorgen,' lachte hij, waarna hij opnieuw op mijn schouder klopte. 'Wel, goed,' mompelde ik van mijn stuk gebracht. Ik knipperde een paar keer met mijn ogen en bekeek zijn gezicht, die nog perfecter was van dichtbij. 'Ik neem aan dat jij ook mee gaat naar Elysium?' vroeg hij toen, een stuk serieuzer. Ik knikte. 'Ja, dat klopt. Ik ben erg benieuwd hoe het is in het Winterrijk. Ik heb er zoveel over gehoord!' Ik was inderdaad erg enthousiast om naar het Winterrijk te gaan. Het is daar vast zó mooi! En daarbij, het is de eerste keer dat ik Elysium mee maak, aangezien ik nooit eerder aan het hof aanwezig was tijdens Elysium. Aerion lachte. 'Het Winterrijk hè. Tja, je moet er van houden.'
    Op dat moment werd de naam van Aerion achter ons geroepen en hij draaide zich om in de richting van de stem. God, zelfs zijn rug was mooi!
    'Ik moet gaan, ik zie je wel weer,' glimlachte Aerion naar me toen hij zich terug om draaide. Ik glimlachte verlegen terug. 'Oké,' was het enige wat ik nog kon zeggen. Hij liep weg en ook ik draaide me om, waarna ik richting het Wyldwoud liep. Een idioot grote glimlach lag rond mijn lippen, en nu ik klaar was met al mijn klusjes had ik genoeg vrije tijd. Ik wist dat het Wyldwoud gevaarlijk was, maar zolang ik niet te ver weg ging was het vast geen probleem.

    [Maakt niet uit, als het niet nog maar een keer gebeurt (: ]


    Beauty begins the moment you decide to be yourself - Coco Chanel

    Prinses Akiria || Winter Fea - Outfit

    'Ach Aki,' zuchtte John en ik keek hem vragend aan. 'Na de dood van mam gaan feesten en ik gewoon niet samen.' zei hij dan terwijl hij opstond. Zijn heldere blauwe ogen stonden treurig, maar ook vastberaden. De dood van onze moeder was een verschrikkelijk lange tijd geleden en net als Johnathan miste ik haar ook iedere dag, maar er was altijd één ding die me bijgebleven was. Als je treurt dan is ze misschien voor altijd weg, maar met een stralende lach, zegt ze je vanbinnen nooit gedag. Ik zuchtte even moeder zou het nooit over haar hart kunnen krijgen moest ze John zo zien. Nogsteeds kropt hij alles op en op sommige donkere dagen zit hij vaak alleen op zijn kamer en wilt hij alleen mij binnenlaten. Ondanks dat ik de eerste keer bijna een levend ijssculptuur werd, begrijp ik hem wel een beetje, maar hij moest uit die cirkel van verdriet komen en zien hoe je niet moet blijven treuren. 'Maar goed,' zei hij ,waardoor ik weer wakker werd uit mijn gedachten en John aankeek. 'Dat ik een hekel heb aan deze feesten betekend niet dat we beide aan onze danspassen moeten werken.' zei hij dan en met een grote grijns trok hij me recht. Een glimlachje sierde mijn lippen en ik deed gezellig met hem mee.
    'En één, twee, drie. Één, twee, drie.' zei hij en we begonnen een soort van wals te dansen, maar uiteindelijk leek het toch op niet veel wat me deed lachen. "Jij bent echt een goede danser zeg." zeg ik met een lachje tegen hem. Ik had zin om met hem te stoeien dus bukte ik me en deed ik alsof ik mijn hakjes weer juist deed, maar in feite maakte ik een sneeuwbal en gooide die dan naar John. Een grijns sierde mijn lippen. "Pak me dan als je kan." zeg ik op een kinderlijke toon en liep dan lachend de tuin in, terwijl ik nog een sneeuwbal maak en klaar sta om hem weer te gooien. Even om alle stress te vergeten en daarbij het was veel te lang geleden dat we nog eens een sneeuwballen gevecht hielden.


    I caught a golden trout! But the real treusure? Friendship - ACNH

    Prinses Aleeha. II Winterhof. - outfit.
    Nadat ik me aantoonbaar gemaakt had verliet ik mijn kamer. In de gangen kwam ik genoeg bediendes tegen, die allemaal gestrest rondrenden om alles in orde te maken. Stiekem vond ik het erg vermakelijk, maar liet het niet merken. De hakken van mijn ijsmuiltjes tikten op de marmeren vloer, terwijl ik mijn weg vond naar de stallen, waar mijn paard Snow stond. De merrie was zo zwart als de nacht, maar had een wit vlekje op haar voorhoofd, dat leek op een sneeuwvlokje. Ze was altijd van mijn moeder, maar sinds haar dood was ze van mij. Snow was dus erg belangrijk voor me. Altijd als ik met haar reed, voelde het alsof mijn moeder bij me was. Niets was minder waar. Wij Fae hebben geen ziel. Als we dood gaan, zijn we weg. Geen leven hierna, niets. Mijn vingers gleden over haar zachte vacht. 'Hé Snow,' fluisterde ik, terwijl ik haar vacht borstelde. Hierna maakte ik haar klaar voor een rit. 'We gaan een klein ritje maken,' vertelde ik Snow, die een enthousiast gehinnik uitstootte. Ze duwde haar neus tegen mijn wang, waar ik zacht om lachte.
    Ik leidde haar naar buiten en steeg op. Twee benen aan een kant, dat kon ook niet anders met een jurk als de mijne.
    Samen reden we het kasteel uit, langs het dorp naar het Wyldwoud, Het was daar altijd zo vredig stil. Het was de perfecte plek om te denken. We waren al een tijdje aan het lopen, toen we bij een open velde aankwamen, waar veel vruchten groeiden. We waren ver genoeg in het Wyldwoud dat er niet direct sneeuw lag, en de temperatuur boven vriespunt. Ik keek meteen op en nieuwsgierig naderde ik het geluid subtiel. Ik stapte van Snow af, maar bond haar niet vast. 'Blijf in de buurt, oké?' vertelde ik haar, voor ik te voet verder ging. Ik stapte het open veld op en plukte een vruchtje, die alleen hier in Fae groeiden. Ik bekeek de vrucht even, die bloedrood van kleur was en stopte hem in mijn mond zodra ik zeker was dat hij niet giftig was.


    Beauty begins the moment you decide to be yourself - Coco Chanel