• Bloodstream.
    • Praattopic.
    • Rollentopic.


    In het landschap van Arkansas, ligt het zomerstadje Rosefield. De stad heeft zijn naam te danken aan de velden vol rozen waarop de stad oorspronkelijk gebouwd is. Naast het feit dat de zon er altijd schijnt, zijn de inwoners van Rosefield de meest gastvrije en vriendelijke mensen die je - je maar kunt indenken.
    Hun gastvrijheid wordt enkel erg op de proef gesteld, door onaangekondigde 'nieuwe' bewoners. Mensen die hun ogen hebben laten vallen op de prachtige, door zon omhulde, stad. Deze gasten lijken enkel niet te vertrekken, zoals de meeste toeristen doen zodra het zomerse genieten wordt ingeruild voor werk en school.
    Langzaam maar zeker raken mensen vermist, vermoord en niet meer teruggevonden. De zonnige stad wordt opgeslokt in tijden van schandalen en schaduw.
    Veel mensen nemen het - het bosrijke gebied kwalijk; daar zit immers een scala aan wilde dieren.
    Toch zijn er maar een paar die de ware identiteit van de monsters te pakken krijgen. Vampiers.


    - Begin van de verhaallijn.
    In Rosefield is het hartje winter, ondanks de stijgende warmte. De stad heeft zojuist een hittegolf achter de rug die, volgens de sherrif, een aantal kleinschalige branden veroorzaakt heeft. Dit is echter een verhaaltje om de dodentallen zo min mogelijk op te laten vallen.
    De vampiers zijn hongerig, op zoek. Ze worden ook steeds onstuimiger, gewoonweg omdat iedereen voelt dat er iets in de lucht hangt.
    Maar wat? Dat is de grote vraag. De plaatselijke jongeren hebben een winter-break. School is gesloten voor wel twee hele weken en dat betekend feesten, zelfs in zo'n klein stadje.


    - Uitleg.
    Rosefield is een stad waarin het gehele jaar de zon schijnt. Het heeft de nodige voorzieningen, en de meeste mensen zijn erg voor de kerk. Ook is er een universiteit in de nabije omgeving en is er voor de jeugd het minimale aan uitgaansleven gebouwd.
    Je kunt een mens spelen, een inwoner van het stadje. Of natuurlijk een vampier. De vampiers leven in één clan met één leider. Ze kunnen tegen zonlicht en hun leven draait op mensenbloed. Je hebt kwaadaardige vormen, zachtere. Toch blijven het allen gevaarlijke wezens.
    Hun ogen hebben een normale kleur, tot ze dorst krijgen - dan kleuren ze rood. Ze hebben een stel scherpe vampiertanden en zijn zo koud als ijs.
    Vampiers worden niet zo geboren. Ze worden gebeten. Dat is op zich nog een aardig proces ook - een proces dat niet iedereen zomaar overleeft.
    Eerst moet een vampier de desbetreffende persoon bijten, en vervolgens moet de mens vampierbloed in zijn systeem hebben en sterven. Als hij/zij gestorven is wordt duidelijk of het lichaam kan veranderen. Als dat niet het geval is, sterft het gewoon en als het wel is gelukt wordt hij/zij wakker als vampier.
    Vampiers kunnen slapen. Ze eten overigens niets tot weinig. Hun lichaam kan er tegen, maar ze prefereren bloed boven alles. Nog iets speciaals is een gave. Sommige vampiers hebben er één, en anderen niet. Ook zijn er een paar mensen die een gave aangeboren krijgen. Vaak wijst dit op 'geboren vampier', maar ook dit is niet altijd even waar.


    - Regels.
    - Minimaal aantal woorden is 300. Dat is, in vergelijking, echt heel weinig.
    - 16+ is toegestaan.
    - Alles dat niet door een personage wordt gezegd/gesproken of gedaan wordt in het praattopic gepost.
    - Je bestuurd enkel je eigen personage.
    - Geen andere personages doden zonder toestemming.
    - Het is geen sneltrein, maar zorg er wel voor dat je minimaal eens per week eens iets laat horen.
    - Ideeën voor actie, drama en de verloop van de verhaallijn zijn altijd welkom.
    - Het is geen soap, je personage zal dan ook nooit de hoofdpersoon zijn.


    - Rollen.
    Vampiers:
    - Leider: Liam Philip Monroe Cas || Electrokinesis.
    - Dahlia Jhosanna Vienna Kapur Guinness || Telekinese.
    - Chase Damon Harper Sigil || Visioenen.
    - Ivy Roseanne Harvelle Olicity || Controle over zintuigen.
    - Marlus Oakden Reaves Naerys

    Mensen:
    - Alaska Rosalind Winslow Goldwing || Pyrokinese.
    - Jamilla Tara Robbinson koena || Manipulatie.
    - Callum Matheus Oliviera Olicity
    - Gracelynn Amity Bell Naerys
    - Oliver Rhys Hall Cas

    [ bericht aangepast op 20 dec 2013 - 12:53 ]


    They can't steal the love you're born to find

    Ivy Roseanne Harvelle • Vampier • Controle over zintuigen
    Marlus haalt zijn schouders op wanneer ik aan hem vraag wat hij binnen doet. 'Wel, aangezien ik al een zekere ouderdom heb, is er echt niets meer te beleven voor mij.' Er komt een zucht over zijn lippen, waarna er een glimlach op komt te staan, een vreugdeloze glimlach echter. 'Ik heb alles al gezien wat er te zien valt. Er is daarbuiten niets meer voor mij, op het eten na dan. Ik loop hier echt al veel te lang rond, ik heb echt nood aan iets nieuws.' Met zijn vingers tikt hij op de armleuning van zijn stoel. 'En daarbij ik denk dat ik heel wat jaren meer dan jij buiten heb gespendeerd. Ik ben er zelfs zeker van.' Ik lach zachtjes. 'Dat is ook niet zo gek, aangezien je een stuk ouder bent als mij,' grijns ik. 'Máár, aangezien jij nu buiten niks mer te doen heb, is het des te verstandiger van mij om niet nu al alles buiten te doen, want dan heb ik later buiten niks meer te doen.' Ik haal lichtjes mijn schouders op. Ik kan later nog altijd wel gaan reizen, en dat ben ik ook zeker van plan, er zijn nog vele steden en gebieden die ik wil zijn, maar voorlopig is dit wel goed.
    'Wanneer ga je nog eens buiten?' vraagt hij. Ik wil net vragen of hij mij soms weg wilt hebben, als hij verder praat. 'Als jij gaat, ga ik ook naar buiten. Ik wil nog eens checken of alles nog in orde is met mijn familie.' Hij zegt het iets spottend. Ik spring van de bank af en trek mijn kleren recht. 'Dat is goed, maar dan ga ik wel met je mee! Anders heb ik alsnog niks te doen.' Met een scheve grijns kijk ik hem aan. 'Ik beloof dat ik hem of haar niet als eten zal zien. Of nouja, ik zal ze niet als eten gebruiken.'


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Liam Philip Monroe

    Chase twijfelt terwijl ik achter hem sta met mijn handen op zijn schouders. "Ja eigenlijk wel," antwoord hij. Als hij aan zijn kaak krabt laat ik zijn schouders weer los en loop ik terug om het bureau heen om op mijn stoel te gaan zitten. "Nu ik... nouja... vampier en zo ben he..." begint hij aarzelend en verlegen. Ik kijk hem nieuwsgierig en geïnteresseerd aan. "Ben ik dan ook.. sterker en sneller enzo? Of is dat iets van films?" vraagt hij, waarna hij diep adem haalt. Het is echt een menselijk trekje dat ik vaak zie bij nieuwe vampiers, we hebben immers geen zuurstof nodig. Toen ik net vampier was, was het iets dat me gerust stelde, maar je leert het vanzelf af. "Sommige dingen zijn van films," antwoord ik traag. "We zijn sneller, sterker, onze zintuigen zijn beter, maar dit zijn allemaal dingen die je kan uitproberen. Wees niet zo passief, Chase."
    "Oh... en ehm... Ik merk zeg maar... dat ik een beetje de behoefte krijg... aan nou ja je weet wel bloed," zegt hij met gefronste wenkbrauwen. Hij brengt alles alsof het zo moeilijk is. "Moet ik nu dan gaan 'jagen' of kan ik dat ergens vandaan halen." Ik kan aan zijn oogkleur zien dat hij inderdaad dorst heeft. Ik laat het nooit zover komen, maar vroeger maakte ik er een sport van om te kijken hoelang ik het uit zou houden. "Je mag doen wat je wilt om aan bloed te komen," zeg ik schouder ophalend. Langzamerhand begin ik ongeduldig te raken van al deze vragen. "Mensen, dieren, weet ik het. Ik prefereer altijd mensen en vers." zeg ik maar.
    Dan ruik ik iets, het is maar een kleine essentie van een geur, maar daardoor kijk ik direct naar het raam en grijns ik, om vervolgens terug naar Chase te kijken. "Tijd om je vampierkrachten te gebruiken en uit te testen, ruik je dat?" Een zacht geluid zorgt ervoor dat ik opsta en naar het raam loop. Hij zit dicht, ik voel toch geen warmte of kou en heb het ook niet nodig om ramen open en dicht te doen. Met een simpele handbewegingen schuif ik hem open waardoor de geur duidelijker wordt, vuur. Ik herinner me gelijk wat Chase me net vertelde en ik wil erbij zijn om te zien of het nu uit is gekomen of niet. "Spoor het maar op." zeg ik. Ik loop terug naar mijn slaapkamer om een linnen overhemd te pakken en over mijn hoofd te trekken, om vervolgens de deuren open te gooien en samen met Chase weg te lopen .

    Oliver Rhys Hall

    Ze glimlacht wel, maar ik richt me al op de serveerster om koffie te vragen. Ik bied haar ook aan, waarop ze opkijkt en dan knikt. De serveerster verdwijnt weer en ik kijk terug naar de jonge vrouw. "Om op je eerdere vraag terug te komen," begint ze dan. "Ja, zo kan je het wel stellen. Hoewel ikzelf het niet echt zie als problemen maar eerder als... complicaties." Ze glimlacht en schud met haar hoofd, terwijl mijn wangen lichtrood kleuren van schaamte omdat ze mijn rare vraag toch nog beantwoord. "Zo lijkt het minder erg, is het niet?" Ik kijk nu een tikkeltje ongelovig. "Niet minder erg, eerder een ontkenning van wat er werkelijk aan de hand is," antwoord ik.
    "Het is niet altijd zo, weet je. Hij kan ook goed voor me zijn." Ik heb geen afkeurende blik in mijn ogen, eerder een tikkeltje medelijdend. Ze is zo'n typisch toonbeeld van huiselijk geweld, hoe ze het goed probeert te praten maar ook heel goed weet dat er echt wel iets mis is. Ik wil ook niet zomaar oordelen over deze vrouw. "Ik denk dat het dan goed is, zolang je maar gelukkig bent," zeg ik, waarbij ik mijn mondhoeken dwangmatig iets omhoog trek. Het lijkt me niet dat je gelukkig kan zijn in zo'n relatie, maar ik wil ook niet gemeen zijn tegenover haar. Ze lijkt me gewoon zo breekbaar, maar dat is ook wel logisch, gezien haar situatie.
    Enkele tellen nadat ik klaar ben met praten komt de serveerster terug met twee koppen die ze neerzet voor ons. Ik bedank haar met een beleefde glimlach en een snel gemompel. Hoe warm het ook is, ik drink altijd koffie. Mijn blik staat nog altijd serieus, maar twijfelachtig als ik terug kijk naar haar. "Mijn naam is trouwens Oliver," stel ik mezelf dan voor, aangezien ik dat helemaal vergeten ben. Ik steek mijn grote, maar slanke hand over tafel naar haar uit, waarbij ik het boek ook weer loslaat.


    Your make-up is terrible

    Chase Damon Harper

    Ondertussen dat ik de vraag stelde over dat ik sterker en sneller ben, gaat Liam weer op het bureau zitten. "Sommige dingen zijn van films," Begint Liam zijn antwoord traag. "We zijn sneller, sterker, onze zintuigen zijn beter, maar dit zijn allemaal dingen die je kan uitproberen. Wees niet zo passief, Chase." Verlegen sla ik mijn ogen neer. Stomme sukkel dat je er bent..
    "Je mag doen wat je wilt om aan bloed te komen," zegt Liam schouderophalend. "Mensen, dieren, weet ik het. Ik prefereer altijd mensen en vers." Ik knik even. "Tijd om je vampierkrachten te gebruiken en uit te testen, ruik je dat?" Liam grijnst en kijkt even naar het raam voor hij mij aankijkt. Ik snuif even een paar keer "Vaagjes" antwoord ik. Liam loopt naar het raam en schuift het met een simpel gebaar open. De geur overspoeld me meteen. "Dat is vuur" Ik spring op en ik ren naar het raam.. "Spoor het maar op." Zegt Liam. Hij loopt naar zijn slaapkamer. Ondertussen gris ik een vogeltje van een tak naast het raam. "Het spijt me maatje" Ik draai zijn kopje eraf en drink het bloed van het vogeltje. Mensen probeer ik een andere keer weer, voor nu is dit voldoende. Terwijl ik langs mijn lippen lik gooi ik het vogeltje naar beneden en sluit het raam.
    Liam komt terug van zijn slaapkamer. Inmiddels heeft hij een linnen overhemd aangetrokken. Hij gooit de deur open en ik haast me om met hem mee te lopen. Ik veeg met de rug van mijn hand snel langs mijn mond. Om de mogelijke restjes bloed weg te vegen. "Vogeltjes smaken niet verkeerd... Al ruiken dat van mensen wel lekkerder"
    Als we de voordeur uit stappen knijp ik mijn ogen weer even dicht tegen het felle licht maar de geur is overweldigend. Ik snuif nog een keer. "deze kant op" Al weet hij dat al waarschijnlijk. Ik snuif. Naar mate de geur sterker wordt, des te sneller ik loop. Het laatste stukje begin ik zelfs te rennen. Als ik de hoek om ga deins ik achteruit als ik de vlammen zee zie. "wow" zeg ik geschrokken.
    Ik wacht tot Liam weer bij me is voor ik dichterbij loop. Er zijn al aardig wat mensen, ook brandweer lieden. maar het gegil is net zo intens als in mijn visioen. Het is gelukkig niet in de stad, maar het scheelt net. Om de hoek begint het stadje en hier is de brand...Ik probeer dichterbij te komen, tussen de mensen door, maar kijk telkens of Liam nog steeds vlak achter me loopt. "Er zitten nog mensen in!" roep ik geschrokken. Ik kijk Liam wanhopig aan. "waarom doen ze niks? Misschien..misschien zit er wel iemand belangrijks in" ik kijk hem veel betekenend aan. Misschien zit dát meisje er nog wel in..

    [ bericht aangepast op 16 dec 2013 - 21:44 ]


    [i]Help always come when people fight for right - Tonto [/i]

    Alaska Rosalind Winslow
    Mens • Pyrokinese.

    Ik moet kalm worden. Als ik kalm ben, is er twintig procent kans dat de vlammen minder intens worden. Het vuur maken is makkelijker dan de boel doven: vooral als je - je bedenkt dat ik het de laatste paar maanden heb geprobeerd te onderdrukken. Ik kan me gewoon niet concentreren tussen de wolken van giftige rook en het gegil. Hoewel de hitte me op een bepaalde manier pijn doet, zorgt het vuur er niet voor dat ik direct verbrand. Een geluk bij een ongeluk.
    Dit geeft me immers tijd om er voor te zorgen dat er niet nog meer mensen sterven. Ik slik om de emotionele brok in mijn keel weg te krijgen, maar kom uiteindelijk niet veel verder dan moedeloos zuchten. Ik heb geen idee wat ik aan het doen ben, of wat er hierna zal gebeuren. Het is mijn schuld.
    Ergens tussen een smeulend stukje gras en de resten van een eikenboom, blijf ik staan. Vanaf hier kan ik de loeiende sirenes boven het gegil uit horen. Ik kan het shrille schreeuwen van kinderstemmetjes onderscheiden, en het geblaf van politiehonden. Ai. Ghost. Ik schud mijn hoofd kort om het beeld van de hond uit mijn gedachten te bannen: als ik nog emotioneler wordt, brandt de stad af.
    Met langzame ademteugen probeer ik de intensiteit van de vlammenzee te minderen. Mijn lichaam voelt zwaar en loom, en mijn keel branderig bij de rook die ik telkens naar binnen en buiten dwing. Dat het me niet vermoord, is een tweede wonder.
    Traag. Heel langzaam voel ik het vuur zakken. Als ik in adem, leeft het op. Maar zodra ik uit adem en ontspan lijken de vlammen minder heftig en vernietigend. Ik ben duizelig tegen de tijd dat ik het vuur kan zien smeulen. Twee rookpluimen lijken er zes, als ik mezelf vastgrijp aan een scheefstaand bord.
    Het ijzer is heet en sist zodra het in aanraking met mijn huid komt. Ik voel de pijn niet eens meer. Mijn oren tuiten, als ik mezelf dwing naar de resten te kijken.
    De verkoolde lichamen, de ravage. De mensen die jammerend en wild gebarend over het afgebrandde bloemenveld lopen: op zoek naar overlevenden.
    Het is de brandweer die moeizaam in beweging komt om als eerste het gebied te verkennen - maar tegen die tijd ben ik al in elkaar gezakt tussen de resten smeulend vuur.


    They can't steal the love you're born to find

    Liam Philip Monroe

    Chase snuift even. "Vaagjes," antwoord hij waarop ik het raam open doe. "Dat is vuur." merkt hij gelijk op, waardoor hij opspringt en naar het raam rent. Ik grijns en zegt dat hij het moet opsporen, waarna ik naar mijn slaapkamer loop om me geheel aan te kleden. "Het spijt me maatje." hoor ik Chase zeggen, daarna hoor ik de knak van een gebroken nekje en ruik ik het vogelbloed. Hij is slim genoeg, maar hij moet minder medelijden hebben. Ik kom terug en doe de deur open, waarop hij zich naast me haast en het bloed met een kinderlijk gebaar door de rug van zijn hand uit zijn mondhoeken te vegen. "Vogeltjes smaken niet verkeerd... Al ruiken dat van mensen wel lekkerder." merkt hij op. Ik grijns. "Ze smaken ook lekkerder." voeg ik eraan toe. Hopelijk waagt hij zich er snel genoeg aan.
    We gaan naar beneden en ik laat Chase leiden. Hij snuift naast me. "Deze kant op." Ik volg hem geduldig en begin sneller te lopen als hij sneller gaat. Hij begint te rennen en ik kom moeiteloos achter hem aan. Rennen put me ook niet uit, we gaan ook nog best langzaam. Als we de hoek omslaan, komen de vlammen ons bijna tegemoet. Naast me deinst hij achteruit. "Wow," zegt hij geschrokken, maar ik kan enkel grijnzen omdat Chase een heel belangrijke gave schijnt te hebben. We lopen door, tussen de mensen en brandweerauto's door die er met loeiende sirenes staan. Ik kan de warmte van het vuur bijna voelen door enkel naar de vlammen te kijken, maar ik voel geen warmte of kou meer.
    Ik volg Chase door de mensen massa die allemaal staan te kijken. "Er zitten nog mensen in!" roept hij geschrokken en richt zich wanhopig op mij. "Waarom doen ze niks? Misschien... misschien zit er wel iemand belangrijks in." Ik kan aan zijn veelbetekenende blik zien wat hij bedoeld. "Omdat ze dat niet kunnen, maar jij wel. Ga naar haar op zoek, maar laat je niet afleiden door anderen." moedig ik hem op een koele manier aan. "Ga nu, ze is belangrijk!" vervolg ik doordringender om hem tot beweging aan te zetten. Ik ga er zelf niet doorheen, dit is zijn taak vanaf nu.


    Your make-up is terrible

    Chase Damon Harper Vampier, Visioenen

    Ik sta paniekerig te wachten op Antwoord van Liam, als ik vraag waarom niemand iets doet, dat er nog mensen in zitten. "Omdat ze dat niet kunnen, Maar jij wel. Ga naar haar op zoek, maar laat je niet afleiden door anderen" zegt Liam. Even aarzel ik. "Ga nu, ze is belangrijk!" zegt Liam Dringend. Ik knik. Ik duw Liam mijn vest in zijn handen, trek mijn tank top uit en leg het als een soort muts over mijn dreads. Ik haal diep adem en blaas het langzaam uit voor ik het vuur in ren. "Hé, wat ga je doen! Kom terug, het is gevaarlijk" hoor ik de brandweer lieden roepen. Mensen gillen geschrokken. Dit is nu mijn taak, dus ik laat me er ook niet zomaar vanaf leiden. Anders stel ik Liam teleur dat wil ik niet. Ik wil hem niet teleurstellen.
    Ik zie zoveel mensen liggen en ik slik. Ik kán en mág ze niet mee nemen en dat is kwetsend. Ik knijp mijn ogen dichter om beter te kunnen zien. Ik weet niet precies hoe ze er uit ziet. Hier en daar draai ik een lichaam om, om er achter te komen dat het haar niet is. Soms draai ik ze juist op hun buik of ik de rug misschien herken.
    Het duurt even maar dan zie ik een meisje liggen. Wit blond haar. Het geeft me een bepaald gevoel maar het opvallendste is dat het vuur haar amper tot niet raakt. Ik loop naar haar toe maar blijf even staan om te kijken. Ik herken het haar, ik herken haar kleding. Het moet haar wel zijn. "Jij bent het..." mompel ik zacht. Ik hurk naast haar neer. "hey... hey leef je nog? ooh zeg alsjeblieft dat je nog leeft" zeg ik zacht kreunend. Ik strijk wat haar uit haar gezicht. haar ogen zijn dicht. Ik hoor haar hart wel kloppen, is ze flauw gevallen? is dit haar kracht? "Sorry.. Maar ik kan je hier niet laten liggen. Ik moet je optillen en meenemen. Het spijt me" zeg ik zacht. "Dit is niet... op.. een rare manier bedoeld overigens hoor" zeg ik.
    Ik schuif mijn armen onder haar benen en haar schouders. "Hoppa" zonder enig moeite til ik haar op. "God je bloed ruikt nog verdomde lekker ook nog" kreun ik terwijl ik door het vuur terug hardloop naar Liam. Nog voor ik uit de vlammen ben zie ik hem staan. Ik wacht even tot niemand het door heb, maar niet te lang, ze mag natuurlijk niet verbranden. Als niemand in de buurt deze kant, en de kant van Liam op kijkt ren ik snel naar hem toe. "Dit is haar, dat weet ik zeker. Ze leeft nog...Maar volgens mij is ze buiten bewust zijn"

    [ bericht aangepast op 20 dec 2013 - 19:22 ]


    [i]Help always come when people fight for right - Tonto [/i]

    Alaska Rosalind Winslow
    Mens • Pyrokinese.

    Toen ik klein was, en mijn vader nog leefde, gingen we ieder jaar naar het festival dat op verschillende weides werd gehouden. Mijn vader kocht ballonnen voor me en gaf me geld voor ijsjes. Het was vaak zo warm dat ik gedwongen ingepakt moest zitten: mijn moeder was enorm bang dat mijn huid zou verbranden door mijn lichte haar en natuurlijk de melkachtige kleur van mijn huid. Ik vond het natuurlijk niet leuk, en na nog zo'n jaar rende ik eens bij haar weg.
    Tussen de lachende kinderen wurmde ik mezelf één van de tentjes binnen. Tussen de muffe rommel die er werd verkocht, stond een scala aan dampende kaarsen. Ik wist niet waarom, maar ik wilde ze zo graag vasthouden. De geurige rook en intensiteit van de vlammetjes. Ik had rood en oranje altijd al mooi gevonden. Mijn moeder vond het een tikje obsessief, omdat ik altijd met felrode tekeningen thuiskwam.
    Dat was de eerste keer dat ik mijn gave gevoeld en gebruikt had. De kaarsen sprongen aan toen ik ze dwingend in mijn vingertjes klemde. Eén voor één verlichtten ze de oude rommel. Ik vond het prachtig en in mijn enthousiasme sprongen er nog meer vlammen door de tent. Het gekste was nog, dat ik de hitte kon voelen. Ik kon voelen als de vlammen mijn huid raakten, maar de pijn nam af en begon plaats te maken voor een dun schilletje dat me ervan weerhield te branden. De hele tent brandde af en in de opening stond mijn vader. Hij was bang, maar niet zoals mijn moeder die me dwong een ambulance binnen te stappen. Mijn vader wist het denk ik, in ieder geval dat ik iéts kon. Het ging beter toen hij nog leefde, en me hielp met het onderdrukken. Maar toen hij overleed, leek het alsof alle emoties feller werden en ik de controle langzaam weg voelde glippen. Dit was de eerste uitbarsting geweest. En ik was bang voor zoveel meer.
    Ergens in de verte hoorde ik een stem. Een man, dat was overduidelijk. Ik probeerde mijn ogen te openen, maar ze voelden zwaar. Net als de roet die aan mijn wimpers plakte. Zelfs mijn ledematen leken niet mee te willen werken; waarom tilde hij me op? Ik moest hier weg. Ik was gevaarlijk.
    ''L-laat me.. los,'' het duurde een tijdje voor ik de woorden aan elkaar had geplakt. De beelden dié ik zag toen mijn ogen iets openden, waren wazig en onduidelijk. Ik voelde me uitgewrongen. Was het - het gebruik van mijn kracht die me zo toetakelde? Of het feit dat ik het had proberen te doven?
    Hoezeer ik ook vocht om wakker te blijven; ik verloor. Ik voelde me, zonder overdrijven, dood op.

    [ bericht aangepast op 20 dec 2013 - 20:48 ]


    They can't steal the love you're born to find

    Gracelynn Amity Bell - Mens

    "Mijn naam is trouwens Oliver," Hij had verrassend genoeg zijn hand naar me uitgestoken en het leek me wel zo beleefd om deze te aanvaarden. Je zou het soms niet zeggen, maar zo af en toe kende ik mijn manieren nog wel. Zonder te aarzelen schudde ik hem de hand en realiseerde me dat ik mijn naam ook maar beter zou zeggen. Anders zou het nogal vreemd zijn. "Gracelynn. Mijn naam is Gracelynn." Stelde ik mezelf op mijn beurt voor terwijl ik zijn hand weer losliet. "Je mag ook Grace zeggen als je dat makkelijker zou vinden. Veel mensen noemen me zo."
    Er waren ook altijd mensen die me Lynn probeerden te noemen, maar aangezien dat ik echt een bloedhekel aan die naam had, reageerde ik dan nooit wanneer iemand me nodig had voor de één of andere reden, dit deed ik echter en alleen als de mensen in kwestie het wisten. Bij een onbekende zou ik hem of haar er eerst nog netjes op wijzen, maar dit deed ik echter een keer of twee. Mensen leerden het op die manier trouwens ook erg snel, al moest ik wel toegeven dat het misschien niet altijd de beste tactiek leek te zijn. Sommigen vonden het nogal grof overkomen wanneer ik niet inging op hun vragen, maar dat was hun probleem en niet de mijne.
    Het was me opgevallen dat zijn handen, ondanks ze veel groter waren dan de mijne, lang zo slecht niet aanvoelden dan ik me had voorgesteld. Zijn handen deden me een beetje denken aan die van een pianospeler. Groot, slank en toch iets dat kracht uitstraalde. Ik vroeg me eigenlijk af wat voor beroep hij uitoefende, ik kende immers weinig mannen met zulke handen.
    Mijn oog viel op de ring die hij droeg, het juweel oogde redelijk speciaal waardoor ik me afvroeg van waar het kwam. "Leuke ring heb je daar, ben je getrouwd?" Het was een redelijk directe vraag, maar aan de andere kant was het best onschuldig. Het was gewoon pure nieuwsgierigheid en daarbij moest ik toch iets zeggen om het gesprek gaande te houden? Deze man wist trouwens al meer over mij dan ik lief had, dus een beetje info van zijn kant kon absoluut geen kwaad, maar dat was mijn mening. "Of verloofd?" Glimlachte ik enkele tellen later en voor het eerst sinds het hele gesprek, liet ik mijn wantrouwen jegens deze man varen. Misschien was hij niet zo erg dan ik eerst had gedacht.
    Het was me ook al opgevallen dat hij best een serieuze man leek en hoewel de twijfel wel in zijn ogen te zien was, bleef hij erg beleefd. Ik kon het best waarderen aangezien beleefdheid dezer dagen soms ver te zoeken was. Soms had ik het gevoel dat mensen vergeten waren hoe het voelde om een klein beetje respect te tonen, al lag dit waarschijnlijk deels bij de opvoeding.
    Ik was altijd al erg streng opgevoed, streng maar rechtvaardig maar dat was ook logisch aangezien de omstandigheden waarin ik opgroeide. Er werd geregeerd met een ijzeren vuist, maar nu ik er zo over nadacht, zou ik waarschijnlijk net zo gehandeld hebben moest ik een hele bende weeskinderen onderdak geven.
    In afwachting op zijn antwoord, sloeg ik mijn beide handen om de warme tas koffie heen en voelde een kleine tinteling door mijn vingers gaan. De warmte voelde aan als een streling op mijn huid en om eerlijk te zijn, zorgde het er voor dat ik meer op mijn gemak was dan eerst. Warmte bood niet alleen troost en een gevoel van veiligheid, maar het leidde me ook altijd af van zaken waar ik mijn hoofd wel over kon breken.



    Marlus Oakden Reaves - Vampier

    "Dat is goed, maar dan ga ik wel met je mee! Anders heb ik alsnog niks te doen." Ik knikte even ter bevestiging dat ik het had begrepen en er ook niets mee in zat. "Ik beloof dat ik hem of haar niet als eten zal zien. Of nouja, ik zal ze niet als eten gebruiken." Ondanks ze het niet meende, vond ik het allesbehalve grappig om te horen. Ze mocht het van mij over eender wie zeggen, maar niet over mijn afstammelingen. Het gedacht alleen al dat iemand hen iets aan wilde doen, maakte me slechtgezind.
    "Haal het niet in je hoofd." Zei ik op een gevaarlijk scherpe toon terwijl ik mijn ogen niet afwendde. "Het is algemeen geweten hoe beschermend ik over ze ben, het laatste wat ik wil is dat ze van ons bestaan afweten, hoor je me?" Ik snoof even en liet hierbij mijn wenkbrauw weer zakken. Ivy was wel slim genoeg om mijn verzoek serieus te nemen, of dat hoopte ik toch alleszins. Het zou jammer zijn dat er problemen tussen ons zouden optreden, het vertrouwen in elkaar zou dan ook beschadigd zijn en dat wilde ik niet echt.
    Nu ik er zo over nadacht, het was niet de eerste keer dat ik verzeild was geraakt in een enorme ruzie met iemand, betreffende mijn nakomelingen. Alleen was het de laatste keer niet echt zo goed afgelopen en was het op een gevecht uitgedraaid waar ze nog zijn tussengekomen omdat het zo lelijk was. Achteraf had ik me ergens wel schuldig gevoeld aangezien ik een stuk ouder was dan de andere vampier. Het was de tevens ook de laatste keer dat de vampier in kwestie nog een woord met me had gewisseld, hij had de boodschap klaar en duidelijk verstaan.
    "Sorry van de uitval." Mompelde ik uiteindelijk na een kleine poos. Ik gaf nooit graag toe dat ik misschien een beetje overdreven had, maar ik kon het echt niet helpen. Zelfs als ik het zou willen, zou ik me niet in kunnen houden. Dat kon ik als mens niet en als vampier al helemaal niet. Ik was niet perfect en dat zou ik ook nooit of te nimmer zijn. "Ik had niet zo mogen reageren maar het is echt sterker als mezelf."
    Een kleine zucht verliet mijn mond terwijl ik mijn slapen even masseerde, niet dat ik hoofdpijn had of zo. Het was een oude gewoonte van toen ik nog mens was, ik deed dit altijd na één van mijn uitbarstingen om mezelf tot rust te manen. Vreemd genoeg leek het ook altijd te werken, zelfs nu nog. "Weet je wat, om het goed te maken trakteer ik je op bloed. Wijs eender wie aan, wel...Niet eender wie, maar gewoon iemand en dan bezorg ik het je. Kan je daar mee leven?"



    Forget the risk and take the fall...If it's what you want, it's worth it all.

    Liam Philip Monroe | vampier

    Hij knikt op mijn dringende woorden en duwt zijn vest in mijn handen, zijn shirt gaat uit en vouwt hij over zijn haar heen. Mensen protesteren om hem heen als hij het vuur in rent en ik glimlach tevreden. Hij heeft tenminste lef genoeg en hij luistert, eigenschappen die ik wel kan waarderen. Op mijn gemakje loop ik om het vuur heen om naar een plek te komen waar het rustiger is en minder mensen zijn. Ik weet dat Chase me wel kan vinden, maar ik wil niet dat iedereen ziet dat hij iemand uit het vuur meeneemt. Zo zal het minder opvallen en dat is net mijn bedoeling.
    Uiteindelijk zie ik Chase terug komen door de vlammen, snel. Ik trek hem mee naar een beschutte plaats zodat ik het meisje dat hij in zijn armen houd kan bekijken. "Dit is haar, dat weet ik zeker. Ze leeft nog... Maar volgens mij is ze buiten bewust zijn." zegt hij. Ik knik bedenkelijk, ze ademt inderdaad en haar bloed kan ik horen pompen. "We nemen haar mee," besluit ik als ik kan zien dat het vuur haar amper aangetast heeft. Er zitten enkele zwarte vegen van het roet op haar lichaam en kleding, maar niks is verbrand. Dat terwijl ik de doden kan ruiken die er gevallen zijn. Ik wil weten waarom, zoveel waarom. Waarom had Chase een visioenen, ze is een mens. Waarom is zij niet aangetast, waarom zij?
    "Kom," zeg ik als ik haar overneem uit zijn armen. Hij ziet er een stuk smeriger uit dan zij en ik ben bang dat hij haar zal laten vallen als we nu op ons snelst zullen gaan omdat hij dat nog niet gedaan heeft. "Tijd om je snelheid uit te testen." Ik zet het op een rennen, maar zorg ervoor dat ik op hetzelfde tempo ga als Chase. Ik merk dat het voor hem nog behoorlijk uittesten en vooral aftasten zal zijn, waar ik normaal niet zo vaak rekening mee houd, maar nu is het toch wel een speciaal geval.
    Als we terug komen bij het grote huis dat in mijn bezit is gaan we op een rustiger tempo naar binnen. Ik ga Chase voor de trap op terug naar mijn kamer, waar ik de deuren openmaak en doorloop naar mijn slaapkamer. Daar komen maar weinig andere vampiers, maar hem laat ik meekomen. Het meisje is nog buiten bewustzijn als ik haar op de witte lakens van mijn grote, donkereiken bed neerleg en op de rand ga zitten. "Pak uit mijn kast een washandje en maak die nat met koud water in de badkamer," commandeer ik hem zonder naar hem te kijken. Ik hoop dat het koude water ervoor zorgt dat ze bij komt, ik heb haar zoveel te vragen.

    Oliver Rhys Hall | mens

    Als ik mijn hand over de tafel uitsteek schud ze snel en zelfverzekerd mijn hand met haar kleine hand. "Gracelynn. Mijn naam is Gracelyn," stelt ze zich voor waarna ze hem weer loslaat. "Je mag ook Grace zeggen als je dat makkelijker zou vinden. Veel mensen noemen me zo." Ik glimlach en knik naar haar. "Sierlijke naam," zeg ik, het is een naam die me herinnert aan rijke vrouwen met mooie kleding, iets wat wel bij haar lijkt te passen. "Ik heb toch een voorkeur aan gewoon Oliver, niemand is tot nu toe met een goede afkorting gekomen." grinnik ik vervolgens. Aan Ollie heb ik altijd al een hekel gehad, vroeger werd ik vaak zo genoemd, maar nu moet je het niet meer proberen.
    "Leuke ring heb je daar, ben je getrouwd?" vraagt ze plotseling, waardoor mijn blik verbaasd naar de ring om mijn vinger glijd. "Of verloofd?" glimlacht ze. Ik grijns iets schaapachtig als ik met mijn hoofd schud en terug kijk naar de jonge vrouw die haar handen om de mok koffie geslagen heeft. "Nee, een familietraditie," antwoord ik. Mijn vingers draaien automatisch de ring om mijn vinger rond. "Het klinkt vast wat cliché, maar die krijg je op de 18de verjaardag van iemand die bij je geboorte de belofte heeft gedaan om over je te waken. In mijn geval mijn oudere broer. Volgens mijn vader gaat de traditie eeuwen terug, dus het is wel mooi om deze te blijven volgen." leg ik haar uit. Mijn ogen glimmen iets van trots al ik dat aan haar vertel.
    Ik neem een kleine slok van de nog hete koffie voordat ik verder praat. "Ik vind familietradities altijd wel mooi, helaas hoor je er tegenwoordig nog maar weinig van. Mensen vinden andere dingen belangrijk, hun eigen stempel op het leven drukken in plaats van hun voorvaderen volgen. Dat kan ik ook best begrijpen, het is maar saai om altijd te doen wat iemand al gedaan heeft." glimlach ik. Het is ook een beetje de reden dat ik hier alleen woon, met mijn familie een flink eind verderop. Sommige tradities zijn heel mooi, maar ik hoef niet zo nodig het bedrijf van mijn vader op te delen tussen mijn broer en mij zodat het in de familie blijft. Ik vertrouw hem genoeg om het alleen te doen en zo kan ik mijn eigen ding blijven doen.
    "Woon je hier uit familietraditie of ben je ook eruit gebroken?" vraag ik aan haar, voort breiend op mijn eigen gedachtes en het gespreksonderwerp traditie. Het lijkt me al een minder ongepaste vraag als die ik er eerder uit gefloept had en meer geïnteresseerd naar haar zelf.


    Your make-up is terrible

    Chase Damon Harper

    Liam trekt me mee naar een meer beschutte plek en kijkt bedenkelijk naar het meisje in me armen en knikt. "We nemen haar mee" zegt hij. "Kom" Hij neemt het meisje over uit mijn armen. "Tijd om je snelheid te testen" Dan zet hij het op een rennen, en hij is snel. Zo snel dat het me verbaast dat ik hem nog zie. Maar als ik hem achterna ren, duurt het niet lang voor ik hem ingehaald heb, en het kost geen moeite om hem bij te houden. Bij het huis veranderd het tempo naar een wat rustiger tempo. Eenmaal binnen loopt Liam direct door naar boven en naar zijn kamer. Ik volg hem, door naar zijn slaapkamer waar hij het meisje op zijn bed legt.
    "pak uit mijn kast een washandje en maak die nat met koud water in de badkamer" commandeert Liam. Ik knik en loop zonder te vragen naar zijn kast en trek die open. Ik geef een hoog gilletje als er iets met grote groene ogen naar mijn hoofd springt. Uiteindelijk blijkt met maar een kat te staan. "Rot kat" snauw ik naar de kat. Het is de derde keer deze week dat die kat me het stuipen van me lijf jaagt. Ik inspecteer de kast en heb meteen spijt dat ik dat gedaan heb. Ik pak snel een washandje en doe de kast deur dicht voor ik naar de badkamer loop. Liam is al een vreemde vent, maar om zulke dingen in de kast de bewaren. Ik trek een raar gezicht naar mezelf in de spiegel terwijl ik het washandje koud maak.
    Ik knijp het overtollige vocht uit het washandje nadat ik de kraan heb uitgedaan. Dan loop ik naar Liam en het meisje toe. Voorzichtig leg ik het koude washandje op haar voorhoofd. Ik heb wel eens gezien en gehoord dat dat scheen te werken. "Is het niet enorm vreemd dat het vuur haar niet raakte?" vraag ik terwijl ik mijn shirt weer normaal aantrek, en mijn vest er overheen aan doe, om de viezigheid te bedekken. "Omdat ze een mens en alles is. Alle andere waren gewoon verbrand. Daarnaast herkende ik haar ook gewoon van mijn Visioen, maar dat vond ik erg... apart... na alles" voeg ik er fronsend aan toe.


    [i]Help always come when people fight for right - Tonto [/i]

    Alaska Rosalind Winslow.
    Mens • Pyrokinese.

    Het eerste dat ik voel als mijn gedachten terugstromen naar het hier en nu - is de bonzende pijn achter mijn ogen en het tuitende geluid in mijn oren. Er glipt een rilling over mijn ruggengraat als mijn ogen schokkerig, maar vooral gedesoriënteerd, door de vreemde ruimte dwalen. De zachte vering van het matras dat mijn lichaam ondersteunt, de warmte van de smetteloos witte lakens die om me heen krullen in een beschermende wirwar van dekens.
    Het duurt een tijdje, voor ik mezelf volledig bewust ben en haast als gestoken overeind veer.
    Te snel. De beelden beginnen weer te draaien, en voor ik het goed en wel in de gaten heb, leun ik opnieuw met mijn rug tegen het harde eikenhout waaruit het frame van het luxueuze bed is geschapen.
    ''Waar ben ik?'' Prevel ik na enkele seconden van stilte. Mijn keel voelt woestijndroog aan, en dan voel ik de herinneringen terug komen. Eerst alleen de serene stilte, maar niet veel later ook het hoge gegil en de intense kleuren van het vuur.
    Mijn vingers grijpen het witte laken vast en ik voel de stof verpulveren in mijn handpalmen als ik mezelf tot kalmte probeer te manen. Met nog een vlammenzee vermoord ik mijzelf nog eens.
    ''Ghost.'' Mijn ogen springen open en vinden vrijwel direct de mannelijke gestalten die beiden aan een kant van het bed staan. Zowel vermoeid als afstandelijk schuif ik naar achteren, waarbij ik mijn hoofd iets voel protesteren met nog hardere bonzen.
    Waar is het vuur gebleven? Het festival? Wie zijn deze mannen in hemelsnaam en nog verschrikkelijker: hoeveel mensen heb ik vermoord?
    Mijn ademhaling schiet in seconden omhoog, en mede door het lichte gevoel in mijn hoofd glipt het vuur uit mijn vingers nog zonder ik mezelf heb kunnen weerhouden. De kleine vlammetjes steken elkaar aan en voor ik het goed en wel in de gaten heb brandden ze delen van de lakens weg.
    Ik probeer het te stoppen, echt waar, maar het lijkt wel alsof mijn vermoeidheid het makkelijker maakt om te beginnen, en onmogelijk maakt om te eindigen.


    They can't steal the love you're born to find

    Liam Philip Monroe | vampier

    Ik hoor een gilletje van Chase maar kijk niet op als ik het gesis van mijn geschrokken kat hoor. "Rot kat," hoor ik hem snauwen en mijn mondhoeken trekken zich automatisch omhoog. Het is altijd leuk om te zien hoe hij anderen de schrik op hun lijf jaagt. Achter me hoor ik hem naar de badkamer lopen en de kraan lopen, waarna hij al snel weer terug komt. Niet veel mensen krijgen de mogelijkheid om in mijn kast te kijken, volgens mij is Chase op het moment zelfs de eerste. Chase legt aan de andere kant van het bed het washandje op haar voorhoofd neer terwijl ik geïnteresseerd naar het meisje kijk in de hoop dat ze snel wakker wordt. Ik vraag me af hoelang het duurt voordat de rest de geur opvangt.
    "Is het niet enorm vreemd dat het vuur haar niet raakte?" vraagt Chase als hij zijn shirt weer aantrekt en zijn vest eroverheen doet. "Omdat ze een mens en alles is. Alle andere waren gewoon verbrand. Daarnaast herkende ik haar ook gewoon van mijn visioen, maar dat vond ik erg... apart... na alles." Ik knik bedenkelijk. "Er is meer aan de hand," antwoord ik, wat wel erg raadselachtig klinkt. Ineens gaan de ogen van het meisje open en kijkt ze de kamer rond. Ik richt mijn blik gelijk weer op haar en kijk hoe ze reageert.
    Ze schiet plotseling overeind, maar lijkt draaierig te zijn en nogal gedesoriënteerd. Moeilijk leunt ze tegen het houten hoofdeinde. "Waar ben ik?" prevelt ze met een raspende stem als ze alles in zich opgenomen heeft. Ik voel me redelijk ongeduldig worden, maar hou me nog in. Haar vingers grijpen in de witte lakens. "Ghost," zegt ze als ze haar ogen wijd opent en ze ons in de gaten krijgt. Ik glimlach geruststellend naar het meisje, maar mijn blik glijd al snel af naar haar vingers. Mijn ogen worden groter als er vlammetjes uit haar handen ontsnappen en de lakens verschroeien. Toch maar ik me daar niet al te druk om, lakens kunnen vervangen worden.
    "Chase, water," commandeer ik opnieuw. Ik hou er niet van om zelf dingen te doen en ik kan het me permitteren. Ik breng mijn eigen hand naar de vlammetjes op het dekbed en leg mijn hand erop waardoor deze uitgaan en zich niet verder verspreiden. het water is dan ook niet voor het vuur, maar voor het meisje. Het vuur voelt heet aan, echt. Mijn blik gaat gefascineerd terug naar het meisje. "Je hoeft niet bang te zijn, je bent hier onder vrienden, gelijken," zeg ik tegen haar. "Chase heeft je gezien in een visioen, daarom heeft hij je uit het vuur gehaald. Vertel me eens, hoe doe je dat?" vraag ik nieuwsgierig na mijn korte uitleg.


    Your make-up is terrible

    Alaska Rosalind Winslow
    Mens • Pyrokinese

    ''Je hoeft niet bang te zijn, je bent hier onder vrienden, gelijken.'' Mijn wenkbrauwen krullen zich samen als ik zie hoe gemakkelijk hij het vuur dooft door er enkel met zijn handen overheen te glijden. Gelijken? Vrienden? Ik neem beide mannen danig in me op, maar kan geen enkel detail vinden dat me teruglinkt naar een eerdere ontmoeting. Ik durf zelfs te zweren dat ik ze nog nooit gezien heb: iets dat wel heel vreemd is, gezien ik al mijn hele leven in Rosefield loop.
    ''Chase heeft je gezien in een visioen, daarom heeft hij je uit het vuur gehaald. Vertel me eens, hoe doe je dat?'' De stem van de donkerharige man is een prettig en geruststellend geluid om naar te luisteren - zelfs dat moet ik toegeven. Al is dat ook hetgeen waarmee hij mijn alertheid opwekt.
    Wat aarzelend glijden mijn ogen over de man die hij zojuist Chase heeft genoemd. Ik heb nooit verwacht dat ik de enige ben met een gave - zoals ik het zelf genoemd heb, al lijkt het meer een vloek - al is dit de eerste keer dat ik daadwerkelijk iemand ontmoet.
    ''Hoe ik.. het doe?'' Ik frons opnieuw terwijl ik wat afwezig naar mijn handpalmen sta. Natuurlijk besef ik me dat het érgens vandaan moet komen, maar daadwerkelijk weten wáár?
    ''Ik maak het.'' Verklaar ik dan ook zacht. Ik weet niet precies wie deze man claimt te zijn, maar als hij meer over gaves weet wil ik hem leren kennen. Misschien is er een manier om er vanaf te komen, of het op z'n minst in te tomen. Ik wil het niet gebruiken: dat is het hele probleem.
    ''Ik heb het altijd min of meer kunnen.. verbergen, maar sinds de dood van mijn vader blijft het komen. Ik slaap al weken slecht omdat ik, áls ik slaap, een vlammenzee veroorzaak.'' Ik slik, terugdenkend aan de weide die ik in vlammen heb laten opgaan.
    ''Mijn hond..'' Ik frons lichtelijk terwijl ik mijn vingers in de stof van het laken druk. Ghost. Ik kan hem niet vermoord hebben: dat kan niet.


    They can't steal the love you're born to find

    | Ik wil iedereen alvast een fantastische jaarwisseling wensen, en tot volgend jaar! |


    They can't steal the love you're born to find

    Chase Damon Harper Vampier, Visioenen

    Zodra het meisje overeind schiet, en tegen het hoofdeinde leunt, commandeerd Liam dat ik water moet gaan halen. Dit doe ik dus dan ook. Terwijl ik in de badkamer het glas vul met water, Hoor ik Liam zeggen dat ze niet bang hoeft te zijn, en de reden waarom ik haar uit het vuur heb gehaald. Ik geef het glas water aan het meisje en glimlach "Drink wat, dan zul je je vast beter voelen" zeg ik.
    'Hoe ik.. het doe?'' Het meisje fronst. ''Ik maak het.'' Het meisje haar stem klinkt zacht. ''Ik heb het altijd min of meer kunnen.. verbergen, maar sinds de dood van mijn vader blijft het komen. Ik slaap al weken slecht omdat ik, áls ik slaap, een vlammenzee veroorzaak.'' Ik merk, en hoor dat ze slikt. ''Mijn hond..'' Het meisje fronst weer, terwijl ze haar vingers in het bed drukt. "Hond?" herhaal ik fronsend. "Ik heb helemaal geen hond gezien en gehoord. Ook niet geroken" zeg ik verbaasd. Dan glimlach ik. "Maak je geen zorgen. Wij, of ik, kunnen hem later wel gaan zoeken. Er zal vast niks met hem aan de hand zijn, honden zijn slim" zeg ik geruststellend. Misschien ben ik daar wat beter in, ik ben natuurlijk nog maar een week vampier, ik zal nog wat meer menselijkheid in me hebben dan Liam.
    "waarom vertel je ons niet eens eerst hoe je heet?" vraag ik vriendelijk, en ik kijk haar met oprechte vriendelijkheid aan. "Dat praat wat makkelijker. Dan kunnen we elkaar de dingen wat beter aan elkaar uitleggen? Jij aan ons, en misschien wij aan jou áls we meer weten dan jou" zeg ik vriendelijk. Dan kijk ik Liam even kort aan. Dan glimlach ik weer lief naar het meisje. "Ik ben Chase Harper" zeg ik mijzelf voorstellend. "En dat is Liam, mijn leider, om het maar even zo te noemen." Ik kijk hem weer even kort aan.


    [i]Help always come when people fight for right - Tonto [/i]