• Bloodstream.
    • Praattopic.
    • Rollentopic.


    In het landschap van Arkansas, ligt het zomerstadje Rosefield. De stad heeft zijn naam te danken aan de velden vol rozen waarop de stad oorspronkelijk gebouwd is. Naast het feit dat de zon er altijd schijnt, zijn de inwoners van Rosefield de meest gastvrije en vriendelijke mensen die je - je maar kunt indenken.
    Hun gastvrijheid wordt enkel erg op de proef gesteld, door onaangekondigde 'nieuwe' bewoners. Mensen die hun ogen hebben laten vallen op de prachtige, door zon omhulde, stad. Deze gasten lijken enkel niet te vertrekken, zoals de meeste toeristen doen zodra het zomerse genieten wordt ingeruild voor werk en school.
    Langzaam maar zeker raken mensen vermist, vermoord en niet meer teruggevonden. De zonnige stad wordt opgeslokt in tijden van schandalen en schaduw.
    Veel mensen nemen het - het bosrijke gebied kwalijk; daar zit immers een scala aan wilde dieren.
    Toch zijn er maar een paar die de ware identiteit van de monsters te pakken krijgen. Vampiers.


    - Begin van de verhaallijn.
    In Rosefield is het hartje winter, ondanks de stijgende warmte. De stad heeft zojuist een hittegolf achter de rug die, volgens de sherrif, een aantal kleinschalige branden veroorzaakt heeft. Dit is echter een verhaaltje om de dodentallen zo min mogelijk op te laten vallen.
    De vampiers zijn hongerig, op zoek. Ze worden ook steeds onstuimiger, gewoonweg omdat iedereen voelt dat er iets in de lucht hangt.
    Maar wat? Dat is de grote vraag. De plaatselijke jongeren hebben een winter-break. School is gesloten voor wel twee hele weken en dat betekend feesten, zelfs in zo'n klein stadje.


    - Uitleg.
    Rosefield is een stad waarin het gehele jaar de zon schijnt. Het heeft de nodige voorzieningen, en de meeste mensen zijn erg voor de kerk. Ook is er een universiteit in de nabije omgeving en is er voor de jeugd het minimale aan uitgaansleven gebouwd.
    Je kunt een mens spelen, een inwoner van het stadje. Of natuurlijk een vampier. De vampiers leven in één clan met één leider. Ze kunnen tegen zonlicht en hun leven draait op mensenbloed. Je hebt kwaadaardige vormen, zachtere. Toch blijven het allen gevaarlijke wezens.
    Hun ogen hebben een normale kleur, tot ze dorst krijgen - dan kleuren ze rood. Ze hebben een stel scherpe vampiertanden en zijn zo koud als ijs.
    Vampiers worden niet zo geboren. Ze worden gebeten. Dat is op zich nog een aardig proces ook - een proces dat niet iedereen zomaar overleeft.
    Eerst moet een vampier de desbetreffende persoon bijten, en vervolgens moet de mens vampierbloed in zijn systeem hebben en sterven. Als hij/zij gestorven is wordt duidelijk of het lichaam kan veranderen. Als dat niet het geval is, sterft het gewoon en als het wel is gelukt wordt hij/zij wakker als vampier.
    Vampiers kunnen slapen. Ze eten overigens niets tot weinig. Hun lichaam kan er tegen, maar ze prefereren bloed boven alles. Nog iets speciaals is een gave. Sommige vampiers hebben er één, en anderen niet. Ook zijn er een paar mensen die een gave aangeboren krijgen. Vaak wijst dit op 'geboren vampier', maar ook dit is niet altijd even waar.


    - Regels.
    - Minimaal aantal woorden is 300. Dat is, in vergelijking, echt heel weinig.
    - 16+ is toegestaan.
    - Alles dat niet door een personage wordt gezegd/gesproken of gedaan wordt in het praattopic gepost.
    - Je bestuurd enkel je eigen personage.
    - Geen andere personages doden zonder toestemming.
    - Het is geen sneltrein, maar zorg er wel voor dat je minimaal eens per week eens iets laat horen.
    - Ideeën voor actie, drama en de verloop van de verhaallijn zijn altijd welkom.
    - Het is geen soap, je personage zal dan ook nooit de hoofdpersoon zijn.


    - Rollen.
    Vampiers:
    - Leider: Liam Philip Monroe Cas || Electrokinesis.
    - Dahlia Jhosanna Vienna Kapur Guinness || Telekinese.
    - Chase Damon Harper Sigil || Visioenen.
    - Ivy Roseanne Harvelle Olicity || Controle over zintuigen.
    - Marlus Oakden Reaves Naerys

    Mensen:
    - Alaska Rosalind Winslow Goldwing || Pyrokinese.
    - Jamilla Tara Robbinson koena || Manipulatie.
    - Callum Matheus Oliviera Olicity
    - Gracelynn Amity Bell Naerys
    - Oliver Rhys Hall Cas

    [ bericht aangepast op 20 dec 2013 - 12:53 ]


    They can't steal the love you're born to find

    Ivy Roseanne Harvelle • Vampier • Controle over zintuigen
    Kleding - linker outfit -
    Verveeld lig ik ondersteboven op mijn bed terwijl ik door een saai meisjestijdschrift bladeren. Het is totaal niet interessant om te lezen over andermans problemen. Alsof het ook maar iemand interesseert dat "Sofia 1.95 meter is" of dat "Clary brandwonden op haar benen heeft". Als ze het echt zo verschrikkelijk vinden, dan zouden ze echt niet hun verhaal in zo'n tijdschrift plaatsen, vooral niet met foto's en al erbij. Ze doen het vast gewoon om de aandacht. Ze willen gewoon aandacht. Ik zucht zachtjes en gooi het tijdschrift met een boogje in de prullenbak, of meer een poging tot. Het blad ketst tegen de zijkant aan, maar ik heb geen zin om op te staan en het in de prullenbak te doen.
    Ik blijf nog enkele minuten doelloos op mijn bed liggen, waarna ik er toch maar vanaf kom en besluit dat het tijd wordt om eens wat kleding aan te trekken, aangezien ik nog steeds mijn handdoek van het douchen om heb. Ik trek een rood lingerie setje uit mijn kast, samen met mijn donkerrode allstars en wat kleding. Hierna loop ik naar de badkamer om wat make-up op te doen. Wanneer mijn make-up klaar is loop ik langzaam naar beneden, misschien zijn er nog wat andere. Ze zullen vast niet allemaal naar buiten zijn. Ik twijfel er over of ik zelf naar buiten zal gaan, aangezien ik best zin heb om wat te eten, maar het is altijd leuker om 's avonds te jagen, al is het dan lastig iemand te vinden die niet iets van een verdovend middel in zijn of haar lichaam heeft zitten. Niet dat dat eigenlijk veel uitmaakt, aangezien ik de smaak toch voor mijn eigen gevoel kan veranderen, maar ik heb geen zin om die moeite te doen en ik heb geen zin om aangeschoten te worden door iemands bloed. Als ik wil drinken, dan doe ik dat zelf, het liefst rechtstreeks uit de fles.


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Gracelynn Amity Bell - Mens

    Hij greep me vast bij mijn kraag en duwde me hardhandig tegen de muur terwijl zijn gezicht gevaarlijk dicht bij kwam. Zijn adem rook naar pure alcohol waardoor ik mijn hoofd afwendde. "Kijk me aan!" Schreeuwde hij woest waardoor ik even in elkaar kromp. "Dom wicht, dacht je dat ik het niet zou merken?! Je bent met hem naar bed gegaan, is het niet?! Met de buurman?" Ik slikte even en schudde vervolgens mijn hoofd. "Nee, dat is niet waar. Ik zweer het je, ik heb het niet gedaan."
    Ik zag de pure haat in zijn ogen en vroeg me af wat er allemaal in deze man omging. Als hij nuchter was zou hij nooit zo doen tegen me, maar helaas genoeg was hij de laatste tijd amper nuchter en kreeg ik het telkens weer te verduren. Achteraf had hij altijd spijt, dat zei hij toch. Ik kon niet anders dan hem te geloven, hij was diegene die al die tijd al voor me had gezorgd.
    "Spreek me niet tegen!" Brulde hij weer met zijn zware stem. Voor ik het wist haalde hij naar me uit en voelde ik hoe zijn hand recht op mijn kaak smakte. Geschrokken sperde ik mijn ogen wijd open en duwde hem instinctief van me weg zonder een kik te geven. Aiden strompelde achteruit en kon zich nog met de nodige moeite rechthouden. Ik nam van de gelegenheid gebruik en glipte langs hem naar buiten nadat ik mijn handtas van de kast had gegrepen. Eenmaal buiten zette ik er stevig de pas in, ik moest hier weg en snel ook. Waar ik heen ging wist ik nog niet, maar het leek me het beste dat ik nu even uit zijn buurt zou blijven tot hij was gaan slapen om er zeker van te zijn dat ik veilig thuis kon komen.
    Mijn wang leek wel te branden, zo'n pijn deed het. Automatisch bracht ik mijn hand naar mijn wang en voelde even aan de pijnlijke plek. Hij sloeg me wel vaker als hij dronken was, maar vandaag was het de eerste keer dat hij naar mijn gezicht uithaalde en waarschijnlijk niet de laatste keer. Ik vroeg me af hoe het ooit zo ver was kunnen lopen. Wat was er juist allemaal mis gegaan in onze relatie? Misschien lag het wel gewoon aan mij, aan het feit dat hij geen gevoelens meer voor me had of iets in die aard.
    Zonder er echt bij na te denken, versnelde ik mijn pas een beetje nadat ik had besloten om naar het eetcafé te gaan. Daar was het in ieder geval veel rustiger en veiliger dan thuis, daar was ik zeker van. Ik kon er nadenken over hoe het verder moest, al had ik daar eigenlijk zelf ook het antwoord wel op. Het liep elke keer hetzelfde. Hij sloeg me, ik verdween voor enkele uren om na te denken en uiteindelijk ging ik gewoon terug naar huis waar het spelletje telkens opnieuw begon. Zo was het en zo bleef het waarschijnlijk ook gewoon.
    Eenmaal binnen in het eetcafé, liet ik mijn blik rustig rondgaan. Het was, op enkele eenzaten aan de tafeltjes, zo goed als leeg en daar was ik best blij om. Het laatste wat ik nu nodig was, was drukte. Ik nam plaats aan een tafeltje aan het raam en nam de menukaart even vast. Wanneer de serveerster kwam om me te bedienen, bestelde ik een kleinigheidje om te eten en een glas van hun sterkste whiskey. Het was geen perfecte combinatie, maar ik had het nodig en ik was oud en wijs genoeg om te weten wat ik deed.
    De serveerster verdween met een simpele hoofdknik en wanneer ik eenmaal weer alleen was, liet ik mijn blik naar buiten glijden. In de weerspiegeling van het raam, zag ik de afdruk van Aiden z'n hand in mijn wang staan. Had hij dan zo hard geslagen? Beschaamd probeerde ik de afdruk te verbergen door met mijn kin op mijn hand te steunen en mijn vingers op de rode afdruk te laten rusten.
    Mijn ogen flitsten schichtig door het eetcafé en bleven even hangen bij een donkerharige man die ook wat zat te eten. Onbewust was ik met mijn vrije hand op tafel beginnen tokkel maar stopte hier al snel mee toen ik besefte dat het eigenlijk echt een irritant geluidje was. Ik vroeg me af hoe het eigenlijk kwam dat zo veel mensen hier altijd alleen kwamen. Ik kon me niet inbeelden dat de donkerharige man geslagen werd door zijn vrouw of dat hij iemand was die niemand had. Hij zag me er niet het type man uit dat een eenzaat was, integendeel zelfs. Ik had zo het vermoeden dat hij graag de aandacht kreeg. Maar ik kon het natuurlijk ook helemaal fout hebben.
    Wanneer ik besefte dat ik de man al een hele tijd aan het aankijken was, wendde ik snel mijn hoofd weg in de hoop dat hij niets had opgemerkt. Een kleine, zenuwachtige zucht rolde over mijn lippen terwijl ik wat rechter ging zitten zodat de serveerster die inmiddels aan mijn tafel stond, mijn bestelling op de tafel kon zetten.
    Met beide handen greep ik, kort nadat de serveerster was vertrokken, het glas whiskey vast en nam er een grote teug van om vervolgens een zuur gezicht te trekken. De eerste slok was altijd de ergste, ik zou er ook nooit aan wennen. Een kleine huivering ging door mijn lichaam terwijl ik het glas neerzette en een weer een vluchtige blik op de donkerharige man wierp om mijn ogen vervolgens snel weer neer te slaan. Waar was ik mee bezig?



    Marlus Oakden Reaves - Vampier

    Er kwam maar geen eind aan mijn wandeling door de gangen. Het was gezellig en het gaf me stof om over na te denken . Ik dwaalde wel vaker door de gangen, zeker als ik niets te doen had, iets wat de laatste tijd wel erg veel voorkwam om eerlijk te zijn.
    Ik vroeg me af wat ik vandaag zou gaan doen. Het was een mooie dag, maar echt veel zin om naar buiten te gaan had ik niet echt. Alles was zo eentonig geworden. In al die jaren dat ik leefde, was er amper iets veranderd. Mensen waren nog steeds dom en goedgelovig en elke dag was een dag zoals alle andere. Het was een feit dat ik me de laatste jaren steendood verveelde.
    Zelfs wanneer ik over mijn afstammelingen waakte. Ook al had ik niet echt het vermoeden dat ze me nog nodig hadden. De afstammeling waar ik altijd over waakte kon zijn plan wel trekken, dat had ik al meerdere keren gezien.
    Maar ik had het beloofd en belofte maakt schuld. Ik keek er op toe dat hij niet werd aangevallen door andere vampiers. Ze konden altijd proberen, maar ik zorgde er altijd wel voor dat ze een duidelijke waarschuwing kregen dat hij geen eten was. Bij de gedachte alleen al dat mijn afstammeling een vampier zou worden maakte me gek.
    Ik gunde hem wel wat meer dan dit miezerige, eentonige en vervloekte leven. Het was geen cadeau om zo te leven, integendeel zelfs. Het was vreselijk naar mijn mening en ik wenste het niemand toe. Eeuwig leven klinkt goed en in het begin is het ook geweldig maar wanneer je al je geliefden ziet sterven en je na een tijd niemand meer over hebt, vervloek je alles. Dan zou je alles opgeven om terug mens te worden.
    Na een tijdje te hebben rondgedwaald in de gangen, kwam ik uit bij de woonkamer en zo te zien was ik niet alleen. Ik plofte neer in een zetel en sloeg mijn ene been comfortabel over de andere terwijl ik mijn arm nonchalant over de armleuning liet hangen. "Ivy," Begroette ik de mooie blondine met een zelfzekere glimlach. Ik liet mijn hoofd relaxed in mijn nek hangen en zuchtte even verveeld. "Zo'n mooie dag en jij zit hier?"
    Ik keek haar weer aan en schudde beschuldigend mijn hoofd. "Wat een zonde, een jonge vampier als jij zou buiten moeten zijn. Feesten, genieten van het leven en domme dingen doen. Waar wacht je nog op? Je hebt nog een eeuwigheid om hier binnen te zitten."
    Terwijl ik het zei, voelde ik me plots heel oud. Ook al was ik technisch gezien op 29 jarige leeftijd blijven steken al die jaren geleden. Ik was al zo'n 206 jaar vampier, dus als je het echt letterlijk zou nemen, was ik gewoonweg een oude zak. Normaal gezien een dode, verrotte zak die misschien zelfs al wel tot stof zou zijn vergaan.


    Forget the risk and take the fall...If it's what you want, it's worth it all.

    Liam Philip Monroe

    Als ik binnen kom in mijn kantoor zit Chase op een stoel voor het bureau, op zijn schoot een vestje waarin zijn handen nerveus verwikkeld zitten. Ik neem plaats op mijn eigen stoel terwijl hij zijn ogen van me afwend. Ik vraag me af of hij zo simpel geïntimideerd is of dat het komt omdat hij niet weet hoe het leiderschap hier in elkaar zit. Dat leert hij vanzelf nog wel. Nieuwsgierig vraag ik of hij iets nodig heeft als ik ben gaan zitten, nu kijkt hij me wel gewoon aan. "Niet zo zeer iets nodig," antwoord hij aarzelend. "Ik heb wat vragen... waar ik graag antwoorden op wil hebben, en ik denk dat jij de juiste persoon bent om mij die antwoorden te geven." zegt hij. Als hij me aankijkt knik ik bedenkelijk, waarop zijn blik naar beneden gaat en zijn handen met zijn vest beginnen te spelen.
    "Dat snap ik, vraag maar raak," antwoord ik. Hij krabt over zijn kaaklijn en kijkt me dan toch weer aan. "Ik ben nu... ongeveer een week?" Ik knik op zijn vragende blik "Een vampier... en er zijn dingen die ik niet zo goed snap," begint hij. "Onder andere; waarom ik? Waarom heb je mij niet gewoon gedood zoals de anderen, waarom heb je me vampier gemaakt? Niet dat ik graag dood wil of zo, ik begrijp het alleen niet. Ik heb mezelf nooit echt... bijzonder gevonden of zo." De blik in zijn ogen veranderd en hij wrijft over zijn slaap heen. "En ga ik dood als ik geen bloed drink?" vervolgt hij, waarna hij steviger over zijn slapen begint te wrijven. "En wat wordt er nu van mij verwacht?" vraagt hij met opeen geklemde kaken. Zijn ogen sluit hij en ik begrijp precies waar hij doorheen gaat, daarom wacht ik geduldig tot hij klaar is met vragen. "Ik bedoel, je hebt me nu mee genomen naar jouw groep... En wat is mijn taak in deze groep, wat verwacht je van mij nu ik hier ben? Dat wil ik graag weten voor ik het verkeerde doe."
    Ik doe mijn mond al open om antwoord te geven, maar plots gaat zijn mond open en ontsnapt er een kreetje uit zijn mond. Zijn hoofd legt hij in zijn handen en zijn ogen zijn dichtgeknepen. Mijn mondhoeken gaan goedkeurend omhoog en dan kijkt hij me geschrokken aan. "Sorry voor dat." mompelt hij en hij wrijft even over zijn voorhoofd heen. Ik schud direct met mijn hoofd. "Je hoeft geen sorry te zeggen, dit is net waarvoor jij uitgekozen bent. Je bent speciaal, ik merkte het toen ik je bloed dronk. Daarom ben je nu een van ons geworden, door je gave." antwoord ik kalm op zijn eerste vraag. "Je gaat niet dood als je geen bloed drinkt, niet meteen in ieder geval. Je zal zwakker worden en de honger groter, waardoor je er eerder aan toe geeft, vooral als je zo jong bent als jij. Je hebt voorlopig nog geen taak, zorg eerst maar dat je overal aan went."
    Ik leun iets achterover en bekijk Chase met een nieuwsgierige blik in mijn ogen. "Maar er zijn andere dingen waar we over moeten praten, belangrijkere dingen," begin ik dan. "Ik ben ook nieuwsgierig, vooral naar je gave." Je kan het enthousiasme terug horen in mijn stem en ik glimlach iets. "Sommige mensen en vampieren hebben gaven, zoals ik de gave van elektrokinese heb." Ik sta op en loop naar Chase toe. Met het topje van mijn vinger raak ik zijn wang aan en stuur ik er een lichtje schokje doorheen, één die absoluut geen pijn doet en meer voelt als een statische schok die je krijgt van plastic. Dan trek ik mijn hand terug en ga ik op het bureau voor hem zitten.
    "Vertel me eens, heb je dit vaker gehad, of is het pas sinds je veranderd bent?" vraag ik als ik me iets naar hem voorover buig. Met mijn tong lik ik over mijn onderlip en dan over mijn voortanden. "Wat zag je?" vraag ik nog nieuwsgieriger. Als Chase de gave heeft die ik denk dat hij heeft, is hij een enorme aanwinst voor ons. Natuurlijk moet hij er eerst getraind in worden, ik heb er behoorlijk lang over gedaan om mijn gave zo onder de knie te krijgen als ik nu heb en nog oefen ik ermee omdat ik hem nog niet volledig onder controle heb. Ik kan nog behoorlijk uitgeput raken als ik het lang gebruik, of te vaak achter elkaar.

    Oliver Rhys Hall

    Ik ben helemaal weggezonken in mijn boek, maar dan komt het vreemde gevoel alsof iemand me bekijkt. Als ik opkijk zijn er mensen verplaatst, maar het is vooral rustiger geworden naar mijn mening. Als ik opzij kijk zit er een vrouw die er niet eerder zat. Ze heeft licht haar en een iets gebruinde huid. Ze ziet er klein en slank uit, maar vooral elegant. Het zijn de kleine bewegingen die ze maakt als de serveerster een bestelling neerzet. Tot mijn verrassing is het een drankje, een alcoholistisch drankje. Ze slaat haar beide handen om het glas heen en laat haar wang los, waardoor er een rode handafdruk zichtbaar onder word. Ik schrik ervan en besef me dat ik naar haar aan het staren ben, waardoor ik me snel opnieuw probeer te verdiepen in mijn boek.
    Het lukt echter niet, ik blijf dezelfde regel lezen zonder dat het werkelijk tot me doordringt en ik besef me dat ik een vreemde bezorgdheid voel om de jonge vrouw. Ik mag dan wel sociaal zijn en als het een ander persoon geweest was, was ik er makkelijker op af gestapt, maar ik ben nogal stuntelig en ik vind mezelf erg oppervlakkig als zoiets gebeurd bij vrouwen, omdat het altijd door het uiterlijk komt. Ik hou er niet van omdat ik me probeer te focussen op hoe mensen van binnen zijn, niet van buiten. Als ik de ogen weer voel prikken kijk ik toch op en ik zie dat zij net wegkijkt. Mijn boekenlegger steek ik weer terug op de bladzijde waar ik nu toch niet doorheen kom, het boek is al bijna uit.
    Ik aarzel nog even, maar sta dan op. De jonge vrouw ziet er gezond uit, maar heeft een onzekere houding waardoor het voor mij makkelijker word omdat ik zelf ook een tikkeltje onzeker ben. Ik heb een verontschuldigend glimlachje op mijn lippen als ik de vrije stoel aan haar tafeltje naar achteren trek en erop ga zitten. Nu kan ik zien dat ze volle lippen heeft en lichte ogen. "Excuseer me," zeg ik snel met een zachte stem. Mijn boek leg ik voor me neer, waarna ik hem nog recht leg door een vreemde tik die ik heb. Mijn ogen laat ik nerveus kort over de kaft gaan voordat ik haar weer aankijk. "Dit doe ik normaal niet, maar eh- heb je al ijs op die plek gedaan? Het kan er naar uit gaan zien als je het niet koelt..."
    Uit nervositeit pak ik het boek weer op, krul ik mijn vingers eromheen en leg ik het weer neer, om het weer recht te leggen. "Ik denk niet dat ijs uit Whiskey daarbij zal helpen, eigenlijk. Zal ik aan de serveerster vragen of ze ijs hebben?" stel ik daarna gelijk voor. "Sorry als ik bemoeizuchtig doe." Alles komt veel te snel achter elkaar uit mijn mond, naar mijn idee dan, en het meeste klinkt behoorlijk belachelijk. Dat is geen opener voor een gesprek, hoewel ik oprecht bezorgd ben omdat ze er erg breekbaar uit lijkt te zien op het moment.


    Your make-up is terrible

    Ze hangt wat rond op het internet en klapt de witte laptop na ongeveer dertig minuten dicht. ''12 uur'' mompelt Jamilla en ze gaat overeind zitten. Jamilla heeft geen werk, dus ze heeft alle tijd van de wereld om van alles en nog wat te doen. Het weer is niet al te slecht, dus naar buiten gaan kan wel. Op dat moment schiet de gedachte van haar gescheurde blouse weer door haar hoofd en ze snelt zich naar haar kamer waar ze haar blouse had opgeborgen. Toen de blouse scheurde vond Jamilla dat echt niet leuk. Het was een vaan haar lieveling blouses en ze droeg hem maar al te graag. Ze had er niet al te veel vertrouwen in dat de kleding maker om de hoek hem kon maken, maar ze had toch niets te doen. Nooit geschoten is altijd mis. De blouse gooit ze in een plastic tasje die ze om haar vinger hangt. Ze loopt naar beneden en ze stapt in haar zwarte sneakers, de veters laat ze los zitten. De kledingmaker om de hoek staat er al zolang Jamilla het zich kan herinneren. Als kind vond ze het geweldig om de oude vrouw, die nu nog ouder is, aan het werk te zien. Hoe ze met de kast van een naaimachine het scheurtje stukje voor stukje dicht naaide, ze kreeg er vroeger een heel fijn gevoel van. Zo'n persoon is Jamilla wel, ze besteed veel tijd aan de details van iets. Ze kan erg genieten van alle kleine dingen in het leven. Het geluid van iemand die een cadeau uitpakt, de glimlach van blijheid die op hun gezicht verschijnt zodra ze zien wat erin zit. Erg mooi vindt ze zelf.


    dit zijn 287 woorden. Ik hoop dat dat niet erg is.

    Chase Damon Harper Vampier, Visioenen.

    Nadat ik mijn excuses heb aangeboden schud Liam direct zijn hoofd. "Je hoeft geen sorry te zeggen, dit is net waarvoor jij uitgekozen bent. Je bent speciaal, ik merkte het toen ik je bloed dronk. Daarom ben je nu een van ons geworden, door je gave." Zegt Liam op een kalme toon en ik frons mijn wenkbrauwen even kort. "Je gaat niet dood als je geen bloed drinkt, niet meteen in ieder geval. Je zal zwakker worden en de honger groter, waardoor je er eerder aan toe geeft, vooral als je zo jong bent als jij. Je hebt voorlopig nog geen taak, zorg eerst maar dat je overal aan went." Beantwoord Liam mijn volgende vragen.
    Liam leunt achterover in zijn leren stoel. "Maar er zijn andere dingen waar we over moeten praten, belangrijkere dingen." begint Liam en ik kijk hem weer vragend aan. "Ik ben ook nieuwsgierig, vooral naar je gave." Nu haal ik mijn wenkbrauwen even verbaast op. Vooral omdat hij Enthousiast klinkt. Ik heb gehoord dat hij dat niet vaak doet.
    Liam glimlacht iets. "Sommige mensen en vampieren hebben gaven, zoals ik de gave van elektrokinese heb." Liam staat op van zijn stoel en loopt om het bureau heen. Met het topje van zijn vinger raakt hij mijn wang aan. Direct daarna krijg ik een licht schokje. Maar het doet geen zeer, eerder als een schokje als je statisch bent. Automatisch wrijf ik even kort over mijn wang. Al vind ik het helemaal niet erg dat Liam me aangeraakt heeft.
    Liam gaat voor me op zijn bureau zitten. "Vertel me eens, heb je dit vaker gehad, of is het pas sinds je veranderd bent?" vraagt Liam. Hij buigt iets voorover en likt met zijn tong over zijn onderlip en dan over zijn boven tanden. Hier word ik even door afgeleid. Dan wil ik mijn mond openen om te antwoorden als Liam zijn volgende vraag al stelt "Wat zag je?" Daar klinkt hij zelfs nog nieuwsgieriger.
    "uhm" zeg ik fronsend na even over alles wat hij zei te hebben nagedacht. "Ik heb het niet vaker gehad geloof ik" zeg ik nadenkend. "ik bedoel, voor ik veranderde he. Wel eens van die Dejávu momenten...maar niet echt zoals dit" beantwoord ik Liam zijn eerste vraag. Dan bijt ik even nadenkend op mijn lip. "Wat ik gezien heb..." herhaal ik even. Ik frons nadenkend mijn wenkbrauwen. "eerst gewoon een bloemenveld...of rozenveld. Het was heel groot, heel wijd" zeg ik. Ik ben sinds ik hier ben, nog niet buiten geweest, dus ik weet ook niet waar we zijn. Ik kijk Liam even kort aan.
    "Toen een meisje.,blond" vervolg ik. "Niet zo heel groot. Ik zag haar van de achterkant, dus ik kan niet schatten hoe oud ze moet zijn geweest. Ze had wel krullen, blonde krullen" Ik krab even over mijn voorhoofd. "ze droeg iets van... ik weet niet precies of het een jurkje is...of gewoon een oversized shirt" Ik frons mijn wenkbrauwen even nadenkend.
    "Iniedergeval...ze liep daar...door dat bloemen of rozen veld. En plotseling zag ik haar niet meer, alleen een vonk.. en er was overal vuur. Óveral" Ik sper mijn ogen even kort open. "En zoveel gegil...heel veel..doden" In plaats van ze opengesperd te houden, knijp ik ze nu iets dicht. "Het was heel heftig, intens.." mompel ik zachtjes.
    Ik kijk Liam even aan. "denk je dat het iets.. uhm" ik denk even na, zoekend naar het juiste woord. "Ik kan het woord even niet vinden, iets van in de buurt is, of misschien in de toekomst. Staan hier bloemenweiden?" vraag ik Liam. "Ik ken het hier nog niet, en ik zou de silhouet van het meisje ook niet zo één twee drie herkennen." voeg ik er aan toe.


    [i]Help always come when people fight for right - Tonto [/i]

    Ivy Roseanne Harvelle
    Ik had gehoopt dat er iemand in de woonkamer zou zijn, maar helaas. Ik zucht even geïrriteerd. Het is toch niet mogelijk dat iedereen naar buiten is? Dat lijkt me zeer onwaarschijnlijk. Misschien de keuken... Ik loop snel naar de keuken, waar ook niemand te zien is, wat niet zo gek is als je bekijkt dat we de keuken praktisch nooit gebruiken, wat ook niet echt nodig is als je een vampier bent. Ik loop weer terug naar de woonkamer en ga daar languit op de bang zitten, wat prima kan aangezien er toch niemand is. Verveeld zet ik de TV aan, wat niet veel beter is dan in het tienerblaadje te lezen, aangezien er alleen maar kinderprogramma's op zijn. En stomme verkoopprogramma programma's met dingen voor mensen die willen afvallen. Ik zap verder en kom uit bij Dora. 'Wat vond jij het leukste?' vraagt ze net. Ik rol met mijn ogen. 'Houd je mond toch,' mompel ik in mezelf. Ik blijf er naar kijken, totdat ik vanuit mijn ooghoeken zie dat er iemand de woonkamer komt ingelopen. Eindelijk, dat werd tijd. Het is Marlus, één van de wat oudere vampiers. Hij gaat op een stoel zitten, met zijn benen over elkaar, iets wat ik er altijd wat apart uit vind zien bij mannen en ik vraag me af of ze hun jongeheer daarmee niet afknellen. Ik draai iets zodat ik beter zicht op hem heb. 'Ivy,' zegt hij met een zelfverzekerde glimlach. Ik glimlach iets. 'Zo heet ik ja.' Hij zucht even. 'Zo'n mooie dag en jij zit hier?' Afkeurend schudt hij zijn hoofd. 'Wat een zonde, een jonge vampier als jij zou buiten moeten zijn. Feesten, genieten van het leven en domme dingen doen. Waar wacht je nog op? Je hebt nog een eeuwigheid om hier binnen te zitten.' Ik haal mijn schouders op. 'Ik heb niet echt zin om nu te gaan jagen, dat doe ik vanavond, dus er blijft niet echt veel over wat ik buiten zou kunnen doen.' Al zal ik wel alsnog altijd kunnen proberen een willekeurige man - of vrouw - te versieren, dat is altijd wel grappig. Of winkelen, maar dat is zo saai in je eentje. 'En trouwens,' begin ik dan, terwijl Marlus zo onschuldig mogelijk aan kijk, 'als ik toch nog een eeuwigheid heb, dan heb ik ook nog een eeuwigheid om te feesten en te "genieten van het leven en domme dingen doen", niet waar?' Ik ga wat meer overeind zitten, maar mijn benen laat ik wel languit op de bank liggen. 'Waarom zit jij eigenlijk binnen?'


    Callum Matheus Oliviera
    Met een frons op mijn gezicht kijk ik naar het blonde grietje dat naast me in bed licht. Ik weet nog wel dat ik gister was uitgegaan, maar ik kan me niet herinneren dat ik iemand mee naar huis genomen had. Hoewel... Ik kijk eens goed om mee heen en zie dat ik niet haar mee naar huis genomen heb, maar zij mij. Hier zitten voor- en nadelen aan. Voordeel: ze weet niet waar ik woon - tenzij ik dat ook in mijn dronken bui verteld heb -, maar het nadeel is dat ik de kans bestaat dat ze mij mee heeft genomen naar haar ouderlijk huis en ik straks misschien wel een boze vader of broer op mijn dak krijg. Achja, daar kom ik straks wel achter. Het is niet echt een probleem als ze achter me aan zouden komen, ik ren toch veel sneller, dat zeker.
    Ik blijf nog even in het bed liggen, waarna ik er toch maar uitga en me uitgebreid uit rek, waarbij mijn krakende botten behoorlijk goed te horen zijn. Op mijn boxer na ben ik naakt. Ik werp nog een blik op het meisje en kan het niet laten de dekens omhoog te trekken waardoor ik haar lichaam nog een keer te zien krijg. Ze draagt geen BH, maar wel een string, waardoor haar ronde billen goed te bewonderen zijn. Ik lik kort over mijn lippen en laat dan de dekens weer zakken. Het is jammer dat ik me gisteravond niet meer kan herinneren, hopelijk komt het later terug, want volgens mij was het behoorlijk leuk.
    Ik begin mijn kleding op te rapen. Ze zijn wat verkreukt, maar dat deert me niet. Ik ga thuis toch douchen en wat anders aantrekken. Ik schrijf nog snel in mijn slordige handschrift op een briefje dat het gisteravond leuk was - wel zo beleefd - waarna ik haar kamer uit loop. Gelijk weet ik dat ik geluk heb en dat ze in een studenthuis woont en niet bij haar ouders, aangezien de gang ontzettend slordig is. Op mijn gemakje loop ik het huis uit en begin ik via het park naar mijn appartement te lopen.
    In het park valt echter mijn blik op een niet verkeerd uitziende vrouw met donker haar. Ze zit in het gras te tekenen en ik besluit dat ik zo ook nog wel naar huis kan, al wil ik wel zo eten. Ik maak een omweg, zodat ik achter haar uit kom en zo rustig naar haar toe loop.
    'Wat ben je aan het tekenen?' vraag ik fluisterend in haar oor, eigenlijk in de hoop dat ze er van schrikt. Vrouwen zijn altijd zo grappig als ze schrikken.


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Dahlia Jhosanna Vienna Kapur Vampier-Telekinese

    Het potlood gleed bijna gedachteloos over het papier, en voelde mij meer en meer ontspannen. De warme zon was een traktatie, ik glimlach wanneer ik het resultaat bekijk van het agelopen uur. Ergens ver weg had ik wel voetstappen gehoord, maar eigenlijk niet opgereageert. Tot ik een fluisterende stem vlak bij mijn oor hoorde zeggen: 'Wat ben je aan het tekenen?'.
    Ik schrok zodanig dat ik instinktief reageerde door de man met mijn vlakke hand vol op zijn wang te raken. Ik was omgevallen en had me in een vreemde draai om gedraaid en keek de man met een geschrokken blik aan. Ik was niet het type dat snel bang was, echter schrok ik wel snel. En wanneer ik schrok, had ik niet altijd mijn reactie in de hand. In dit geval mocht de man blij zijn dat ik hem enkel een tik had verkocht.
    Pas toen ik de man goed bekeek, bedacht ik mij dat de klap hard was geweest en eigenlijk veel heftiger was dan zou moeten. Ik schraap wat beschaamd mijn keel, hoewel ik niet van plan was mijn trots nog meer te laten krenken. "Besluip jij altijd mensen?..." vroeg ik hem veel minder pinnig dan ik had gewild. Ik voelde dan ook nog steeds de schrik in mijn benen. "Ik hoop dat je het dan ook hierbij hebt afgeleerd" voeg ik daar iets wat hooghartig aantoe.
    Mijn ogen gleden over het gras veld. Ik had van schrik mijn spullen alle kanten op gegooid. Iets wat geprikkelt pak ik de blaadjes op en maak er weer een net stapeltje van. Vanuit mijn ooghoeken keek ik naar de man, "Sorry dat ik je in het gezicht sloeg... maar die reactie had ik niet helemaal in de hand" ik besloten toch maar enig excuus te maken, voor ik echt ruzie zou krijgen.


    Never forget what you are. The rest of the world will not. Wear it like armor and it can never be used to hurt you.

    Aan haar ouders heeft Jamilla echter niet zulke mooie herinneringen. Haar ouders waren haar hele jeugd weg en waren meestal ongeveer twee weken in het jaar thuis. In al die tijd verbleef Jamilla bij haar buurvrouw, die voor haar eigenlijk haar moeder is. Haar ouders waren zo lang weg omdat ze ''maffiabazen'' waren. Ze handelde in wapens en alles wat je je maar kon bedenken wat slecht is. Ook hielpen ze verschillende criminelen met ontsnappen en die verbleven dan bij Jamilla zelf en haar buurvrouw. Jamilla weet wel bijna zeker dat de buurvrouw dat niet fijn vond. Maar ze zei er nooit iets van. Die criminelen die dan bij Jamilla en haar buurvrouw verbleven waren meestal niet wat je moet aardig. Die criminelen hadden zieke gedachten en Jamilla bleef altijd bij ze uit de buurt. Haar buurvrouw is altijd heel beschermend over haar geweest en die criminelen kochten nog niet eens dichtbij haar komen. Maar natuurlijk wist Jamilla ook wel een paar manieren om de criminelen van haar af te bijten. Haar gave. Al vanaf jongs af aan gebruikte ze de gave, en ze zag de criminelen als een proefkonijn. Al de criminelen bij haar in de buurt kwamen manipuleerde Jamilla ze zo dat ze haar nog niet eens durfde aan te kijken. Haar buurvrouw vond het altijd maar raar hoe ze dat deed, maar Jamilla heeft het haar nooit verteld. Haar ouders kwamen zo nu en dan thuis en meestal met grote cadeau's. Tuurlijk vond Jamilla die cadeau's fijn. Maar ze wist wel beter, 99 procent van de spullen die ze van haar ouders kreeg waren gestolen. Dit was ook de reden dat ze haar speelgoed bijna nooit mee naar buiten nam. Ze vond het totaal geen leuk idee dat iemand haar straks met zijn speelgoed ziet. Dus meestal speelde Jamilla in huis met haar speelgoed.

    Gracelynn Amity Bell - Mens

    "Excuseer me," Ik kon wel door de grond zakken van schaamte toen ik de donkerharige man tegen me hoorde praten nadat hij aan mijn tafeltje was komen zitten. Blijkbaar had hij het dus wel gemerkt dat ik naar hem keek en was ik dus niet zo subtiel als ik had gedacht. Zwijgzaam keek ik hem aan en tikte met mijn vinger zacht tegen de zijkant van mijn glas om te verbergen dat mijn handen lichtjes trilden. "Dit doe ik normaal niet, maar eh- heb je al ijs op die plek gedaan? Het kan er naar uit gaan zien als je het niet koelt."
    Aan zijn handelingen alleen al, kon ik opmaken dat deze man best zenuwachtig was. Al moest ik toegeven dat het me niet echt stoorde. "Ik denk niet dat ijs uit Whiskey daarbij zal helpen, eigenlijk. Zal ik aan de serveerster vragen of ze ijs hebben? Sorry als ik bemoeizuchtig doe."
    Voordat ik antwoord gaf, nam ik nog een slok van de whiskey en bleef de man strak maar niet onvriendelijk aankijken. "Het zal wel weer wegtrekken, het trekt altijd weg." Zei ik zacht nadat ik het glas netjes weer op tafel had geplaatst. Omdat ik het wat afstandelijk vond klinken, perste ik mijn lippen kort even op elkaar en liet mijn ogen even over mijn eigen handen glijden om te kijken of ze nog steeds trilden.
    "Sorry." Mompelde ik uiteindelijk wanneer ik weer opkeek. "Dat kwam er botter uit dan de bedoeling was. Bedankt voor de bezorgdheid, maar ik denk niet dat ijs nu nog gaat helpen, daar is het een beetje te laat voor vrees ik." Voor alle zekerheid voelde ik aan mijn wang die ondertussen al wat minder pijnlijk aanvoelde. De huid was echter nog steeds gevoelig maar het was iets dat ik wel aan zou kunnen. Ik had immers al veel ergere dingen meegemaakt.
    Wanneer ik mijn hand weer liet zakken, begon ik me af te vragen waarom hij me zelfs wilde helpen, hij kende me niet eens. Ik vond het maar een gek idee. Ergens vroeg ik me af of ik hetzelfde zou doen voor iemand die in dezelfde situatie zou zitten als mij. Zelfs al zou ik het willen was ik er nog niet zeker van dat ik mijn nek zou uitsteken voor een vreemdeling, daar had ik het lef niet voor.
    "Waar maak je je zelfs zorgen om?" Flapte ik er sneller uit dan ik zelf had beseft. Ik kon mezelf wel voor het hoofd slaan, dit zou zeker en vast een goede indruk achterlaten. "Ok, dat had ik niet moeten zeggen, het spijt me." Ik sloeg mijn ogen weer neer en keek naar het eten dat ik nog steeds niet had aangeraakt. Misschien had ik bij nader inzien toch geen honger, ik voelde me zelfs wat misselijk maar dat kon natuurlijk ook zijn omdat ik me echt super ongemakkelijk voelde worden.
    Ik duwde het bord opzij, trok het glas wat dichter naar me toe en cirkelde met mijn vinger rond de rand van het whiskyglas. Mijn blik gleed weer naar de donkerharige man, ik kwam tot de conclusie dat hij er van dichtbij best vriendelijk uitzag. Het was een detail dat me was ontgaan toen ik het eetcafé binnenstapte. Misschien was zijn gezelschap toch geen slecht idee, het was in ieder geval beter dan alleen te zitten en te piekeren over dingen waar ik toch niets aan zou kunnen doen.



    Marlus Oakden Reaves - Vampier

    Ivy haalde haar schouders op. "Ik heb niet echt zin om nu te gaan jagen, dat doe ik vanavond, dus er blijft niet echt veel over wat ik buiten zou kunnen doen." Een kleine grijns verscheen op mijn gelaat. Er waren zo veel dingen te beleven daarbuiten, zeker voor jonge vampiers die nog veel konden ontdekken in de wereld. Toen ik haar leeftijd had, bracht ik meer tijd door buiten dan wat anders. Ik kon er echt van genieten.
    "En trouwens als ik toch nog een eeuwigheid heb, dan heb ik ook nog een eeuwigheid om te feesten en te "genieten van het leven en domme dingen doen", niet waar?" Die was raak. Ivy had een punt waar ik eigenlijk niets op had te zeggen wilde ik mezelf niet compleet belachelijk maken. "Waarom zit jij eigenlijk binnen?"
    Nu was het mijn beurt om mijn schouders op te trekken. "Wel, aangezien ik al een zekere ouderdom heb, is er echt niets meer te beleven voor mij." Een kleine zucht kwam uit mijn mond terwijl ik de blondine met een kleine, vreugdeloze glimlach aankeek. "Ik heb alles al gezien wat er te zien valt. Er is daarbuiten niets meer voor mij, op het eten na dan. Ik loop hier echt al veel te lang rond, ik heb echt nood aan iets nieuws." Verveeld tokkelde ik wat met mijn vingers op de armleuning van de zetel waar ik in zat. "En daarbij ik denk dat ik heel wat jaren meer dan jij buiten heb gespendeerd. Ik ben er zelfs zeker van."
    Ik had zowat overal gezeten, van regenwouden tot de drukste steden in de wereld. Je hoefde het maar op te noemen en ik was er waarschijnlijk al wel enkele keren geweest. Het enige wat me nog interesseerde waren mensen, mijn afstammelingen om precies te zijn.
    Op de één of andere manier vond ik ze echt fascinerend. Ze leken amper nog op hun voorouders maar toch hadden ze de familietraditie in ere gehouden en daar was ik blij om. Ik vroeg me af of hoe ze zouden reageren als ik voor hun neus op zou duiken. Zouden ze me geloven of zouden ze me eerder gek verklaren? Misschien zouden ze wel bang voor me zijn, die kans bestond immers ook nog.
    "Wanneer ga je nog eens buiten?" Vroeg ik uiteindelijk en wreef even over mijn kin. "Als jij gaat, ga ik ook naar buiten. Ik wil nog eens checken of alles nog in orde is met mijn familie." Dat laatste woord kwam er een beetje spottend uit. Het was een feit dat ik ze niet echt zag als familie. Ik had er immers geen band mee. Voor mij waren mijn afstammelingen gewoon naïeve stervelingen.


    Forget the risk and take the fall...If it's what you want, it's worth it all.

    Callum Matheus Oliviera
    De jongevrouw was zo gefocust op haar tekening, dat ze zich inderdaad door schrikt wanneer ik in haar oor vraag wat ze tekent. Ze reageert schrikt echt niet zoals ik verwacht had, aangezien ze me een harde klap in het gezicht geeft. En met hard bedoel ik ook echt hard, meisjes horen niet zo te kunnen slaan. Het zou me niks verbazen als er een handafdruk op mijn wang te zien is. De vreemde houding waar in ze ligt is hilarisch, even eens als de geschrokken blik op haar gezicht, als een hert in de koplampen van een auto. Ze heeft echter wel geluk dat ze een vrouw is en niet een man, want dan had ik haar een klap verkocht.
    Afwachtend kijk ik haar aan of ze haar excuses nog aan gaat bieden. Ze schraapt haar keel en ik verwacht een excuses, maar dat is het niet. 'Besluip jij altijd mensen...?' vraagt ze iets kattig en ik trek mijn wenkbrauwen iets op. Meestal kunnen meisjes er wel om lachen, een beetje tenminste, maar deze blijkbaar niet. 'Ik hoop dat je het dan ook hierbij hebt afgeleerd,' vervolgt ze arrogant. Ik heb de dame echt compleet ingeschat. 'Ik wist niet dat je een bange piepmuis met een agressieve kant zou zijn,' brom ik iets geïrriteerd, maar ook sarcastisch. 'Anders had ik wel iemand anders gekozen.' Oh, ja, had ik dat maar gedaan.
    De jongevrouw graait haar blaadjes bij elkaar en maakt er een nette stapel van. Ik wil alweer weg lopen als ze toch nog wat zegt. 'Sorry dat ik je in het gezicht sloeg... maar die reactie had ik niet helemaal in de hand.' Wauw, wereldwonder acht. Ze kan toch haar excuses aanbieden, dames en heren! Een lichte grijns komt op mijn volle lippen te staan. 'Niet in de hand, zeg dat wel,' grinnik ik. 'Sla je soms altijd mensen die je laten schrikken?' vraag ik vervolgens. 'In dat geval moet je namelijk nooit een spookhuis in stappen, straks vallen er nog doden.'


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Liam Philip Monroe

    Chase wrijft over zijn wang waar mijn vinger hem raakte, waarna ik op mijn bureau ga zitten en dingen aan hem begin te vragen. "Uhm," begint hij fronsend, zijn ogen staan nadenkend. "Ik heb het niet vaker gehad geloof ik" zeg ik nadenkend. "Ik bedoel, voor ik veranderde hé. Wel eens van die Dejávu momenten... maar niet echt zoals dit." antwoord hij, waarna hij nadenkend op zijn lip bijt. "Wat ik gezien heb... eerst gewoon een bloemenveld... of rozenveld. Het was heel groot, heel wijd. Toen een meisje, blond. Niet zo heel groot. Ik zag haar van de achterkant, dus ik kan niet schatten hoe oud ze moet zijn geweest. Ze had wel krullen, blonde krullen. Ze droeg iets van... ik weet niet precies of het een jurkje is...of gewoon een oversized shirt. In ieder geval... ze liep daar... door dat bloemen of rozen veld. En plotseling zag ik haar niet meer, alleen een vonk... en er was overal vuur. Óveral. En zoveel gegil... heel veel... doden." Zijn ogen die hij kort open gesperd had knijpt hij nu iets dicht. "Het was heel heftig, intens..." mompelt hij zachtjes.
    Ik knik begrijpend. "Je zal er aan moeten wennen, denk ik," antwoord ik erop. Chase kijkt me aan. "Denk je dat het iets... uhm.. Ik kan het woord even niet vinden, iets van in de buurt is, of misschien in de toekomst. Staan hier bloemenweiden?" vraagt hij. "Ik ken het hier nog niet, en ik zou de silhouet van het meisje ook niet zo één twee drie herkennen." voegt hij eraan toe. Ik haal mijn schouders iets op. "Het kunnen zoveel dingen zijn, maar dat maakt het juist interessant. Misschien kan je de toekomst zien zoals hij gaat zijn, zoals op het moment zal zijn of zoals hij kan worden," begin ik. "Maar het kan ook het verleden zijn of iets wat op dit moment gebeurd, maar dat vinden we wel uit." Ik knak de vingers in mijn linkerhand en laat ze dan op mijn schoot liggen.
    "Er zijn hier inderdaad bloemenvelden. Misschien kan je wel naar gaven speuren en is dit de gave van vuur. Vanaf nu maak ik het jouw taak om erachter te komen wat deze visioenen betekenen en degene die erin voorkomen te zoeken. Als het inderdaad de toekomst is wil ik dat je het grote vuur zal stoppen, we houden niet van doden door voor." grijns ik. "Voor de rest zal je hier geen taken hebben, daar zal ik voor zorgen. Vanaf nu ben jij belangrijk." Ik buig me voorover en leg mijn hand trots en iets vaderlijk op de schouder van Chase neer. Met mijn hand nog op zijn schouder sta ik op en loop ik achter hem langs, waar ik mijn andere hand op zijn andere schouder neerleg. Ik knijp zachtjes. "Nog meer vragen?" vraag ik hem.

    Oliver Rhys Hall

    Ze antwoord in eerste instantie niet, maar kijkt me strak aan. Er ligt iets in haar ogen dat geen onvriendelijkheid is. Zonder mijn nerveuze blik los te laten neemt ze een slok van het drankje. "Het zal wel weer wegtrekken, het trekt altijd weg." zegt ze als ze het glas weer neergezet heeft. Haar lippen perst ze op elkaar en haar ogen wend ze nu van me af. Ik weet niet of ik nou onwelkom ben of niet, waardoor ik enkel lichtjes knik. Ze doet niet onvriendelijk, eerder een beetje afstandelijk. "Sorry," mompelt ze als ze weer naar me opkijkt. "Dat kwam er botter uit dan de bedoeling was. Bedankt voor de bezorgdheid, maar ik denk niet dat ijs nu nog gaat helpen, daar is het een beetje te laat voor vrees ik."
    Haar hand glijd naar haar wang die ze voorzichtig aanraakt. Volgens mij is hetgeen dat mij het meest raak op het moment het feit dat ze zei 'het trekt altijd weg' alsof dit gewoon een herhaling is van andere keren. "Waar maak je je zelfs zorgen om?" Haar woorden klinken dit keer wel meer dan enkel afstandelijk, alsof ze me wilt wegjagen. "Ok, dat had ik niet moeten zeggen, het spijt me." Ze slaat haar ogen neer, duwt haar bord opzij waar eten opligt dat ze nog niet eens aangeraakt lijkt te hebben en trekt haar glas naar zich toe om haar vinger rond de rand van het glas te cirkelen. Ik glimlach iets naar haar, ik probeer in ieder geval geruststellend eruit te zien.
    "Het is eigenlijk een erg goede vraag, al weet ik het antwoord niet helemaal," zeg ik, mijn stem klinkt een tikkeltje hoger dan normaal omdat ik nog altijd nerveus ben. Toch klinkt haar stem ondanks het afstandelijke erg geruststellend. Ze heeft een mooie stem, vrouwelijk en het klinkt een beetje als muziek, hoewel het op het moment treurige muziek is. "Zoals ik al zei doe ik dit normaal gesproken niet, maar er was gewoon iets..." Ik merk meteen hoe stom dit klinkt en wend mijn gezicht af van haar om mijn keel zachtjes te schrapen en naar de kaft van het boek te kijken waar mijn vingers nog altijd op liggen. De rest van de zin maak ik maak niet af.
    Ik richt mijn blik weer op haar in plaats van het boek en doe een poging tot een normale glimlach. "Dus eh, problemen thuis?" vraag ik om het onderwerp af te leiden en ergens anders op te gooien. Te laat besef ik dat het niet een erg goede afleiding is en dingen juist erger kan maken. De serveerster loopt langs en ik hou haar stil. "Mag ik nog een koffie? Jij ook?" vraag ik als ik haar aankijk. "Ik trakteer."


    Your make-up is terrible

    Chase Damon Harper. Vampier/Visioenen

    Als ik mijn visioen heb uitgelegd zegt Liam "Je moet er aan wennen denk ik" ik knik even. Dan vraag ik hem of het iets in de toekomst kan zijn. "Het kunnen zoveel dingen zijn, maar dat maakt het juist interessant. Misschien kan je de toekomst zien zoals hij gaat zijn, zoals op het moment zal zijn of zoals hij kan worden," begint Liam. "Maar het kan ook het verleden zijn of iets wat op dit moment gebeurd, maar dat vinden we wel uit." Liam knakt zijn vingers en legt zijn handen dan op mijn schoot. Ondertussen kijk ik hem aan.
    "Er zijn hier inderdaad bloemenvelden. Misschien kan je wel naar gaven speuren en is dit de gave van vuur. Vanaf nu maak ik het jouw taak om erachter te komen wat deze visioenen betekenen en degene die erin voorkomen te zoeken. Als het inderdaad de toekomst is wil ik dat je het grote vuur zal stoppen, we houden niet van doden door vuur." grijnst Liam en ik frons even mijn wenkbrauwen. "Voor de rest zal je hier geen taken hebben, daar zal ik voor zorgen. Vanaf nu ben jij belangrijk." Liam legt zijn hand even op mijn schouder. Trots, bijna vaderlijk lijkt wel. Ik glimlach even naar hem. Dan staat hij op, loopt achter mij langs en legt zijn andere hand op mijn andere schouder.
    Ik ben hierdoor wat verbaast maar laat het niet merken. Als Liam zacht in mijn schouders knijpt bijt ik zacht in me lip. Dit alles is zo verwarrend. Er werd mij verteld dat Liam koel, meedogenloos, en afstandelijk is. Maar sinds ik hier in de kamer ben is hij alles behalve. Ik vind hem zelfs Aardig. Al ben ik nog steeds vrij bang voor hem. "Nog meer vragen?" vraagt Liam.
    Ik twijfel even maar besluit dat ik het toch beter kan vragen. "Ja eigenlijk wel" antwoord ik. Ik krab even verlegen over mijn kaak. "Nu ik...nouja... Vampier en zo ben he.." begin ik aarzelend en verlegen. Ik weet niet of ik nog kan blozen, maar als dat zo is, ben ik dat waarschijnlijk nu aan het doen. "Ben ik dan ook..sterker en sneller enzo? Of is dat iets van films?" Ik haal even diep adem en blaas het langzaam uit. Zo. Ik heb het gevraagd. "Oh.. en ehm.." Ik slik even. "Ik merk zegmaar...dat ik een beetje de behoefte krijg.. aan nouja je weet wel bloed" Het klinkt raar en ik frons mijn wenkbrauwen. "Moet ik nu dan gaan 'jagen' of kan ik dat ergens vandaan halen" terwijl ik het woord Jagen zeg maak ik haakjes in de lucht met mijn vingers. Dan raap ik alle moed bij elkaar en kijk Liam aan over mijn schouders. Ondertussen is mijn oogkleur veranderd van blauw/groenig naar rood, omdat ik bloedhonger heb.


    [i]Help always come when people fight for right - Tonto [/i]

    Alaska Rosalind Winslow.
    Mens • Pyrokinese.

    Het gras onder mijn vingers is lang niet zo groen meer als dat het aan het begin van de zomer was. Het is bruin, dor. Dood, zou je kunnen zeggen. Ik heb er nooit bij stilgestaan hoeveel natuur Rosefield van zichzelf eigenlijk heeft. Meestal ben ik blij toe dat Ghost zich zo gemakkelijk vermaakt.
    De intense warmte van de zon laat me loom glimlachen. Vandaag is het jaarlijkse ‘Flower Power’ festival. Vrijwel alle inwoners struinen de bloemenweides af: enkel en alleen om stil te staan bij de bijzondere aard van onze community.
    Pas als Ghost zich bekaf onder een struik laat vallen, sta ik mezelf toe languit op het bruine oppervlak te gaan liggen. Er is geen enkele strook wit te bekennen in een eindeloze hemel van blauw. Mijn wangen gloeien, en opnieuw moet ik terugdenken aan de afgelopen nachten waarin ik amper heb kunnen slapen: bang voor wat ik zou kunnen aanrichten als ik het onderbewustzijn toe zou laten.
    Ik heb zoveel bakken koffie gedronken dat ik iedere ochtend naar de winkel rende om de voorraad aan te vullen zodat mijn moeder geen vreemde ideeën krijgt. Ze geeft Ghost toch al overal de schuld van, hij zou evengoed de reden kunnen zijn dat ik 's nachts niet mijn nodige rust haal.
    Daarnaast heb ik iedere film die ik kon vinden al eens bekeken en is de boekenkast van mijn vaders werkkamer leger dan hij ooit is geweest. Ik begin mijn opties kwijt te raken, en op die momenten verlang ik naar een beetje slaap. Zoete, ongevaarlijke slaap waarin ik zeker weet dat ik geen ongelukken veroorzaak. Hoe diep ik het ook blijf ontkennen: mijn gave begint de overhand te krijgen. Ik kan amper iéts voelen zonder direct een zee van meedogeloze vlammen te creëren. Ik slik moeizaam tegen de droogte in mijn keel, voor mijn ogen stroperig dichtvallen.
    Heel even maar, een korte dut. Even maar.

    Als mijn ogen open springen voel ik een bijtende pijn door mijn rechter handpalm trekken. Mijn mond is gevuld met rook, en het duurt niet lang voor ik de oorzaak in het vizier heb. Een barricade van vlammen slokt ieder, dood grassprietje in zich op en laat een totale vernieling achter. Hoestend krabbel ik achteruit. Wat heb ik gedaan?
    Er drukt een diepe frons boven mijn ogen als ik het vuur probeer te temperen: het moét uit. Uit.
    Ik hoor gegil, alles doorklievend gegil. Hartverscheurend gejank en dan alleen maar het geluid van knetterend vuur.
    Ghost. Waar is Ghost? Zonder er bij na te denken dwing ik mijn voeten naar het vuur. Ik heb het gemaakt. Het mag me vermoorden, misschien verdien ik dat wel. Wat heb ik gedaan?
    Mijn zicht is troebel, de rook dik en laag.
    'Ghost!' Zelfs zijn naam levert me geen enthousiaste kef op. Er groeit een prikkelend en hol gevoel in mijn borst. Wat heb ik gedaan?
    En dan voel ik het. De ongelovige, ijzige gil die in mijn keel opstijgt en zonder grenzen over mijn lippen rolt.
    Het vuur dampt, maar is niet uit. Ik zie genoeg om mezelf opnieuw te laten stoppen. Verkoolde lichamen, krijsende gewonden en de witte vacht verruild voor roet aan mijn voeten. Ghost.
    Het zoute vocht rolt ongecontroleerd over mijn wangen omlaag. Woede, verdriet, angst. De emoties ontpoppen zich en voor ik het weet klettert een nieuwe zee van vuur langs mijn lichaam. Onbeheerst, ongecontroleerd en verloren. Precies zoals ik me voel.

    [ bericht aangepast op 11 dec 2013 - 22:26 ]


    They can't steal the love you're born to find

    Gracelynn Amity Bell - Mens

    "Het is eigenlijk een erg goede vraag, al weet ik het antwoord niet helemaal. Zoals ik al zei doe ik dit normaal gesproken niet, maar er was gewoon iets." Ik knikte even bedenkelijk wanneer ik doorhad dat hij zijn zin niet volledig af had gemaakt en besloot om de afstandelijkheid toch maar te laten varen aangezien het toch niets zou uithalen. Wat voor nut zou het hebben als ik hier zou blijven piekeren en de man weg zou jagen. Dan zou ik weer moederziel alleen aan de tafel zitten en me vervolgens schuldig voelen voor mijn onbeleefde gedrag, ik zou er toch niets mee opschieten.
    "Dus eh, problemen thuis?" Ondanks ik me nog steeds rot voelde, verscheen er toch een kleine glimlach op mijn gezicht. Zijn poging om van onderwerp te veranderen, lukte niet echt goed maar het zorgde er alleszins wel voor dat ik terug kon glimlachen. Misschien kon ik zijn gezelschap dan toch nog waarderen op dit moment.
    "Mag ik nog een koffie?" Zijn stem haalde me uit mijn gedachte waardoor ik automatisch opkeek naar de serveerster die aan onze tafel stond. "Jij ook? Ik trakteer." Hoewel ik in de eerste instantie zijn aanbod wilde weigeren, ging ik toch op zijn aanbod in door met mijn hoofd te knikken. "Om op je eerdere vraag terug te komen," Zei ik vervolgens nadat de serveerster weer was vertrokken. "Ja, zo kan je het wel stellen. Hoewel ikzelf het niet echt zie als problemen maar eerder als....complicaties." Een tweede glimlach verscheen op mijn gezicht terwijl ik kort mijn hoofd even schudde. "Zo lijkt het minder erg, is het niet?"
    Ik zou mijn eigen woorden bijna geloven als ik zelf niet beter wist maar wat moest ik anders zeggen? Moest ik soms zeggen dat hij volkomen gelijk had, dat ik vaak verrot werd geslagen door mijn eigen vriend maar niet weg kan gaan omdat ik nergens terecht kan? Dat zou het dus niet worden, daar was ik veel te trots voor. Bovendien wilde ik ook geen medelijden krijgen, dat zorgde er altijd voor dat ik me hulpeloos voelde en dat haatte ik. Ik was een volwassen vrouw, ik kon best voor mezelf zorgen, of daar kwam het toch op neer in ieder geval aangezien ik hier anders nu niet zou zitten.
    "Het is niet altijd zo, weet je." Ging ik verder zodat hij geen verdere argwaan zou krijgen. "Hij kan ook goed voor me zijn." Als hij niet drinkt, dacht ik er nog achteraan maar besloot om dit niet luidop te zeggen. Misschien had ik zelfs beter kunnen zwijgen nu ik er zo over nadacht. Maar aan de andere kant vond ik het ergens wel fijn om eens te kunnen praten met iemand die misschien niet zou oordelen. Het viel te proberen.


    Forget the risk and take the fall...If it's what you want, it's worth it all.

    Dahlia Jhosanna Vienna Kapur Vampier-Telekinese

    Ik wist niet dat je een bange piepmuis met een agressieve kant zou zijn,' gromde hij geirriteert. Bange piepmuis? Wie besloop mij dan ook van achteren, hij moest een weten! Ik snoof daarom ook lichtjes, maar besloot niet erop in te gaan. 'Anders had ik wel iemand anders gekozen.' vervolgd hij.
    Ik graai de blaadjes bij elkaar en bied uiteindelijk toch mijn excuses aan. De man had aanstalte gemaakt om weg te lopen, iets wat ook niet helemaal onlogisch was, al was ik nog steeds van mening dat je mij niet moest besluipen De klap was ook erg hard geweest, zeker als je beseft dat ik meer kracht heb dan een menselijke vrouw.
    Er verschijnt een grijns op zijn lippen, mooie zoenbare lippen moest ik toegeven. Zijn grijns was aanstekelijk dat alleen maar erger werd naar mate hij zijn zin vervolgde. 'Niet in de hand, zeg dat wel,' grinnikt hij. 'Sla je soms altijd mensen die je laten schrikken?' vraagt hij vervolgens. 'In dat geval moet je namelijk nooit een spookhuis in stappen, straks vallen er nog doden.'
    Ik grinnik nu zelf ook en haal een hand door mijn haren, "Alleen mensen die mij besluipen wanneer ik ze niet verwacht..." grijns ik lichtelijk uitdagend waarbij ik mijn neus omlaag beweeg om over mijn zonnebril hem aan te kijken. Ik steek mijn hand uit, "Dahlia, aangenaam" stel ik mijzelf voor. Hij leek me een interesant mens en ik wilde meer van hem weten. Gelukkig voor hem, had ik net gegeten anders had hij niet eens de kans gehad om weg te komen.
    "Dus... wat had je willen bereiken met je actie?" vraag ik en haal de zonnebril van mijn neus om de man normaal te kunnen aankijken. "Als het een poging was tot versieren... moet je beter je best doen. Als het een poging tot contact was, well done, je missie is geslaagd" grinnik ik wat bijdehand.


    Never forget what you are. The rest of the world will not. Wear it like armor and it can never be used to hurt you.