• Wanneer het psychiatrische ziekenhuis Western State in Massachusetts in 1997 het verminkte lichaam vind van een jonge stagiaire wordt aangetroffen, is er geen gebrek aan verdachten. De inrichting zit er vol mee. Het psychiatrische ziekenhuis is er vooral om gekken binnen te houden, de buitenwereld buiten te sluiten en hun behandeling is niet op vooruitgang gebaseerd. Er worden maar zelden patiënten ontslagen. Het ziekenhuis zit veel te vol en hulpkreten worden niet beantwoord, deels door de onderbezetting in personeel. Vanuit Boston komt een officier van Justitie om de moordenaar binnen de muren te zoeken. De verplegers willen wel een handje helpen, maar de leiding probeert dit zoveel mogelijk tegen te houden omdat 'de dagelijkse gang van zaken en de behandelingen niet verstoord mogen worden'. Welke partij wint het uiteindelijk en zal de moordenaar gevonden worden voordat er meer moorden gepleegd worden?


    Het Western State Hospital bestaat uit meerdere gebouwen. Deze RPG speelt zich in één van deze gebouwen af, met de naam Amherst. Elk gebouw is genoemd naar college's in Amerika. In elk gebouw bevind zich een minigemeenschap vol met gekken. Er zit geen systeem in de gebouwen, elk gebouw krijgt schizofrenen, depressieven, dementen, zwakzinnigen, verstandelijk gehandicapten en catatonen. Wat er vooral gedaan word is ze medicijnen geven en als ze onrustig worden nog meer medicijnen geven. Het ziekenhuis is niet zozeer uit op voortgang, af en toe worden er enkelen ontslagen, maar dit enkel als ze ergens heen kunnen hierna.

    Het gebouw bestaat uit drie verdiepingen. Op de begane grond vind je de ingang, samen met de verpleegkundigen post. Er is een lange gang zoals op elke verdieping, waaraan verschillende kamers grenzen. Op de begane grond is dit de eetzaal, de dagbesteding kamer waar twee tv's staan, verschillende banken en tafels, spelletjes en een pingpong tafel. Verder zijn er nog allerlei kamers die iets weghebben van klaslokalen, dit zijn kamers voor de dagbehandeling. Daar worden groepssessies gedaan.
    Op de eerste verdieping vind je de slaapzalen. De trap erheen zit tegenover de verpleegkundigen post. Als je boven aankomt heb je eerst de slaapzalen voor mannen. Het is hier veel te vol, de slaapzalen zijn niet berekend op zoveel mensen en de bedden staan dicht op elkaar. Aan ieders voeteneind staat een kist met persoonlijke spullen. Aan het einde van de slaapzaal zijn de douches en de wc's. Hier heb je echter maar weinig privacy. Tussen de mannenslaapzaal en de vrouwenslaapzaal zit opnieuw een verpleegkundigen post.
    Op de derde verdieping vind je de paar kantoren die er zijn, plus de opbergplekken voor dossiers. Hiernaast heb je daar ook de isoleercellen, deze zijn 2 bij 3 meter groot. Erin staat een bed die vastgespijkerd is aan de grond en een wc pot. Patiënten in de isoleercel hebben doorgaans een dwangbuis om. Van deze cellen zijn er 6.
    Tevens zijn er op elke verdieping wc's en kasten die altijd op slot zitten. Hierin zitten schoonmaakspullen en wat nog meer nodig is. De muren en vloer van het gebouw zijn wit, er zijn genoeg ramen, maar ze hebben allemaal tralies ervoor. Naar buiten gaan is enkel mogelijk onder begeleiding van verplegers en met toestemming van de arts of psycholoog. Er is een basketbalveldje en een tuin waarin patiënten mogen werken. Aan de rand van het terrein ligt een armoedige begraafplaats. Het komt vaak voor dat patiënten geen familie (meer) hebben en daar sterven of zelfmoord plegen.

    De verpleegkundigen dragen uniformen, deze zijn over het algemeen wit met lichtblauw, broeken, vesten, shirts en rokken. Voor de vrouwen is er ook nog een kapje maar het is niet verplicht om te dragen. De psychiater en de medisch directeur dragen hun eigen kleding. De patiënten krijgen kleding van het ziekenhuis, maar mogen ook hun eigen kleding dragen die ze hebben meegenomen. Ze krijgen een witte pyjama, een witte broek, een wit vest en een blauw t-shirt. Schoenen kunnen op aanvraag gedaan worden, maar zijn meestal croc-achtige dingen in alle kleuren.

    Alle werknemers wonen tijdelijk of definitief op het terrein van het ziekenhuis. Er staat een grote flat met woningen, sommige speciaal voor gezinnen en anderen voor alleenstaande mensen.


    Regels:
    - Geen perfecte karakters.
    - Niemand buitensluiten.
    - 16+ is toegestaan.
    - Minstens 300 woorden per post.
    - Alleen ik open nieuwe topics.
    - Naamsveranderingen graag melden.
    - Blijf realistisch, ze leven in een psychiatrisch ziekenhuis, dus houd je aan het ziekenbeeld.
    - Maximaal 3 rollen per persoon in variatie.
    - Niet offtopic gaan, hiervoor is een praattopic.
    - Let op je spelling en grammatica.
    - Speel alleen je eigen karakter.
    - Reserveringen blijven maximaal 3 dagen staan, ook als ze nog niet helemaal ingevuld zijn. Dit kan veranderen in overleg ivm vakanties.


    Rollen:

    Officier van Justitie:
    - Lucy Ryu - Assassin

    Medisch Directeur:
    - Geert Gijsbrecht - dooddoenervo

    Psychiater:
    - Zayden Rhys Burke - Assassin

    Verpleegkundigen:
    - Andrew Tyler Jenkins - Tyrion
    - Scarlett Bane - Pom

    Patiënten:
    - Remy Terence Shaw - Assassin
    - Vintain Perssons - ApexPredator
    - Alexander Jean Rýmers - Vlahos
    - Sawyer Finn - Ramsays
    - Mick Daimon - Shion
    - Isabelle Reanne Fonseca - Lahey
    - Gracie Mirabelle Peyton - Tyrion
    - Faye Luna Caldwell - Macabre
    - Faith Shepperd - HippieDream
    - Janet Brooklyn - Etoiles

    [ bericht aangepast op 24 juli 2013 - 16:31 ]


    Your make-up is terrible

    Gracie Mirabelle Peyton • Patiënt

    "Opstaan, slaapkop." Het was de erg vrouwelijke stem van Rangda die plots in mijn hoofd klonk. Ik fronste en kneep mijn ogen stijf dicht terwijl ik de lakens ter bescherming over mijn hoofd trok. "Nee, heb geen zin." Murmelde ik en wreef hierbij de slaap wat uit mijn ogen. "Je moet, Gracie." Bromde Balam onvriendelijk. Hij was de meest beangstigende stem van de twee en voor hem vreesde ik het meest.
    Mijn ogen schoten wagenwijd open terwijl ik de lakens met een ruk van me aftrok. "Ok, ik ben wakker." Met knikkende knieën liet ik mezelf uit het bed glijden en rekte me hierbij even uit.
    Ik had amper geslapen ondanks de medicatie en voelde me echt als een wrak. Rangda en Balam hadden me de hele nacht wakker gehouden. Ze zeiden dat de dood van kort blondje haar eigen fout was, ze verdiende het. Natuurlijk geloofde ik alles wat ze zeiden, Rangda en Balam hadden me geleerd om onderdanig te zijn, als ik dat niet deed zou dat zware gevolgen hebben voor me en dat wilde ik niet.
    "Wat moet ik aantrekken?" Vroeg ik aan de stemmen in mijn hoofd en wachtte met een bang hartje op antwoord. "Voor vandaag je eigen kleren." Zei Balam na een kleine stilte. Voor mij voelde het aan alsof er een grote last van mijn schouders was gevallen. "Ik zou gaan voor de jeansbroek met de witte tanktop en het zwarte, geklede vestje. En géén schoenen." Vulde Rangda met een suikerzoete stem aan.
    Ik knikte gehoorzaam en dook vervolgens meteen mijn koffer in. "Mag ik de gestolen armband dragen?" Vroeg ik terwijl ik de kleren aantrok en nog snel een borstel door mijn blonde krullen haalde. "Ik ben braaf geweest en wil het zo graag." Het kwam er haast smekend uit, maar ik wilde het ook zo graag aan doen. Ik hoorde een goedkeurend gemompel van het tweetal en knielde vrijwel meteen aan mijn bed neer. Met trillende vingers haalde ik een doos van onder het bed vandaan, opende het deksel en begon meteen te zoeken naar de mooie armband. Hij was ooit van kort blondje geweest, ik had het weten te ontfrutselen in de eerste week dat ik hier was. Nu ze er toch niet meer was, kon ze het niet langer gebruiken en was ik er beter mee af. De armband zat als gegoten, iets waardoor het leek alsof ik me plots een stuk beter voelde. Dit ging volgens mij een geweldige dag worden.
    Niet veel later begaf ik me blootsvoets naar de eetzaal en liet mijn ogen twijfelachtig door de ruimte gaan. "Ze zijn niet te betrouwen." Siste Rangda nijdig. "Ze willen je kwaad doen. Liefje, als ik jou was, zou ik alleen gaan zitten." Ongemakkelijk beet ik op mijn onderlip en zonderde me af van iedereen nadat ik wat te eten had genomen.
    Het leek wel alsof ik de ogen van sommige mensen hier op mijn huid voelde branden. Ik werd er letterlijk gek van en vroeg me af hoe lang het zou duren voordat iemand me aan zou vallen. Ik klemde mijn kaken strak op elkaar en staarde naar een punt voor me zodat ik de aandacht van de anderen niet zou trekken. Lang hield ik het toch niet vol aangezien iets glimmend op de tafel mijn aandacht trok. Snel keek ik om me heen om er zeker van te zijn dat niemand me in het oog hield. "Neem de lepel," Grinnikte Balam. "Doe het, kom op doe het dan."
    In een snelle beweging griste ik de lepel van tafel en stak het zonder er verder bij na te denken in de binnenzak van mijn vestje. Ik had weer iets genomen om mijn verzameling uit te breiden. Nog even en ik kon misschien wel een wapen maken zodat ik hier weg kon.


    Forget the risk and take the fall...If it's what you want, it's worth it all.

    Geert Gijsbrecht

    Hij dronk zijn whisky op en ging naar de eetzaal, hij rook de geur van pannekoeken. Hij ging de eetzaal in waar de patienten zaten te eten. Sommige aten gewoon, andere keken wantrouwig naar hun bord. Hij zag dat Gracie Payton weer eens geen schoenen aanhad en hij liep naar Gracie. Hij zag dat ze wantrouwig naar hem keek en toverde zijn geruststellende blik op zijn gezicht. 'Hallo Gracie.' Zei hij. Gracie zei niks terug dus ging hij verder. 'Ik zie dat je geen schoenen aanhebt, is dat niet koud?' Ze Schudde haar hoofd. 'Maar je moet toch wel iets aan je voeten hebben?' Weer schudde ze haar hoofd. Hij besloot maar dat het geen zin had om er verder op in te gaan, dus liep hij verder. Voor de rest zag alles er noormaal uit, daar houd hij van. Maar hij zag dat Alexander Rymers kwaad zat te kijken en ging ernaar toe. 'Hallo Alexander, wat is er? Hij deed niet en keek alleen maar kwaad. Hijzelf besloot dat dit geen zin had en vroeg aan een verpleegster om een kalmeermiddel aan Alexander te geven. Hij keek nog eens rond en ging weg. Hij liep naar het onthaal waar een aantal bezoekers waren, ongeruste ouders/voogden. Ze vroegen allemaal wat er gebeurt was. Hij kon alleen zeggen dat er een dode is aangetroffen. Ze waren allemaal ongerust maar hij kon ze overtuigen om hun kinderen of geliefde hier te laten. Hij zei dat ze nog even moesten wachten en dat ze dan hun famille konden bezoeken. Hij groette de mensen en liep terug naar zijn kantoor. 'Gelukkig dat hij ze had kunnen overtuigen om de personen hier te laten. De telefoon ging en hij pakte op. Het was de algemeen directeur van het ziekenhuis was aan de lijn! 'Hallo met Geert Gijsbrecht.' Zei hij. De directeur vroeg wat er gebeurt was en of er patienten zijn vertrokken. Hij legde alles uit en zei dat er niemand vertrokken was.


    Queer zijn is gewoon alles

    (Dooddoenervo je bestuurd andermans personages. Gelieve niet doen a.u.b)


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    Faye Luna Caldwell
    Met een glazige blik staarde ik naar de muur, terwijl er donkere kringen onder mijn ogen zaten. Ik had slechts een paar uur geslapen, vannacht; de extra grote dosis medicatie liet me alleen maar duffer voelen. De stemmen hadden me wakker gehouden, zoals altijd. Ik wilde ze negeren; ik probeerde ze te negeren, maar als ik dat deed, begonnen ze te schreeuwen.
    ''Sta op, mislukkeling,'' siste de man. Ik keek hem uitdrukkingloos aan, gaapte even en liet mijn blik toen weer op de muur vallen. Ik wilde slapen. Hoe lang was het nou geleden dat ik een goede nacht heb gehad, slaap van minimaal vijf uur in plaats van twee of drie?
    De moord hield er ook niet echt bij mee. Iedereen was verward, net als ik.
    ''STA OP!''
    De schreeuwende stem liet me even ineen krimpen en toen ik op stond, keek ik kwaad naar de man. Ik werd het zat; ze hadden alles van me afgenomen. Niet alleen mijn slaap, maar ook mijn familie. Mijn 'sociale' leven. Alles. Een woedende kreet verliet mijn mond en ik wilde hem aanvallen, waardoor hij verdween en ik over mijn voeten struikelde. Godver.
    Ik bleef zo liggen voor een paar minuten en staarde naar het plafond, terwijl de zoute tranen over mijn wangen rolden. ''Je bent waardeloos. Kijk toch eens naar jezelf.''
    Ik krabbelde overeind en keek even naar mijn spiegelbeeld in de spiegel, die hier en daar wat barsten had door mijn woedeaanvallen. Ik schrok lichtelijk van mezelf; mijn haren die ooit zo mooi glansden, waren dof en zaten door de war. Mijn ogen stonden verdrietig; verder was er niks uit te lezen. Hier en daar zaten wat krassen op mijn armen, borstkas en benen; dat was de woede tegenover mezelf. Omdat ik hier zat. Omdat ik zogenaamd 'gestoord' was, maar dat was ik niet; nee, de stemmen waren gestoord. Ik niet. Toch...? Toch?!
    Het geknor in mijn maag maakte me duidelijk dat ik honger had. Een beetje wezenloos en in dezelfde kleding waar ik in heb geslapen, sjokte ik de kamer uit, door naar beneden. Een paar besloten ook op het laatste moment te gaan ontbijten en passeerden me, terwijl anderen nog in hun kamer zaten. Ik sjokte naar beneden en ging aan tafel zitten. Beteuterd staarde ik naar mijn bord. De stagiaire, Kort blondje, heb ik wel gemogen. Ze leek wat sympathieker, al kon dat ook aan mij liggen. De stemmen hadden besloten om me met rust te laten voor een momentje, al galmden de scheldwoorden nog wel door mijn hoofd. Een opgeluchte zucht rolde over mijn lippen en gelijk voelde ik een soort druk van mijn borstkas af komen en wist ik de energie te vinden om wat eten naar binnen te werken.

    [Crappy, sorry. :c Maar ik wilde per se wat posten, anders komt het er nooit van.]


    "When all of your wishes are granted, many of your dreams will be destroyed.''

    Vlahos schreef:
    (Dooddoenervo je bestuurd andermans personages. Gelieve niet doen a.u.b)


    (Sorry, de volgende keer overleg ik als ik met een personnage wil praten, sorry :$)

    [ bericht aangepast op 17 juli 2013 - 14:46 ]


    Queer zijn is gewoon alles

    Alexander Jean Rýmers

    Ik vertik het gewoon om het eten op te eten. Ik moeat het van de grond opruimen, nou dat heb ik mooi niet gedaan. Ik loop vol adrenaline door de eetzaal heen. Eén verkeerd woord en ik sla diegene verrot. Eén verkeerd woord!
    "Hallo Alexander, wat is er?" Ik kijk op, daar staat Geert. Ik negeer hem en loop zonder iets te zeggen bij hem vandaan. Ik heb geen zin om te praten, met niemand. Ik schuifel door de eetzaal heen, hier en daar rolt er een scheldwoord over mijn lippen.
    "Waarom ben je boos?" Ik kijk op. Lilian zit op een bankje in de eetzaal. "Is er iets gebeurt dat jij niet leuk vind?" haar stem klinkt kinderlijk, maar ze is 22 jaar oud.
    "Zo kun je het noemen ja," zeg ik en wil doorlopen. Ze pakt mijn pols beet en trekt me terug.
    "Waarom ga je al weg? Komen jou mamma en pappa ook soms?" Ik zucht even en neem plek naast haar. Dan schud ik mijn hoofd.
    "Nee Lilian, mijn ouders komen mij niet opzoeken," zeg ik zacht en kijk haar aan. Op Lilian kan je niet boos zijn, ze bedoeld alles zo goed. Ze heeft het ook niet door dat ze zo is.
    "Oh," in haar stem klinkt teleurstelling. "Mijn mamma neemt altijd een bosje bloemen mee, allemaal mooie rozen," zegt ze met een glimlach en kijkt mij aan. "Wat vind jij mooie bloemen?" vraagt ze dan. Ik denk even na, ik vind bloemen eigenlijk niet zo mooi. Ik hou er niet zo van.
    "Ook rozen," zeg ik dan maar en glimlach kleintjes. Lilian haar glimlach groeit. "Lilian, als je het niet erg vind ga ik weer verder." Lilian knikt met een glimlach en geeft mij even een korte knuffel. Als ze me loslaat sta ik op en loop rustig in het rond. Lilian is een schat, ik weet niet eens meer waar ik booa om was.

    [Sorry als er spelfouten in zitten. Ook als hij niet volledig 300 woorden is, ik zit op mijn mobiel namelijk ^^ ]


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    Vintain Perssons
    Ik was gisternacht wakker geworden van een hoop gepraat en geschreeuw. Terwijl ik nogal geïrriteerd was blijven liggen, had ik door mijn wimpers naar de plek waar al het geluid samenkwam gegluurd. Ten eerste was ik geschrokken van al het extra licht dat naar binnen scheen. Normaal werden alle lampen iedere avond keurig uitgedaan door de nachtverplegers en was het pikkedonker in de slaapzaal. Voorzichtig had ik mijn ogen volledig geopend. Langzaam was ik door middel van knipperen aan het licht gewend en had ik het tafereel kunnen waarnemen. De meerderheid van de mannelijke patiënten hadden zich om de deur verzamelt, die vreemd genoeg openstond. Dat had gelijk het licht verklaard, dat van de felle TL-lampen in de hal was afgekomen. De bijnaam 'Kort Blondje', naar die vreselijke stagiaire die hier al een tijdje stage liep, was opmerkelijk vaak gevallen. Duf had ik mijn benen uit bed geslingerd. Enkele patiënten hadden zich omgedraaid en keken verschrikt, of waren weer naar hun bed gegaan om daar weer onder de dekens te kruipen. Er was duidelijk iets wat hen af had geschrokken. Eigenlijk had ik liever weer willen slapen, slapen was iets wat ik erg graag deed, maar het interesseerde me wat men allemaal over de stagiaire te zeggen had. Ik liep naar de deur toe en tikte de eerste de beste kerel op zijn schouders. Hij had zich omgedraait met net zo'n verschrikte uitdrukking op zijn gelaat als de meeste mannen in de slaapzaal. 'Fuck,' had hij gemompeld. 'Pardon?' 'Heb je het al gezien?' De patiënt waarvan ik de naam niet had geweten had angstig gekeken. 'Wat?' had ik casual gevraagd. 'Kijk zelf maar...' Hij had iemand voor ons aan de kant geduwd, die geen reactie gaf maar bleekjes weg was gelopen. Een paar meter voor ons had ze gelegen, Kort Blondje. Ze was duidelijk morsdood. 'Ah,' had ik tegen de man gezegd. Toen was ik weer naar bed gegaan, waarna de nachtverplegers me weer hadden gewekt voor extra (zware) medicatie. De politie had het Western State Hospital bereikt, maar daar had ik niet veel van meegekregen.
    Na een nacht slapen als een roosje rek ik me langzaam uit als een verpleger roept dat we op moeten staan. Door de nachtelijke, klagelijke smeekbedes die mijn medepatiënten maakten kon ik inmiddels prima heen slapen. Ik had de medicatie altijd nutteloos gevonden, maar de rustgevende werking ervan was wel fijn. Valium bezorgde me altijd een lange, droomloze slaap, maar kon mij niet genezen van mijn gave. Ach, ik vond het best. Als zij dachten dat het zou helpen vond ik het oké. Ik wist zelf wel beter. Niks of niemand kon mijn talent van me afpakken. Ik rek me langzaam uit met Kort Blondje in mijn achterhoofd. Ze had er beroerd bijgelegen, zo dood als maar kon, maar ik vond het niet bepaald erg dat ze er niet was. Ze had me altijd geïrriteerd. Die stem van haar, dat vreselijke kapsel en gewoon die hele air die om haar heen hing... Weer een misbaksel de wereld uit. Een langgerekte gaap verlaat mijn mond, waarna mijn buik even lang begint te knorren. Pannenkoekendag, niks mis mee. Ik was nooit echt kritisch geweest qua eten, dus het eten in de inrichting kon ik prima verdragen. Rustig kleed ik me om; een zwarte sweater, standaard jeans en aan mijn voeten een afgetrapt paar Nikes. Relaxed begin ik naar beneden te lopen. Eenmaal in de eetzaal is er (natuurlijk) maar één gespreksonderwerp: dat vreselijke blonde wijf. Sociaal als ik ben, en ook om mijn dagelijkse behoefte aan leugens te vervullen, schuif ik na het halen van mijn eten aan bij een groepje mensen die zich meestal wel normaal gedragen. Er waren wat mensen die ik wel aardig vond, maar toch had ik niet het gevoel dat zij mijn gelijken waren. De enige overeenkomst was het feit dat ik hier ook een patiënt was. Maar ik had het gevoel dat ik vals beschuldigd was. Het enige wat ik deed was een beetje experimenteren. De meeste patiënten hier waren randdebielen die het niet helemaal op een rijtje hadden... Het interessante aan de mensen in deze inrichting was echter dat ze minder voorspelbaar waren dan normale mensen. Van normale mensen wist ik hoe zij zouden reageren, bij de 'speciale' mensen hier was het altijd een verassing hoe hun reactie zou zijn op mijn leugens. Daarom was ik weer in mijn boekje begonnen. Ik begin een verhaal op te hangen over Kort Blondje die verliefd zou zijn op één van de mannelijke patiënten. Dat had ze aan mij verteld, maar niet wie. Ze was zogenaamd zo geïntrigeerd door de patiënt dat ze alles van diegene in de gaten hield in een notitieblokje, dat ze goed doorlas en daarna de gelezen pagina's verbrandde. En misschien, zeg ik, had haar vriend het wel gevonden en haar daarom vermoord. Mijn tafelgenoten hangen aan mijn lippen. Eén van hen rolt met haar ogen en begint heen en weer te wiebelen terwijl ze haar knieën omklemt. Die heeft waarschijnlijk een andere zware medicatie gehad. Ze lijkt me niet helemaal honderd. Desalniettemin zijn de meeste luisteraars erg geboeid en vragen die zichzelf af of Kort Blondje misschien haar oog op hen had laten vallen. Ik zie aan ze dat ze terugdenken aan de momenten dat de blonde stagiaire langs hen liep en misschien wel een praatje maakten. Had ze misschien een hint gegeven? Of hadden ze haar iets zien opschrijven in een boekje? De meisjes die nog toerekeningsvatbaar zijn denken meer na over de vriend van Kort Blondje. Ik onthou al hun reacties en gezichtsuitdrukkingen en besluit deze na het ontbijt op te schrijven in mijn boekje. Zogenaamd nieuwsgierig en bedenkelijk zit ik met hen aan tafel, terwijl ik trots mijn pannenkoek opeet.

    [ bericht aangepast op 19 juli 2013 - 19:49 ]


    I can't define who I am.

    (Lijkt net of Vintain de moordenaar is haha)


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    (Zou kunnen, maar hij geeft sowieso niet echt om mensen en hij liegt altijd. Zou ook een verklaring kunnen zijn... haha)


    I can't define who I am.

    /

    [ bericht aangepast op 22 juli 2013 - 11:10 ]


    Queer zijn is gewoon alles

    (Ik zeg het opnieuw Dooddoenervo, kijk even naar de regels: Speel alleen je eigen karakter.
    Weer bestuur je een ander zijn/haar personage... )


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    (^
    Hoe moet ik anders een gesprek doen? Ik had dit afgesproken met Shion.)


    Queer zijn is gewoon alles

    (Ja dat Geert Mick kwam halen ja, niet dat je hem ging besturen. Ik heb het gevolgd in het praattopic (waar ik, als je door wilt gaan erover, graag dit gesprek voort wil zetten))


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    ( TragicYouth --> ApexPredator )


    I can't define who I am.

    Zayden Rhys Burke

    Al snel verveel ik me als ik het boekje aan het doorbladeren ben en kijk ik kort en snel in de twee slaapzalen. Zo te merken zijn ze groot en deels leeg en is iedereen aan het ontbijten. Ik heb eigenlijk genoeg werk te doen, maar ik heb er bar weinig zin in. Hierdoor verlaat ik de eerste verdieping om terug naar beneden te lopen en blijf ik in de deuropening van de eetzaal staan. Blijkbaar is Alexander klaar met eten, waardoor ik de eetzaal instap en naar hem toe begin te lopen. Zijn medicijnen mogen misschien wel eens verhoogt worden, ik ga er in ieder geval een aantekening van maken. Zijn woede-aanvallen zijn nog altijd veel heftiger dan we willen zien. Maar dit moet ik eerst eens zien in een gesprek.
    "Goedemorgen meneer Rýmers," glimlach ik naar hem toe. Hij ziet er behoorlijk rustig uit, maar je weet maar nooit met de mensen hier. Hun humeur kan omslaan bij het minste of geringste, zeker bij een borderline patiënt. "Ik denk dat het tijd is voor ons gesprekje, denk je niet?" vraag ik, al is het geen echte vraag. Als hij weigert krijgt hij een prik met kalmeringsmiddelen en word hij alsnog op mijn kantoor neergezet. Ik zit eraan te denken om zijn medicatie te veranderen naar lithium, iets wat veel sterker werkt dan wat hij nu krijgt. Helaas komt er erg veel werk bij te kijken om het te veranderen de komende dagen, waardoor iedereen er van op de hoogte moet zijn. Vaak vertellen we de patiënten niet eens als hun dosis veranderd word, maar in dit geval is het erg belangrijk.
    Ik draai me al om en loop voor hem uit. "Heb je een beetje lekker kunnen slapen?" vraag ik aan hem terwijl ik door de gang loop en naar de trap toe, met betrekking op de gebeurtenissen van vannacht. Het liefst hoor ik wat hij ervan meegekregen heeft, maar aan de andere kant wil ik dat het zo snel mogelijk allemaal vergeten word en niemand het er meer over heeft. Nu maar hopen dat ze het bij de politie ook in de doofpot stoppen. Ik loop door naar de tweede verdieping en ga Alexander voor naar mijn kantoor, waar ik hem eerst binnen laat en dan zelf volg om achter mijn bureau te gaan zitten.

    Remy Terence Shaw

    Als ik de pannenkoeken naar binnen heb weten te werken ruim ik mijn dienblad op en kijk ik iets onwennig om me heen. Ik hou niet zo van de dagbestedingskamer, waardoor ik Mick zoek. Hij is een zachtaardig persoon waar ik niet bang voor ben en mijn stemmen niet de hele tijd doorheen willen schreeuwen. Ik glimlach iets, eigenlijk moet ik gewoon even met iemand praten na wat ik vannacht gezien heb. Mick zit aan een tafeltje met zijn knuffel nog pannenkoeken te eten, hij is altijd een stuk kinderlijker geweest, maar ik vind het niet erg. Het liefst houd ik mezelf ook vast aan mijn kinderlijkheid.
    Met een klein glimlachje schuif ik mezelf op de stoel naast hem, niet tegenover hem zoals mijn stemmen gezegd hebben. "Goedemorgen," mompel ik naar hem. "Lekker geslapen na vannacht?" probeer ik een gesprek op te starten. Ik ben niet zo'n prater, daarom hoop ik dat Mick begint. Of wie hij dan ook is op het moment, ik heb begrepen dat hij vaak in andere mensen veranderd vanwege zijn aandoening, al zijn die ook niet zo eng. Toch begrijp ik er niet zo heel veel van, want hij lijkt constant van alles te vergeten als hij veranderd is. Het is dus duidelijk niet zoals mijn stemmen, maar die van mij zijn anders dan de rest en ik ontken tegenover de pillenman en de verplegers nog altijd dat ik ze heb. Zo is het veiliger, zeggen mijn stemmen. Ik geloof ze, ze hebben een zelfbehoud en willen ook niet dat ik doodga en hebben toch echt het beste met me voor, meestal.


    Your make-up is terrible