Het ijzige water doorweekt mijn grasgroene t-shirt, mijn vale jeansshort en mijn All-Stars die de kleur hebben van overrijpe kersen. Ik weet een jammerlijke kreet uit te stoten voordat ik de achtervolging op Jonas inzet, die ondertussen al een heel eind het van het kiezelpad heeft overbrugd. De afstand is eigenlijk te groot, maar ik begin toch te lopen. Uit woede, uit zelfmedelijden, uit wraak. Omdat ik toch nog een beetje van mijn eigenwaarde wil behouden. Daarom ren ik enkele ogenblikken daarna achter Jonas aan, met enkele kiezelstenen die achter mijn voeten opspatten. Ik vervloek mijn conditie, die niet vergelijkbaar is met die van Jonas zodat ik even later sta uit te hijgen en kijk Jonas vernietigend aan.
'Maak je maar geen zorgen, broertje van me. Die krijg je terug!' gil ik hard, zodat er geen twijfel bestaat over het feit dat hij me gehoord heeft.
Ik zal hem terugpakken. Dat zweer ik, zowaar ik Sarah Kear heet. Het is alleen jammer dat ik in de tussentijd nog een stel plagerijen moet incasseren. Zo lig ik enkele minuten later met kleren en al in het zwembad. De badmeester komt mopperend dichterbij en Jonas hijst me aan een hand het zwembad uit, zodat ik als een natte hond aan de kant sta, met gebogen hoofd. De man waarschuwt ons dat we, als we het nog eens in ons hoofd halen om zoiets te doen, een zwembadloze vakantie kunnen verwachten. Of dat is toch de vertaling die ik van Jonas krijg. Daarom vertrouw ik het niet helemaal, langs de andere kant zou hij daar niet over liegen. Aangezien de badmeester Frans sprak heb ik er echt niets van verstaan. We hebben ons dan maar uit de voeten gemaakt. Ik helemaal doorweekt, wij beiden met een grote grijns op ons gezicht.
Dit trekt op niets hé?
Le Beau n’est que la promesse du bonheur | Will you dance, dear Emma? | page 28