• De Opheilia torende trots boven alle boten in de haven uit. Alle mensen hadden zich rond haar verzameld, klaar om te vertrekken voor een reis naar de Caraïben. De reis duurde een paar weken en toen alle passagiers terug aan wal komen, was de wereld helemaal veranderd.
    Het grootste deel van de populatie bestaat uit zombies - ook wel Walkers genoemd. Alles is chaotisch en mensen vertonen zich zelden. Bijna niemand gaat alleen over straat, vooral 's nachts niet.

    De passagiers van de Opheilia besluiten aan boord te blijven van het grote cruiseschip. Hoewel het schip niet meer uit kan varen - er is geen benzine meer - lijkt dat de veiligste plek. De voedselvoorraad slinkt snel en de groep wordt steeds kleiner door mensen die ouder worden en sterven, zelfmoord plegen of verhongeren. Op het schip zwerven hier en daar zombies rond: vergeten mensen die nooit teruggevonden zijn toen ze stierven. Het is uiterst gevaarlijk om alleen aan wal te gaan, dus dat gebeurt ook enkel wanneer nodig.
    Daarbij komt ook nog eens dat er steeds meer ruzie ontstaat binnen de groep.
    Zal de groep uit elkaar vallen door ruzies? Of zullen ze allemaal in leven te blijven als ze samenwerken?


    Groepsleden (houdt mannen en vrouwen een beetje gelijk):
    - Rebecca Morgan ~ Sixer
    - Rowan Ava Carter ~ Michonne
    - Jessalyn Hope ~ Michonne
    - Daryl Dixon ~ Apocalyptic
    - Ryan Dawnstar ~ Sixer

    Mogen dood:
    ~ Nathan Morgan
    ~ Flynn Donovan
    ~ Tyler Grey

    Walkers:
    ~ Xari Jarrett
    ~ Quentin Alfredo Burenti
    ~ Elizabeth Destiny Harkness


    Personage:
    Naam:
    Leeftijd: (Alle leeftijden zijn toegelaten)
    Uiterlijk:
    Innerlijk:
    Wapen:
    Extra's:
    Familieleden: (mag onderling besproken worden)



    Links:
    ~ Kletstopic
    ~ Rollentopic

    Regels:
    - Minimaal 8 regels schrijven
    - Graag met leestekens en hoofdletters typen.
    - OOC graag met haakjes; [] {} () - -
    - Liefde tussen mensen mag, maar houdt het realistisch.
    - Geen Mary Sue's (perfecte personages)
    - 16+ en schelden mag, maar niet OOC
    - Geen personages van anderen besturen.
    - Geen personage's doden zonder toestemming van die persoon
    - Alleen Ortelius maakt topics aan
    - Melden als je je nickname veranderd

    [ bericht aangepast op 14 april 2013 - 12:58 ]


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Flynn Donovan.

    Ze keek me aan door haar betraande ogen en voor een klein moment kreeg ik een naar gevoel vanbinnen, maar dat joeg ik al snel weg. Door het getril van haar, wilde ik nog een stap dichterbij doen, alleen toen ze een stap naar achteren zette, stopte ik direct. Mijn hand liet ik naast me neer vallen, die haar tranen weer weg wilde vegen daarnet.
    Abrupt keek ze me verontwaardigd aan, waardoor ik iets begon te fronzen. Ze wreef met haar mouw de tranen weg, terwijl ik naar haar gesnik luisterde. Wat was er fout gegaan, dat ze begon te huilen en trillen? ‘Serieus?’ De botte toon waarmee ze het bracht, liet me iets stijver staan. Een koude rilling liep er over mijn ruggengraat een weg naar boven. ‘Moet je dat nu echt vragen? Ik zei dat je moest stoppen, maar je deed het niet.’
    Dit liet me al helemaal met mijn mond vol tanden staan. Wat had ik gedaan? Oh, holy shit, zeg niet dat ik last had gekregen van die aandoening, precies bij Rebecca! Wat had ik tegen haar gezegd en/of jegens haar gedragen? Een brok in mijn keel slikte ik met moeite door, terwijl ik haar enkel met snelle hartkloppingen aan kon kijken. De stap die ze naar achteren had gezet, deed me meer pijn dan het had gemoeten. Niet wetende wat ik moest zeggen, bleef ik maar stil, wachtend op ik weet niet wat precies.
    Schattend bleef haar blik op mij hangen. Uiteindelijk stelde ze de vraag die ik niet had willen horen. ‘Wie is Lucy?’ Moeilijk opende ik mijn mond en mijn handen begonnen lichtelijk te trillen, waarna ik mijn mond toch dichtdeed. ‘Je noemde me Lucy…’ Alleen maar herinneringen over Lucy. Zij was, is, de enige die me hedendaags nog altijd martelt. Ik wil dat ze hier is. Hier bij mij. Jess kwam langs gelopen, niet echt een goede timing, maar het gaf me wel iets van tijd om er even over na te denken. Ik was opgelucht dat ze snel voorbij was gegaan, ze hoefde niet te weten wat er allemaal aan de hand was.
    Een droevige blik kwam er in mijn ogen, terwijl ik snel mijn blik afwendde richting de grond. Godverdomme, ik vervloekte dat hele gedoe. Waarom wist ik niet meer wat er gebeurd was? Hoe had ik me gedragen? Wat had ik gezegd? Het was allemaal van belang! Niemand moest ervan af weten, dat was iets heel persoonlijks van mijzelf. ‘Lucy?’ Vroeg ik uiteindelijk, na een lange tijd zwijgzame en vooral drukkende stilte. Het klonk echter totaal niet als mijn eigen stem, meer terneergeslagen en verdrietig. Gebroken bijna.
    ‘Mijn zusje, ze is mijn zusje.’ Vervolgde ik daarna, op de gok en goede hoop. Hoewel ik echt geen flauw idee meer had wat ik gezegd had, want het hoefde maar een verkeerde herinnering te zijn die liet merken dat er meer aan de hand was. Daaraan zou ze weten of ik loog of niet, dus hoopte ik zo erg dat het leek alsof ze mijn zusje zou zijn. Zwakke plekken, waarom had ik die ook alweer?

    [ bericht aangepast op 10 maart 2013 - 20:29 ]


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Ryan Dawnstar
    “Net aan, ja,” antwoordde Jess met een minuscuul lachje. “Het wemelt daar beneden van de Walkers.”
    Ik grinnikte zachtjes. “Ach ja, als we jullie plan volgens zullen ze er binnen de kortste keren niet meer rondlopen,” verzekerde ik haar.
    Toen ze haar omkleedde, draaide ik uit respect mijn hoofd weg. Pas toen ze helemaal aan was – ik wist eigenlijk niet hoe ik dat wist, volgens mij had ik daar een zintuig voor of zo – draaide ik me om. “Hulp nodig?” vroeg ik.
    Jess haalde haar schouders op. “Nee, denk het niet. Gooi alles maar in een van de wasmanden.” Ze stopte haar zin en leek even na te denken. Ondertussen gooide ik mijn kleren een voor een de wasmand in. “Je kunt later helpen als de kleding opgehangen moet worden om te drogen, denk ik,” zei ze uiteindelijk. Ik knikte, het was beter dan niets doen. Vooral omdat ik niets doen maar niets vond, ook al kon je dan niets fout doen, maar ook omdat niemand je dan iets kon verwijten.
    “Oh, ik weet niet of je van organiseren houdt… Maar ik heb wat andere spullen van beneden meegenomen, misschien kan je dat opruimen in die grote kasten daar.” Jess wees met een slanke vinger naar de kasten. Ik knikte en raapte alle spullen bijeen om richting de kast te lopen. Ik voelde me net een huisvrouw. Hoe hilarisch: huisvrouw Ryan. Ik had alleen nog zo’n lelijk schort nodig.

    Rebecca Morgan
    Flynn slikte en keek me nerveus aan. Hij bleef stil, waardoor ik de tijd kreeg om mijn tranen weer weg te vegen. Godverdomme, ik wilde een uitleg, maar hij leek er geen te hebben.
    “Wie is Lucy?” vroeg ik uiteindelijk. Flynn opende langzaam zijn mond, waardoor een rij witte tanden tevoorschijn kwam. Zijn hadden leken te trillen, nu was hij de zenuwachtige. Hij sloot zijn mond weer. “Je noemde me Lucy.”
    Jess liep even langs, waardoor ik haar aarzelend aankeek. Ik hoopte maar dat ze niet gezien had dat ik gehuild had, want dan zou ik me eigenlijk wel schamen. Ik had geen zin om alles uit te leggen.
    De droevige blik die in Flynns ogen verschenen was, deed mijn houding iets verslappen. Hij wendde zijn blik zelfs af, waardoor ik voorzichtig dichterbij kwam en mijn arm op zijn schouder legde bij wijze van steun. Toch zei ik niets. “Lucy?” vroeg hij uiteindelijk met een stem vol kwelling, pijn en verdriet. Nu had ik eigenlijk wel met hem te doen. “Mijn zusje, ze is mijn zusje.”
    Onwillekeurig verscheen er een verwijtende blik in mijn ogen. Ik kon het niet helpen, maar als hij tegen me ging liegen moest hij ook niet verbaasd zijn dat ik boos zou worden. Toch bleef ik wat milder. “Lieg niet,” bromde ik zacht. Ik duwde met mijn vinger zijn kin omhoog zodat hij wel gedwongen werd me aan te kijken. “Je kust je zus niet zo teder als je bij mij gedaan hebt, en je gaat zeker niet met haar hand door haar haar. Dus maak me niets wijs, jongen. Ik wil de waarheid.”
    Mijn doordringende blik bleef op hem hangen. Als hij zijn leugen ging volhouden, was ik weg. Ik wilde enkel de waarheid horen.


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Jessalyn Hope

    Hij grinnikt zachtjes om mijn woorden. "Ach ja, als we jullie plan volgens zullen ze er binnen de kortste keren niet meer rondlopen." vertelt hij me, waardoor ik licht naar hem glimlach en mijn schouders opnieuw wat ophaal. "Eerst maar eens een pauze nemen, dan zien we wel wat we gaan doen." antwoord ik. Eerlijk gezegd ben ik echt vermoeid geraakt door de Walkers van het dek halen en zie ik er nu echt als een berg tegenop om hetzelfde te doen in de smalle gangen van het schip. Het voelde goed, toen we eenmaal klaar waren, maar nu is dat gevoel weggeëbd en blijft er wat vermoeids achter. Ryan vraagt of hij kan helpen, waarop ik bedenkelijk dingen begin te antwoorden. Zijn kleren heeft hij in een wasmand gestopt en hij knikt als ik hem naar de kasten verwijs, om alles bij elkaar te pakken en richting de kasten te lopen. Ik loop naar de gootsteen en doe de stop erin, om het water erin te laten lopen. Terwijl dat loopt, pak ik een doos uit een volle mand met spullen en open ik die, waarna ik een behoorlijk hoeveelheid erin gooi. Ik heb geen idee hoeveel erin moet, maar ik denk dat we wel wat nodig hebben voor onze kleding. "Misschien is het wel handig om een apart stuk voor de medische spullen in te richten." mompel ik tegen Ryan als ik terug naar de tafel loop en de wasmand met vuile kleding pak, om die naast me op het aanrecht te zetten. Ik ben wel blij dat ik die dingen gevonden heb, we kunnen het altijd goed gebruiken. Ik besluit niet alles in een keer in hetzelfde water te wassen, waardoor ik maar één kledingstuk uit de mand haal en die in het water stop, waarna ik de kraan dichtdraai. Eigenlijk heb ik iets nodig om op te kunnen schrobben. Met een bedenkelijk gezicht open ik de kastjes en onderzoek ik de inhoud. Uiteindelijk vind ik iets van ijzer, een soort plaat, ik heb geen idee wat het is, maar het is hobbelig. Ik pak het ding uit de kast en loop terug naar de grote wasbak, waar ik het natte kledingstuk over de plaat begin te schuren. De zeep ruikt wel lekker, eigenlijk. Het doet me denken aan schone dingen.


    Your make-up is terrible

    Ryan Dawnstar
    Ik begon de spullen nogal random in de kast te proppen, totdat Jess me onderbrak nadat ze het water had laten lopen. “Misschien is het wel handig om een apart stuk voor de medische spullen in te richten."
    Waarschijnlijk had ze wel gelijk, maar ik kon het er wel weer mooi allemaal uit gaan halen. Uiteindelijk begon ik er een beetje structuur in te brengen. Medicijnen op de onderste plank, al de andere spullen op de planken daarboven. Wat bij elkaar hoorde stond bij elkaar. Het zag er zelfs nog redelijk logisch uit. Met een klap duwde ik da kastdeur dicht en liep ik terug in Jess’ richting.
    De zeep rook heerlijk. Ik kon niet wachten tot ik mijn kleren weer aan kon trekken, dan roken ze lekker. Lakens wassen zou ook ooit moeten gebeuren, dus ik kon al niet wachten tot die zo lekker zouden ruiken. Maar voor nu waren ze goed. Ze stonken niet, ze waren enkel stoffig maar daar kon ik wel mee leven.
    Ze leek er nog redelijk behendig in te zijn, in dat schrobben en hoewel het water koud was, leken alle vlekken eruit te gaan. Ik ging behendig op het aanrecht zitten terwijl ik nog naar haar vingers bleef staren die behendig heen en weer schuurden over het geribbelde bord. Volgens mij was het een bakplaat of zo. “Je doet dat goed,” complimenteerde ik haar.


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Flynn Donovan.

    Haar houding verslapte iets, werd in elk geval milder, maar zo veel aandacht gaf ik er niet aan. Dat kon ik ook niet op het moment, want mijn gedachten waren naar Lucy uit gegaan. Waarom moest het iets van haar zijn de laatste tijd? Het was een hele zwakke plek van mij die ik liever niet aan iemand wilde laten merken, zeker niet na wat er allemaal gebeurd was. Toch houd ik nog altijd van haar, na dat alles. Dat zal ook altijd zo blijven en ik weet niet zeker of er ooit iemand anders zal zijn die dat kon overstijgen.
    Abrupt merkte ik in mijn ooghoeken hoe de jonge donkerharige vrouw dichterbij kwam, waardoor ik iets opschrok. Al snel probeerde ik mezelf te kalmeren, mijn houding werd al iets kalmer erdoor, hoewel ik nog wel ietwat argwanend toe keek hoe ze haar hand om mijn schouder legde. Dit kwam mede doordat ik niet bepaald wist wat ik moest doen jegens haar, het had wel over Lucy gegaan. Hopelijk zou ze geloven wanneer ik zei dat het mijn zusje is.
    De verwijtende blik die er in haar ogen kwam liet me echter weten dat ze er alles behalve in geloofde. Ik was een fucker en in de problemen, het liet me in elk geval een licht schuldgevoel achter door die blik. Het leek wel alsof ik elk moment een standje kreeg van mijn moeder, hoewel ik haar helemaal niet zo goed kende.
    ‘Lieg niet,’ bromde ze zacht. Holy moses, daar hadden we het al, jochie. Die vrouw was ook echt niet voor de gek te houden, nog ff en ik mocht naar een gekkenhuis of iets dergelijks. Ietwat schuldig keek ik van haar weg, maar toen ze met haar vinger mijn kin omhoog duwde, zodat ik gedwongen werd haar wel aan te kijken, klemde ik mijn kaken iets nerveus op elkaar.
    ‘Je kust je zus niet zo teder als je bij mij gedaan hebt, en je gaat zeker niet met je hand door haar haar. Dus maak me niets wijs, jongen. Ik wil de waarheid.’ Haar doordringende blik was nogal erg op mij gefixeerd, waardoor ik me enkel zenuwachtiger voelde worden. Hierdoor kon ik ook niet meer zo helder nadenken als ik wilde, alleen een lichte mist die er in mijn hoofd kwam. Denk na, denk verdomme, Flynn! ‘Eh…’ murmelde ik vervolgens, om toch maar iets mijn mond uit te hebben.
    Abrupt kwamen haar woorden weer in mijn hoofd terecht. Had ik haar gekust? Mijn ogen werden iets groter, mijn ademhaling bleef kort hangen, maar ging vervolgens haperig verder en een rode waas kwam er op mijn wangen te liggen. ‘G-gekust?’ Fuck, fuck, fuck. Had ik haar lippen geraakt? Was het zo’n herinnering dat ik Lucy, maar nu dus Rebecca, gekust had en zij dat bedoelde met dat ik had moeten stoppen? Wat een achterlijke eikel was ik soms toch ook!
    Onbewust ging mijn hand naar mijn lippen en wreef hier kort over, maar natuurlijk wist ik er geen flikker meer van. Ondertussen ontweek mijn blik die van haar, want ik merkte gewoonweg hoe mijn wangen steeds roder werden. ‘D-dat eh, wilde ik h-helemaal niet… J-jou kussen… Ik bedoel, het is niet alsof d-dat zo erg zou zijn, maar…’ Toen liep ik vast, alsof het niet erger kon worden. O hemel, red mij hieruit, dacht ik hopeloos.


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Rebecca Morgan
    Flynn leek zowat gek te worden toen ik hem vertelde dat hij mij gekust had. “Eh…” murmelde hij. Zijn ogen leken twee keer zo groot geworden te zijn. Hij werd er zelfs rood van. “G-gekust?” vroeg hij. Zijn hand begaf zich richting zijn lippen en wreef hij met zijn vingers over zijn lippen. “D-dat eh, wilde ik h-helemaal niet… J-jou kussen… Ik bedoel, het is niet alsof d-dat erg zou zijn, maar…”
    Ik zuchtte en keek hem aan. “Je ontwijkt mijn vraag,” gromde ik. “En het was enkel op het voorhoofd.” Hij begon me langzamerhand op de zenuwen te werken. Mijn hand gleed van zijn schouder of, om zich daarna over mijn andere arm te kruisen en ik bleef hem doordringend aankijken. Mijn blik gleed over hem heen en ik werd er alleen maar lastiger van. “Kijk, als je het niet gaat vertellen zijn we uitgepraat,” gromde ik flink lastig. Ik begreep best wel dat hij er niet over wilde praten, maar als hij begon te liegen, werd ik boos. Mijn blik gleed nog eens over hem heen. Ik begon er genoeg van te krijgen. “Waarom kun je nooit gewoon rechtuit zeggen wat er op je lever ligt?” vroeg ik na een tijdje. “C’mon spit it out.”
    Toch draaide ik me om, om alweer richting de keuken te lopen. Als hij eindelijk van plan was iets te gaan vertellen, zou ik het wel horen. Ik had geen tijd om aan het lijntje gehouden te worden.


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Flynn Donovan.

    Ze zuchtte en keek me aan. ‘Je ontwijkt mijn vraag,’ gromde ze. ‘En het was enkel op het voorhoofd.’ Haar hand gleed van mijn schouder af, om vervolgens over haar andere arm te kruisen en ze bleef me doordringend aankijken. Dit keer keek ik wel terug, maar zette een grote stap achteruit, omdat ik het gevoel had dat ik niet normaal kon ademen. Haar blik gleed iets over mij heen. Damn, wat was ik opgelucht dat het niet op haar lippen was. Dat zou nogal awkward situaties opleveren…
    ‘Kijk, als je het niet gaat vertellen zijn we uitgepraat,’ gromde ze flink lastig. Dus ze wilde persé privacy dingen van mij weten? Als er ergens was waar ik een hekel aan had, was dat het wel. Bovendien kan ik dat niet zo 123 tegen iemand melden, daarvoor moet ik eerst iemand vertrouwen. In elk geval een beetje, maar als het zo zou moeten gaan, zou ik het niet zo snel zeggen. Hoewel ze me wel iets over James en Rowan had verteld…
    ‘Just like that?’ stelde ik, ietwat het nonchalante weer terug in mijn stem en gedrag. Haar blik gleed nog eens over mij heen, waar ik in eerste instantie een droge opmerking over had willen maken. Een plagerige uitspatting over hoe leuk ik wel niet was dat ze me weer aan het bekijken was, maar dat hield ik maar binnen, aangezien ze zich opnieuw dood aan mij leek te ergeren. Ik had geen flauw idee wat ik nu weer verkeerd had gedaan, zeker alleen omdat ik niet mijn persoonlijke dingen zo snel deelde. Nou, het spijt me hoor, dat ik niet zo snel iemand als mijn psycholoog of iets dergelijks beschouw en het uitkraam.
    ‘Waarom kun je nooit gewoon rechtuit zeggen wat er op je lever ligt?’ vroeg ze na een tijdje. ‘C’mon spit it out.’ Toch draaide ze zich om, om alweer richting de keuken te lopen. Ik draaide me om, om haar iets na te kijken, maar toen ze wat verder van mij af was, begon ik toch te praten. Hard genoeg zodat ze me kon horen. Het rode en zenuwachtige van mij was allang weg, zelfs al op het moment dat ze haar hand van mijn schouder haalde. ‘Omdat ik niet persé bij iemand alles eruit hoef te storten, dat is niet echt aan mij besteed.’ Gromde ik iets.
    ‘Jesus, dat jij al geërgerd word door een grapje zeg.’ Verweet ik haar, terwijl het helemaal niet haar schuld was en ik dit eigenlijk ook niet had willen zeggen. Het was alles behalve een grap, maar het was niet iets waar zij vanaf wist. Misschien had ik het wel eerlijk toe moeten geven, echter het fokte me iets op dat zij nu zo reageerde. Waarom reageerde ik er nu heftiger op dan ik wilde? Het was niet logisch voor mij, dat nonchalante had er verdomme nog in moeten zitten.


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Rebecca Morgan
    Ik had me omgedraaid, maar juist op dat moment begon hij te praten. “Omdat ik niet perse bij iemand alles eruit hoef te storten, dat is niet aan mij besteed,” gromde hij. Fine, als dat zijn gedachtegang was, zou ik er de volgende keer wel rekening mee houden.
    Ik sloeg mijn armen weer over elkaar. “Ik wilde gewoon een fucking uitleg, maar die krijg ik zelfs niet,” gromde ik terug. Fantastisch, dat ging weer een ruzie worden. Maar deze keer was het niet mijn schuld, niet helemaal. En ik dacht nog wel dat hij mij mocht en dat we misschien, misschien ooit, vrienden konden worden. Maar zoals altijd had ik het weer verpest, of deze keer vooral hij.
    “Jezus, dat jij al geërgerd wordt door een grapje zeg,” klonk het op en verwijtende toon. Mijn blik vertrok. In een impuls kwam in naar hem toe gelopen. Ik had een hele resem scheldwoorden die ik naar zijn kop wilde zwieren. Maar voor ik het wist stond mijn hand in zijn kaak gedrukt – damn, ik had meer kracht dan ik dacht – en siste ik: “Asshole.”
    Wat voor ziek persoon haalde nu zo’n grapje uit? Dit noemde ik allesbehalve grappig. In een ruk had ik me alweer omgedraaid en stampte ik richting de keuken. Ik hoefde hem nu even niet meer te zien. Stomme klootzak dat hij was. Ik had fucking al zijn vragen beantwoord en ik stel een vraagje: BAM, hij ging moeilijk doen.


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Daryl Dixon
    "Ik denk gewoon dat het hierdoor uiteindelijk allemaal goed komt, voor iedereen." zegt ze mompelend terwijl ze mijn blik ontwijkt. Dus toch. Verdomme, bedoelt ze nu weer dat ze het niet gaat halen? Of bedoelt ze dat alles goed zal komen zodra we op de boot zijn? Voor ik het kan vragen komt Rowan plots in beweging. Ze gaat op haar knokige knieeen zitten en spreidt het rode laken uit. Vervolgens gaat ze liggen en draait ze zich volledig in de doek. Met samengetrokken wenkbrauwen bekijk ik het sushirolletje dat nu voor me op de grond ligt. Haar blonde lokken steken hard af tegen de rode lap. "En ik... word een taco. Of een tortilla... Of... zoiets," klinkt het droog. Als ze dat zegt, schiet ik in de lach. Ik schrik er zelf bijna van. Het is lang geleden dat ik oprecht hardop gelachen heb. Het klinkt als iemand anders. "Doe maar niet, ik heb al zo'n honger," glimlach ik terwijl ik wat vochtigs vanonder mijn oog veeg. Ik ga voorzichtig op mijn rug naast haar liggen maar kijk naar mijn arm. Het miertje blijft maar klimmen. Om de een of andere manier fascineert het me. De zon schijnt fel in mijn ogen en ik knijp mijn ogen dan ook een beetje samen. Ik ben van plan zo te blijven liggen tot Rick of iemand anders ons zou komen roepen, maar het lot bepaalt anders. Een ijzingwekkende gil laat me direct overeind schieten. In een reflex sta ik overeind en heb ik binnen een paar tellen mijn kruisboog in de aanslag. Ik wil richting auto lopen, maar bevries als ik zie wat zich daar afspeelt. Een Walker heeft iemand van onze groep te pakken en zijn tanden al diep in de huid geboord. Mijn benen worden slap. Ik hoor in de verte iemand heel hard mijn naam schreeuwen, maar blijf als verlamd staan. Dan beginnen mijn benen uit zichzelf te rennen en zie ik langzaam het tafereel dichterbij komen. Als in een waas trek ik mijn kruisboog. Rood. Heel veel rood.

    [ bericht aangepast op 10 maart 2013 - 23:16 ]


    ars moriendi

    Jessalyn Hope

    Ik hoor Ryan nog wat door rommelen terwijl ik doorga met het shirt schrobben. Het word zichtbaar schoner en dat voelt goed. Later hoor ik de deurtjes dichtgaan en de voetstappen van hem richting mij komen. Hij zet zichzelf neer op het aanrecht en kijkt naar wat ik aan het doen ben. Ik probeer gewoon normaal door te gaan, maar als iemand op je vingers kijkt lijkt wel alles fout te gaan. "Je doet dat goed," complimenteert Ryan me ineens, waardoor ik wat glimlacht naar hem opkijk. "Dank je, ik ben niet gewend om dingen zo primitief te doen. Ik mis de wasmachine nu al, terwijl ik amper wist hoe dat ding werkte." lach ik zacht. Ik haal het shirt uit het water, wat ondertussen al flink begint te soppen en bekijk het eens. Het ziet er behoorlijk vlekkeloos en schoon uit. Ik glimlach tevreden en wring het shirt uit, om het vervolgens in één van de vrije wasmanden te stoppen. Nu ben ik al helemaal blij dat ik er meerdere mee heb genomen. Vervolgens pak ik een nieuw kledingstuk om die in het water onder te dompelen, terwijl ik de kraan nog even aanzet om het een beetje bij te vullen. Vervolgens hoor ik een stem zich verheffen op de gang en kijk ik vragend op, waarna ik naar Ryan kijk. "De twee vriendjes hebben ruzie, denk ik." mompel ik iets. Zo raar is het niet, ze leken daarnet al niet helemaal blij te zijn toen ik langs liep, maar ik besteedde er niet teveel aandacht aan omdat ik andere dingen had op het moment. Met het droge stuk van mijn arm probeer ik een pluk van het krullende haar uit mijn gezicht te strijken, wat nogal onhandig gaat, als ik me weer op de was richt.

    Rowan Ava Carter

    Tot mijn verbazing begint Daryl te lachen op wat ik doe, ik heb hem nog nooit zo hard horen lachen, hoewel het nog niet eens zo super hard is. "Doe maar niet, ik heb al zo'n honger," zegt hij erop terwijl ik iets op probeer te kijken, maar het gaat lastig. Ik grijns iets als hij op zijn rug naast me komt liggen. Zo kan ik wel naar hem kijken omdat ik niet helemaal op hoef te kijken. Over de rand van de deken gluur ik naar hem. "Dat kan je proberen, maar ik weet je nu al te verzekeren dat ik niet jouw type eten ben." Het klinkt misschien wat dubbelzinnig, maar ik doelde er meer op dat ik geen vet bevat en hij dat lekker lijkt te vinden, op een niet dubbelzinnige manier. Als er plots een gil klinkt, schiet Daryl omhoog en ik probeer ook omhoog te klinken. Iemand roept hem, ik hoor zijn voetstappen even later wegrennen. Als ik zo half rechtop weet te komen, wel met de nodige pijn, zie ik dat het een Walker is. Het is niet de enige, er zijn er mee. In paniek begin ik mezelf uit de deken te wurmen, terwijl ik vergeet dat ik mezelf eruit moet rollen. De overlevingsdrang steekt plotseling weer de kop op, al snap ik helemaal niet waarom. Toch geef ik mezelf eraan over en worstel ik mezelf onhandig en wat wild uit de deken, omdat ik niet hier als een makkelijke prooi wil blijven liggen. Ik ben misselijk van de pijn als ik weer rechtop sta, met de deken in mijn goede hand. Toch ben ik nu echt paniekerig omdat ik geen wapens bij me heb en ik niets kan doen en ik niet weet wat ik moet doen. Moet ik wegrennen, hier blijven, iets anders? Wild kijk ik om me heen, iedereen is in beweging, ik zie Walkers liggen, Walkers die helaas nog rondlopen en nog veel erger, mensen onder het bloed. Ik weet niet wiens bloed het is, maar het maakt me doodsbenauwd dat deze mensen iets overkomen is. Verdoofd ren ik zo half naar Beth toe, de stappen dreunen dof in mijn oren die aan het suizen zijn. Ook zij heeft bloed op zich en ze huilt, maar ik weet niet waarom.


    Your make-up is terrible

    Daryl Dixon
    "Maggie!" hoor ik een onherkenbare stem schreeuwen. Als ik de auto's bereik, zie ik hoe een pak koekjes volledig is opengescheurd en de inhoud ervan over de grond verspreid ligt. Er lopen vijf Walkers tussen de auto's door. "Naar achteren!" schreeuw ik terwijl ik mijn eerste pijl door het hoofd van de meest dichtsbijzijnde Walker schiet. Ik hoor een geweerschot. "Niet schieten, dat trekt-" "HOU JE KOP, DARYL!" brult Glenn. Pas dan heb ik tijd om over de auto heen te kijken. Glenn trapt een reusachtige Walker, die nu half over hem heen ligt, van hem af. Het lijk is besmeurd met bloed. Vers bloed. In zijn armen houdt hij een huilende vrouw. Het bloed gutst uit haar schouder en uit de aanzet van haar nek. Maggie.
    "Glenn, duiken!" schreeuwt T-Dog, die meters verderop staat. Als ik naar links kijk zie ik hoe T zijn geweer in de aanslag houdt en een nieuwe Walker wil neerschieten. Glenn laat zich met zijn vriendin vallen waarna T-Dog een schot lost. Ik heb Glenn nog nooit zo horen schreeuwen, en in combinatie met Maggie's ijzingwekkende kreten van pijn, voelt het alsof er een mes recht door mijn hart steekt. Ik kijk snel naar links en zie dat Carol en Lori achter een auto verstopt zitten met Beth. Rowan heeft zich gelukkig al bij hen gevoegd. Mijn lach van daarnet lijkt alweer nooit te hebben bestaan. Rick staat een stukje verderop en haalt net op dat moment een vrouwelijke Walker neer met zijn mes. Maar waar is Hershel?


    ars moriendi

    Flynn Donovan.

    Ze sloeg haar armen over elkaar heen, maar om de één of andere rare reden was ik al opgelucht dat ze bleef staan. Die chick messed met mijn gedachten, dat is niet goed. ‘Ik wilde gewoon een fucking uitleg, maar die krijg ik zelfs niet,’ gromde ze terug, waarna ik mijn armen strak over elkaar deed. Een uitleg voor wat? Hoe the fuck kon ik haar zeggen dat ik vanwege die aandoening niet wist wat er allemaal was gebeurd? Bovendien ging ik haar dat echt niet aan haar neus hangen, zo goed ken ik haar nog niet eens. Een leugen voor bestwil om het dan maar zo te zeggen.
    Haar blik vertrok toen ik op een verwijtende toon had gezegd dat ze al geërgerd werd door een grapje. Wauw, ik had hier echt een gave voor, dacht ik zo, mensen op een afstandje houden. Jess mocht mij ook al niet, prima. Rowan leek mij ook niet te mogen en Rebecca nu ook niet, dat had ik allemaal verpest. Weet je, fuck it dan. Ik ga niet met alles en iedereen rekening houden, die meiden kunnen lekker opdonderen. Ik kan het heus wel zelf redden. Het is toch alleen maar gezeik met die vrouwen, dit bewees het maar weer eens.
    Abrupt was ze naar me toe gelopen en van het ene op het andere moment kreeg ik een slag voor mijn kanis. Mijn hoofd was iets gedraaid toen ze dat had gedaan en onbewust-automatisch was mijn hand al richting mijn kaak gegaan. Daar wreef ik iets overheen, terwijl ik haar nog ‘Asshole’ hoorde sissen. Awesome, snel op haar teentjes getrapt, precies wat ik nodig had, dacht ik sarcastisch. Voor een enkele seconde bleef ik zo staan, maar richtte mezelf toen iets breder dan eerst.
    Ze had zichzelf echter alweer omgedraaid en stampte richting de keuken. ‘Ja, loop maar weer weg!’ Riep ik haar achterna, gewoon omdat ik wát moest roepen. Het moest niet zo zijn dat ik nu met mijn smoel vol tanden ging staan. ‘O trouwens, je slaat als een mietje!’ Vervolgde ik daarna uitdagend, terwijl ik toch iets gekrenkt over mijn kaak wreef met mijn hand. Het was haar eigen schuld dat ik nu zo deed, verdomme. Hard beet ik iets op mijn lip, maar keek daarna iets om me heen, niet wetende wat ik nu moest doen.


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Rowan Ava Carter

    Het ijzingwekkende geluid van een vrouw die jammert dringt tot me door terwijl Beth haar zus' naam huilt. Met mijn goede arm trek ik het meisje dat onder het bloed zit naar me toe en tegen me aan. Haar lichaam trilt en ze huilt verslagen, waardoor ik wel doorheb wat er gebeurd is. Onhandig begin ik haar over haar blonde haar te strelen om haar iets te kalmeren. Lori kijkt verwilderd om zich heen, waarschijnlijk op zoek naar Carl. Met het geweer in zijn handen komt hij er al aan gerend, terwijl ik op de achtergrond schoten hoor. Er klinkt er nu wel één heel dichtbij ons en het is Carl die een Walker neerschiet die maar een meter verderop stond. "Snel, in de auto!" beveelt hij. "Schiet op!" Hij trekt het achterportier open en de hoogzwangere Lori kruipt al op de achterbank en ik wil Beth erheen duwen, maar ze stribbelt tegen. "Maar Maggie..." fluistert ze. "We moeten wachten op Maggie." Ik schud gelijk met mijn hoofd. "Maggie is bij Glenn, dat komt wel goed," fluister ik haar toe, waarna ze afwezig knikt en toch in de auto stapt. Ik kijk aarzelend van Carol naar Carl, omdat ik niet zeker weet of ik hier ook in ga stappen, vooral omdat zij er ook bij moeten. "Kom, Rowan." zegt Carol zacht. Ze heeft zelf ook een wapen, waarmee ze kan schieten. Mijn ogen glijden langs de auto's heen om Daryl angstvallig te zoeken. Als ik hem vind, knik ik naar Carol en schuif ik naast Beth en Lori de auto in. "Beth, ben je gebeten?" vraag ik nerveus door al het bloed overal. Het zit nu zelfs op mij, op mijn trui en mijn handen. Ik ben niet bang van een beetje bloed, maar wel als het van haar afkomstig is. Ze kijkt me enkel wezenloos starend aan, voor enkele seconden, waarna ze naar buiten probeert te kijken om te zien wat er aan de hand is.

    [ bericht aangepast op 10 maart 2013 - 23:56 ]


    Your make-up is terrible

    Daryl Dixon
    "Daryl, gaan, nu!" schreeuwt Rick me met overslaande stem toe terwijl hij naar de vrouwen en Carl rent om hen de auto in te helpen. Vervolgens slaat hij het portier open en gaat hij voorin de auto zitten. Verwilderd zoek ik nogmaals naar Hershel, maar ik kan hem niet vinden. In de verte komen nog meer Walkers onze kant op. Ik tel er minstens vijftien. Die komen zonder twijfel af op de geweerschoten die gelost zijn en Glenn's geschreeuw. Glenn blijft huilend zitten met Maggie in zijn armen. Haar gehuil is inmiddels opgehouden. Ik wissel een korte blik uit met T-Dog die me kort toeknikt. Zijn ogen staan wijdopen gesperd van schrik. Vervolgens rent T naar zijn eigen auto toe en roept hij Carl, die geen plaats meer heeft in de andere auto. Ik spurt op mijn beurt naar Glenn toe, de nieuwe horde Walkers in mijn kielzog. Als ik voorbij mijn motor ben gerend en voor Glenn sta, die neergeknield zit, moet ik moeite doen mijn evenwicht te bewaren. De klap die ik te verwerken krijg doet me wankelen. Op de grond liggen drie lichamen plus Maggie in Glenn's armen. Twee van de lichamen zijn Walkers. Het derde lichaam is dat van de oude boer. Zijn arm ligt in een vreemde hoek en zijn lange baard zit vol met stukjes guts en bloed. Maar het allerergste is nog wel het gapende gat waar ooit zijn buik zat. Delen van zijn maag en darmen glinsteren tussen de zwartrode inhoud van zijn romp. De man baadt in zijn eigen bloed. "Glenn, kom op," zeg ik in alle koelte, hoewel het me wel degelijk moeite kost. Maar het is zaak om rustig te blijven in dit soort situaties, daar gaat alles alleen maar soepeler van. Ik steek mijn hand naar hem uit maar Glenn neemt hem niet aan. In mijn ooghoek zie ik de Walkers dichterbij komen. Als deze weerstand vijftien seconden langer duurt, zijn we verloren. T-Dog claxonneert een paar keer onrustig ten teken dat we op moeten schieten. "Nu!" schreeuw ik en ik probeer hem overeind te trekken. Met veel meer kracht dan ik van hem gewend ben, duwt hij me met een schreeuw hard achteruit zodat ik mijn evenwicht verlies en een paar passen achteruit moet doen. Zijn ogen zijn verblind door tranen. "Laat me met rust!" zegt hij met een rare stem. Ik doe een flinke pas naar voren en pak hem bij zijn arm. Glenn probeert zich los te rukken maar ik buig naar zijn oor. "Denk aan Beth," sis ik woedend. Zonder hem heeft ze van het een op het andere moment niemand meer. Vervolgens ruk ik hem hard mee terwijl ik flink in zijn arm knijp. Mijn armspieren spannen zich aan. Hij blijft me snotterend allerlei verwensingen toesnauwen en probeert zich nog altijd los te werken, maar ik geef geen krimp. Het is nu niet alleen zijn eigen bloed wat hij op het spel zet maar ook dat van alle anderen. Van Carol, Lori, T-Dog.. van Rowan.. Als we bij T-Dog's auto aankomen geeft Glenn zijn ontsnappingspoging op en laat hij verslagen zijn hoofd hangen. Carl opent het portier van de auto en helpt hem naar binnen. Als de deur dicht is, ren ik razendsnel naar mijn motor waar al twee Walkers bij staan. Ik schiet ze door hun hoofd met mijn geluiddempende geweer en spring op het zadel. Vervolgens start ik de motor en rij ik aan.

    Op mijn bovenarm zit een zwarte veeg van iets wat ooit een hoopvol miertje was.

    [ bericht aangepast op 11 maart 2013 - 10:33 ]


    ars moriendi

    Rowan Ava Carter

    Beth wordt werkelijk hysterisch als ze ziet dat Daryl Glenn mee begint te trekken, maar haar zus achter wordt gelaten. Ze is dood, dat is wel duidelijk. Haar lichaam beweegt niet meer en haar gegil is opgehouden. Nu begint Beth te krijsen en wild te bewegen omdat ze de auto uit wilt naar haar zus. Als Glenn overeind is, zie ik dat Hershel er ook bij ligt, even dood als Maggie. Beth wordt hier alleen maar hysterischer door, waardoor ik haar met mijn beide armen vast probeer te grijpen en naar me toe probeer te trekken om haar rustig te houden. Het doet ongelofelijk veel pijn en ik heb het gevoel dat ik er straks van over moet geven. Met mijn ogen houd ik Daryl in de gaten, ik wil zeker weten of hij wel veilig is als hij naar zijn motor loopt. Ik ben dan ook opgelucht als hij die start en Rick de auto start waar we inzitten. Als we weg rijden, wordt Beth langzaamaan rustiger, terwijl ze in een bevend, huilend hoopje veranderd. Ik hou haar tegen me aangedrukt terwijl we in stilte verder rijden. Ik zie hoe Rick en Lori via de spiegel ongeruste blikken uitwisselen. De stilte voelt voor mij drukkend aan als ik over haar blonde haar blijf aaien. Het is lang, maar niet zo lang als ik het had. Stiekem ben ik een beetje jaloers, omdat ik mijn eigen haar afgeknipt heb en zij het nog zo mooi heeft. Uiteindelijk zakt ze trillend weg in een ondiepe slaap. "Ze bloed," meld ik zacht aan de mensen in de auto. "Ik weet niet of ze gebeten is..." mompel ik. Ik zit ondertussen onder meer vers bloed en we zijn al even aan het rijden, dus het moet wel van haar afkomstig zijn. Ik probeer de tranen te verbijten, net zoals ik met de pijn in mijn arm doe.
    "Zeker weten dat het niet van jou afkomt?" vraagt Rick op een koele toon, zonder op te kijken. Mijn blik verkilt gelijk, ik vind het altijd onprettig om bij hem in de buurt te zijn, maar nu hoopt hij gewoon dat ik bloed en niet zij, wat me ergens toch behoorlijk raakt en opnieuw laat zien wat mijn plek hier eigenlijk is. Het is niet wat Daryl me voor probeert te houden, het is heel anders. Ik weet nog altijd niet wat hij tegen Rick heeft gezegd, maar het zal wel niets goeds zijn. "Helaas wel ja." antwoord ik hierdoor terug, ik probeer even kil te klinken als hem, maar mijn stem laat een zachte trilling horen. Even later draait Rick zijn raampje naar beneden en gaat hij naast Daryl rijden, waarna hij naar hem gebaard dat hij langzamer moet rijden. "We stoppen straks, iemand bloed hier en we weten niet of iemand gebeten is," vertelt hij hem op een luide toon om over het geluid van de motoren heen te komen. Iemand, hij hoopt dus nog altijd dat ik het eigenlijk ben en niet Beth.


    Your make-up is terrible