Ik heb werkelijk geen idee wat er in je hoofd omgaat, geen flauw benul hoe jij in anderhalve maand zo veranderd kan zijn. Eerst was jij de jongen die me van school ophaalde terwijl jij ziek was, omdat je dacht dat het zou gaan regenen en niet wilde dat ik ziek werk. De jongen waar ik midden in de nacht wakker van werd omdat ik me had omgedraaid en jij me terug naar je toe had getrokken. Degene die tegen me zei dat je van me hield, dat je me mooi vond, de enige die ik geloofde bij dergelijke uitspraken, of beter gezegd net begon te geloven. De jongen die vijf minuten bij me langs kwam omdat we elkaar anders weer een paar dagen niet konden zien omdat je het zo druk had. De jongen die me belde toen je was geslaagd voor je motor theorie. Degene die over namen voor kinderen begon, zei dat je een baan zou aanvragen in Rotterdam als ik daar ging studeren en jij net klaar was met je studie. Degene die na me na een ruzie een kwartier stevig vast hield, en met tranen over je wangen zei dat je van me hield.
Nu ben je de jongen die me alleen maar pijn doet, degene die of doet alsof ik niet besta of zegt dat hij met een ander naar bed wilt. Die niet wilt vertellen waar ik het gedrag van een botte lul aan heb verdiend, want dat heb ik niet verdiend. De jongen die me weer terug bij af heeft geplaatst, het punt waar ik niet kan geloven dat iemand echt van me zou houden, me aantrekkelijk zou vinden. Degene die toen wij samen waren het zo druk had met school, maar nu opeens zeeën van tijd heeft. Je bent van één van die zeldzame "als het niet gebeurt, gebeurt het niet" jongens naar zo'n type gegaan die uitgaat om iemand in je bed te krijgen. Iemand die zei dat hij van me hield, iemand die een toekomst zag, maar zich nu gedraagt alsof het allemaal één grote leugen was. Iemand die het niet kan schelen dat je me zoveel pijn deed, en nog steeds doet.
Je bent totaal iemand anders geworden. Natuurlijk, ik wist dat je niet zo lief was tegen iedereen als tegen mij. Dat je een grote bek kon hebben, chagrijnig kon zijn of de pik op iemand kon hebben. Maar dit is veel, en veel te laag voor je.
Hoe kon iemand op wie ik zo gek was zo tegen me doen, me zomaar vergeten? Was ik dan de enige van ons twee die wat wij hadden speciaal vond?
Ik hoop uit de grond van mijn hart dat je op een keer spijt krijgt. Dat je denkt aan onze leuke tijden, zoals ik soms die glimlach nog voor je zie toen we eens half in de regen voor mijn huis stonden nadat je me een kus had gegeven. Dat je me mist, dat je ons mist.
Als dat eens zover komt, ben ik er niet. En als je dan naar me toe komt, zeg ik dat ik je niet ken. En ik ken je inderdaad ook niet meer.
"Do you believe monsters are born or made?"