Fauna Deirde Graham ~ Baratheon ~In het dorp
Verbaasd merkte ik op dat her en der mensen voor me aan de kant gingen om me door te laten.
Blijkbaar werd ik wel herkend en erkend als hofdame van het kasteel.
Verwoed keek ik om me heen, behoedzaam voor vriendelijke herkenbare gezichten en herkenbare gezichten die ik dus liever meed.
Hopend dat ik iemand tegen zou komen die ik ook daadwerkelijk goed ken liep ik verder tussen de menigte door.
Ik had ook gewoon met de prinsessen en sommige andere hofdames mee moeten gaan, maar nee hoor, ik moest mijn vertrek naar een feest in het dorp weer eens uitstellen.
Gelach galmde om me heen terwijl ik even een rondje draaide zodat ik mijn positie wat beter kon bepalen, waarbij ik niets meer kon ontdekken dan een aantal mannen van middelbare leeftijd die enig sinds verlekkerd naar me keken.
Jakkes, snel maar weer verder lopen voor ze nog naar me toe kwamen om zogenaamd een praatje met me te komen maken.
Zo snel als het me toegestaan werd door de menigte liep ik verder de straat door, richting het grote plein waar daadwerkelijk het feest word gevierd, tot ik prompt bevroor.
Midden op mijn rechte lijn die ik liep stond de jongeman die ik liever nooit meer wou zien.
Mijn stiefbroer a.k.a Citrick Syre.
Gelukkig had hij mij nog niet gezien, waardoor ik van die gelegenheid gebruik maakte door me de menigte in te gooien en zo op goed geluk langs hem heen zou kunnen glippen.
Ik hield mijn adem in toen ik hem passeerde en een triomfantelijk gevoel schoot door mijn lichaam heen, ik hoefde niet bang te zijn, ik kon hem makkelijk ontlopen.
Na hem meters gepasseerd te hebben liep ik vol goede nieuwe moed het plein op, waar ik over de hoofden heen net kon zien hoe Prinses Catherine van haar paard af werd gehaald door één van de ridders, waardoor ze uit mijn gezichtveld verdween en ik nog geen enkel idee had waar ik nou precies heen moest om bij de andere hofdames uit te komen.
Zuchtend begon ik op goed geluk maar ergens heen te lopen, tussen de dorpslieden door die zich allemaal hadden opgedoft voor dit toch wel Koninklijke feest.
Ik moest een gil onderdrukken toen ik opeens een hand op mijn schouder voelde, al snel gevolgd door een tweede, die me allebei naar achter trokken.
“Kijk eens aan, wie hebben we hier ?”
Die stem.
Het voelde alsof er ijswater door mijn aderen stroomde, het was mijn stiefbroer Citrick.
Verwoed probeerde ik me los te schudden van zijn handen, maar hoe erger ik me verzette hoe strakker hij me vast leek te grijpen zonder dat iemand het daadwerkelijk door leek te hebben.
Word mijn nachtmerrie nu waarheid ?
Met grote ogen draaide ik me zo goed mogelijk naar hem om, zodat ik hem recht in zijn groene ogen aankijken.
Hij was niet lelijk, zeker niet, met zijn heldere groene ogen en rossig haar was hij er makkelijk uit te pikken en vele meisjes vielen dan ook voor hem en zelfs doen schoof hij ze allemaal aan de kant en bleef hij alleen met mij bezig, terwijl ik hem smeekte om ermee te stoppen.
Zijn jeugdige en soms schattige gezicht pakte iedereen in.
Maar achter dat knappe masker gaat een monster schuil.
Een monster die je pas leert kennen als het al te laat is.
Verwoed schudde ik me los van zijn mooie groene ogen, waarin een kille gloed op de achtergrond lag.
“Laat me los.” Wist ik uit te brengen, maar ik wist wel dat het niets uit zou maken.
Citrick keek me enkel aan, hij bewoog verder niet, hij observeerde me enkel met die groene ogen van hem.
Het leek alsof het in slow motion gebeurde, een scheve grijns die op zijn gezicht verscheen.
“De tijden bij het kasteel hebben je goed gedaan.”
Een brok in mijn keel voorkwam dat er ook maar enig geluid uit rolde.
Wat dat een compliment of een dreigement, uit zijn mond kon het gelijk allebei zijn.
Hij boog zich een stukje voorover en angstig voor wat hij nu ging doen kneep ik mijn ogen dicht.
Enkele seconden verstreken voordat ik zijn lippen zachtjes op mijn wang voelde.
Verward deed ik mijn ogen open, om Citrick alweer voor me te zien staan met een geamuseerde glimlach om zijn lippen.
Maar wat me nog het meeste verwarde was de blik in zijn ogen.
De normale kille, wrede blik was verdwenen en had plaatsgemaakt voor een zachte vriendelijke variant.
Zijn handen gleden van mijn schouders af en eentje kwam er op mijn hoofd terecht, waar hij klopjes op gaf.
Ik slikte de brok in mijn keel weg. “Waar… waar is je moeder ?”
Voor het eerst keek hij me vreemd aan. “Heb je het nog niet gehoord ?”
Voorzichtig schudde ik mijn hoofd.
“Ze is opnieuw getrouwd met één of andere rijke gozer, ze heeft me hier achtergelaten omdat hij niet van kinderen houd.” Hij haalde zijn schouders op. “En ergens ben ik daar wel blij om, nu ben ik eindelijk van mijn moeder verlost en kan ik normaal mijn leven leiden.”
Mijn voeten deden als vanzelf een stap achteruit, maar Citrick hief zijn handen op in een afwerend gebaar. “Ik doe je niets, sinds mijn moeder vertrokken is wou ik niets anders doen dan jou mijn verontschuldigingen aanbieden, mijn moeder stookte me op om al die dingen bij je te doen.”
Wat ? Wat zei hij nu allemaal ?
Hoe kon ik hem vergeven, als het al waar zou zijn.
“Hoe kan ik je vergeven ? Je hebt me misbruikt, die keuze lag geheel bij jouw zelf.”
Ik deed nog weer een stap bij hem vandaan, maar hij deed er gewoon weer eentje naar mij toe.
“geloof me, ook al wou ik wel met je naar bed, toch deed ik het onwillig.”
Wat was dat nou weer voor een uitspraak ?
Opeens haalde hij een brief uit de binnenkant van zijn mantel.
“Gisteren heb ik mijn reactie teruggekregen van het kasteel.” Hij overhandigde me de rol die ik snel door begon te lezen.
Nee, dit kon niet waar zijn.
In de brief stond duidelijk beschreven dat hij vanaf morgen in werk dienst staar op het kasteel.
Maar zijn taak omschrijving stond me in zijn geheel niet aan, ook al had hij net spijt betuigd, wat ik al amper kon bevatten.
Zijn taakbeschrijving was om mij te begeleiden, als mijn persoonlijke soldaat.
En de brief was ondertekend door de koning hemzelf, daar kon ik dus echt geen tegenspraak op geven, hoe graag ik het nog zou willen.
“Ik ben echt anders dan je denkt Fauna, je moet me geloven.”
En met die woorden nam ik hem voorlopig maar in proeftijd, als het echt weer verkeerd zou lopen kon ik altijd nog een klacht indienen, toch ?
Met een zucht accepteerde ik de gebeurtenissen en probeerde ik mijn goede humeur weer terug te krijgen, dit is en blijft een feest.
En zelfs mijn stiefbroer als persoonlijke bewaker kon daarbij geen roet in het eten gooien.
Credendo Vides