• Er was een tijd dat twee koninkrijken in vrede samenleefden.
    Twee jonge koningen vochten zij aan zij in elke oorlog die ze vochten en deelden hun overwinningen met grote feesten aan de dorpelingen.
    Ze waren als broers voor elkaar en er was niets dat hen kon deren.
    Maar de twee koningen werden ouder en groeide na jaren van broederschap uit elkaar.
    Huize Norhtwode wilde meer land te veroveren, om meer aan kracht te winnen, terwijl huize Baratheon opzoek was naar meer bondgenoten om wat veiligheid voor de dorpelingen te creëren.
    Het koninkrijk van Baratheon groeide uit tot een fort dat bescherming gaf aan zij die het nodig hadden terwijl het koninkrijk van Northwode één van de meest gevreesde koninkrijken was geworden.
    Na eeuwen van vrede, verklaarde huize Norhwode de oorlog aan huize Baratheon.
    En dat was het begin van een tijdperk vol oorlog en politieke intriges.
    Allemaal in het teken van macht en rijkdom.



    Regels:

    • Er is een minimum van 350 woorden en ja ik controleer!
    • OOC is altijd tussen haakjes.
    • Schelden en 16+ is toegestaan maar probeer het wat netjes te houden.
    • Bespeel alleen je eigen personage en heb respect voor anderen.
    • Personages mogen vermoord worden, in overleg met de eigenaars.
    • Het is een realistische RPG, dus geen draken, trollen of weet ik veel wat.
    • Naamsveranderingen en afwezigheden altijd doorgeven.
    • Let op spelling en interpunctie, niets is zo erg als een post bomvol schrijffouten.
    • Denk er aan, niemand is perfect.
    • Reserveringen blijven 2 dagen staan en worden dan zonder waarschuwing verwijdert.
    • Denk goed na voor je meedoet, ik wil geen mensen die na een dag al stoppen.
    • Alleen Gipsy maakt de topics aan, tenzij ik anders vermeld.



    Huize Baratheon

    Vrouwen:

    - Gipsy - Elizabeth Marique Baratheon - Prinses/Dochter van de koning. 1,1
    - Pebble - Catherine Eleanor Baratheon - Prinses / Dochter van de koning 1,3
    - DreamerN- Fauna Deidre Graham - Hofdame 1,3
    - mismi - Elena Sophia Collins - Persoonlijke dienstmeid Elizabeth / Inzetbaar Spion 1,2
    - Yseult - Ranghiel Ayla Angil - meid 1,5



    Mannen:

    - Tolkien - William Alfwyn Baratheon - Kroonprins / Troonopvolger 1,11
    - Reservatie voor WillNotLearn
    - Ceremonials - Iwan Robbert Starks - Bakkerszoon 1,5
    -
    -






    Huize Northwode:

    Vrouwen:

    - Ceremonials - Anastasia Marbel Northworde - Dochter van de koning / Prinses 1,3
    - HurtedHeart - Jade Elizabeth Marie McCartny - Jonkvrouw 1,7
    - Endure - Allison Montgomery - Spionne 1,1
    - Tolkien - Amelia Iphigenia Lancaster - Huurlinge 1,2
    - Aurorea - Rosie Annora Wayland - Dame van plezier 1,4


    Mannen:

    - Reservatie voor WillNotLearn - Kroonprins / Troonopvolger
    - Gipsy - Jonathan Xander Kingsley - Ridder / zoon van de hertog 1,1
    - Yseult - Thonolan Domien Dust - Ridder 1,5
    -
    -




    Cover made by Yuliette


    Meedoen kan altijd, als je hier klikt.
    Klik hier voor de rollentstory
    Praat-topic 1

    [ bericht aangepast op 13 jan 2013 - 22:27 ]


    Forget the risk and take the fall...If it's what you want, it's worth it all.

    Jade Elizabeth Maria McCartny || Weggelopen dochter graaf en gravin McCartny
    Ik hoor de vogeltjes fluiten als ik langzaam mijn ogen open. Ik geeuw en rek me uit om vervolgens in mijn Japon naar beneden te lopen. 'Goede Morgen Jade.' Zegt een vrouw bij mijn keuken die eten aan het maken is. Ik glimlach nog een beetje moeiig. 'Goede morgen Teske.' Zeg ik vriendelijk. 'Weetje. Er is vanavond een bal en jij als gravinnetje hoort daar toch heen te gaan.' Zegt ze een beetje uitdagend. Ik kreun even en kijk haar aan alsof ze gek is. 'Dat doe ik dus niet meer sinds ik ben weggelopen.' Zeg ik rustig. Ze kijkt me aan. 'Maar je hebt er wel de jurk voor. En jij kan vast wel naar binnenglippen. De dorpjongens zijn niets voor jou.' Zgt ze rustig. 'Teske. Ik maak geen verschil tussen dorpenlingen en rijke aapjes in een jurk.' Zeg ik grinnikend. Ze lacht even. 'Zorg maar niet dat je daarvoor word opgepakt dan mag je alsnog naar het feest.' Zegt ze grinnikend. Ik schrik en kijk op als de deur opengaat. 'Mevrouw. Heeft u het eten al klaar.' Vraagt een klein jongetje van hooguit zes jaar. Hij had een lief klein gezichtje blonde haartjes en blauwe ogen al waren zijn haren een beetje vuil. 'Ik ben bijna klaar Luke, maak je maar geen zorgen.' Zegt Teske lief tegen hem en weg is hij terug naar het weeshuis. Een plek dat helaas veel mensen verachtte. 'Maar lieverd je moet gaan. Leuke mannen.' Begint ze voor ik haar onderbreek. 'Die vol zijn van zichzelf.' Zeg ik rustig. 'Mijn ouders zullen er niet zijn maar bijna iedereen herkent me en dan moet ik terug naar huis.' Zeg ik als ik op mijn lip bijt. 'Niemand herkent je hier. Zonder verf op je gezicht. Zonder een extra witte huid. In je eigen jurk zullen ze je niet herkennen. Je hebt tegen mij gezegt dat je die jurk nog nooit gedragen hebt het alleen voor feestjes en geef toe dit is je kans.' Zegt ze vrolijk. Ik bijt op mijn lip grom kort en knik. 'Maar als ik gepakt word is het jouw schuld en vermoord ik je.' Zeg ik rustig. 'Maar dat word mijn meisje niet of wel?' Zegt ze speels. Ik lach ven om haar. Teske was al een betere moeder dan mijn eigen moeder. Ze was lief zorgzaam en keek voor me uit. Ook kon ze me lezen als niemand anders. Ik vertelde haar altijd alles. Zelfs dat ik Mystique ben. En daar ben ik ook trots op alleen ik vecht voor niemand alleen voor de weesjes en daar gaat het geld meestal heen. Ik heb al een aantal keer ingebroken daar dus waarom zou ik daar niet binnenkomen. Waarom zou ik dat niet kunnen. Ik heb daar al vaak genoeg goud juwelen en meerdere dingen gestolen, maar niet alleen in het paleis aangezien het erg riskant was maar ook van Adele mensen. Rijke reizigers of rijke burgers. Sommige hadden bezit van werkelijk teveel geld en ze deden er niets mee. Ik loop weer naar boven en doe een normale jurk aan die de rest van de burgers ook aan hebben. Mijn haar doe ik deels in een vle ht alleen zodat mijn haren niet voor mijn ogen hangen. Ik teek de roos in mijn haren en loop weer naar beneden. 'Goed Teske. Ik ga naar dat zo leuke bal, maar dat is pas 's avonds dus ik ga nu wat te eten voor de kinderen halen.' Zeg ik vriendelijk. Ze knikt en ik stap de deur uit. Ik had gewone bruine schoentjes aan en ik liep zonder haast naar de bakker. Je rook de heerlijke geur van vers brood. Ik stapte naar binnen en tot mijn verbazing was ik de enigste binnen. Dat was waar ook mensen waren zo arm dat ze zelfs vers brood niet konden betalen. Alleen oudbrood en die verkocht de bakker hiernaast. 'Goedemorgen Meneer.' Zeg ik vriendelijk en de man doet zijn handen op zijn ronde buik en lacht even. 'Goedemorgen Jade hoe gaat het ermee meisje? Weer brood halen voor de weesjes?' Vraagt hij vriendelijk. Ik knik. 'Ja natuurlijk. Mag ik vier grote broden.' Vraag ik vriendelijk terwijl ik het geld al klaar leg. 'Natuurlijk Jade en je krijgt van mij een vijfde brood. Maar het is geen gewoon brood. Het is koningsbrood. Er zitten noten rozijnen en andere lekkernijen in.' Zegt hij smeulend. Ik pak de broden en geef hem het geld plus wat extra's dat ik altijd al geef. 'Bedankt meneer.' Zeg ik met een brede glimlach rond Mijn lippen. Hij knikt en ik loop de winkel uit. Ik loop weer terug naar het weeshuis en open de deur en ik zie de kinderen spelen met blokken en een versleten doekje. Dat is geen speelgoed. Maar ik kon er niets aan doen. 'Ik heb broodjes.' Zeg ik vriendelijk en ik zie alle ogen die naar mij gericht zijn. Of naar de broden onder mijn armen. Ze snellen naar de tafel toe en snij het brood en leg een plakje voor iedereen neer. Dan snij ik het koningsbrood In zulke kleine stukjes dat iedereen daa ook een stukje van krijgt. Ze vallen al gelijk aan als iedereen heeft en ik zie hoe hongerig ze zijn. Ik kon niet meer doen. Ik moest zuinig zijn met Mystique ik kon niet riskeren dat ik gepakt werd. Dan zouden ze bijna kunnen sterven van de honger. Ik loop terug naar mijn huis naar mijn slaapkamer en open mijn eikenhouten kast. Ik haal er een Jurk uit. Hij was helemaal blauw. Hemelblauw als de lucht van de nacht. Toch waren de draden zilverkleurig en de onderstof wit. Er zaten prachtige schoenen bij. Ze waren hemelblauw met hakken eronder die door stenen huizen heen galmden. Ook zaten er juwelen aan. Witte edelstenen, maar niet helemaal vol. Ik leg het op mijn bed neer net als mijn Korset welke zwart was. In het kasteel komen betekende juwelen en goud stelen en daar ging ik voor. Plus het viel niet eens op. Rond mijn nek zou ik een zilveren ketting dragen met een donkerblauwe edelsteen erin. In mijn oren zou niets zitten, maar er kwam een zilveren broche in mijn haren met edelstenen in verschillende kleuren. mijn outfit vond ik dus prachtig. Dat had ik klaarnu alleen nog een manier verzinnen om naar binnen te kunnen. Met een Plan A Plan B en Plan C voor het geval dat het fout zou gaan.
    [Mag Jade in dat feestje inbreken? Of moet het mislukken?]


    I'm finally back, Finally after a Year break

    Allison Montgomery.
    Allison had de prinses al lang gezien voordat ze bij haar was en tegen haar begon te praten. Allison had Anastasia nog nooit persoonlijk ontmoet, maar dat betekende niet dat Allison niet wist wie ze was. Eigenlijk kende iedereen Anastasia, vooral bij mannen was ze een bekend gespreksonderwerp en Allison kon wel snappen waarom, de prinses was namelijk absoluut geen lelijke verschijning te noemen. In tegendeel zelfs, maar dat had ze vast al vele malen gehoord en erg complimenteus was zij zelf nou ook weer niet.. "Ah, goedemorgen! Bent u hier voor het feest?"
    Het klonk alsof de jonge vrouw zin had in een gesprek en het verbaasde Allison even dat zij niet door leek te hebben dat ze daarvoor bij de verkeerde persoon was. Allison was immers niet zo'n prater, in ieder geval niet als het over bloemetjes en bijtjes ging en dat wisten de meeste mensen gelukkig ook. "Nee, ik ben niet zo'n feestganger," antwoordde ze terwijl ze de jonge vrouw kort aankeek. Ook zij droeg een rode jurk, alleen was die van haar duidelijk een aantal tinten lichter dan haar eigen jurk. "Nog gefeliciteerd met uw moeder overigens," voegde Allison er nog aan toe toen ze zich herinnerde dat het feest ter ere van de koningin was die diezelfde dag verjaarde.
    "Oh, dat is echt hartstikke jammer! Ik bedoel, het wordt echt een geweldig feest! Met veel drank en goede muziek." Allison kort trok één wenkbrauw op bij het horen van die woorden, maar voordat ze kon reageren, ratelde de prinses al verder. Ze vertelde over welke gasten er allemaal zouden komen, tot in de kleinste details, en terwijl ze zo liepen bleef ze maar praten. De meeste dingen wist Allison al, maar ze vond het niet erg te luisteren, of te doen alsof. Op deze manier hoefde zij niks te vertellen.
    Terwijl Allison naar de planten en bloemen keek en genoot van het prachtige weer luisterde ze af en toe ook naar wat Anastasia vertelde. Af en toe knikte Allison of zei iets van "Goh" of "Wat leuk" om haar zo het idee te geven dat ze ook werkelijk luisterde. Na al deze informatie had ze zelfs het idee dat ze niet meer hoefde te gaan, omdat ze het hele feest al had beleefd. Ze kon zich voorstellen welke hapjes er waren, welke muzikanten er kwamen, wat de gasten zouden dragen en ga zo maar door. Plots hield de prinses op met praten en Allison keek haar vragend aan."Allison, Allison Montgomery," antwoordde ze toen Anastasia naar haar naam had gevraagd, maar deze leek haar niks te zeggen, "spionne," voegde ze er daarom nog aan toe.


    God, meer kwam er echt niet uit, ik had totaal geen inspiratie voor deze post.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Elizabeth Marique Baratheon

    Wanneer Elena me wees dat mijn ontbijt er stond, knikte ik even met een kleine glimlach en bedankte haar.
    "Zijn er nog sieraden die u wil dragen?" Bedenkelijk tuitte ik mijn lippen even wanneer ze deze vraag aan me stelde.
    "Ik wil dat ene medaillon dat ik ooit eens van de Franse graaf Toulouse heb gekregen." Zei ik terwijl ik naar de spiegel ging om mezelf eens goed te bekijken.
    Ondanks ik eigenlijk amper lucht kon krijgen, vond ik wel dat ik er stralend uitzag in de dieprode jurk.
    Mijn vingers gleden even over mijn buik, ter hoogte van mijn longen terwijl ik een tevreden glimlach wierp op mijn spiegelbeeld wierp.
    "Ik wil dat juweel om toch iets om mijn hals te hebben," Zei ik wat afwezig terwijl ik rustig naar het raam wandelde. "Anders voel ik me zo kaal."
    Het was niet mijn duurste juweel, maar het had zo wel zijn charme.
    Ik had het ooit eens gekregen van de Franse graaf nadat hij een bezoek had gebracht aan Baratheon, hij had voor iedereen wat bij.
    In het medaillon stond een afbeelding gekerfd van een jonge vrouw met opgestoken haar.
    Later vertelde hij me dat ik het moest voorstellen, hoewel ik eigenlijk van mening was dat ik er absoluut niet op leek.
    De kin van de vrouw was veel scherper dan de mijne, maar dat had ik hem toen niet verteld aangezien dat wel erg onbeleefd zou zijn.
    In gedachten verzonken, wierp ik een blik uit het raam en kon nog net een glim opvangen van het plein waar het feest al aan de gang was.
    Zoals gewoonlijk, kwam ik weer te laat, maar ik kon het echt niet helpen.
    Ik was nu eenmaal geen ochtendmens en dat zou, helaas, ook waarschijnlijk nooit veranderen.
    "Het is al aardig druk op het plein," Zei ik terwijl ik plaatsnam aan het tafeltje waar mijn ontbijt stond. "Dat is goed nieuws."
    Mijn hand reikte naar een appel wanneer ik besefte dat ik eigenlijk geen honger had, maar ik kon beter eten aangezien ik er niet erg veel voor voelde om me slecht te voelen door een lege maag.
    Ik liet de appel even ronddraaien tussen mijn vingers terwijl ik even naar de glans keek om te kijken of het wel proper was.
    Uiteindelijk besloot ik dat het goed genoeg was en at de appel rustig op.




    Jonathan Xander Kingsley

    Ik had haar al een hele dag gevolgd, maar het juiste moment had lang op zich laten wachten.
    Een zucht ontsnapte uit mijn mond terwijl ik mijn pas nog wat versnelde zodat ik haar niet uit het oog zou verliezen.
    Niets leek er echter op te wijzen dat ze doorhad dat ik haar al een hele tijd aan het volgen was, wat dus een goed teken was.
    Normaal gezien was ik niet het soort man dat van geheimzinnigheid hield, maar aangezien dit uiterst discreet moest gebeuren was het de enige oplossing.
    Mijn hart maakte een sprongetje wanneer ik besefte wat er zou gebeuren als iemand me zou betrappen, maar zo mocht ik niet denken.
    "Hier gaan we dan," Mompelde ik zacht tegen mezelf en trok de roodharige vrouw bij haar arm een donker steegje in.
    Om haar niet kwaad te maken legde ik mijn vinger op mijn lippen terwijl ik haar recht in de ogen aankeek.
    "Ik heb je diensten nodig," Zei ik op gedempte toon zodat niemand ons kon horen. "Ik betaal je er goed voor."
    Pas wanneer ik zeker was dat ze geen scène zou maken, liet ik voorzichtig haar arm weer los en hoopte vurig dat ze toe zou stemmen.
    "60 goudstukken, een voorschot." Zei ik terwijl ik een buideltje in haar hand drukte. "De rest krijg je later als je de klus kan klaren."
    Het was niet dat ik iemand dood wilde, absoluut niet aangezien ik dat net zo goed zelf kon doen maar het ging er om dat ze iets voor me uit moest zoeken.
    En wie kon dat nu beter als een huurlinge?
    Ze was mijn laatste hoop en als dit niets zou uithalen, was ik ten einde raad.
    Nonchalant leunde ik wat naar achter zodat ik haar wat beter kon bekijken, ze leek me eigenlijk geen kwaadaardig type, maar schijn kon bedriegen.
    Om eerlijk te zijn wilde ik niet in een gevecht verwikkeld raken met iemand zoals zij, dat zou ik misschien nog kunnen verliezen.
    Mijn ogen bleven hangen bij haar ogen en voor heel even kon ik ze niet meer afwenden zo speciaal leken ze op het eerste zicht.

    [ bericht aangepast op 8 jan 2013 - 20:34 ]


    Forget the risk and take the fall...If it's what you want, it's worth it all.

    Ranghiel Ayla Angil
    Irritant genoeg kreeg ik me niet door de mensen heen geworsteld. Een paar duwden terug, waardoor ik bijna achterover viel, maar ik wist me overeind te houden door me aan iemands kledij vast te grijpen. Dit leverde me wel weer een tik op mijn handen op. Ik gaf de mepper een klap terug, en zorgde toen dat ik wat buiten zijn bereik stond.
    Ik voelde een hand op mijn heup, en draaide me bliksemsnel om. Met toegeknepen ogen keek ik de belager aan. Het was een jongen met wie ik een aantal dagen geleden het bed had gedeeld. Hij was best knap, en ook wel redelijk goed in bed, maar ik deed het nooit meer dan één keer met iemand. Dat bewaarde ik voor de ware, als dat al bestond. Ik bleef natuurlijk een meisje, ook ik droomde daarvan, hoewel ik het nooit toe zou geven.
    Ik ging op mijn tenen staan om de kerel ‘Wat moet je, smeerlap? Blijf van me af.’ In zijn oor te fluisteren, waarna ik voor korter dan een seconde zijn oorlel tussen mijn lippen nam, en mijn tong eroverheen liet glijden. Hij had vrij lang haar, waardoor het voor niemand te zien was geweest.
    Ik voelde hem huiveren en keek nog even naar zijn roodgekleurde wangen, voor ik me omdraaide.
    Tijdens mijn “gesprekje” met de jonge man had ik een plannetje bedacht om hier weg te komen. Ik begon het onderhand al aardig benauwd te krijgen.
    Ik ging op mijn tenen staan om de mensenmassa te overzien, zette toen mijn handen aan mijn mond en schreeuwde ‘BRAAAAND!´. Het kostte maar een paar seconden voor iedereen uit elkaar was gestoven. Waarom een woord als brand altijd zulk soort effecten had was me een raadsel. Wat zou er hier nou in de fik moeten staan? Als je nou in een gebouw was.. Ja, dan snapte ik de paniek, maar hier? Ik grinnikte even zelfgenoegzaam, tot ik opmerkte dat alleen de prinses op haar paard er nog stond. Ik veegde ernstig mijn stoppende glimlach van mijn gezicht, wat me niet fantastisch afging, en maakte toen een formele buiging. ‘Goedemorgen prinses, kan ik soms iets voor u betekenen?’ Vroeg ik met een uitgestreken gezicht.


    Thou shallt not stir one foot to seek a foe.

    William Alfwyn Baratheon || Kroonprins
    William werd wakker wanneer de eerste zonnestralen door de luiken voor zijn raamkozijn filterden en op zijn gezicht vielen. Hij was niet echt het soort persoon dat lang in zijn bed bleef liggen, dus hij kwam meteen overeind en gooide de luiken open, waarna een warme zomerbries in zijn gezicht streek.
          William moest even met zijn ogen knipperen tegen het plotselinge licht, en liep toen naar de tafel die in het midden van de kamer stond. Wills bediende was blijkbaar al langs geweest, want er stond een teiltje water op het tafeltje. Om de slaap uit zijn ogen te krijgen, gooide de prins wat water in zijn gezicht en droogde het water dat in zijn nek liep af met de doeken die naast het teiltje lagen.
          Er klopte iemand op de deur. "Heer William?" klonk een stem. "Ik heb uw kleren voor u meegebracht."
          "Ja, kom maar binnen," antwoordde de jongeman. Er kwam een bediende binnen die zijn kleren mee had. Deze was William - zoals gewoonlijk als hij ergens heen moest - vergeten te gaan halen bij de kleermaker.
          "Bedankt, leg daar maar neer." Will onderdrukte een geeuw, toen hij naar het tafeltje wees. De bediende deed wat hem gevraagd was en keek de prins nog even afwachtend aan.
          "Is er nog iets dat ik voor u kan doen, heer?" Will schudde zijn hoofd.
          "Je kunt gaan." Hij schonk de jonge bediende een glimlach en deed de deur achter hem dicht, waarna hij even een blik op zijn kleren wierp. Kleren waren kleren, volgens hem. Hij snapte niet dat de dames op het kasteel zich elke dag in andere jurken konden vertonen. Zijn moeder kreeg vaak een beroerte wanneer hij zelf zijn kleren uitkoos, maar was er toch van overtuigd dat zijn stijl de afgelopen jaren was verbeterd.
          William vroeg zich af of er al wat volk aanwezig zou zijn op het plein waar het feest plaatsvond. Als één van zijn zusters al aanwezig zou zijn, zou er zich vast en zeker al een menigte vergaard hebben.
          Will trok snel nog de veters van zijn laarzen aan en ging toen op weg naar de stallen van het kasteel, waar hij zijn paard nam en op weg ging naar het plein.

    Wanneer de kroonprins daar uiteindelijk aankwam, kon hij het niet laten om een zucht te laten ontsnappen. Hij kon duidelijk twee figuren onderscheiden en kon al raden wat er aan de hand was.
          Bram, de smidsezoon was gewoonweg een kwal. Hij dacht dat hij alles was alleen omdat hij een knap gezicht had en stoer deed. In feite was die gast gewoon een pestkop.
          Hij en een paar van zijn vrienden stonden Iwan uit te lachen, de bakkerszoon. Hij was wat gezetter gebouwd en nu niet echt knap te noemen, maar William vond hem redelijk sympathiek.
          Will steeg af en keek even in de richting van zijn zus, waar zich zoals hij al dacht een menigte vergaard had.
          "Bram, heb je nu echt niets beters te doen dan met die idiote vriendjes van je mensen te gaan beledigen?" vroeg de kroonprins. Zijn stem was een beetje verheven en de irritatie was duidelijk van zijn gezicht af te lezen. "Maak dat je weg komt."

    Amelia Iphigenia Lancaster || Northwode
    Amelia voelde zich niet op haar gemak wanneer ze de ophaalbrug over liep. Ze had het gevoel dat ze achtervolgd werd, en haar intuïtie had meestal wel gelijk.
          Meermaals draaide ze zich om om een blik achter zich te werpen, maar ze zag niemand. Ze had geen zin om uit te zoeken of het daadwerkelijk zo was, maar ze wilde niet vreemd opvallen nu ze een gewone hofdame was. Niets meer dan dat, dan moest ze zich ook niet anders gedragen.
          Amelia raakte geïrriteerd door het gevoel dat ze achtervolgd werd en haar hand ging langzaam maar zeker in de richting van haar dolk, die zich binnen handbereik, maar toch geheel onzichtbaar voor anderen bevond.
          Haar hand omklemde net het simpele gevest van de dolk, toen iemand haar aan haar arm vastgreep en haar een steegje in trok. Ze had hem haast de keel overgesneden als ze niet op tijd gezien had wie het was.
          Ze keek Jonathan even verdwaasd aan en liet toen het wapen weer in zijn schede schuiven. Ze sloeg nogal onelegant zijn vinger weg die op haar lippen lag. Een beetje zenuwachtig liet ze haar gewicht op haar andere been leunen.
          Ze was er van overtuigd geweest dat de ridder niet wist dat ze een huurlinge was, maar nu ze hier zo stonden bewees dat duidelijk anders.
          "Ik heb je diensten nodig," fluisterde Jonathan. Amelia was niet bepaald geïmponeerd en keek de man afwachtend aan. Hij had nog steeds haar arm vast, maar liet die los toen hij zeker was dat ze hem niet meer zou aanvallen of zo.
          "Zestig goudstukken, een voorschot," zei hij, terwijl hij een buideltje in haar handen drukte. Bij dat gebaar was Amelia één en al oor. Ze liet het buideltje afwachtend in haar handen liggen en speelde met het touwtje dat het buideltje dicht snoerde. "De rest krijg je later, als je de klus kan klaren."
          "Ga je me ook nog vertellen wat die klus is?" vroeg Amelia afstandelijk. Ze haakte haar ogen vast in de zijne en was lichtelijk geamuseerd dat hij zijn blik even niet leek te kunnen afwenden.

    [ bericht aangepast op 8 jan 2013 - 21:11 ]


    help

    Catherine Eleanor Baratheon - Prinses van Baratheon.
    Glimlachend zwaaide ik naar de burgers, die zich allemaal rond me heen verdrongen. In het lawaai hoorde ik mijn naam roepen. Verschillende arme boeren wierpen zich aan mijn voeten, in de hoop dat ik ze op zou merken en ze wat geld zou geven. Maar helaas had ik niets bij, dus kon de arme mensen niet verder helpen. De ridders probeerden de mensen bij me weg te houden, zodat ze me niet van mijn paard af konden trekken. Ik bleef naar de mensen lachen en begroette diegene waarvan ik de namen kon herinneren. 'Prinses, prinses!' hoorde ik toen een jonge vrouw roepen. Ze was niet de enige die naar me riep, maar op de een of andere manier trok haar stem mijn aandacht. Ik draaide mijn hoofd naar haar toe en zag dat de vrouw niet veel ouder was dan ikzelf. Ze had een baby in haar armen en haar gezicht was vuil. 'Prinses, kunt u mijn baby zegenen?' Het was een vraag die koninklijke leden zoals ik wel vaker kregen, dus de vraag verbaasde me na een aantal keren niet meer. Vaak waren het jonge kinderen die gezegend moesten worden, maar ik vond het eigenlijk een taak voor priesters en monniken om te zegenen. Ik deed het dan ook bijna nooit, maar toen ik naar de baby keek en die me terug aanstaarde met haar grote blauwe ogen strekte ik toch mijn armen om het kind van de vrouw over te nemen. Ik had nu eenmaal een zwak voor baby's, zeker met zo'n mooie ogen als deze. Ik bracht de baby naar mijn borst en fluisterde 'wees gezegend,' tegen het jonge kind, waanra ik een kusje op het voorhoofdje drukte. De baby begon naar me te lachen en ik streek met mijn vinger even over het zachte wangetje. Daarna gaf ik het kind terug aan de moeder, die gelukzalig naar me knikte en dankbaar voor me boog. Ik gaf een vriendelijk knikje terug en zwaaide weer naar de burgers, die opeens nog opdringeriger werden. 'BRAAAAND!' hoorde ik opeens iemand hard roepen en ik schrok, iets waar Snow meteen op reageerde. Ze was al niet rustig geweest met de burgers om haar heen, maar nu kon ze niet meer stilstaan. Ik suste haar vlug en streek door haar manen, waardoor ze meteen wat kalmer werd. De burgers waren in paniek vertrokken, maar die zouden zo wel weer terug komen. Voor me stond Ranghiel, een van de meisjes uit het kasteel. Ik kende haar, maar niet erg goed. Wel had ik verhalen over haar gehoord, dat ze niet goed luisterde en opstandig kon zijn. Zij was degene geweest die geschreeuwd had, maar er leek niets aan de hand te zijn, de ridders hielden zich immers stil. Er verscheen een amuserende grijns op mijn gezicht toen ik erachter kwam dat ze alleen geschreeuwd had om al die vervelende burgers weg te jagen. 'Dag, juffrouw Angil,' begroette ik haar toen ze voor me boog. ‘Goedemorgen prinses, kan ik soms iets voor u betekenen?’ vroeg ze met een uitgestreken gezicht en ik glimlachte naar haar. 'Goedemorgen,' zei ik met een knikje. 'Nee hoor, zo te zien heeft u genoeg gedaan.' Ik doelde op de burgers, die zich nu over het plein verspreid hadden, er stonden nog maar enkelen naar het gesprek tussen mij en het meisje te luisteren. 'Hoe maakt u het vandaag? Wat een prachtig weer, niet?' vroeg ik toen. Ik zat nog steeds bovenop Snow, waardoor ik naar beneden moest kijken. De ridders zouden me er zo wel vanaf helpen, en me naar een aparte tafel voor de koninklijke familie brengen.

    [ bericht aangepast op 9 jan 2013 - 22:14 ]


    Beauty begins the moment you decide to be yourself - Coco Chanel

    Jonathan Xander Kingsley

    "Ga je me ook nog vertellen wat die klus is?" Een kleine grijns stond op mijn lippen toen ik haar antwoord hoorde.
    "Je hoeft niemand te doden," Zei ik voordat ik mijn uitleg zou doen. "Maar je krijgt er wel goed voor betaald dus wil ik dat je goed luistert."
    Terwijl ik even met mijn tong over mijn onderlip ging, kruiste ik mijn armen voor mijn borst om steviger te staan.
    "Ik wil dat je mijn vader martelt," Het klonk eigenlijk afschuwelijk in de oren, maar alles had zo zijn redenen. "Ik wil informatie die hij bezit maar waar hij over blijft liegen en ik wil zekerheid."
    Het gerucht ging al een tijdje de ronde dat ik een bastaardzoon zou zijn, hoewel hij alles hardnekkig probeerde te ontkennen.
    Maar het voelde aan alsof hij loog, alleen wist ik niet waarom, wat me eigenlijk echt dwars zat.
    Ik wilde dat ze hem martelde maar niet alleen om informatie uit hem te sleuren, maar ook omdat hij me al die jaren zo slecht had behandelt terwijl ik dit niet verdiende.
    "Doe hem pijn tot hij aan de grond zit," Zei ik koeltjes en knipperde geen moment met mijn ogen. "Je moet er achter zien te komen wie mijn vader is en waarom hij er over liegt."
    Het kon wel zijn dat ze het een belachelijke opdracht vond, maar ze had niet te klagen als ze er geld voor kreeg.
    "Je mag doen met hem wat je wilt," Ging ik op een zakelijke toon verder. "Zolang je hem maar niet gaat vermoorden, nog niet."
    Ergens betwijfelde ik of dat iemand me al ooit zo verbitterd en kil had gezien maar iedereen had zo zijn duister kantje en het mijne was zonet naar boven gekomen.
    "Hebben we een deal?" Vroeg ik en klemde vervolgens mijn kaken strak op elkaar uit frustratie.
    Hopelijk wilde ze de zaak aannemen aangezien mijn vader een rijke hertog was met veel connecties, ze kon het natuurlijk ook zien als een uitdaging.
    Als ze echt zo goed was als ik had gehoord, moest dit kinderspel zijn, dat verwachtte ik tenminste toch.
    Wat ik haar vroeg had risico's, als ze betrapt zou worden, zou dat waarschijnlijk haar leven kosten wegens verraad of iets in die aard.
    Afwachtend bleef ik haar aankijken tot ze een definitief besluit zou nemen, maar hoopte ergens wel dat ze het zou aanvaarden.


    Forget the risk and take the fall...If it's what you want, it's worth it all.

    Fauna Deidre Graham

    Even goed gehumeurd als de rest van mijn eerdere ochtend zat ik op mijn kamer.
    Het ontbijt had heerlijk gesmaakt, zoals altijd te verwachten van de Koninklijke keuken.
    Zuchtend keek ik in mijn spiegel terwijl ik mijn haar uitborstelde.
    Velen waren al richting het dorp gegaan voor het feest, ik had de Koninklijke stoet van bewakers ook al zien rijden, wat erop wees dat sowieso één van de prinsessen al vertrokken was.
    Ach, wie zou mijn opmerken als ik wat later kwam, misschien de handtastelijke mannen.
    Die meed ik liever dan dat ik ze tegen kwam.
    Maar toch zouden die nog in het niets vallen van mijn werkelijke reden waarom ik zo goedgehumeurd hier rondloop, mijn angst maskerend.
    Mijn stiefmoeder en haar zoon.
    Ik kon ze maar niet uit mijn hoofd zetten, hoe graag ik dat ook deed en wou, het lukte me gewoon niet om dat voor elkaar te krijgen.
    Met een klap legde ik mijn borstel neer en sloot mijn ogen om mezelf weer tot rust te brengen.
    “Niet zo panieken Fauna, er lopen veel mensen rond, misschien kom je ze wel helemaal niet tegen.”
    Sprak ik mezelf bemoedigend toe.
    Aan mijn haar hoefde niet veel te gebeuren, de krullen zaten er onderin al mooi in waardoor ik mijn voorste plukjes alleen nog maar soepel maar sierlijk naar achter vast moest zetten.
    Hopend dat het zou blijven zitten toen ik de fijne stof van mijn-ongeveer- jurk over mijn hoofd heen trok.
    Blij dat hij nog als gegoten zat draaide ik even een rondje voor mijn spiegel.
    Jaren geleden had ik deze jurk van mijn vader gekregen, waarbij hij gezegd had dat hij van mijn moeder was geweest in haar jeugdjaren.
    Sindsdien draag ik hem met trots en respect en om de één of andere reden gaf het me ook altijd net een beetje meer zelfvertrouwen.
    En dat had ik vaak hard nodig.
    Uit één van de lades van mijn kaptafel haalde ik een ketting met hanger die ook van mijn moeder was geweest, waarbij een nadrukkelijke boodschap zat dat de sleutel die eraan hing paste op een kistje, maar dat ik het kistje pas goed en wel open mag maken als ik mijn ja-woord bij een huwelijk heb gegeven, wat ik mezelf nog lang niet zie doen.
    Zuchtend hing ik de hoogstwaarschijnlijk dure ketting om mijn nek als finishing touch.
    Of eigenlijk helemaal niet als finishing touch, want ik heb hem bijna altijd om, behalve tijdens het slapen en badderen.
    Na nog een laatste bemoedigende blik in mijn eigen ogen via de spiegel sliep ik de deur uit en sloot die achter me af.
    Mijn rok ritselde terwijl ik op een rustig tempo richting de stellen liep waar ik de dichtstbijzijnde staljongen aansprak.
    “Wilt u een paard voor me zadelen?”
    De jongeman knikte en snelde ervandoor om mijn verzoek in te willigen, waarna hij toch nog wat onzeker over zijn schouder naar me keek en zich waarschijnlijk afvroeg waarom een hofdame in haar eentje reist.
    Zeker sinds iedereen een beetje het gevoel had dat er binnenkort een oorlog zou komen met Northwode.
    En ten tweede vond hij waarschijnlijk dat ik een veel te dure jurk aanhad om te gaan rijden, ook al was het met een dameszadel.
    Ik weet wel dat vrouwen normaal niet horen te rijden in dure jurken, maar volgens mij waren alle rijtuigen al weg en als ik ten eerste al niet zo’n jurk aangehad had was ik gewoon zelf een paard gaan zadelen, maar ja, het is nou eenmaal voor een feest.

    De hoeven van het paard denderden over de weg heen die het kasteel met het dorp verbond en nu genoot ik hevig van de frisse wind die langs mijn hals streek en de zon op mijn gezicht.
    Zelfs vanaf hier kon ik de geluiden van het feest al horen, geroezemoes van mensen die met elkaar aan het praten zijn, aan het lachen zijn om leuke dingen of om domme grappen die stiekem ergens toch wel leuk zijn.
    De tijdelijke uitgebreide stallen kwamen al snel in zicht.
    De man bij de poort herkende me, knikte me snel even toe en liet me door tot jet meer exclusieve gedeelte, waar ik mijn paard vastbond aan een paal waar vol op water en hooi klaarlag voor het dier.
    “Jou zie ik later op de avond wel weer.” Waarna ik met een aantal dankbare klopjes afscheid nam van de prachtige Andalusiër merrie.
    Nerveus maar opgetogen ging ik de straat op, waar ik me al snel tussen de personen mengde.
    Benieuwd naar wat dit feest me brengen zou.

    [ bericht aangepast op 9 jan 2013 - 0:12 ]


    Credendo Vides

    Iwan Robbert Starks || Baratheon || Bakkerzoon

    "A-alsjeblieft laat me gaan!" piepte ik.
    Er stoof weer gelach op uit de menigte. "Kijk jongens, hij doet het weer." ik sloeg mijn ogen beschaamd neer. Mijn gezicht kleurde dieprood. Meer varkensgeluiden waren te horen. 
    Het was veel erger dan de vorige keren, toen waren alleen de perstkoppen nu. Als prinses Elizabeth dit zag zou ze me nooit meer leuk vinden. Ze zou vast lachen en me nooit meer normaal aan kunnen kijken. 
    Plotseling draaide iedereen zich om, waarschijnlijk weer een koninklijk persoon die arriveerde. Ik was doodsgelukkig. Deze onderbreking gaf me net genoeg tijd om weg te vluchten. Maar mijn benen waren te hevig aan het trillen om goede stappen te zetten. Ik kwam maar drie stappen ver voordat Bram en zijn vrienden hun aandacht weer op mij gevestigd hadden.
    "Waar gaat het varkentje heen?" zijn bulderende lach gierde over het plein. Hij zette een kleine stap opzij, waardoor ik kon zien welk lid van het koningshuis er aangekomen was. 
    Het was de kroonprins die van zijn paard afstapte. En hij kwam deze kant opgelopen. William richtte zich tot mijn verbazing tot Bram. Dat had ik nooit verwacht, waarom zou hij mij nou willen helpen? "Bram, heb je nu echt niets beters te doen dan met die idiote vriendjes van je mensen te gaan beledigen?" de stem van de prins klonk erg geïrriteerd. "Maak dat je weg komt." Bram en zijn vrienden vertrokken, mij en de kroonprins achterlatend. 
    Stotterend begon ik aan wat een dankjewel moest gaan worden.
    "D-dank-" ik slikte de enorme brok in mijn keel weg. Het ging een stuk beter toen ik de zenuwen had weggeslikt en niet meer zoveel stotterde. "Ontzettend bed-dankt, uwe H-hoogheid." ik was zielsgelukkig dat het er nog een beetje goed uitkwam. Niet wetend welke houding ik mezelf moest geven bleef ik maar stokstijf staan, een beetje dom voor me uitstarend. 
    Prins William zag er goed uit, het was Bram maar dan tien keer knapper. Waarom zag ik er niet zo uit? Of zoals mijn broers, die er ook goed uitzagen. Alles beter dan dit uiterlijk.
    Plotseling dacht ik weer aan Elizabeth, ze zou zo ook vast arriveren. Ik wist echt niet meer wat ik moest doen of zeggen, dus wachtte ik tot hij weg zou gaan, of misschien nog iets zou zeggen.

    Anastasia Marbel Northwode || Prinses

    Glimlachend keek ik de vrouw aan, ze kwam me zo bekend voor, al wist ik niet van wat. "Nee, ik ben niet zo'n feestganger." was haar teleurstellende antwoord. Wie hield er nou niet van feestjes? "Nog gefeliciteerd met uw moeder overigens," voegde ze er nog aan toe. Ik knikte als bedankje, alleen om dat spuuglelijke woord niet in de mond te nemen. 
    Het was jammer dat ze niet kwam, ze was vast een goede gesprekspartner.
    "Oh, dat is echt hartstikke jammer!" bracht ik uit, iets harder dan nodig was. "Ik bedoel, het wordt echt een geweldig feest! Met veel drank en goede muziek." zei ik enthousiast, aangezien ik eindelijk iemand die ik nog niet kende had gevonden, en die een hoge stand had. "Oh en de gasten!" ik ratelde door over de gehele gastlijst, die ik zowat uit mijn hoofd kende. 
    Na een lange tijd te hebben staan vertellen over het feest realiseerde ik me dat ze hoogstens vijf woorden had gezegd. Ik besloot haar aan het praten te krijgen.
    "Wat is uw naam eigenlijk?" vroeg ik luchtig, hopend dat zij hierop in zo gaan en een nieuw gespreksonderwerp zou vinden. Eerst keek ze me vragend aan, maar toen antwoorde ze.
    "Allison, Allison Montgomery," antwoorde ze zacht.
     Mijn hersens werkte op volle toeren. Haar naam had ik misschien een paar keer horen vallen, maar het zei me verder niks. "Spionne." sprak ze erachteraan. 
    Ik bekeek haar nog een keer goed. En herinnerde me iets van een jaartje geleden. Toen had ik haar ook gezien, in een van de kamers waar ik niet mocht komen van vader. De strategiekamers en dergelijken waren voor mij strikt verboden om te betreden. Mannendingen, had mijn broer als grapje gezegd. Ik liep er perongelijk langs, de deur stond op een klein kiertje. Het was deze Allison die met mijn vader stond te praten, over dingen die ik niet begreep. Oorlog en andere dingen. 
    "Ah, u werkt voor mijn vader dus?" vroeg ik uit nieuwsgierigheid, en om het gesprek op gang te houden. "Ik heb u wel eens in het kasteel gezien, als ik me niet goed vergis." beleefd glimlachte ik naar haar. "Reist u veel naar Baratheon? Is het mooi daar? En, -" ik brak mijn zin af. "Oh pardon, teveel vragen." excuseerde ik me. 
    Nog een glimlach volgde. Het zonnetje brandde lichtjes op mijn huid en deed mijn blonde lokken glimmen. 

    [ bericht aangepast op 9 jan 2013 - 15:29 ]


    But calm, white calm, was born into a swan.

    Elena Sophia Collins
    Ze antwoord dat ze het medaillon wil dragen dat ze ooit van een Franse graaf heeft gekregen. Ik knik even terwijl ze naar de spiegel loopt en zichzelf erin bekijkt. “Ik wil dat juweel om toch iets om mijn hals te hebben” zegt ze ietwat afwezig terwijl ze naar het wandelt. “Anders voel ik me zo kaal”. Ik glimlach weer even, niet zo goed wetende wat ik moet zeggen. Hoe kan je je nou kaal voelen met zo’n mooie jurk. Ik zucht in gedachte en werp hem weg. Normaal denk ik nooit zo over haar, misschien komt het omdat mijn moeder me zo loopt te pushen met het feit dat ik eens een man moet vinden. Ik haal even diep adem en maak even mijn gedachte leeg. Het beloofd vandaag een mooie dag te worden en ik wil niet dat mijn stomme gedachtes die gaan verpesten. Hopelijk is er niet al te veel werk voor vandaag, zodat ik ook nog even naar het feest kan straks. De prinses zegt dat het al aardig druk is op het plein. Ik loop even naar het raam en kijk naar het plein. “Uw zuster trekt weer veel aandacht vandaag” zeg ik met een glimlach. Ik merk ook op dat prins William inmiddels op het plein is en zie dat hij Bram, mijn vreselijke en achterbakse broer, en zijn vrienden aanspreekt. Ik zie Iwan aan een tafel er vlakbij zitten. Wat een achterbakse klootzak is het toch, mijn broer. Hij moet mensen gewoon met rust laten. Misschien moeten mijn ouders zich eens zorgen gaan maken over hem en het feit dat hij nog niet getrouwd is. Niet dat ik met zo iemand zou willen trouwen. Mijn oog valt weer op prins William. Hij was eigenlijk best knap, maar veel en veel te hoog gegrepen voor mij en daarbij zou hij me waarschijnlijk ophangen als hij wist wat ik heb gedaan. Daarbij is zijn hart al een keer gebroken omdat hij wou trouwen met iemand die veel lager dan hem in rang stond en bovendien uit Northwode kwam. Ik ken het verhaal en heb het meisje een keer gezien.

    Het was avond en ik moest haar haar avondeten brengen. Veel was het niet, wat brood en water en het was lang niet genoeg om je maag mee te vullen. Onder bewaking van twee ridders werd ik de kerkers in begeleid. Waarom er nou twee ridders mee moesten weet ik tot de dag vandaag nog steeds niet. Het sloeg nergens op. Toen ik vervolgens bij haar cel aankwam waren daar nog meer bewakers. Ik vond het flink overdreven. Als ze namelijk elke keer zo weinig te eten kreeg, zou ze waarschijnlijk amper de kracht hebben om te vluchten. De trappen zouden al haar dood kunnen worden. Na een korte inspectie van het eten, ja het werd echt nagekeken, mocht ik kort de cel in om haar het dienblad te geven met het flink verkruimelde brood. Ik zou het ook niet meer willen eten als een bewaker er zo aan heeft gezeten totdat er bijna niks meer van was. Ze zat weggedoken in een hoekje op het bed. Ik liep rustig naar haar toe en zette het dienblad naast haar op het bed. Ze draaide zich even kort om en ik weet nog dat onze ogen ontmoette, die van haar diep ingevallen in haar magere gezicht. Ze had hele mooie ogen, maar die stonden vol verdriet en leegte. Ik kon niet naar haar glimlachen, maar we keken elkaar alleen maar even kort aan. In haar ogen kon je zien dat ze zo niet meer verder kon, niet meer verder wou. Pas toen ik mijn blik afwendde en weer weg wou gaan, zag ik dat ze zwanger was. Dat was de grootste schok die ik ooit in mijn leven heb gehad. Ik wist dat ze in de gevangenis zat vanwege een relatie met de prins, maar ik wist niet ze zwanger was van hem. Ik keek haar weer aan en ook zij keek me aan. Haar ogen brandde in die van mij, alsof ze iets wou, iets wou vragen. Ik kon meteen bedenken wat het was: ze vroeg om hulp, maar niet om te ontsnappen. Ik knipperde met mijn ogen en glimlachte even meelevend naar haar, om antwoord te geven op haar onuitgesproken vraag. Ik wist wat me te doen stond. Ik moest straks weer naar beneden om haar dienblad op te ruimen. Inmiddels vonden de bewakers dat het wel lang genoeg geduurd had en trokken me letterlijk uit de cel. Geen van alle had iets meegekregen van onze stille conversatie. Ik trok mezelf los uit de greep van een van de bewakers en keek hem even boos aan. Toen liep ik zonder om te kijken de trap op en de kerkers uit. Ik liep meteen naar een achteruitgang om het vervolgens op een rennen te zetten. Ik rende het bos in recht op mijn doel af. Ik wist precies waar ik moest zijn. Toen ik uiteindelijk op de juiste plek kwam plukte ik de besjes zo vlug als ik kon uit de struiken. Zwarte nachtschade, de besjes waren uiterst giftig. Als je ze at, ging je dood, het was altijd een vlugge dood. Het beste en vreedzaamste wat ik kon bedenken. Dat had ze wel verdiend. Bovendien zou het niet opvallen, ze was namelijk al zo mager, dat ze zouden denken dat ze dood is gegaan van de honger. Een onderzoek doen naar de doodsoorzaak zouden ze al helemaal niet doen, aangezien ze toch maar een gevange was en ze haar waarschijnlijk liever kwijt dan rijk waren. Ik rende weer terug zo snel als ik kon en toen ik weer bij het kasteel was verstopte ik de besjes ergens in mijn gewaad waar ze niet te zien waren, maar waar ik ze makkelijk, snel en ongemerkt zou kunnen pakken en aan haar zou kunnen geven. Toen het weer tijd was om haar dienblad op te halen, werd ik weer door twee bewakers naar beneden begeleidt. Ik probeerde zo kalm mogelijk te blijven, anders zouden de bewakers me misschien uitgebreid fouilleren en zou ik zelf ook in de cel belanden. Een bewaker keek me even twijfelachtig aan, maar ik bleef hem met een strak gezicht aankijken. Uiteindelijk opende hij de celdeur en liet me binnen, om vervolgens de celdeur achter me dicht te doen. Alsof ze zo zou kunnen ontsnappen. In gedachte rolde ik even met mijn ogen. Ik liep naar het bed toe en haalde voorzichtig de besjes uit mijn jurk en liet ze ongemerkt onder haar handen glijden die ze op het bed had liggen. Onze blikken vonden elkaar weer en ze keek me weer aan, maar dit keer met een glimlach en een warme blik. Even waren haar ogen vrij van al het duister en ik wist meteen dat ik hier nooit spijt van zou krijgen. Dit had ze nooit verdiend, zoiets verdiend niemand. Ik pakte het dienblad op en knikte even ongemerkt naar haar met een glimlachje, bij wijze van afscheid. Terwijl ik mezelf weer recht richtte en me omdraaide, zag ik dat ze gebruik maakte van het feit dat ik het zicht van de bewakers op haar belemmerde. Ze stopte alle besjes in haar mond, ging vervolgens liggen en slikte ze allemaal door. Ze zou zo in slaap vallen om nooit meer wakker te worden.

    Ik schud even lichtjes met mijn hoofd om deze gedachte weg te stoppen en loop weer weg bij het raam. Prinses Elizabeth pakt een appel en draait die rond tussen haar vingers. Waarschijnlijk is ze hem aan het inspecteren, maar ik was ze altijd met wat water voor haar. Ze besluit blijkbaar dat de appel schoon genoeg is en begint rustig te eten. Ik loop naar een van de andere kasten, waar een aantal van haar sieraden liggen. Niet de duurste, die liggen veilig achter slot en grendel ergens in het kasteel. Ik pak het medaillon uit een van de lades en leg die op een kaptafeltje klaar, zodat ik hem voor haar om kan doen als ze klaar is met eten. Ondertussen loop ik naar haar bed, waar ik haar nachtjapon eraf haal en over een stoel hang. Ik loop naar een raam en maak die open, waarna ik het deken van het bed haal, die even kort uitklop en vervolgens uit het raam hang zodat die even kan luchten. Ik haal de kussens van het bed, klop ze even op en leg ze weer netjes op het bed. Ik trek de lakens weer recht en stop de randen onder het matras, zodat deze op zijn plek blijft liggen.


    [aangezien bram de zoon van de smidse is, heb ik maar gedaan dat het de broer de van elena is :p aangezien zij de dochter is van de smidse :p]

    [ bericht aangepast op 9 jan 2013 - 11:33 ]

    Amelia Iphigenia Lancaster || Northwode
    "Je hoeft niemand te doden." Amelia begon achterdochtig te worden. Als hij haar zoveel geld gaf voor een opdracht, dan zou het ook geen diefstal zijn. Tenzij het iets erg kostbaars was. "Maar je krijgt er wel goed voor betaald, dus ik wil dat je goed luistert." Jonathan kruiste zijn armen voor zijn borst en ging even met zijn tong over zijn onderlip.
          "Ik wil dat je mijn vader martelt." Bij dat laatste woord, ging Amelia met een schok terug in de tijd. Een afschuwelijke tijd waar ze nooit meer aan terug wilde denken. Ze had tegen zichzelf gezworen dat het haar nooit opnieuw zou overkomen, maar was iets toepassen niet haast hetzelfde als datzelfde ondergaan?
          De vrouw probeerde zichzelf sterk te houden, maar niettemin lieten haar ogen voor een fractie van een seconde een zweem zien van wie ze echt was: een hulpeloos klein meisje dat eens ze de smaak van bloed en geld geproefd had, voor eeuwig in de ban van moord en andere gruweldaden zou gevangen zitten.
          Ze begreep niet waarom ze het plotseling zo benauwd kreeg. Martelen was haast hetzelfde als hetgeen ze anders deed, of niet soms? Maar er was een reden waarom een beul nooit zijn gezicht liet zien, en dat wist Amelia. Ze ging even met haar hand naar haar schouder, waar zich een brandmerk bevond. De beelden van de koude, kleine kerker doemden weer op voor haar ogen. Ze was amper gevlucht uit haar geboortedorp of ze werd gevangengenomen. In de kerker waar zij zich bevond, bevond zich nog iemand. Het was een jeugdvriend van haar en ze kon zich nog haarscherp voor ogen halen hoe een man met een kap hem meenam. Ergens anders heen. Niet veel later lag Amelia - als veertienjarige - met haar handen tegen haar oren gedrukt op de grond te huilen.
          Ze waren ook voor haar gekomen. Ze hadden net het brandmerk gezet toen ze erin slaagde om te ontsnappen.
          Amelia keek even naar het geld in haar ene hand. Het leek plotseling een heel stuk zwaarder te worden, maar Jonathans stem deed haar weer opschrikken uit haar gedachten.
          "Doe hem pijn tot hij aan de grond zit." Zijn stem klonk koeltjes, en Amelie probeerde wanhopig dezelfde uitdrukking op haar gezicht te behouden als daarnet. Het was een heel pak moeilijker dan ze had verwacht. Wat was dat gevoel? Waarom werd ze verdomme... bang? "Zolang je hem maar niet gaat vermoorden. Nog niet. Hebben we een deal?"
          Het bleef lang stil. Amelia wist wat het inhield: zijn vader was de hertog, als iemand erachter kwam was het gedaan met haar. Dan kwam daarbovenop nog eens dat ze zo'n beetje haar ziel verkocht. Ze vroeg zich af of ze dat niet al lang gedaan had, na de talloze mensen die ze had bestolen en vermoord. Ze verkeerde in een enorme tweestrijd met zichzelf en wist voor de eerste keer sinds vijf jaar niet wat ze moest zeggen. Ze was verbijsterd, maar probeerde het niet te tonen.
          "Ik- ik heb er het materiaal en de ruimte niet voor," zei ze kort. Ze schraapte haar keel even. "En ik zou iemand nodig hebben om me bij te staan, volgens mij is jou vader niet echt iemand die zich zomaar laat doen." Haar stem klonk zakelijk en afstandelijk.


    help

    William Alfwyn Baratheon || Kroonprins
    Bram wierp William een geërgerde blik toe, die de kroonprins enkel met een zucht beantwoordde. Hij rolde even met zijn ogen en de zoon van de smid ging eindelijk weg.
          Will vond het best wel vreemd hoe veel die jongen van zijn zus verschilde, die altijd beleefd was en het nog niet eens in haar hoofd haalde om een gemene opmerking te maken. Will kende Elena niet zo goed, maar aan hoe hij zag dat zijn zus met haar omging leidde hij af dat ze zich goed gedroeg. De paar keer dat hij haar tegenkwam op het kasteel, beaamden die gedachten alleen maar.
          Will wendde zich weer tot Iwan, die met een stotterende dankjewel begon: "D-dank-" De zoon van de bakker leek nogal zenuwachtig. Hij slikte even. "Ontzettend bed-dankt, uwe hoogheid."
          William moest even geamuseerd lachen door de houding van de jongen. Hij stond stokstijf, leek niet goed te weten welke houding hij moest aannemen.
          "Maak je niet druk, Iwan," zei hij hartelijk terwijl hij een vriendschappelijk klopje op de jongen zijn schouder gaf. "Ik ga mijn zus maar eens opzoeken, denk ik," zei de kroonprins toen, omdat hij kon zien dat Iwan zich nogal ongemakkelijk voelde in zijn gezelschap.
          William schonk de bakkerszoon nog een glimlachje en draaide zich toen - met zijn paard nog steeds vasthoudend aan zijn teugels - om, proberend om door de barricade van mensen te breken die Catherine omringde. Een paar van die mensen gingen eerbiedig opzij, anderen hadden het veel te druk met naar Catherine te kijken om door te hebben dat er iemand anders van het koningshuis achter hen stond. Nog anderen drongen zich naar hem op om hem van alles en nog wat te vragen. Will probeerde zoveel mogelijk te beantwoorden, maar alle stemmen om hem heen klonken hem nogal chaotisch in de oren.
          Toen hij eindelijk Catherine bereikte, zag hij een meisje naast haar staan. Haar uiterlijk kwam William bekend voor, maar hij kon niet op haar naam komen. Ze had rood haar en een redelijk brutaal gezichtje. Ze was niet echt groot, maar was toch redelijk opvallend, vond William.
          Hearan, zijn hengst, werd nogal onrustig door het vele volk en Will streek even door zijn manen om hem te kalmeren.
          "Goedevoormiddag, Catherine. Mag ik je vragen wie die bevallige jongedame naast je is?" klonk Wills stem. Hij was best wel nieuwsgierig naar wie dat meisje was. Hij was vaak nieuwsgierig naar van alles.


    help

    Catherine Eleanor Baratheon - Prinses van Baratheon.
    Gelduldig wachtte ik op antwoord. De mensen om me heen waren alweer toegenomen, maar hielden hun mond toen ze merkten dat ik in gesprek was. Ze zouden me de hele middag nog vragen kunnen stellen. Opeens hoorde ik iemand met een paard aan komen lopen. Ik keek op en zag dat het mijn oudere broer, William was. 'Goedevoormiddag, Catherine. Mag ik je vragen wie dit bevallig jongedame naast je is?' klonk zijn stem. Ik glimlachte naar hem. 'Goedendag William. Dit is miss Angil, zij en haar moeder werken bij ons in het kasteel.' Ik vond het grappig dat William dit vroeg, hij was altijd al nieuwsgierig geweest. Hij wilde alles weten. Opeens voelde ik een zachte tik tegen mijn arm. 'Prinses,' zei een ridder. Ik draaide hem naar toe en glimlachte naar hem 'Ja, sir?' De ridder vertelde me dat hij me van mijn paard af zou helpen en haar bij de andere paarden zou brengen en ik knikte. Daarna hielp hij me van mijn paard en ik liet mijn handen over mijn jurk gaan, zodat hij niet zou kreuken. Daarna keek ik terug naar Ranghiel en William. Ergens verwachtte ik nog een antwoord op mijn eerdere vragen aan Ranghiel, maar ik wist niet zeker of ik die nog kreeg.


    Beauty begins the moment you decide to be yourself - Coco Chanel

    [Pebble, kan je proberen om je aan het minimum aantal woorden te houden? (: Je kan je woorden tellen in word.]


    Forget the risk and take the fall...If it's what you want, it's worth it all.

    Ranghiel Ayla Angil
    De prinses schonk me een mooie glimlach. ‘Goedemorgen. Nee hoor, zo te zien heeft u genoeg gedaan.' Zei ze met een knikje naar wat een paar minuten nog een grote menigte was geweest die zich om haar verdrong. 'Hoe maakt u het vandaag? Wat een prachtig weer, niet?' vroeg ze toen. Nog voor ik antwoord kon geven leek prins William zich plotseling ook aan mijn korte conversatie met prinses Catherine toegevoegd te hebben. Die laatste stelde mij aan hem voor als “miss Angil”, en ik kuchte even zachtjes in mijn hand om niet te laten merken dat ik eigenlijk moest proesten om die titel. Nadat ze verder had uitgelegd dat ik op hun kasteel werkte, voor zover dat in realiteit het geval was dan, draaide ze zich om om door een ridder van haar paard geholpen te worden.
    Ik wendde me tot William, die ik zonder schaamte recht in de ogen keek, maakte toen een buiging en zei: ‘Ik heb toch liever dat u mij Ranghiel noemt, zoals mijn voornaam luidt, mijnheer. Ik denk dat al die deftige titels maar beter aan u en uw familie overgelaten kunnen worden.’
    Toen besefte ik me dat ik Catherines vragen nog niet beantwoord had en keerde me weer tot haar. Ik begon bijna duizelig te worden van al dat heen en weergedraai.
    ‘Ik maak het prima, dank u. Ik hoop dat dat genoegen ook aan u is.’
    Haar opmerking over het weer negeerde ik. Ik kon er knettergek van worden dat mensen zoveel van hun gesprekken begonnen met opmerkingen over het weer. Ik vond het weer persoonlijk alleen interessant als het te maken had met de vraag of ik buiten of binnen moest slapen, al dan niet bij een jongen. Diep van binnen wist ik zelf ook wel dat ik dat vooral deed om aan thuis te ontsnappen. Eigenlijk kwam bijna mijn hele persoonlijkheid daarvandaan. En toch gaf ik het aan niemand toe, probeerde mezelf ook te laten geloven dat ik dat deed omdat ik het fijn vond. Niet dat ik iemand had om het aan toe te geven, overigens.
    Ik schudde even met mijn hoofd om weer orde op zaken te stellen. ‘Waar heb ik, als simpele meid, deze conversatie met twee koninklijke lieden eigenlijk aan verdiend?’
    Verdiend was een woord dat je op meerdere manieren kon zien. Je kon het gebruiken als je een beloning had gekregen, of iets vergelijkbaars, of juist als je ergens mee opgezadeld was dat je niet wilde hebben. Ik wist zelf eigenlijk niet eens op welke manier ík het daarnet bedoeld had.


    Thou shallt not stir one foot to seek a foe.