Elena Sophia Collins
Ze antwoord dat ze het medaillon wil dragen dat ze ooit van een Franse graaf heeft gekregen. Ik knik even terwijl ze naar de spiegel loopt en zichzelf erin bekijkt. “Ik wil dat juweel om toch iets om mijn hals te hebben” zegt ze ietwat afwezig terwijl ze naar het wandelt. “Anders voel ik me zo kaal”. Ik glimlach weer even, niet zo goed wetende wat ik moet zeggen. Hoe kan je je nou kaal voelen met zo’n mooie jurk. Ik zucht in gedachte en werp hem weg. Normaal denk ik nooit zo over haar, misschien komt het omdat mijn moeder me zo loopt te pushen met het feit dat ik eens een man moet vinden. Ik haal even diep adem en maak even mijn gedachte leeg. Het beloofd vandaag een mooie dag te worden en ik wil niet dat mijn stomme gedachtes die gaan verpesten. Hopelijk is er niet al te veel werk voor vandaag, zodat ik ook nog even naar het feest kan straks. De prinses zegt dat het al aardig druk is op het plein. Ik loop even naar het raam en kijk naar het plein. “Uw zuster trekt weer veel aandacht vandaag” zeg ik met een glimlach. Ik merk ook op dat prins William inmiddels op het plein is en zie dat hij Bram, mijn vreselijke en achterbakse broer, en zijn vrienden aanspreekt. Ik zie Iwan aan een tafel er vlakbij zitten. Wat een achterbakse klootzak is het toch, mijn broer. Hij moet mensen gewoon met rust laten. Misschien moeten mijn ouders zich eens zorgen gaan maken over hem en het feit dat hij nog niet getrouwd is. Niet dat ik met zo iemand zou willen trouwen. Mijn oog valt weer op prins William. Hij was eigenlijk best knap, maar veel en veel te hoog gegrepen voor mij en daarbij zou hij me waarschijnlijk ophangen als hij wist wat ik heb gedaan. Daarbij is zijn hart al een keer gebroken omdat hij wou trouwen met iemand die veel lager dan hem in rang stond en bovendien uit Northwode kwam. Ik ken het verhaal en heb het meisje een keer gezien.
Het was avond en ik moest haar haar avondeten brengen. Veel was het niet, wat brood en water en het was lang niet genoeg om je maag mee te vullen. Onder bewaking van twee ridders werd ik de kerkers in begeleid. Waarom er nou twee ridders mee moesten weet ik tot de dag vandaag nog steeds niet. Het sloeg nergens op. Toen ik vervolgens bij haar cel aankwam waren daar nog meer bewakers. Ik vond het flink overdreven. Als ze namelijk elke keer zo weinig te eten kreeg, zou ze waarschijnlijk amper de kracht hebben om te vluchten. De trappen zouden al haar dood kunnen worden. Na een korte inspectie van het eten, ja het werd echt nagekeken, mocht ik kort de cel in om haar het dienblad te geven met het flink verkruimelde brood. Ik zou het ook niet meer willen eten als een bewaker er zo aan heeft gezeten totdat er bijna niks meer van was. Ze zat weggedoken in een hoekje op het bed. Ik liep rustig naar haar toe en zette het dienblad naast haar op het bed. Ze draaide zich even kort om en ik weet nog dat onze ogen ontmoette, die van haar diep ingevallen in haar magere gezicht. Ze had hele mooie ogen, maar die stonden vol verdriet en leegte. Ik kon niet naar haar glimlachen, maar we keken elkaar alleen maar even kort aan. In haar ogen kon je zien dat ze zo niet meer verder kon, niet meer verder wou. Pas toen ik mijn blik afwendde en weer weg wou gaan, zag ik dat ze zwanger was. Dat was de grootste schok die ik ooit in mijn leven heb gehad. Ik wist dat ze in de gevangenis zat vanwege een relatie met de prins, maar ik wist niet ze zwanger was van hem. Ik keek haar weer aan en ook zij keek me aan. Haar ogen brandde in die van mij, alsof ze iets wou, iets wou vragen. Ik kon meteen bedenken wat het was: ze vroeg om hulp, maar niet om te ontsnappen. Ik knipperde met mijn ogen en glimlachte even meelevend naar haar, om antwoord te geven op haar onuitgesproken vraag. Ik wist wat me te doen stond. Ik moest straks weer naar beneden om haar dienblad op te ruimen. Inmiddels vonden de bewakers dat het wel lang genoeg geduurd had en trokken me letterlijk uit de cel. Geen van alle had iets meegekregen van onze stille conversatie. Ik trok mezelf los uit de greep van een van de bewakers en keek hem even boos aan. Toen liep ik zonder om te kijken de trap op en de kerkers uit. Ik liep meteen naar een achteruitgang om het vervolgens op een rennen te zetten. Ik rende het bos in recht op mijn doel af. Ik wist precies waar ik moest zijn. Toen ik uiteindelijk op de juiste plek kwam plukte ik de besjes zo vlug als ik kon uit de struiken. Zwarte nachtschade, de besjes waren uiterst giftig. Als je ze at, ging je dood, het was altijd een vlugge dood. Het beste en vreedzaamste wat ik kon bedenken. Dat had ze wel verdiend. Bovendien zou het niet opvallen, ze was namelijk al zo mager, dat ze zouden denken dat ze dood is gegaan van de honger. Een onderzoek doen naar de doodsoorzaak zouden ze al helemaal niet doen, aangezien ze toch maar een gevange was en ze haar waarschijnlijk liever kwijt dan rijk waren. Ik rende weer terug zo snel als ik kon en toen ik weer bij het kasteel was verstopte ik de besjes ergens in mijn gewaad waar ze niet te zien waren, maar waar ik ze makkelijk, snel en ongemerkt zou kunnen pakken en aan haar zou kunnen geven. Toen het weer tijd was om haar dienblad op te halen, werd ik weer door twee bewakers naar beneden begeleidt. Ik probeerde zo kalm mogelijk te blijven, anders zouden de bewakers me misschien uitgebreid fouilleren en zou ik zelf ook in de cel belanden. Een bewaker keek me even twijfelachtig aan, maar ik bleef hem met een strak gezicht aankijken. Uiteindelijk opende hij de celdeur en liet me binnen, om vervolgens de celdeur achter me dicht te doen. Alsof ze zo zou kunnen ontsnappen. In gedachte rolde ik even met mijn ogen. Ik liep naar het bed toe en haalde voorzichtig de besjes uit mijn jurk en liet ze ongemerkt onder haar handen glijden die ze op het bed had liggen. Onze blikken vonden elkaar weer en ze keek me weer aan, maar dit keer met een glimlach en een warme blik. Even waren haar ogen vrij van al het duister en ik wist meteen dat ik hier nooit spijt van zou krijgen. Dit had ze nooit verdiend, zoiets verdiend niemand. Ik pakte het dienblad op en knikte even ongemerkt naar haar met een glimlachje, bij wijze van afscheid. Terwijl ik mezelf weer recht richtte en me omdraaide, zag ik dat ze gebruik maakte van het feit dat ik het zicht van de bewakers op haar belemmerde. Ze stopte alle besjes in haar mond, ging vervolgens liggen en slikte ze allemaal door. Ze zou zo in slaap vallen om nooit meer wakker te worden.
Ik schud even lichtjes met mijn hoofd om deze gedachte weg te stoppen en loop weer weg bij het raam. Prinses Elizabeth pakt een appel en draait die rond tussen haar vingers. Waarschijnlijk is ze hem aan het inspecteren, maar ik was ze altijd met wat water voor haar. Ze besluit blijkbaar dat de appel schoon genoeg is en begint rustig te eten. Ik loop naar een van de andere kasten, waar een aantal van haar sieraden liggen. Niet de duurste, die liggen veilig achter slot en grendel ergens in het kasteel. Ik pak het medaillon uit een van de lades en leg die op een kaptafeltje klaar, zodat ik hem voor haar om kan doen als ze klaar is met eten. Ondertussen loop ik naar haar bed, waar ik haar nachtjapon eraf haal en over een stoel hang. Ik loop naar een raam en maak die open, waarna ik het deken van het bed haal, die even kort uitklop en vervolgens uit het raam hang zodat die even kan luchten. Ik haal de kussens van het bed, klop ze even op en leg ze weer netjes op het bed. Ik trek de lakens weer recht en stop de randen onder het matras, zodat deze op zijn plek blijft liggen.
[aangezien bram de zoon van de smidse is, heb ik maar gedaan dat het de broer de van elena is :p aangezien zij de dochter is van de smidse :p]
[ bericht aangepast op 9 jan 2013 - 11:33 ]