• Het gaat over 10 tieners die samen in de bungalow 666 zitten op de Camping fear. Ze kennen elkaar echter niet of de meeste toch. Ieder van hun verbergt een geheim. Maar wat als ze er achter komen dat er iets niet klopt op de Camping en daarbij elkaars geheimen te weten komen.
    Er is een speciale dag waar je geesten kunt zien op bootjes op de vijver die net bloed lijkt net zoals de maan, je rare geluiden hoort in de bossen en je een man ziet die mensen vermoord om een stuk huid van je te nemen. Sommige van hun geheugen worden gewist na die dag, andere weten het nog perfect. Als de mensen rond hen opeens beginnen te verdwijnen en later vermoord terug gevonden zijn gaan ze op onderzoek uit en moeten ze elkaar leren te vertrouwen.



    Jongens [Max. 5]
    - Devon Dorcha~~Gatsby *Gancanagh/Hound*
    -Claed Nixis ~~Albion *Ziener/Druide*
    - Jake Dodge Dragon~~ Ninuturu *Hybrid Dragon*
    -Daniël Xavier Woods ~~ShatterMe *half incubus/ half vampier*
    -

    Meisjes [Max.5]
    - Dawn Katherina Madison ~~ShatterMe *Necromancer/Vuur demon*
    -Jaybee Jillz Bellatrix Maple ~~Sylvesti *Faun/Fallen Angel Hybrid*
    -Dhelia Athene Loreley ~~ Everdeen *Dochter van Ondine (half waternimf)*
    -Jess Marie Cooper ~~ Galinda* Assassin/Droomwandelaar.*
    -
    Rules;
    ~Minimaal 8 regels schrijven, dat is niet heel erg moeilijk. Voeg dingen toe zoals: Omgeving, gebruik tekst van andere, gevoelens, gebeurtenissen van vroeger, ...
    ~OOC graag met haakjes; [] {} () - -
    ~Er mag best liefde tussen mensen die zelf verzonnen zijn en niet echt een karakter hebben maar natuurlijk ook tussen de rest van de schrijvers.
    ~Reserveringen blijven 3 dagen staan.
    ~Graag personages die verschillend zijn, qua karakter etc.
    ~Er mogen vulgaire dingen in voor komen.
    ~Mag van de verhaallijn afwijken.
    ~Niemand zegt dat iemand zijn personage niet goed is of niet kan behalve IAmADreamer.
    ~Plezier hebben, dat is de grootste regel hier :3!


    Topic's





    [ topic verplaatst door een moderator ]

    [ bericht aangepast op 14 juni 2013 - 15:51 ]


    Listen, Smile, Agree And Then Do Whatever The Fuck You Were Gonna Do Anyway..

    Dhelia Loreley
    "Ik weet het." Aan zijn woorden merk ik maar al te goed dat hij spijt heeft van zijn daden en dat is iets dat me geruststelt. Als hij dat niet had toegegeven, dan had hij van mij part op kunnen donderen, want dankzij hem zitten we nu waarschijnlijk wel in de problemen en moet Devon de klusjes weer opknappen.
    "Maak je geen zorgen om mijn hand, dat geneest wel." Ik kijk toe hoe Daniël zichzelf weer overeind trekt en naar de lucht tuurt, ik volg zijn voorbeeld. De heldere opgeklaarde lucht is verdwenen en heeft plaats gemaakt voor één en al grauw, een snijdende wind giert langs mijn haren en aan niets lijkt meer te merken dat het hartje zomer is. Je zou haast kunnen vaststellen dat het herfst is. Het brengt me de kriebels, de rillingen, aangezien ik nu nog steeds niet weet waar die ketting voor is.
    "Houd die zakdoek toch maar om," zeg ik dan wijs. Ik heb er geen zin in dat het weer opengaat. De binnenkant van je hand is altijd al een erg gevoelige plek en wondjes daar springen altijd weer open. Dan mag de jongeman wel halfvampier zijn en extra snel genezen. Ik heb er geen zin in om toe te kijken hoe het steeds weer opengaat. "en houd hem ook maar." vervolg ik mijn woorden als ik daaraan denk, glimlach kort en voel zijn hand om de mijne heen sluiten. Toch trek ik me los, want hoewel ik weet dat hij spijt heeft, heb ik het hem niet helemaal vergeven. Ik wil eerst dat het probleem met Dawn is opgelost en dan zien we het wel weer verder, wat het ons brengt. Ik wil momenteel gewoon niets met die verdomde aantrekkingskracht te maken hebben, weten dat ik dan minder logisch na kan denken en het door contact des te erger wordt.
    "Niets persoonlijk," zeg ik daarom als slecht excuus, maar ik weet wel bijna zeker dat hij dat niet zal geloven - de jongen is niet op zijn achterhoofd gevallen. "Ik denk dat het het beste is dat als er mensen in de buurt komen van Dawn, we onze charmes in de strijd gooien." vervolg ik dan om het gesprek gaande te houden, "en gewoon dicht in de buurt blijven, dat als Devon roept of zo, jij het in ieder geval kan horen." ga ik dan verder en haal een hand door mijn haren heen. Ik weet niet eens waarom ik dit zeg, maar het is waarschijnlijk omdat ik geen flauw idee heb wat er gaande is en dat me werkelijk op aan het vreten is.
    Ik merk hoe Daniël goed om zich heen kijkt, elke struik controleert, elke tak die kraakt volgt met zijn ogen. Er is iets goed mis, dat blijkt hier wel uit en ik word er alleen maar zenuwachtig van. Ik zou hem graag helpen met zoeken, als ik nou eens wist naar wat.
    "Waar kijken we nu eigenlijk naar?" vraag ik dan aan hem en blijf protesterend staan. Ik ga hier niet weg voordat ik een antwoord heb op mijn vraag.


    Her heart was a secret garden and the walls were very high.

    Claed Nixis

    Jaybee schrok op. "Ja, maar op een heel andere manier dan jij geloof ik." Ze slaat haar ogen neer en klapt haar, wat ik dus eerder wel heb gezien, vleugels uit. Ik kijk er even verwonderd naar. Erg groot zijn ze niet, maar klein kun je ze ook niet noemen. Een mooi maatje.
    "En jij? Aangezien ik maar aanneem dat ook betekent dat jij ook geen mens bent." Haar stem klonk donkerder maar nog wel vriendelijk.
    "Fascinerend..." zeg ik zacht en ik kijk hoe Jaybee haar haar over een schouder legt en de hoorntjes op haar hoofd zichtbaar worden. Ik moet eerlijk zeggen, het staat haar niet verkeerd. Ineens komt haar vraag weer omhoog.
    "Ow... Sorry, ik was een beetje verwonderd," zeg ik met een lachje en ik kijk Jaybee aan. Hoe kan ik het brengen. Zij is een soort vogelvleermuis-wezen en dan kom ik aan. Ja ik ben een druïde... Goed hoe moet ik het het beste zeggen?
    "Ehm nou luister..." ik kijk even om me heen en laat mijn blik dan weer op Jaybee rusten. "Ik ben een druïde en ziener gelijk, ik heb magische krachten en door middel van spreuken kan ik die oproepen. Zoals net met de thee, dat hij afkoelde... Ook kan ik in de toekomst kijken, dat gebeurt meestal in de nacht, in mijn slaap. Het wil wel eens overdag gebeuren maar dat is maar zelden," Ik ga iets anders zitten om een ontspannen houding aan te nemen. "Wat voor wezen ben jij?" Mijn ogen dwalen weer naar haar vleugels en hoorntjes.
    Ik besef me ineens dat ik wel veel van mezelf heb vrijgegeven nu. Bij maar één ander iemand deed ik dat en dat was Devon. Hij was de eerste die ik vertelde over mijn magische leven dat ik leid, het gebeurde nádat hij vertelde dat hij een Gancanagh/Hound is. Ik wist dat ik het toch niet lang meer geheim kon houden omdat hij zijn leven vrijgaf. Ik moest het wel. Maar erg vond ik het toen niet, we waren beste vrienden en we keken niet eens raar op van elkaars geheim. Onze band werd alleen maar sterker. Ik schud me snel uit mijn gedachten en kijk weer naar Jaybee.


    Ich liebe dich 27.12.23

    Daniël Woods

    "Niets persoonlijk." zegt ze terwijl ze haar hand los trekt, maar ik geloofde het niet.
    "Het geeft niet. Ik begrijp het wel." zeg ik met een glimlach naar haar terwijl ik nog steeds alles in de gaten hou.
    "Ik denk dat het het beste is dat als er mensen in de buurt komen van Dawn, we onze charmes in de strijd gooien en, gewoon dicht in de buurt blijven, dat als Devon roept of zo, jij het in ieder geval kan horen." Ik knik als teken dat ik akkoord ga. "Waar kijken we nu eigenlijk naar?" zegt ze en ze blijft staan en ik zucht.
    Moest ik dat nu echt uitleggen? Als ik dat doe verraad ik Dawn haar geheim, maar had Dhelia nu geen recht om iets te weten voor haar eigen veiligheid? Ik weet het niet. Ik zit hier een innerlijke discussie te voeren terwijl de tijd tikt en er misschien al iets erg is gebeurt met Dawn of Devon. Ik zucht nog is en draai me om. Ik ging haar iets vertellen, als ze dan weet wat Dawn is was het mijn schuld dan maar. Het kon er nog wel bij bij de lijst van dingen die mijn schuld zijn.
    "We kijken naar iets wat misschien half op gegeten is door de maden en over de grond misschien kruipt of vliegt of wat ze ook doen." zeg ik serieus zodat ze weet dat het geen grap was. "Het kan zijn dat ze van die enge rode of zwarte ogen hebben die leeg lijken, maar ze zijn gevaarlijk als je ze in de wegloopt. Ze zijn op weg naar Dawn en iets doods kun je onmogelijk doden."
    Ik kijk naar haar, nieuwsgierig naar haar reactie hierop. Ik denk niet dat ze heel erg blij is met het dode gedeelte en ze misschien zelf bang van word. Wat normaal is. Je ziet niet elke dag de doden terug tot leven komen en als we geluk hebben liggen hier nergens lijken van mensen, want die zijn pas lastig.


    Listen, Smile, Agree And Then Do Whatever The Fuck You Were Gonna Do Anyway..

    Dhelia Loreley
    Ik merk dat hij op mijn slappe idee knikt, maar alsnog blijf ik staan, verplaats mijn voeten voor geen centimeter en sla mijn armen over elkaar. Ik verroerde me niet en was dit ook zeker niet van plan totdat ik antwoord zou krijgen. Ik wist dat als Daniël dit niet wilde vertellen, ik ook geen antwoord zou krijgen en hij me zonder enige moeite op zou kunnen tillen, dat had ik namelijk wel gemerkt net hoe hij zonder een enkel beetje kracht leek te tonen, Dawn zo overeind hees. Mijn voet tikt ongeduldig op de grond, een mix van frustratie en nieuwsgierigheid. Ik zie de aarzeling in zijn ogen, weet dat iets hem tegen houdt om het niet te vertellen. Een belofte aan Dawn? Wie weet. Ik vind het nu toch wel ten strengste nodig dat ik ook maar iets op de hoogte wordt gebracht nu we haar leventje gaan redden. Ik had net zo goed iets anders kunnen doen, want laten we eerlijk zijn; Dit alles is Daniël zijn schuld. Ik slik moeizaam als mijn egoïstische kant te boven komt en trek mijn wenkbrauw op, laat merken dat ik op een antwoord wacht.
    "We kijken naar iets wat misschien half op gegeten is door de maden en over de grond kruipt, vliegt of wat ze ook doen." Daniël zijn stem klinkt volhardend en serieus waaruit ik kan opmerken dat dit alles behalve een grapje is. Plots voel ik me een stuk minder op mijn gemak, want na alles wat ik vandaag gehoord heb, kan dit er natuurlijk ook wel weer bij. Ik bijt onwetend op mijn lip en wrijf over mijn bovenarmen heen wanneer een koude bries langs ons strijkt.
    "Het kan zijn dat ze van die enge rode of zwarte ogen hebben die leeg lijken, maar ze zijn gevaarlijk als je ze in de wegloopt. Ze zijn op weg naar Dawn en iets doods kun je onmogelijk doden." Zijn blik is op mij gericht en even weet ik niets te zeggen, gewoon verbouwereerd door zijn woorden, want ik weet heel goed waar hij op doelt. Mijn moeder heeft me alles behalve slecht opgevoed en ik weet heus wel wat van bijzondere mensen, mensen met iets speciaals. Ze zei dat soort dingen altijd zodat ik me niet eenzaam zou voelen en weten dat ik heus niet de enige was. In plaats van dankbaarheid te tonen, streelt de woede op. Een emotie die ik niet vaak lijk te tonen of te kunnen, ik weet het niet, maar gewoon... Dit kan hij niet maken, dit had hij veel eerder moeten zeggen! Ik bal mijn handen tot vuisten, haal diepe teugen adem en begin dan weer met lopen.
    "En waar zei je dat Dawn heen was gelopen?" vraag ik dan nog, probeer mezelf onder controle te houden. Dit kon hij gewoon niet menen. Ik probeer een strak gezicht te houden en loop voor mijn doen op een stug en voornamelijk vlot tempo door. Ik weet dat Daniël me met gemak bij zal kunnen houden, maar dat boeit me vrij weinig. Dan heb ik het plots gehad en zonder dat hij ook nog maar iets gezegd heeft, is het de druppel voor mij als ik ergens in de bosjes geritsel hoor.
    "Interesseert jou het werkelijk ook maar iets wat er met Devon gebeurt? Je had aan hem moeten vertellen dat Dawn een necromancer is, Daniël, en dat die verdomde ketting het ook maar iets probeert te verminderen!" schreeuw ik en ergens zal het me niet eens verbazen dat Dawn én Devon dit beide kunnen horen. "Zit er een steekje bij je los of zo? Je vertelt net dat je die wezens niet kunt doden en het zal mij niet eens verbazen als Dawn na die ijzige blik op haar gezicht die rotketting niet eens om haar nek wilt doen en wat dan? Devon kan dat rotding niet eens aanraken zonder zijn vingers te branden, hoe moet hij dat ding om haar nek doen als ze niet meewerkt?!" Zo, die woorden zijn eruit. Ik voel mijn borstkas hard op en neer gaan en wacht niet eens op een antwoord van hem, been door naar voren.


    Her heart was a secret garden and the walls were very high.

    Daniël Woods

    "En waar zei je dat Dawn heen was gelopen? Interesseert jou het werkelijk ook maar iets wat er met Devon gebeurt? Je had aan hem moeten vertellen dat Dawn een necromancer is, Daniël, en dat die verdomde ketting het ook maar iets probeert te verminderen! Zit er een steekje bij je los of zo? Je vertelt net dat je die wezens niet kunt doden en het zal mij niet eens verbazen als Dawn na die ijzige blik op haar gezicht die rotketting niet eens om haar nek wilt doen en wat dan? Devon kan dat rotding niet eens aanraken zonder zijn vingers te branden, hoe moet hij dat ding om haar nek doen als ze niet meewerkt?!" Ik liet haar uit razen. Ik had het verdient, maar ze snapte het niet. Devon had zelf gezegd dat ze gezegd had dat hij het bij haar wegjaagde. Hij is minder in gevaar dan als één van ons twee daar op dook. Daarbij had hij meer kans om ze af te schudden dan zij.
    "Je loopt de verkeerde kant op." was het enigste wat ik zei terwijl ik de andere kant op been. "Blijf hier. Hou je vooral stil en als je iets ziet doe niks en laat het zijn gang gaan. Zolang ze hun niks heeft opgedragen ben je veilig. Kun je toevallig klimmen? Klim dan in een boom. Dan ben je veiliger dan op de grond. Ik ga Devon waarschuwen, want in tegenstelling tot wat jij denkt geef k er wel iets om dat hij in gevaar is. Hij heeft zelf gezegd dat ze heeft gezegd dat hij iets bij haar wegjaagde. Ze gaat hem minder snel iets doen dan ons twee." mompel ik en ik liep weg op mijn vampieren snelheid.
    Als ze nu gewoon in een boom kruipt, zal haar niks overkomen. Ik vond Devon al en ik wist dat Dawn dichtbij was. Heel erg dichtbij. Ik voelde de kilte en iets krachtig waar de aarde zachtjes van leek te schudde. Daarbij leek het hier donkerder dan waar wij daarjuist waren. Ik legde voorzichtig een hand op Devons schouder in de hoop dat hij zich niet zou verschieten en me zou aanvallen en praatte snel. Ik moest terug naar Dhelia om zeker te weten dat ze veilig was.
    "Devon, pas op voor Dawn. Ze is een necromancer. Sorry dat ik het niet eerder zei, maar ik had geen keus. Ik heb het haar belooft gehad, maar omdat je in gevaar bent vind ik dat je wel het recht hebt om het te weten. Jij moet gaan omdat ze het zelf heeft gezegd van dat je iets wegjaagt. Ik weet niet wat het is, maar wees voorzichtig. Probeer niet in de weg te lopen van dode dingen, je kunt ze niet doden zoals je zelf wel zult weten. Je hebt vast wel de verhalen over de necromancers gehoord? " vraag ik voordat ik snel terug verder praat. "Ik moet terug naar Dhelia. Roep als je me nodig hebt of doe iets. Ik ben hier snel en ik zal proberen te helpen als we zelf niet in de problemen zitten. Ik moet nu gaan en raak vooral de ketting niet aan." Ik gaf een klop op zijn schouder en kijk hem recht in zijn ogen aan voordat ik weer weg loop terug naar Dhelia. Ik had zo'n raar gevoel dat ze misschien in de problemen kon zitten.

    [ bericht aangepast op 3 jan 2013 - 16:27 ]


    Listen, Smile, Agree And Then Do Whatever The Fuck You Were Gonna Do Anyway..

    Devon Dorcha

    "Godverdomme."
    Ik spits mijn oren en probeer te bepalen waar het geluid vandaan kwam. De wind zit niet meer mee waardoor ik haar geur moeilijker kan opvangen. Wat het nog moeilijker maakt is dat ik Dhelia in de verte hoor schreeuwen, al weet ik niet of Dawn het ook kan horen. Het voordeel is dat ik me hierdoor weer beter weet te oriënteren en weet dat ik in de tegenovergestelde richting moet zoeken. Maar het duurt niet lang voor Daniël de boel weer komt verstoren. Ik hoor hem al van ver komen en ben even verbaasd dat hij zo snel bij me is. Zelfs voor een vampier raakt hij snel vooruit. Met een strenge blik kijk ik hem aan. Ik wijs naar mijn neus en vervolgens naar mijn oor als teken dat ik Dawn gevonden heb maar dat hij het signaal verstoort. Hij lijkt er echter geen aandacht voor te hebben en overvalt me met een stroom aan informatie.
    "Devon, pas op voor Dawn. Ze is een necromancer. Sorry dat ik het niet eerder zei, maar ik had geen keus. Ik heb het haar belooft gehad, maar omdat je in gevaar bent vind ik dat je wel het recht hebt om het te weten. Jij moet gaan omdat ze het zelf heeft gezegd van dat je iets wegjaagt. Ik weet niet wat het is, maar wees voorzichtig. Probeer niet in de weg te lopen van dode dingen, je kunt ze niet doden zoals je zelf wel zult weten. Je hebt vast wel de verhalen over de necromancers gehoord? Ik moet terug naar Dhelia. Roep als je me nodig hebt of doe iets. Ik ben hier snel en ik zal proberen te helpen als we zelf niet in de problemen zitten. Ik moet nu gaan en raak vooral de ketting niet aan."
    Voor ik kan antwoorden krijg ik een schouderklop, die een kleine grom uit mijn keel doet kruipen, en is Daniël weer weg.
    Necromancers. Ik heb wel verhalen over ze gehoord, maar ik ben er nog nooit eentje tegengekomen. Maar in alle verhalen die ik gehoord heb, kwam er nergens ook maar één aanwijzing voor vuur, waar Dawn eerder zo'n fascinatie leek voor te hebben. Langzaam vallen de puzzelstukjes op hun plaats. Dawn moet het gehad hebben over het vuur, toen ik haar liet schrikken. Het probleem is nu dat ik niet weet of ik hetzelfde effect zal hebben op haar nu de duistere magie de bovenhand heeft.
    "Dawn?" zeg ik nog een keer. Ik stap een aantal passen in de andere richting dan degene waarin Daniël net vertrok. Een goede keuze zo blijkt, want al snel kan ik haar geur oppikken. Ik ga bijna voor de tweede keer vandaag over mijn nek als ik een sterke vleug van iets doods opvang. "Dawn. Ik weet dat je me kunt horen. En ik weet dat je Daniël gehoord hebt maar dat doet er niet toe."
    Hoe verder ik stap, hoe meer ik een vage figuur van de rest van het bos kan onderscheiden en hoe sterker Dawn's geur wordt. Wanneer ik haar ademhaling kan horen, hou ik halt. Ik wil haar de ruimte geven om zelf naar me toe te komen.
    "Dawn, zal ik het laten weggaan?" fluister ik, hopende dat het deel van haar dat dat wel wil me hoort.


    I've no idea of the future, but I can see the past quite well. And the present, if the weather's clear.

    Jaybee Maple
    Ik bloosde lichtjes. Fascinerend. Dat was nieuw en vreemd genoeg klonk het vlijend. Ik grinnek zachtjes als hij terugschrikt naar de vraag. Dat was best schattig. Het leek wel of hij dacht dat hij zo veel minder was dan ik. Terwijl hoe meer hij vertelde hoe cooler hij leek. Ik had dan wel hoorntjes en vleugels, maar voor de rest was ik zo saai als een zak zout. "Dat is echt super cool!" Ik zie hem wat relaxder gaan zitten. Hij is zo te zien ook opgelucht om het naar buiten te gooien. "Ik ben een Satyr/Fallen Angel-hybrid." Ik wist dat het vreemd was, niet hoorde en wat dan ook. Ik accepteerde mezelf ook niet, maar ik moest er nou eenmaal mee leven. Dood gaan was trouwens ook vrij lastig, dan zou ik of een plantje of een standbeeld worden. Dat leek mij nou niet heel prettig. Ik keek weer haar hem. Dit wisten wel een aantal van mij, maar meer niet. Ik vond het vrij eng om echt informatie over mijzelf los te laten. Dat eindigden altijd fout. Ik keek nu naar het plastic plantje. Dat ding moest echt weg. Dus ik deed het meest impulsieve ding waar mijn hersens nu mee kwamen: Ik pakte het uit het potje en gooide het door de keuken zo de afvalbak in. Dan waren we daar ook vanaf. "Zullen we een echt plantje in de pot gaan doen? Dat plastice ging ging het toch echt niet worden of wel?" Nu ik wist dat hij een druide was was ik nog wat meer op mijn gemak. Zowel Satyrs als Druiden gaven veel om de natuur, misschien wel op een andere manier, maar alsnog. Het was niet dat zijn favourite hobby bossen verbranden en onschuldige diertjes spiezen was. Gelukkig maar, want dan zou ik waarschijnlijk wel heel erg hard gillend zijn weggerent.

    [Sorry dat het zo kort is maar ik moet eten.]

    [ bericht aangepast op 3 jan 2013 - 17:44 ]


    Bowties were never Cooler

    Dhelia Loreley
    "Je loopt de verkeerde kant op." merkt Daniël dan nogal flauw op, een onbewuste grom verlaat mijn lippen, want in dit soort opmerkingen heb ik dus absoluut geen zin op dit moment. Het is wel duidelijk dat mijn dag nogal verpest is en ik een vreselijk pokkenhumeur heb momenteel. Geërgerd draai ik me dan ook om, zodat ik kan zien welke richting hij in gaat, want ik ga niet koppig zijn momenteel en zeggen dat ik wél de goede richting inga, weet dat zoiets toch niet zal werken met Daniël.
    "Blijf hier. Hou je vooral stil en als je iets ziet doe niks, laat het zijn gang gaan. Zolang ze hen niks heeft opgedragen ben je veilig. Kun je toevallig klimmen? Klim dan in een boom. Daar ben je veiliger dan op de grond." Verbaasd kijk ik hem aan voor deze plotselinge uitleg, want waar slaat dit op? Mijn ogen richten zich nog even op de bosjes, de bomen, maar ik lijk werkelijk niets te zien.
    "Ik ga Devon waarschuwen, want in tegenstelling tot wat jij denkt geef ik er wel iets om dat hij in gevaar is. Hij heeft zelf gezegd dat ze heeft gezegd dat hij iets bij haar wegjaagde. Ze gaat hem minder snel iets doen dan ons twee." Oh ja, dit klinkt absoluut heel logisch, werkelijk waar.
    "Ja, laat me maar alleen!" schreeuw ik hem na als hij weg begint te lopen op een onmogelijk tempo. "Ga maar weg!" Ik ga niet eens proberen dat bij te houden en trap verstomd tegen een steen aan. Lekker aardig zijn we weer hoor, zomaar mij alleen laten. Hier, in mijn eentje, in een bos waar ik de weg niet ken. Natuurlijk heb ik een instinct om richting water te lopen, maar wie zegt dat dit bij de bungalows is?
    Zuchtend loop ik richting een verlaten boom en begin de graspollen uit de grond te trekken uit pure verveling, neurie maar weer zachtjes een liedje, want veel beters heb ik toch niet te doen. Dan uit het niets merk ik hoe een vogeltje op een tak blijft zitten, zijn kraalogen kijken me aandachtig aan. Ik grinnik, stop met zingen en begin een liedje te fluiten, in de hoop dat het beestje me nadoet. Dan, wanneer hij zijn vleugels spreid, knijp ik mijn ogen samen en kruip iets naar voren, van schrik deins ik weer naar achteren bij het zien van het kadaver dat hierdoor wordt onthult, de plek van zijn borstkas.
    "Holy," mompel ik zachtjes, mijn lichaam haast verstijft als de vogel zijn beste vriend naast hem komt zitten en hun vleugels spreiden en zodoende slechts een paar meter voor me neerzakken op de grond. In bomen klimmen had hierbij niet geholpen, dat is zeker. Ik probeer mijn ademhaling onder controle te krijgen, maar dat is iets dat niet lijkt te werken. Toch ben ik te koppig om naar Daniël te schreeuwen, naar Devon of weet ik veel wie, Claed? Hij zal niet eens in de buurt zijn, maar dat maakt me niet veel uit. Ik ben te koppig om aan Daniël zijn woorden toe te geven en deins langzamerhand naar achteren totdat ik tegen de boomstam aankom en de ene kop van de vogel zich zodanig kantelt, ik de maden uit zijn lichaam zie kruipen. Ik bal mijn hand tot een vuist en verberg mijn mond hier achter, probeer niet te kokhalzen en begin met het gooien van stokjes, in de hoop ze op deze manier af te leiden, maar niets lijkt te werken.
    "Rot op," sis ik de beesten toe en besef me dat ik ergens toch wel heel hopeloos ben. Dan bedenk ik me plots dat ik niet zomaar iemand ben, nee, ik ben Dhelia Athene Loreley en ik laat me niet zomaar kennen. Ik hap naar adem voordat ik een stap naar voren doe en alleen al walg bij het idee, de ene vogel een trap verkoop en de kop eraf schiet. Hard bijt ik op mijn vuist, want dit is nou niet bepaald iets dat ik verwacht had. Dan, wanneer de andere vogel op me afduikt doe ik nog een tevergeefse poging en richt mijn blote hand op de vogel, gebruik één van de vloeken die mijn moeder me heeft geleerd. Een langdurige slaap en tot mijn verbazing zakt het kadaver ineen, op de grond en kijk ik recht in het gezicht van Daniël die een meter of tien van me verwijderd is.
    "Hoi," zeg ik dan klungelig en haal mijn schouders op.


    Her heart was a secret garden and the walls were very high.

    Dawn Madison

    "Devon, pas op voor Dawn. Ze is een necromancer. Sorry dat ik het niet eerder zei, maar ik had geen keus. Ik heb het haar belooft gehad, maar omdat je in gevaar bent vind ik dat je wel het recht hebt om het te weten. Jij moet gaan omdat ze het zelf heeft gezegd van dat je iets wegjaagt. Ik weet niet wat het is, maar wees voorzichtig. Probeer niet in de weg te lopen van dode dingen, je kunt ze niet doden zoals je zelf wel zult weten. Je hebt vast wel de verhalen over de necromancers gehoord? Ik moet terug naar Dhelia. Roep als je me nodig hebt of doe iets. Ik ben hier snel en ik zal proberen te helpen als we zelf niet in de problemen zitten. Ik moet nu gaan en raak vooral de ketting niet aan." Hoorde ik Daniël zeggen.
    Normaal zou ik tegen de boom in een zijn gezakt, maar ik was niet meer mezelf. Het deed pijn om te weten dat Daniël mijn geheim heeft verraden en me als een gevaar zag. Ik was ook een gevaar. Een groot gevaar zelf als ik het me niet vergis. Daarbij was het me nog niet opgevallen dat ik mijn ketting kwijt was geraakt. Ik blijf stilstaan en mijn grijns word groter wanneer ik iets achter me hoor in de bossen. Het was een hond en hij was nog niet zo lang geleden overleden. Het was een vers lijk. Die waren moeilijker kapot te maken, dacht ik. Eigenlijk wou ik niemand pijn doen, maar ik was ik niet. Ik deed teken naar de hond dat hij zich nog moest stilhouden en verstoppen in de bossen. Ik zou hem wel waarschuwen als ik hem nodig had.
    "Dawn?" ik reageerde niet, ik bleef gewoon staan met mijn ijzige grijns."Dawn. Ik weet dat je me kunt horen. En ik weet dat je Daniël gehoord hebt maar dat doet er niet toe. Dawn, zal ik het laten weggaan?"
    Ik begon automatisch ongemakkelijker te wegen toen ik hem zag. Ja, het had bang van Devon, maar het wou het niet laten merken. Er kwam een ijzige lach over mijn lippen.
    "Devon, denk je nu echt dat je haar terug krijgt?" klonk het spottend uit mijn mond.
    Ik wou niet zo tegen hem doen. Het was haar. Toen wist ik het. Ik was heel mijn leven al bezeten geweest door iets. Dat waren mijn slechte kanten van gekomen. Ik was anders een gevoelig meisje geweest, maar zij had het allemaal veranderd. Ik wist dat het een vrouw was omdat de stem die soms door mijn hoofd ging vrouwelijk was. Ik wist ook dat zij iets met vuur heeft. Zij gebruikte me al heel mijn leven als een marionet. Ik moet haar uit me zien te krijgen!
    "Ze hoort je wel, maar ze kan niks doen. Ze is nog al moeilijk om te overmeesteren soms." vervolgde het terwijl ze nog steeds daar stond alsof ze de wereld bezit.
    Ik wist toen dat alles nu van hem afhing. Als hij iets verkeert deed zou de hond hem aanvallen. Hij kon beter weggaan. Hij kon me niet meer redden, bedachte ik treurig.

    Daniël Woods

    Ik was aan het rennen naar Dhelia toe en toen opeens begon ik me slapjes te voelen waardoor ik stil stond. Wat was dat? Ik had het gevoel dat ik slaap kon vallen elk moment. Met tegenzin begon ik toch nog te wandelen naar haar toe. Toen ik bij haar was bekeek ik de dingen die er bij lagen vredig te slapen. Het waren 2 vogels als ik me niet vergis. Één was voor te zien onthoofd. Het was gruwelijk. Ik had Dhelia niet alleen mogen laten. Dan was dit misschien niet gebeurt.
    "Hoi," zegt ze nog al klungelig terwijl ze haar schouders ophaalt.
    "Wat heb jij gedaan?" vraag ik terwijl ik de slaap uit mijn ogen probeer te vegen. "Het maakt niet uit we moeten hier weg voordat ze wakker worden. Je hebt ze kwaad gemaakt." zeg ik en zonder op haar reactie wachten pakte ik haar op. "Doe je ogen dicht." mompel ik nog voor ik begon te lopen een stuk hier vandaan.
    Als ik zeker weet dat we hier veiliger zijn zet ik haar neer. Ik weet niet hoe ze gaat reageren omdat ik haar had opgepakt, maar ik zou het wel verdient hebben. Ik zucht en ril even van de kilte die hier was. Ja, we waren nu veel dichterbij Dawn, maar nog niet zo dichtbij dat we Devon konden zien. Ik was op gehoor afstand als hij moest roepen. Daarbij moest ik nog steeds mensen wegjagen of dieren die in Dawn haar buurt willen komen. Ik bleef gefocust rond me kijken terwijl ik wacht op Dhelia haar reactie.


    Listen, Smile, Agree And Then Do Whatever The Fuck You Were Gonna Do Anyway..

    Dhelia Loreley
    Verontschuldigend kijk ik naar Daniël, die plots uit het niets moet gapen en in zijn ogen wrijft. Ik moet toegeven, een zeer goede leerling ben ik nooit geweest van mijn moeder. Ik luisterde nooit, was veel te koppig om toe te geven dat ik het ook maar ooit zou gaan gebruiken en het tegendeel is bewezen; ik heb mijn moeder gelijk gegeven. Ik heb een vloek uitgesproken en ergens ben ik toch wel euforisch dat het me gelukt is. Natuurlijk is het nooit mijn bedoeling geweest om het ook effect te laten hebben op Daniël, maar alsnog, het is beter dan niets toch?
    "Wat heb je gedaan?" vraagt Daniël dan, het duurt even voordat zijn woorden tot me doordringen en staar nog steeds naar de stijve kadavers die vlak voor mijn voeten liggen. Een rilling glijdt er langs mijn ruggengraat heen en de kans om te antwoorden heb ik dan ook niet echt omdat Daniël alweer verder praat: "Het maakt niet uit we moeten hier weg voordat ze wakker worden. Je hebt ze kwaad gemaakt." Ja, dat ik die wezens kwaad heb gemaakt, dat kan ik ook wel begrijpen. Een trap tegen je schedel aan met een voet vindt niemand nou bepaald lekker of fijn, maar ja, eigen schuld zoals ze dat wel eens zeggen. Zelf uitgelokt hoor, pure zelfverdediging noem ik het, wat ik heb gedaan.
    Ik heb nog de kans om een trap tegen het levenloze beest aan te geven, waardoor hij als een kleine steen een aantal meter verderop belandt en wordt dan al de lucht ingehezen door Daniël. Protesterend sla ik met mijn handen op zijn rug, want hoewel ik moet toegeven dat een overheersend deel van mijn lichaam zegt dat ik niets liever dan dit wil, zegt mijn hoofd dat dit zo ontzettend fout is.
    "Laat me los, Daniël." grom ik naar hem, waardoor we tegelijk spreken en ik zijn woorden niet versta, voordat ik het weet hij al begint te lopen op een abnormaal tempo. Het duurt niet lang voordat hij me weer neerzet, geen idee waar we zijn en klop mijn jurkje af. Aankijken doe ik hem niet en bespeur de omgeving. Hetzelfde kille bos als op de plek waar we net waren, er lijkt nauwelijks verschil in te zitten.
    "Het was een vloek, je valt erdoor in slaap voor een gedurende tijd." zeg ik dan uiteindelijk en draai mijn lichaam een kwartslag naar hem toe. "Niets bijzonders. Zullen we verder gaan?"


    Her heart was a secret garden and the walls were very high.

    Devon Dorcha

    Had ik nu mijn Hound-kant niet de leiding gegeven, dan was ik ineengekrompen bij het horen van een ijzige lach.
    "Devon, denk je nu echt dat je haar terug krijgt? Ze hoort je wel, maar ze kan niks doen. Ze is nog al moeilijk om te overmeesteren soms."
    Ik blijf even stil staan. Van haar stem als rinkelend glas blijft nu niet veel meer over. Ze klinkt zo kil en afstandelijk. Terwijl ik in mijn hoofd een plan bedenk kom ik telkens weer op één obstakel uit. Liegen. Ik schud mijn hoofd even en laat mijn schouders hangen, alsof ik me nu al verslagen voel. Niks is minder waar. Mijn houding is het enige waarmee ik wel kan liegen, dus ik moet het uitspelen ook want met woorden zal ik naar manieren moeten zoeken om dingen dubbelzinnig te laten klinken, zodat het ze anders kan opvatten dan ik ze bedoel. Terwijl ik normaal op zoek ga naar een evenwicht tussen mijn vader en moeder's genen, dwing ik elk beetje Hound dat ik in mijn lijf heb naar de achtergrond. Verleidelijkheid is iets dat nu heel erg in mijn voordeel kan spelen. Ik hoef Dawn niet lang aan te raken, enkel om haar die ketting aan te doen. Nu moet ik eerst die verdomde parasiet lokken.
    Wanneer ik weer opkijk zijn mijn ogen niet langer zwavelachtig groen, maar mijn eigen vertrouwde grijs-groen. Ik voel me op dit moment heel kwetsbaar, ondanks dat ik Gancanagh ook nog een heel stuk sterker ben dan de meeste stervelingen. Ik stap voorzichtig zonder enig spoor van uitdaging in mijn lijf naar Dawn toe en val op mijn knieën voor haar neer. Ik richt mijn blik op de grond, alsof ik het niet waard ben haar aan te kijken.
    "Maar ik heb iets meegebracht voor U."
    Ik steek één van mijn handen uit, alsof ik niet-Dawn wil aanraken maar trek deze dan net op het laatste moment terug om het nog meer het gevoel te geven dat het een machtspositie heeft. Gezien het net zelf aangegeven heeft dat het Dawn wil overwinnen, heb ik een vermoeden dat het niet bestendig is voor vleierij en aanbidding.
    "Het spijt me," zeg ik met een zachte stem. Ik kijk op met glinsterende ogen, vol bewondering. In werkelijkheid is mijn bewondering voor Dawn zelf, dat ze zich zo lang sterk gehouden heeft met zoiets akeligs in zich. Maar dat weet het niet en volgens mij is het te arrogant om daarbij stil te staan.
    "Bent U degene die van vuur houdt?" vraag ik met een duistere stem. "Ik heb iets bij me dat U zeker zal bevallen."
    Ik haal de ketting uit mijn broekzak en knoop de eindjes van mijn jeans los zodat het amulet tevoorschijn komt. Ik zet mezelf schrap en neem het in mijn hand. Het duurt niet lang voor een gierende pijn door mijn lichaam trekt en ik noodgedwongen het ding weer los laat. Ik steek mijn bevende hand uit naar niet-Dawn om de brandwonde te tonen. Vuur, brandt. Het lijkt te zijn waar haar macht vandaan komt. Gespeeld nederig laat ik mijn hoofd weer hangen.
    "Ik kan hem niet bij U om doen, maar Dawn kan dat wel. U bent nu sterk genoeg om de controle weer over te nemen. Het sieraad zal het lichaam alleen maar sterker maken."
    Dawn's lichaam. Haar hersenen, haar ziel. Niet die van het Monster. Het enige dat ik kan doen is hopen dat haar arrogantie groot genoeg is en mijn vleierij overtuigend genoeg om haar Dawn heel even de controle terug te geven. Zodra Dawn zichzelf het amulet heeft omgedaan, is het hopelijk voorbij.
    Ik breng mijn hand voor mijn eigen gezicht en sis, alsof ik nog steeds verga van de pijn.
    "Vuur," mompel ik haast onverstaanbaar, maar verstaanbaar genoeg zodat het me kan horen.

    [ bericht aangepast op 3 jan 2013 - 22:06 ]


    I've no idea of the future, but I can see the past quite well. And the present, if the weather's clear.

    Daniël Woods

    "Het was een vloek, je valt erdoor in slaap voor een gedurende tijd. Niets bijzonders. Zullen we verder gaan?" vraagt ze.
    "Is een goed idee. Let een beetje mee op. Ik kan misschien iets over het hoofd zien." mompel ik terwijl ik richting de geur van Devon been.
    Het was te stil in het bos zelf voor als ik hier rond liep. Je kon altijd wel een vogel in de verte horen nu hoorde je niks. Het was raar en op de een of ander manier jaagde het me angst aan. Wie weet wat ons nog te wachten stond. Vogels waren nog niet zo erg, maar als er ergens misschien iets gevaarlijker ligt zoals een wolf dan zouden we moeten vluchten. Die beesten waren intens gevaarlijk. Daarbij had ik het al niet zo op wolven. Dat kwam door het weerwolven gedoe. Als een weerwolf me bijt zou ik dood kunnen gaan van het gif, andersom is het niet zo. Ik moest hun dan onthoofden of hun hart eruit rukken, dat geld eigenlijk meer voor een vampier weerwolf hybrid, maar die waren ook zeldzaam. Je zult ze niet snel tegen komen. Ik ben er zelf maar ooit eentje tegen komen. Ik hoorde geritsel in de bossen en draaide me direct op mijn hoeden, maar het was niks.
    "Dit is enorm zenuwslopend, vind je ook niet?" zeg ik terwijl ik terug begin te wandelen.

    Dawn Madison

    "Maar ik heb iets meegebracht voor U. Het spijt me." zei hij en hij keek met glinsterende ogen vol bewondering naar mij of naar het. Ik snapte niet waar hij mee bezig was en voor te zien zij ook niet. Op de één of andere manier was ze gevleid, maar vertrouwde ze ook niet het zaakje. Ik kijk naar hem minachtend."Bent U degene die van vuur houdt? Ik heb iets bij me dat U zeker zal bevallen." Zijn stem had duister geklonken. Ik kijk toe terwijl hij mijn ketting of amulet liet zien. Hij had hem dus. Toen hij het aanraakte leek het hem pijn te doen en mijn ogen worden groot toen ik de brandwonden op zijn hand zag. Ze vond het mooi. Ze wou het aanraken."Ik kan hem niet bij U om doen, maar Dawn kan dat wel. U bent nu sterk genoeg om de controle weer over te nemen. Het sieraad zal het lichaam alleen maar sterker maken. Vuur." ze vroeg zich af of ze hem kon vertrouwen. Ik wist ook niet wat ik er van moest denken. Devon leek nog altijd pijn te hebben van de wonden.
    Ik zette een stap naar voren, maar ik deed ongezien teken dat de hond mocht tevoorschijn komen. Als hij in zicht komt, glimlach ik naar Devon.
    "Als u mij voor de gek houd, valt hij aan." zei ik en toen maakte ik een cirkel van vuur rond Devon nadat ze de ketting had gepakt zodat Devon niet weg kon.
    Het branden even in mijn hand waardoor mijn gezicht vertrok, daardoor kon ik haar terug overmeesteren. Ze had niet opgelet. Ik kijk naar de hond en slikte. Ik moest zijn geest weer vrij laten. Ik wist niet juist hoe, maar zolang het me niet gelukt is kan ik mijn ketting niet uitdoen. Ze leek het te weten wat ik moet doen en probeerde terug te overmeesteren. Ik vocht terug en trok een moeilijk gezicht terwijl ik hijgend tegen de boom neer zakte. Het koste te veel moeite en energie. Ik kon het niet lang volhouden. Ik keek toe terwijl de hond een cirkeltje rond het vuur loopt waar Devon in gevangen zat. Als ik toch zo krachtig was als ze zeiden, kon ik een geest toch bevrijden met mijn ketting aan. Ik moest het proberen voor het zou aanvallen. Ik deed rap en onhandig mijn ketting om omdat ze langzaam de controle weer over me probeerde te nemen.
    Het vuur verdwijnt meteen toen de ketting om waardoor de hond kon aanvallen. Ik concentreerde me op hem en probeerde me in te beelden hoe ik zijn ziel van zijn lichaam verlos. Ik sloot mijn ogen om mijn kracht te zetten en ik voelde hoe ik mijn lichaam leek uit te putten. Het deed pijn. Toen ik een bons hoorde dat betekende dat de hond was in elkaar gezakt doe ik mijn ogen open. Het lag daar stil. Ik maakte met moeite mijn ogen los van het dier en kijk vermoeid naar Devon. Ik verdrink weer in zijn blik als ik in zijn ogen kijk.
    "Devon.." mompel ik met een vermoeid glimlachje voordat ik flauwval. Ik had te veel kracht moeten gebruiken.


    Listen, Smile, Agree And Then Do Whatever The Fuck You Were Gonna Do Anyway..

    Dhelia Loreley
    "Is een goed idee. Let een beetje mee op. Ik kan misschien iets over het hoofd zien." Een diepe zucht verlaat mijn lippen, want het is wel duidelijk dat ik hier absoluut geen zin in heb, helemaal niet. Ik heb geen zin om het brave hondje te spelen en vooral niet na wat ik net gedaan heb en laten zien dat ik niet zomaar iemand ben, onbruikbaar en al, enkel bijzonder omdat ik een zowaar sterke aantrekkingskracht heb.
    "Als jij het niet ziet, geloof me, dan zie ik het al helemaal niet." brom ik, helemaal niet in de stemming, maar wandel alsnog op een redelijk vlot tempo achter hem aan, geef hem zelfs een tikje in de rug als ik hem bijna heb ingehaald. Dan begin ik maar te fluiten, maar stop al snel als ik me bedenk dat ik de dode vogels daarmee naar me toe heb gelokt en kijk de bomen in. Niets te zien, geen vogel, geen eekhoorn, een konijn of zelfs ook maar een vlinder. Helemaal niets. Het is verschrikkelijk stil en dat is iets dat me de rillingen geeft. In tegenstelling tot Daniël, waar het wel bij lijkt dat de dieren angst voor hem hebben, lijkt het bij mij het tegenovergestelde effect te geven. Mijn moeder vertelde me vroeger altijd dat het de aantrekkingskracht was en ergens geloof ik haar woorden wel, weet er geen andere conclusie voor te geven.
    "Dit is enorm zenuwslopend, vind je ook niet?" Verward kijk ik op, veel te veel in mijn gedachten verzonken en knik afwezig.
    "Hmm," mompel ik zachtjes naar hem en draai een haarlok om mijn vinger heen. Voor de zekerheid kijk ik extra goed uit bij elke stap die ik zet, kijk in de bosjes of zoek naar mensen waar ik mijn spelletje op kan spelen, maar helemaal niets. Er lijkt niets levendig in dit rotbos te zijn op Daniël en mij na.
    "Zijn we ook maar iets in de buurt van Dawn of wat?" vraag ik dan aan Daniël omdat het me nu ergens toch wel benieuwd maakt en versnel mijn pas zodat ik naast de jongen kan lopen, ik knip met mijn vingers om zijn aandacht te trekken en glimlach zorgvuldig.


    Her heart was a secret garden and the walls were very high.

    (Mensen de adaptor van mijn laptop is ontploft waar ik bij zat vanavond dus ik zal minder reageren tot ik weer een adapter heb.]


    Ich liebe dich 27.12.23

    Devon Dorcha

    Ik moet me inhouden van lachen als ik een hond, die overigens heel erg dood is, tevoorschijn zie komen. Opdat de feeks het niet zou merken, laat ik heel langzaam de Hound in me weer naar boven komen. Onder invloed van niet-Dawn of niet, ik betwijfel dat het dier me zou durven aanvallen zo.
    "Als u mij voor de gek houd, valt hij aan."
    Ik knik even. Laat hem maar komen, ik kan een kadaver heus wel aan. Ik kom langzaam overeind wanneer een cirkel van vuur zich om me heen verspreid. Dit is dan weer minder fortuinlijk. Ik hou mijn ogen op Dawn gericht en kijk met moeite toe hoe ze moet vechten om de controle te krijgen en houden.
    "Komop, Dawn. Je kunt het," mompel ik onder mijn adem.
    Ondertussen loopt de hond om de cirkel heen. Ik toon mijn tanden en grom gevaarlijk terwijl ik mijn ogen even een flits groen laat uitslaan. Tegen mij kun je niet op puppylijk. Ik ben Daragh Dubhlainn Dorcha en mijn moeder was Gabriella van een Hunt. Mij krijg je niet zomaar klein. Ondanks dat ik weet dat ik een inwendige conversatie voer met een dood mormel dat niet eens zijn eigen gedachten onder controle heeft, voel ik toch de rivaliteit. Dit is nu mijn territorium en het kadaver is er zéér ongewenst. Ik schrik even als het plots met een plof neervalt en laat mijn blik onmiddellijk weer naar Dawn zoeken. Mijn adem stokt even als haar blik zich in de mijne boort en ik vervolgens zie hoor haar ogen wegdraaien.
    "DANIËL!" roep ik zo luid ik kan, ookal weet ik dat dat vast niet eens nodig is.
    Ondertussen zie ik hoe Dawn bewusteloos de grond tegemoet gaat, maar doordat het gras onder de cirkel zelf ook vlam gevat heeft zit ik nog steeds gevangen in mijn vurige cel. Ik probeer zo rustig mogelijk te blijven terwijl ik naar een uitweg zoek. Had ik nou maar wat water. Wacht. Water.
    "Dhelia!" roep ik er nog achteraan.

    [ bericht aangepast op 4 jan 2013 - 13:03 ]


    I've no idea of the future, but I can see the past quite well. And the present, if the weather's clear.