• Deze RPG speelt zich af aan het koninklijk hof. Alle informatie over waar het zich afspeelt, de omgeving, gewoontes en dergelijke kan je hier vinden. De tijd waarin de RPG zich afspeelt, is zoals jullie waarschijnlijk al doorhadden, de Middeleeuwen. Maar niet zoals het werkelijk was, het is namelijk een fantasie wereld.
    Van mensen met toverdrankjes tot reuzachtige draken, het is allemaal toegestaan.

    Elke tien jaar worden er uit de omliggende dorpen twee mensen, die in het rijke bezit zijn van een machtig mythisch wezen, uitgekozen om een training te komen volgen aan het koninklijk hof, ze zullen getraind worden door de beste meesters die er zijn.

    Het is een eeuwenoude traditie die nooit verdwenen is, ontstaan in een periode vol oorlogen. Spionnen van de heer hadden de belangrijke taak de twee uitverkorenen te kiezen. Deze moesten natuurlijk wel voldoen aan een aantal eisen, zoals dat ze in het bezit moesten zijn van een mythisch wezen en er mee om moesten kunnen gaan. Enkel de besten werden uitgekozen en mochten naar het hof komen en kregen training van de beste trainers om nog beter met hun dier om te kunnen gaan, maar ook met wapens. Ze werden ingezet in de oorlogen en strijd als aanvoerders van kleine legers of werden uitgezonden op privé missies.
    Er zat een hoop verantwoordelijkheid achter de taak als uitverkorene en het was dus een hele eer als je uitgekozen werd, een droom van velen zelfs.

    En dat is het nog altijd. De twee voorheen gewone dorpelingen komen ineens in een heel ander wereldje terecht en plots kijken er mensen naar hun op. Sommigen weten zich erg goed aan te passen, anderen krijgen heimwee en bij enkele stijgt de roem en rijkdom ze naar het hoofd. Hoe reageren de andere bewoners op het koninklijk hof hierop? Zoeken ze hun roem bij de uitverkorenen, negeren ze ze of proberen ze hun neer te krijgen?


    Er wonen dus verschillende mensen aan het koninklijk hof, mensen met verscheidene beroepen en rangen, probeer je ook in te leven in hun wereld, beleefdheden, tradities en dergelijke. Om dit gemakkelijker te maken heb ik zelf wat dingen op een rijtje gezet en die kan je hier lezen.
    Voor de rest laat ik jullie helemaal vrij in alles.


    Het rollentopic: Hier
    De bijhorende story: Hier

    De personages:
    Nauwe verwanten heer.
    - Roosevelt - Oliver John Tozay - 24 - zoon.

    Trainers & Trainsters.
    - Sioux - Dante Florian Lunix - 23
    - ? - ? - ?

    De Drie uitverkorenen.
    - Endure - Esmée Fox - 21
    - ? - ? - ?

    Personeel de heer.
    - Goldenwing - Emlyn - 28 - Stalmeester
    - Sid - Philip ‘Pip’ Lamora - 20 - Stalknecht.
    - Lexus - Gwen Verselli - 18 - Arts in opleiding

    Gewone arbeiders & dorpelingen (Geen max.)
    - Endure - Eleanor Pantheras - 17 - dochter kroegbaas.

    Op standby:
    Vluuv - Larina Almeida - 21 - protegé magiër
    vluuv - Miro Valenta - 28

    [ bericht aangepast op 26 dec 2012 - 17:32 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Guys, Els leeft ook weer, yaaaay _O_

    Eleanor Pantheras.
    Heer Jones zei haar dat hij straks haar schaafwonden zou behandelen, iets waar Eleanor alles behalve blij mee was. Het waren van die kleine dingen die ze liever oversloeg, al van kinds af aan. Hij zou vast iets op de schaafwonden doen waardoor het nog meer ging prikken, dat wist ze uit ervaring. Als kind zijnde was ze een nog grotere kluns dan dat ze nu was, regelmatig had ze schaafwonden en blauwe plekken.
    Eleanor had haar gezicht weer afgewend, maar aan wat heer Jones zei kon ze afleiden dat wat heer Lunix ook ging doorstaan, dan het alles behalve prettig zou zijn. De wond zou vast gehecht moeten.. Ze huiverde bij die gedachte, gelukkig hoefde ze niet te kijken. "Miss Pantheras, houd zijn lichaam in bedwang, hij heeft je nu nodig."
    "W-wat?" stamelde ze als antwoord en keek hun kant op. Heer Lunix zat met een doek in zijn mond, was het zo ernstig? Ze dacht dat dat enkel werd gedaan wanneer de patiënt iets moest doorstaan dat zelfs de rasechte mannen wel eens aan het jammeren kreeg. Zacht beet ze op haar onderlip, ze had ontzettend te doen met heer Lunix en voelde zich met de seconde ongelukkiger voelen, dit was allemaal haar schuld.
    Plots drong het tot haar door dat heer Jones op haar aan het wachten was en met alle tegenzin van de wereld liep ze naar het tweetal toe en knielde neer. Eleanor voelde zich ontzettend ongemakkelijk, dit vooral doordat heer Lunix met ontbloot bovenlijf zat. Het was niet gehoord en ging tegen alles in wat ze ooit geleerd had. Moeizaam slikte ze een keer, heer Lunix zijn leven stond op het spel, ze moest doen wat ze moest doen.. Toch? Zwijgend keek ze heer Lunix aan en haar lippen vormden een geluidloze sorry, voordat ze haar vingers rond zijn armen klemde. Sterker dan hij was ze zeker niet, maar ze zou er alles aan doen om te helpen.
    Eleanor concentreerde zich volledig op het in bedwang houden van heer Lunix, op die manier hoefde ze niet te zien wat heer Jones deed. Alleen de gedachte al bezorgde haar kippenvel, ze had nooit goed tegen dat soort dingen gekund.
    Het leek een eeuwigheid te duren voordat heer Jones klaar was en ze had pas door dat hij gestopt was toen hij aan heer Lunix vroeg hoe het met hem ging. Tot haar schaamte merkte ze dat ze heer Lunix nog vast had en gauw liet ze lot, haar handen trilden zag ze nu. Waarom was ze niet gewoon thuis gebleven? Waarom had Oliver naar haar toe moeten komen?
    Zwijgend staarde ze de verte in, zonder er echt naar te kijken. "Miss, nu is het jou beurt." "Huh? Oh.. Nee, ah," stamelde ze. Ze ging staan en zag dat heer Jones zijn blouse aan heer Lunix aangeboden had, waardoor hij diegene was die ontbloot bovenlijf had. Er waren vast zat andere meiden die graag in haar schoenen hadden gestaan, maar Eleanor voelde zich er alleen maar nog ongemakkelijker door. "Dat is niet nodig, het is niks," antwoordde ze zacht terwijl ze haar schouders ophaalde. Ze voelde zich zo'n aansteller, het waren enkel wat schaafwonden, ze prikten weliswaar, maar dat van heer Lunix was velen malen erger geweest en was het nog. Het was beter als ze ging, al was ze bang dat ze niet zo naar huis kon.. Haar vader zou vast vragen stellen en ze kon hem echt niet vertellen over.. Over alles, wat zou hij wel niet denken? Hij zou vast kwaad zijn op haar, net zoals Oliver. Ongelofelijk hoe erg je alles kon verpesten op één avond.
    "Ik denk dat ik beter kan gaan," begon ze en toen viel haar blik op heer Lunix. Ze kon hem toch niet terug laten strompelen? Of zou hij zich beledigt voelen als zij hem zou helpen? Of kon heer Jones het zelf? Oh, bij alle Goden, wat moest ze doen? Hulpzoekend keek ze heer Jones aan met de hoop dat hij haar uit haar lijden zou helpen.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Endure schreef:
    Guys, Els leeft ook weer, yaaaay _O_



    Vreugdedansje! (yeah)


    Stand up when it's all crashing down.

    Goldenwing schreef:
    (...)

    Vreugdedansje! (yeah)


    Ze GB'de me, ze zit in Amerika! Ze had me al verteld dat ze daar naar zo'n igh school zou gaan en daar is ze nu blijkbaar (:


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Endure schreef:
    (...)

    Ze GB'de me, ze zit in Amerika! Ze had me al verteld dat ze daar naar zo'n igh school zou gaan en daar is ze nu blijkbaar (:


    Zo hé, dat is nog eens hele andere koek dan die middelbare scholen van ons. (:


    Stand up when it's all crashing down.

    Ik wacht nog wel even op Aotearoa, tenzij degene het niet erg vind dat ik eerst reageer. (':


    Ik denk het eerlijk gezegd niet (: Ze kan immers weinig doen.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Cocon schreef:
    Ik wacht nog wel even op Aotearoa, tenzij degene het niet erg vind dat ik eerst reageer. (':

    Sorry was Vergeten te zeggen dat ik dit weekend weg was, ik heb wel een ideetje voor een kleine post, niet heel veel, maar dat wordt pas maandag middag/avond.

    Dante
    ‘Adam Jones, Arts,’ had de man geantwoord. Ook had hij gezegd dat het beter met Eleanor ging dan met mij, tot die conclusie was ik ook al gekomen, maar ik wilde alleen wat afleiding.
    ‘Stil, je moet je kracht behouden,’ zei hij op een nette dokterstoon, waarna ik netjes mijn mond hield. Niet veel later zei hij wat tegen Eleanor. Voor het eerst hoorde ik haar achternaam. Eleanor Pantheras, ja dat klonk wel samen. Heer Jones haalde mijn T-shirt van de wond, even was ik opgelucht, maar helaas niet voor lang. Het shirt werd gewisseld voor een vochtige lauwe doek, het water drupte soms naar binnen, waardoor het meer pijn ging doen. Nog steeds probeerde ik het te verbijten, er waren dingen die meer pijn zouden doen, hield ik mezelf voor. Zijn vingers, met een soort zalf eraan, rakte de gevoelige rand. Ik balde mijn vuisten, maar zei geen woord.
    ‘Dit gaat pijn doen,’ melde hij. Ik hoopte dat het niet zo diep was en dat het niet gehecht hoefde te worden, maar na zijn volgende handelingen was ik daar toch bang voor. Hij draaide een doek bijeen en zei dat ik er op kon bijten. Snel deed ik wat er gevraagd werd en beet op de doeken die me gegeven waren.
    ‘Miss Pantheras, houd zijn lichaam in bedwang, hij heeft je nu nodig,’ zei hij tegen Eleanor. Al mijn hoop was vervlogen, dit moest hij hechten en dit zou pijn doen zonder hulpmiddelen en die had hij niet bij zich. Eleanor stamelde wat, ze zou niet en dat kon ik goed begrijpen. Het was tegen alle regels in dat ik nu zonder shirt hier lag en dat Eleanor moest helpen, maar schijnbaar was er geen andere mogelijkheid. Voorzichtig knielde Eleanor langs me neer en haar lippen vormde een geluidloze sorry, waarna ze haar koude vingers rond mijn bovenarmen klemde. Nog steeds was ik haar dankbaar dat ze een arts had gebracht en dat gaf mijn gezichtsuitdrukking ook aan. Ik voelde hoe heer Jones de wond bij elkaar hield en er een naald doorheen haalde. Uit alle macht probeerde ik niet te bewegen, al mijn spieren waren aangespannen en mijn tanden klemde ik zo hard mogelijk op de doek. Als het kon had ik het bijna uitgeschreeuwd van de pijn. Al snel volgde de volgende halen en welde er een traan op in mijn ooghoek. Wanneer zou het eindelijk stoppen? Dat was het enigste wat ik nog kon denken.
    Eindelijk was het klaar, er bleef een felle pijn over.
    ‘Gaat het?’ vroeg heer Jones terwijl hij de doek uit mijn mond haalde en die weer nat maakte om de wond nog eens schoon te maken. Door alle pijn leken de aanrakingen daar verdoofd. Het werd netjes verzorgd en in verband gewikkeld. Eleanor liet me weer los en keek weer weg.
    ‘Klaar, maar je moet veel rust hebben de komende tijd en ik denk dat je het litteken altijd vaag zult zien, maar je leven is in ieder geval gered,’ zei hij en hielp me rechtop om me zijn blouse aan te trekken.
    ‘Dank u,’ reageerde ik zacht. ‘Ik ken de procedure, ik heb al zo’n litteken.’ Voorzichtig haalde ik de blouse op mijn rug een beetje omhoog, waar zo’n zelfde litteken zat.
    ‘Miss, nu is het uw beurt,’ zei hij en ik maakte wat plaats op mijn mantel zodat Eleanor niet op de straat hoefde te zitten. Vermoeid van alle inspanning ging ik weer liggen. Het enige dat ik nog voelde was pijn en vermoeidheid. Langzaam vielen mijn ogen dicht en ik kreeg al niet meer mee wat er allemaal om me heen gebeurde.

    Ik zal zo snel mogelijk reageren, maar heb op het moment nogal koppijn.


    Whiej, ik ben benieuwd naar je reactie :3


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Adam Michael Jones, Arts.
    “Dank u,” reageerde hij zacht, vermoeid door de ingreep die ik had moeten doen. Ik had altijd bewondering voor patiënten die zich sterk hielden als er geen enkel soort van verdoving was. Het minste wat ik voor hen kon doen was ze weer op de been brengen, proberen het zo min mogelijk te laten voelen door zo snel te handelen als ik kon. Mijn gedachten werden onderbroken door de jonge heer die zijn stem weer liet horen, echter nog steeds zacht. “Ik ken de procedure, ik heb al zo’n litteken.” Voorzichtig haalde hij de blouse een beetje bij zijn rug omhoog, waar ook hetzelfde soort litteken zat.
          De tweede? Ik vroeg me af waardoor het kwam, en misschien was het wel inbreuk van privacy, maar mijn nieuwsgierigheid werd hierdoor geteisterd. Dat niet alleen, ook nog de doodsimpele reden dat ik voor de mens wilde zorgen en hiervoor moest weten wat er gebeurd was, wat de oorzaak was, want het gevolg wisten we nu wel. Ik knikte, ten teken dat ik het gezien had en richtte me vervolgens op de vrouwe Pantheras. Die vraag zou later wel komen, nu moest ik nog voor de jongedame zorgen.
          Heer Lunix maakte plaats op zijn mantel voor haar en ik gebaarde dat ze erop kon gaan zitten met een charmant, keurig glimlachje. “Huh? Oh… Nee, ah,” stamelde ze en ik probeerde zo hard mogelijk niet om mijn lippen om te laten krullen in een grijnsje – wat deels lukte, want na enkele seconden brak er toch een klein grijnsje door. “Dat is niet nodig, het is niks,” antwoordde ze zacht verder, terwijl ze haar schouders ophaalde. Ondertussen had de jonge man vermoeid gaan liggen en in mijn ooghoeken keek ik toe hoe zijn ogen dichtvielen. Die vraag moest ik voor nu maar op een laag pitje zetten, het was in elk geval geen mogelijkheid het aan de dame te vragen, want heer Lunix had de wond – mogelijk aangevallen – en ik wilde van hem horen wat er was gebeurd. Nu was hij vermoeid en niet de tijd ervoor, hij had rust nodig.
          “Ik denk dat ik beter kan gaan,” begon ze en haar blik viel vervolgens op heer Lunix. Ik liet mijn hand weer zakken die het gebaar maakte en keek voor een kort moment toe, waarna ik mijn leren jas zocht om toch nog iets aan te hebben. Ze leek zich duidelijk ongemakkelijk te voelen en eigenlijk had ze gelijk, ik hoorde niet voor haar te staan, met een ontbloot bovenlijf. Het was nodig mijn blouse aan heer Lunix te geven, hij had het nodig om warm te worden en toch nog iets aan te hebben. Mijn blik kruiste die van haar en de hulpzoekende blik die in haar ogen stond, ving ik gelijk op. Een zuinig, maar vredelievend glimlachje kwam er op mijn gezicht en scheen hetzelfde in mijn ogen, waarna ik haar toch weer gebaarde om plaats te nemen op de mantel.
          “Dame, als ik U voorstel eerst uw schaafwonden te verzorgen, dan kan ik U daarna naar huis begeleiden. Uw hulp heb ik dan ook bij heer Lunix, want hij is van vermoeidheid in slaap gevallen. We kunnen hem wel onderdak geven in het ziekenhuis, dat is maar een klein kwartier lopen.” Een klein charmant glimlachje bleef op mijn gezicht staan terwijl ik dit alles zei. “Ik laat U niet weggaan voordat ik weet dat uw wonden verzorgt zijn en U veilig thuis bent gekomen,” Er klonk een toon in door dat ik geen protest voor lief nam.

    (Ik weet niet hoe je het vroegere 'ziekenhuis' noemt of zo, dus zeg ik dat gewoon even zo. Dat jullie dat even weten. 8D
    Oh, en sorry voor het lange wachten. Ik hoop dat jullie het wat vinden.)


    Ziekenzaal ofzo? Een hospitaal, gasthuis, ik weet wel dat ze vroeger een pesthuis hadden ;p En dat is niet erg hoor, ik heb het zelf ook erg druk, dus dat komt wel goed uit ;p
    Ik zal morgen wat schrijven met Eleanor (of later, maar ik wil het niet te lang uitstellen)


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Die laatste zin bij Emlyn klonk best fout, ahahaha ;p

    Esmée Fox.
    "U moet de andere deur gebruiken. Het is hier normaal gezien de gewoonte dat fabeldieren uit het zicht van de paarden blijven. Vrouwe." Het was de staljongen die sprak, Pip was zijn naam en blijkbaar mocht hij haar niet. Ook vond Esmée dat hij zijn plaats niet kende. Om te spreken voor Emlyn was onacceptabel en de manier waarop hij tegen haar sprak al helemaal. Hij hoefde niet zo te reageren om te weten dat iedereen baalde van de ravage die Wyvern had gemaakt, maar zij kon het ook niet helpen. Het was nou eenmaal gebeurd en om dan daar zo lang zo moeilijk over te blijven doen was gewoonweg onvolwassen. Ondanks de troep die er nog was na het lange opruimen dat ze er waarschijnlijk al op hadden zitten. Hadden ze maar beter op moeten letten, dacht ze verbitterd.
    Ze wilde hem nog iets zeggen, maar besloot voor eens dat iemand het slimste moest zijn. "Natuurlijk," zei ze enkel, te vermoeid om nog een woordwisseling met iemand aan te gaan. Esmée wilde zich net omdraaien toen Emlyn zijn mond opentrok en haar begroette, tot haar grote verbazing maakte hij zelfs nog een buiging voor haar. Hij was wel de laatste man op aarde van wie ze dat verwacht had, ondanks alle etiquette had ze verwacht dat hij zich wat minder beleefd op zou stellen. Aan de ene kant was ze blij dat Emlyn zich gedroeg, ze had immers echt geen kracht meer om te bekvechten, aan de andere kant irriteerde het haar dat het nu was alsof er niks gebeurd was. Ze was boos op hem en wilde dat laten merken ook, maar ze voelde zich zo uitgeput door alles wat er gebeurd was die dag, met name het feest waar ze zojuist vandaan kwam, dat ze hem zwijgend volgde.
    "Hier kunt u doorheen om bij de stal van Wyvern te komen. Ik zal u wel even tonen waar u haar kunt vinden." Zijn woorden drongen niet echt tot haar door, even min als de blikken van de stalknechten en de ravage om haar heen. Het was net alsof haar lichaam doorhad dat ze genoeg had gehad voor vandaag en daardoor alle prikkels om haar heen afsloot, niet dat ze zich schuldig voelde over de ravage.
    Ze tilde haar jurk op en stapte door het gat van de schuifdeur en al gauw stonden zij en Emlyn midden in de stallen. Ze moest het onthouden om de volgende keer de andere deur te nemen, al had ze het idee dat ze het alweer was vergeten op het moment dat ze het zich bedacht. Esmée keek kort rond, het was een andere stal zag ze, waarschijnlijk voorzorgsmaatregelen.
    "We hebben haar naar hier verplaatst zodat ze de paarden niet nog eens overstuur kan krijgen mocht er zich ooit weer een situatie voor doen waarbij ze losbreekt," vertelde Emlyn haar op een manier die het deed klinken alsof Wyvern niet meer los zou komen. "Ze breekt niet weer uit," beet ze hem toe met haar laatste beetje energie. Van haar draak moest je afblijven en ze kon het niet uitstaan dat Emlyn het voordeed alsof Wyvern een woeste en ongehoorzame draak was. Ze hield in een zekere zin van Wyvern, ze was er mee opgegroeid. Natuurlijk was het geen draak die altijd deed wat ze wilde, vooral niet als ze een pestbui had, maar dat vond Esmée juist zo leuk aan haar. Wyvern leek de weerspiegeling van haar eigen karakter te zijn. Koppig, een vechtertje.
    Ze liep naar Wyverns stal, trok de staldeur open en stapte naar binnen. Wyvern tilde haar kop op, duidelijk nieuwsgierig naar wie haar domein betraf, en Esmée glimlachte kort. "Hé meisje," zei ze zachtjes en liep naar haar toe. Esmée aaide zacht over Wyverns schubbige snuit, die als antwoord daarop haar snuit enkel meer richting Esmée's hand duwde. "Nee sorry, ik heb niks lekkers voor je," fluisterde ze.
    Plots liet ze haar hand stil op Wyverns snuit liggen, Emlyn was er natuurlijk ook nog. "Het is wel duidelijk dat je nog steeds niet goed begrijpt wat het woord privacy inhoudt," zei ze met haar rug nog steeds naar hem toegekeerd. Ze zou hem eens laten weten dat ze nog kwaad op hem was, al kwamen de woorden wat minder heftiger over haar lippen gerold dan ze had gewild. De vermoeidheid was zelfs duidelijk te horen in haar stem. Hierdoor balde ze geïrriteerd haar vuisten, maar ze ontspande gauw weer toen ze merkte dat Wyvern naar haar keek. Het beestje leek altijd goed aan te voelen of ze wel of niet lekker in haar vel zat.
    Het zou niet eerlijk te zijn haar frustraties van de dag op Wyvern af te reageren, daarom pakte ze de borstel die in de hoek van de stal lag en begon haar te borstelen. Het was een borstel met wat hardere haren die ervoor diende het stof en het vuil van de schubben te halen. Het bracht een zacht, schurend geluid voort. Altijd al was ze naar Wyvern gegaan als ze wat rust en tijd voor zichzelf nodig had, het hielp haar altijd haar gedachten op een rijtje te zetten en haar hoofd leeg te maken. Ook Wyvern leek het kalmerende effect te ervaren zag Esmée toen ze kort een blik op haar wierp. Wyvern had inmiddels haar kop neer gelegd en haar ogen gesloten. Toen Esmée dit zag glimlachte ze kort, blijkbaar had ze vandaag niet álles verpest.


    Hmmm, een vermoeide Esmée is lastig om mee te schrijven, haha :P


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Eleanor Pantheras.
    Het verbaasde haar dat heer Lunix toch nog opzij wist te schuiven en zo plaats voor haar maakte op de mantel. Al gauw daarna leek hij weg te dommelen in een welverdiende slaap.
    Ze keek weer naar heer Jones die haar nu gebaarde te zitten, maar na enkel wat gestamel als antwoord kreeg hij een grijns rond zijn lippen. "Ik denk dat ik beter kan gaan," (sorry, hij moest er weer in om het kloppend te krijgen ;p) bracht ze daarom maar uit, niet goed wetende wat te doen en wat er nu van haar verwacht werd. Ze wist zichzelf wel vaker in ongemakkelijke of vreemde situaties te wurmen, maar zoiets had ze nog nooit meegemaakt.
    Tot haar grote opluchting zag ze dat heer Jones inmiddels zijn leren jas aantrok, helaas beviel zijn volgende handeling haar minder. Hij gebaarde haar weer, al zij het deze keer met een vredelievende glimlach rond zijn lippen, om plaats te nemen naast heer Lunix die inmiddels als een roos lag te slapen. "Dame, als ik U voorstel eerst uw schaafwonden te verzorgen, dan kan ik U daarna naar huis begeleiden. Uw hulp heb ik dan ook nodig bij heer Lunix, want hij is van vermoeidheid in slaap gevallen. We kunnen hem wel onderdak geven in de ziekenzaal, dat is maar een klein kwartier lopen.” Hij zei haar ook dat hij haar niet zou laten gaan voordat hij haar schaafwonden verzorgt had en ze kon duidelijk horen dat hij geen tegenspraak duldde. Met veel tegenzin nam ze daarom voorzichtig naast heer Lunix op de mantel plaats. "Vooruit, doe wat u moet doen," zei ze, lichtelijk vermoeid door alles wat er die dag gebeurd was. Het liefst zou ze nu haar bed inkruipen, maar ze kwam er niet onderuit. Ze zou terug naar huis moeten gaan, misschien was Oliver er nog wel en dan moest ze hem onderkomen. Mocht ze het geluk hebben dat hij er niet was, dan was daar nog altijd haar vader. Hoe ging ze hem die scheuren in haar kleding uitleggen, die schaafwonden? En wat moest ze vertellen als hij haar vroeg waarom ze zo lang weg was geweest? Daarbij had ze hem ook nog laten zitten op zo'n drukke avond, hij had vast vreselijk hard moeten werken om in zijn eentje iedereen van hun eten en drinken te voorzien. Oh hemel, wat had ze gedaan. Met een zucht sloeg ze haar ogen ten hemel, wat een rampzalige dag. Hopelijk zou het morgen beter worden.

    Nee nee, niet geweldig. Hmm. Mij part verzorgt Jones haar wonden en spring je dan verder (yay voor enters en alinea's) naar het moment waarop ze heer Lunix door de straten dragen ofzo, haha. Of helpen met lopen als hij in de tussentijd misschien wakker is geworden.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Jones mag wel eerst, Linux wordt onderweg wel wakker ofzo. Ik vind Endures idee goed.