• Deze RPG speelt zich af aan het koninklijk hof. Alle informatie over waar het zich afspeelt, de omgeving, gewoontes en dergelijke kan je hier vinden. De tijd waarin de RPG zich afspeelt, is zoals jullie waarschijnlijk al doorhadden, de Middeleeuwen. Maar niet zoals het werkelijk was, het is namelijk een fantasie wereld.
    Van mensen met toverdrankjes tot reuzachtige draken, het is allemaal toegestaan.

    Elke tien jaar worden er uit de omliggende dorpen twee mensen, die in het rijke bezit zijn van een machtig mythisch wezen, uitgekozen om een training te komen volgen aan het koninklijk hof, ze zullen getraind worden door de beste meesters die er zijn.

    Het is een eeuwenoude traditie die nooit verdwenen is, ontstaan in een periode vol oorlogen. Spionnen van de heer hadden de belangrijke taak de twee uitverkorenen te kiezen. Deze moesten natuurlijk wel voldoen aan een aantal eisen, zoals dat ze in het bezit moesten zijn van een mythisch wezen en er mee om moesten kunnen gaan. Enkel de besten werden uitgekozen en mochten naar het hof komen en kregen training van de beste trainers om nog beter met hun dier om te kunnen gaan, maar ook met wapens. Ze werden ingezet in de oorlogen en strijd als aanvoerders van kleine legers of werden uitgezonden op privé missies.
    Er zat een hoop verantwoordelijkheid achter de taak als uitverkorene en het was dus een hele eer als je uitgekozen werd, een droom van velen zelfs.

    En dat is het nog altijd. De twee voorheen gewone dorpelingen komen ineens in een heel ander wereldje terecht en plots kijken er mensen naar hun op. Sommigen weten zich erg goed aan te passen, anderen krijgen heimwee en bij enkele stijgt de roem en rijkdom ze naar het hoofd. Hoe reageren de andere bewoners op het koninklijk hof hierop? Zoeken ze hun roem bij de uitverkorenen, negeren ze ze of proberen ze hun neer te krijgen?


    Er wonen dus verschillende mensen aan het koninklijk hof, mensen met verscheidene beroepen en rangen, probeer je ook in te leven in hun wereld, beleefdheden, tradities en dergelijke. Om dit gemakkelijker te maken heb ik zelf wat dingen op een rijtje gezet en die kan je hier lezen.
    Voor de rest laat ik jullie helemaal vrij in alles.


    Het rollentopic: Hier
    De bijhorende story: Hier

    De personages:
    Nauwe verwanten heer.
    - Roosevelt - Oliver John Tozay - 24 - zoon.

    Trainers & Trainsters.
    - Sioux - Dante Florian Lunix - 23
    - ? - ? - ?

    De Drie uitverkorenen.
    - Endure - Esmée Fox - 21
    - ? - ? - ?

    Personeel de heer.
    - Goldenwing - Emlyn - 28 - Stalmeester
    - Sid - Philip ‘Pip’ Lamora - 20 - Stalknecht.
    - Lexus - Gwen Verselli - 18 - Arts in opleiding

    Gewone arbeiders & dorpelingen (Geen max.)
    - Endure - Eleanor Pantheras - 17 - dochter kroegbaas.

    Op standby:
    Vluuv - Larina Almeida - 21 - protegé magiër
    vluuv - Miro Valenta - 28

    [ bericht aangepast op 26 dec 2012 - 17:32 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Aotearoa schreef:
    Wil iemand van de artsen inspringen? Dan heb ik wel een mogelijkheid/idee.

    Ik wil het wel, maar ik heb geen idee wat er allemaal gebeurd is en ik moet mijn personages nog verder schrijven..


    Cocon schreef:
    (...)
    Ik wil het wel, maar ik heb geen idee wat er allemaal gebeurd is en ik moet mijn personages nog verder schrijven..


    Wat er met elk ander personage gebeurt is behalve die van mij weet ik ook niet, maar mijn persoontje (Dante) wou zijn hippogrief naar de stallen brengen, maar die zijn verwoest en zijn beest schrok van de chaos waardoor Dante nu een snee op zijn arm heeft en is nu met Eleanor in een steegje met zijn dier (dat nog steeds gestrest is) dus daar kan ik wat mee laten gebeuren zodat Dante naar de ziekenboeg moet en jij wat kunt doen.
    Als Endure het goed vind kan Eleanor ook mee komen.

    [ bericht aangepast op 30 aug 2012 - 16:13 ]

    Gwen wil wel komen helpen. Ze kunnen trouwens ook allebei helpen, want Gwen is arts in opleiding en kan dan assisteren.

    [ bericht aangepast op 1 sep 2012 - 13:11 ]


    Aan niets denken is ook denken.

    ik zal wat gaan typen en zie wel bij wie ik uitkom.

    Dante Florian Lunix. Trainer zonder uitverkorene
    ‘Rustig Ryu, het is goed,’ fluisterde ik tegen hem terwijl ik over zijn snavel wreef. Normaal zou dat wel helpen. Sussend bleef ik hem strelen en kalmeren. Hij moest me weer vertrouwen. Het was niet goed dat ik hem mee had genomen naar de stallen. Hij beschuldigde me daarom. Eleanor stapte naar achteren en stootte een ton om die met een harde klap op de grond uiteen viel. Iets uit mijn herinneringen flitste voorbij. Zo’n 10 jaar geleden was de herinnering gesetteld. We waren een stuk jonger en ik speelde met Ryu in de achtertuin. Hij was wat onrustig en ik dacht dat ik hem meer moest laten doen om zijn energie weg te krijgen. Arléne kwam ook kijken, ze was nog maar 9 maar vond het super om naar haar grote broer te komen kijken. Ryu vond haar best aardig en vond het ook niet erg als ze erbij was. Ze bleef lachen en klappen terwijl ik Ryu kunstjes en trucjes liet doen. Alles ging goed totdat ze een stapje naar achter deed een paar ijzeren staven om liet vallen. Het gekletter van het ijzer op elkaar en op de grond, maakte Ryu gek. Hij steigerde en snel zette ik een paar stappen weg. Zijn blik was gefocust op Arléne. Zo snel als ik kon sprintte ik op haar af en duwde haar aan de kant zodat ik op haar plaatst stond. Nog voordat ik me kon omdraaien naar Ryu voelde ik een felle steek door mijn rug. Mijn T-shirt plakte al snel tegen mijn rug, maar ik stond op en zorgde ervoor dat Ryu weg ging. Arléne kwam er vanaf met wat blauwe plekken en ik had voor de rest van mijn leven een groot litteken op mijn rug staan. Ik zag de zelfde blik in Ryu’s ogen. Dit ging niet goed. Gelukkig stond ik dichter bij Eleanor, maar Ryu ook.
    ‘Sorry. Is het misschien beter als ik ga..?’ vroeg ze voorzichtig. Dat kan niet meer, dacht ik en rende op haar af om haar weg te krijgen uit de baan van Ryu.
    ‘Duik,’ riep ik en duwde haar op de grond.
    Dit keer had ik me sneller omgedraaid en keek ik hem recht aan. Hij leek in tweestrijd, hij dacht terug aan de vorige keer dat dit gebeurde, maar kon zichzelf niet meer stoppen. Het leek wel alsof ik spijt in zijn ogen zag. Hij wilde zijn trainer niet aanvallen, maar hij kon niks anders. Voordat ik iets kon doen, voelde ik een erge steek in mijn buik. Het was zelfs nog pijnlijker als in mijn rug. De pijn die hij in mijn ogen kon aflezen leken hem af te schrikken. Hij zette een stap naar achteren en ik probeerde hem achterna te gaan, maar de pijn in mijn buik kreeg me tegen de grond. Ryu draaide zich om en vloog weg. Hij wist dat ik dat hem opgedragen zou hebben. Mijn armen had ik om de diepe bloedende wond in mijn buik geslagen en ik moest mijn best doen om mijn eten er niet uit te laten komen. Pijnlijk keek ik naar Eleanor, hopelijk was ze oke.

    Ik ben overgestapt op hij/zij, dat lukte me vroeger nooit, maar voortaan aardig goed.

    Eleanor Pantheras.
    Ze wilde wat tegen heer Lunix zeggen, maar hij leek diep in gedachten, dus besloot ze haar mond te houden. Zenuwachtig beet ze op de onderkant van haar lip terwijl ze Ryu in de gaten hield, hierdoor had ze niet snel door dat heer Lunix op haar af kwam gerend. "Duik!" had hij naar haar geroepen, maar hij was al met zijn volle gewicht tegen haar aangekomen, waardoor ze al een duikvlucht richting de grond maakte. Met een smak kwam ze op de koude grond terecht en ze voelde hoe haar huid er akelig overheen schaafde. Eleanors gezicht vertrok kort van de pijn terwijl ze erachter probeerde te komen wat er gebeurd was.
    Voorzichtig duwde ze zichzelf met haar armen een deel omhoog. Ze had verscheidene schaafwonden op haar armen en haar rok was op sommige plaatsen gescheurd, waardoor ze de geschaafde wond op haar benen er doorheen kon zien. Ze voelde ook wat langs haar wang glijden, vermoedelijk een snee veroorzaakt door de klap op de grond. Doordat het zo snel gebeurde had ze zichzelf niet op kunnen vangen. Haar pijngrens was nooit hoog geweest, maar de schaafwondjes prikte als een bezetene door het zand en vuiligheid dat er bij de val in terechtgekomen was. Het leek in haar hoofd de tollen toen ze rechtop ging zetten, dus hield ze haar ogen kort gesloten en toen ze die weer opende begon ze te praten: "Heer Lunix, waa-" de rest van de vraag waaraan ze begonnen was slikte ze gauw in en met opengesperde ogen keek ze naar heer Lunix die niet veel verderop lag. Haar ogen ontmoette die van hem en de pijn die ze daarin zag maakte haar aan het schrikken. Ze vergat abrupt haar pijntjes en kroop op handen en knieën gauw naar hem toe. "Heer Lunix?" vroeg ze bezorgd, ze wilde vragen wat er was gebeurd, maar toen viel haar blik op zijn rug. Ze sloeg haar, nu trillende, hand geschrokken voor haar mond terwijl ze zag hoe de donkere vlek op heer Lunix zijn shirt gauw groter werd. De tranen sprongen in haar ogen. "K-komt dat d-door.. Door Ryu..?" bracht ze voorzichtig uit en vervloekte haar trillende stem. Plots drong de ernst van de situatie tot haar door en veerde ze overeind, door dat ze plotseling was gaan staan voelde ze haar hoofd weer tollen en greep ze er kort naar.
    "Ik haal hulp," zei ze gehaast nadat het tollen weer over was, "blijf hier, ik ben snel terug!" beloofde ze en rende het steegje uit. Ze keek links en rechts, maar zag niemand. In een was van blinde paniek besloot ze rechts te gaan, terwijl ze tijdens haar rennen af en toe struikelde en bijna weer ten val kwam.
    Daar! In de verte zag ze iemand lopen, een figuur.. "Hallo!" riep ze en begon harder te rennen tot het voelde alsof ze haar benen onder haar lichaam vandaan rende. Toen ze eindelijk de persoon genaderd was greep ze diens pols. "U moet meekomen! Snel! Heer Lu-" Voor de tweede keer vanavond kapte ze haar zin af. Toen het figuur zijn hoofd draaide en haar aankeek herkende ze hem meteen..

    Lang geleden, toen ze nog maar zeven was, was ze door haar vader de straat op gestuurd. Ze wist het nog goed, ze moest appels voor hem halen, vijf stuk. Op de terugweg waren er een paar jongens geweest die haar begonnen te pesten en haar lieten vallen. Terwijl zij daar huilend op de grond had gelegen waren de jongens weggerend met de appels.
    "Kom, zo erg is het niet," had een stem gezegd en toen ze opkeek had er een jongeman gestaan. Met betraande ogen had ze zich overeind laten helpen door hem. Hij had haar verwondingen, wat uiteindelijk gewoon een schaafwond op haar knie bleek te zijn, schoongemaakt en er wat omheen gebonden. Hij had zelfs nog wat appels voor haar gekocht, waarna ze vertrokken was. Eenmaal thuis had ze haar vader alles verteld en die had haar weer op zijn beurt verteld dat de man heer Jones was.
    Eleanor was iemand die nooit iemands gezicht vergat, zo ook de zijne niet.

    "Heer Jones.." mompelde ze ontsteld en schudde toen kort haar hoofd. "U moet écht meekomen! Het is dringend, heer Lunix is gewond! En.. Kom nou mee!" Ze was zo in paniek dat ze niet eens hoorde of hij iets tegen haar zei en trok hem mee aan zijn pols terwijl ze het opnieuw op een hollen zette, er niet bij nadenkend of hij wel mee wilde. Ze had ooit gehoord dat hij voor dokter had gestudeerd, het was niet niets als iemand die kans kreeg, maar of het waar was wist ze ook niet.
    De terugweg naar heer Lunix leek langer te duren dan haar beviel. "Heer Lunix, ik heb hulp!" zei ze toen ze weer in het steegje stonden. Hij was niet verplaatst zag ze, waarschijnlijk door de pijn. Smekend keek ze nu heer Jones aan. "U moet hem helpen, alstublieft?"

    [ bericht aangepast op 3 sep 2012 - 20:20 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    Dante
    Ik wou weten hoe het met Eleanor ging, had ze iets nadat ik haar op de grond had geduwd? Heel even was ik vergeten dat ik verging van de pijn. Het was één ding om mezelf te verwonden, maar andere wat was zeker niet de bedoeling.
    ‘Heer Lunix waa-‘ Het frustreerde me dat ik haar niet kon zien. Mijn gehoor vertelde me dat Eleanor langzaam mijn richting op kwam.
    ‘Heer Lunix?’ haar stem klonk bezorgd ‘ K-komt dat d-door.. Door Ryu..?’ Ik wou zeggen dat alles wel goed zou komen, maar dan zou ik tegen mezelf liegen.
    ‘Ja,’ mompelde ik beschaamd, een trainer mocht niet zo behandeld worden door zijn dier. Ik nam aan dat ze mijn litteken op mijn rug had gezien. ‘Dat litteken heb ik al lang,’ zei ik, de pijn negerend. Eventjes zei ze niets en ik nam aan dat ze geschrokken was. Het was nooit de bedoeling om me zo te vertonen.
    ‘Ik haal hulp,’ zei ze ineens haastig. ‘blijf hier, ik ben snel terug!’
    ‘Nee het gaat wel, Eleanor,’ zei ik zacht en probeerde op te staan, maar ik had me nog niet goed en wel bewogen of ik kromp alweer ineen. Voordat ik er erg in had was ze alweer weg. Mijn hele shirt was rood en plakte aan mijn bovenlichaam. Met een hand probeerde ik mijn mantel los te halen. Na wat gepruts lukte het en kon ik er op gaan liggen, het was een stuk warmer dan de grond. Mijn armen hield ik om mijn buik geslagen. Hoe lang zou het Eleanor kosten om hulp te halen? Bijna iedereen was nu op het feest of weer thuis. Nog steeds deed ik mijn uiterste best om mijn eten binnen te houden en te blijven ademen. Dat het lang duurde, zou wel door de pijn komen, maar nu kreeg ik toch wel het idee dat ze mocht opschieten. Lang zou ik het niet meer volhouden. Mijn adem was iets sneller geworden. Langzaam sloten mijn ogen en dwaalde mijn gedachte af. Waar zou Ryu zijn? Hopelijk nam hij het niet al te zwaar en zou hij weer terug komen. Zou hij terug denken aan vroeger. Het was gewoon precies het zelfde alleen waren we ouder. Ik wist zeker dat hij het zich had herinnerd.
    ‘Heer Lunix, ik heb hulp!’ Eleanor haalde me uit gedachten. ‘U moet hem helpen, alstublieft?’ zei ze tegen iemand anders, het klonk smekend. Moeizaam keek ik omhoog en zag een man van ongeveer mijn leeftijd staan.
    ‘Dankje,’ fluisterde ik tegen Eleanor en keek hoopvol naar de man die ze had meegebracht.

    (Eigenlijk wou ik nog verder gaan, maar dat kan niet echt zonder schoon water. Hij moet het eerst spoelen voordat hij het schoon gaat maken en afdekken, anders heeft het nog geen zin. En als het een hele diepe wond is moet hij zelfs hechten.)

    Adam Michael Jones, arts.
    Eindelijk was ik klaar met werken, geen mensen meer die me nodig hadden. Er waren natuurlijk wel mensen die me nodig hadden, maar op dit moment was ik klaar, waardoor ik mijn spullen in mijn tas inpakte. Het meeste was ten minste van mij, aangezien ik er graag zelf voor zorgde, en nu was het weer tijd om naar huis te lopen. Het begon al avond te worden en gelijk tijd om de avondlucht op te snuiven, tijd om mijn gedachten te ordenen!
    Hoewel ik veel van het werk hield en het graag deed, wilde ik ook soms tijd voor mezelf en dat was gelukkig nu. Er waren veel rare mensen in de wereld die zichzelf of anderen wat aandeden, nooit heb ik hun gesnapt. Zelfs als ik ze zou snappen, zou het nooit voor 100% van mijn kant afkomen.
    Op een gegeven moment liep ik over straat, mijn gewoonlijke kloffie had ik aan, wat gewoonweg bestond uit een grijsachtige blouse, met de bovenste knopen open, en een witte broek. Mijn leren jas had ik van een stoel gepakt, ik zou deze daar echt niet achter laten.
    De buitenlucht snoof ik op, keek naar de donker-wordende lucht en vroeg me af wanneer het zou regenen. Niet veel mensen verwachten het van mij, maar eigenlijk hield ik wel van een beetje regen. De leren jas had ik net vijf minuten aangetrokken toen ik snelle voetstappen achter me hoorde, waardoor ik al gelijk op mijn hoede was. Het was een vrouw, dat kon ik gelijk vertellen door de toch lichte voetstappen. Een man heeft zwaardere voetstappen, brengt een heviger geluid met zich mee.
    “Hallo!” Ik had gelijk, aan het stemgeluid te horen is het ook een vrouw, een jonge vrouw. De voetstappen kwamen sneller en sneller dichterbij, waarschijnlijk had ze haast. Wat had een jonge vrouw, op dit uur van de avond nog van me nodig? Een charmante glimlach kwam er op mijn mond. Tenzij… Ik grinnikte en schudde mijn hoofd, nee Jones, houd je in, je bent buiten voor een beetje frisse lucht en om je weg naar huis te vervolgen, niet om onschuldige dames op te pikken en weet ik veel wat te doen.
    Abrupt voelde ik een greep om mijn pols, draaide mijn hoofd licht haar kant op voordat ik een blik op mijn pols en haar hand gaf. “U moet meekomen! Snel! Heer Lu–” Toen ze echter mijn gezicht zag, en ik die van haar in het zwakke schijnsel van een schemering, haakte ze haar zin af. Een gepuzzelde blik kwam er in mijn ogen terecht terwijl ik naar haar lange, donkere haren keek en grote, donkerbruine poelen. Waar herkende ik die toch van? Ah ja! Als een mokerslag kwam er een blije blik in mijn ogen, maar een charmante grijns op mijn lippen. Het meisje van jaren geleden, de jongens die haar hadden gepest en op de grond hadden gegooid om er vervolgens met de appels weg te rennen als kleine angsthazen. Ze hadden vast gezien dat ik me er boos om maakte, en dat deed ik ook, nu nog steeds als ik eraan terug denk.
    “Heer Jones…” mompelde ze ontsteld, wat een vermakelijke glimlach op mijn lippen opleverde. “Dame Pantheras,” knikte ik kort, met respect. Ze schudde kort haar hoofd, waar ik uit opmaakte dat ze dus geen tijd had voor een gezellig onderonsje. “U moet écht meekomen! Het is dringend, heer Lunix is gewond! En… Kom nou mee!” Gewond? Gelijk verdwenen alle sporen van ook maar een enige flirterige poging op haar, al was dit zeker de eerste keer in… nou ja, ooit, aangezien ik haar na dat kleine incident niet vaak meer zag. Bijna nooit, alleen soms als we elkaar voorbij liepen. Zij had haar dingen en ik… de mijne, zoals dit nu bijvoorbeeld. Ze trok me mee aan mijn pols, maar ik liep vanzelf al mee. Met snelle passen volgde ik haar en ik was gelijk blij om mijn tas die ik had meegebracht met enkele spullen erin, het kon echt je leven redden!
    “Heer Lunix, ik heb hulp!” Ondertussen had ze mijn pols losgelaten en wanneer we eindelijk aan waren gekomen, zei de jongedame ietwat smekend, met dezelfde blik richting mij: “U moet hem helpen, alstublieft?” We stonden in een steegje en automatisch vroeg ik me af wat ze hier moesten, maar schudde mijn hoofd vervolgens. Vragen later, handelen eerst. Snel liep ik dus ook naar de jonge man toe. “Heer Lunix dus?” vroeg ik hem en knikte even kort om tegelijkertijd bij hem neer te knielen en mijn tas naast me neer te zetten. De hoopvolle blik die hij me had gegeven, had ik wel degelijk opgemerkt. De diepe wond die in zijn buik was ook, het shirt was op dat deel opengereten en de randen waren besmeurd met dieprood bloed. Gelijk scheurde ik zijn shirt verder kapot en bedacht me of het misschien beter was de wond even door te laten bloeden, zodat alles kan worden schoongespoeld, maar waarschijnlijk lag hij hier al even, dus drukte ik het shirt vervolgens op de wond. Het was niet alsof hij dit shirt nog kon gebruiken, het was besmeurd met bloed en kapot, ik kon het gebruiken om de wond te stelpen.
    Met een serieuze, maar toch erg gereserveerde blik keek ik richting het jonge meisje, Eleanor. “Haal een emmer lauw water met enkele doeken, kom zo snel mogelijk terug!” Hierna richtte ik me terug op de jonge man, pakte één van zijn handen vast en liet deze op de wond drukken, zodat ik verder kon zoeken. “Houd vol,” sprak ik duidelijk, misschien een beetje luid. Hij kon niets anders, hij moest wel volhouden.


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Verwacht geen al te lange geweldige post :p En ik moest lachen toen Jones zich afvroeg wat ze daar deden xd

    Eleanor Pantheras.
    Eleanor realiseerde zich hoeveel geluk zij, maar vooral heer Lunix, had dat heer Jones hier had rondgelopen. Misschien was hij wel op weg geweest naar een cliënt, bedacht ze zag dat hij zijn tas bij zich had.
    Zwijgend keek ze toe terwijl ze voelde dat de tranen hoog zaten, niet omdat de schaafwonden op haar armen en benen prikte als een bezetene, maar omdat ze zich zorgen maakte om heer Lunix en ze zich ergens schuldig voelen. Waarom had ze ooit naar dat stomme beest moeten vragen?
    "Haal een emmer lauw water met enkele doeken, kom zo snel mogelijk terug!" beval heer Jones haar. "Natuurlijk," zei ze, nadat ze kort had geknikt en ging gauw op zoek.
    Ze rende zo gauw ze kon door de straten, alle huizen leken verlaten, iedereen was natuurlijk op het feest! Maar de Gouden Hippogrief was nu te ver weg, ze moest iets vinden en snel. Paniekerig keek ze om zich heen, wat moest ze doen? Gauw sloeg ze nog een straat in, daar! Verderop zag ze licht branden en toen ze er heen ging zag ze het dat het een kleinere kroeg was, de concurrent van haar vader. Toch bonsde ze op de deur. "Hallo, is daar iemand?!" riep ze, "het is dringend!"
    Boven haar gingen de luiken voor de ramen open en ze kon nog net de mollige vrouw onderscheiden in het duister. "Scheer je weg hier, we zijn gesloten meid!" Om haar woorden kracht bij te zetten gooide de kroegbazin haar luiken dicht, maar Eleanor gaf zich niet gewonnen en bleef bonken. "Toe nou, doe open! Het is belangrijk, iemand is gewond, ernstig gewond!" Ze voelden dat haar ogen vochtig werden en onderdrukte een snik. "Ik heb alleen wat lauw water en schone doeken nodig, toe nou! U wilt toch niet de dood van heer Lunix op uw geweten hebben?" De laatste zin was uit pure wanhoop, ze bazuinde liever niet zulk soort dingen rond, maar ze zag geen andere uitweg.
    Gelukkig was het niet voor niks, want de voordeur waar ze zojuist op had staan bonken vloog open. De mollige vrouw stond in de deuropening en keek Eleanor ongelovig aan. "Heer Lunix zeg je meid?" vroeg ze wantrouwend en Eleanor knikte. "Ja, heer Lunix! Hij is gewond, toe nou, u moet me geloven!" probeerde ze de vrouw over te halen, maar de ongelovige blik in de dame haar ogen deed haar de moed in de schoenen zakken.
    Eleanor wilde zich omdraaien en verder zoeken, tot de mollige dame ineens weer begon te praten: "Ga je dan weg?"
    Verbaasd draaide Eleanor zich om en knikte. "Ja, ja dat beloof ik! U krijgt de emmer ook terug, echt waar!" Tot haar grote opluchting zag ze de vrouw terug naar binnen gaan, terwijl zij nerveus van haar ene voet op haar andere wipte. Waar bleef ze nou?
    Zodra de vrouw terugkwam nam Eleanor haar de emmer en doeken uit haar handen, bedankte haar en ging zo gauw ze kon weer terug. De vrouw riep haar nog wat na, maar Eleanor besteed er geen aandacht aan.
    Na wat voelde als een eeuwigheid kwam ze weer in het desbetreffende steegje aan. Gauw zette ze de emmer neer bij heer Jones en overhandigde hem de hoeken terwijl ze haar ademhaling weer probeerde rustig te krijgen. Ze hijgde nog lichtjes na van het rennen en ging wat bij heer Lunix en Jones vandaan. "Sorry dat het zo lang duurde," bracht ze buiten adem uit terwijl ze een lok haar van haar vochtige voorhoofd veegde. Toen ze weer naar het tweetal op de grond keek zag ze dat heer Lunix een ontbloot bovenlijf had en heer Jones het shirt tegen de wond aandrukte, waardoor ze dat gelukkig niet hoefde te zien. Ze voelde de blos op haar wangen en wendde haar gezicht uit beleefdheid af, het zou niet goed zijn te kijken naar iemand van die rang met een ontbloot bovenlichaam, vooral niet in deze ernstige toestand.


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    sorry een heel stuk korter, maar ik kan nu niet zo heel veel. en maak ondertussen huiswerk.

    Dante
    ‘Heer Lunix dus?’ vroeg de man terwijl hij langs me knielde. Ik knikte even als antwoord en zag dat hij een tas naast hem had gezet. Aandachtig keek hij naar me. Volgens mij had hij er wel verstand van. Hoe kon ik Eleanor ooit bedanken als deze man mijn leve redde. Hij scheurde de rest van mijn shirt kapot en drukte daarmee op mijn wond. Mijn gezicht vertrok terwijl ik verging van de pijn, toch probeerde ik geen kik te geven. Hij wendde zich weer tot Eleanor.
    ‘Haal een emmer lauw water met enkele doeken, kom zo snel mogelijk terug!’ beval hij haar waarna Eleanor wat zei en zo snel mogelijk weg rende.
    ‘Houd vol!’ zei de man duidelijk tegen me. Hij had mijn hand gepakt en deze tegen het shirt gehouden. Het shirt voelde warm van het bloed. Mijn ademhaling joeg in mijn keel, elke beweging deed pijn en terwijl ik op de wond probeerde te blijven drukken, ondanks het protest van mijn lichaam, begon ik het wat fris te krijgen. Vol houden was me gezegd. Er moest een manier zijn om vol te houden totdat Eleanor terug was.
    ‘Wie bent u,’ vroeg ik zacht aan de man die bij me was. 'Hoe is het met Eleanor?' het was netjeser om haar met haar achternaam aan te spreken, maar ik moest eerlijk bekennen dat ik die nu niet zou weten. Nog nooit eerder had ik hem gezien, waarschijnlijk was dat ook niet zo gek als je bedacht dat ik van een heel ander stuk land kwam. Het was meer afleiding dan echte interesse op dit moment. Ik had geen idee meer hoe lang Eleanor nu weg was, maar als je het mij zou vragen, mocht ze wel terug komen. Zou ze al iets gevonden hebben, iedereen was natuurlijk op het feest. Waarom moest dit ook gebeuren, in eerste instantie was ik ook gewoon opweg geweest naar het feest. Ik richtte me weer op de man. Niet veel later hoorde ik tot mijn opluchting een emmer de stenen raken. Eleanor was terug en had wat gevonden!
    ‘Sorry dat het zo lang duurde,’ ze klonk buiten adem. Voorzichtig draaide ik me zo dat ik haar kon zien. Dankbaar keek ik naar haar en zag dat ze haar gezicht had gedraaid. Waarschijnlijk uit beleefdheid, zelf vond ik het ook niet erg charmant om me zo te laten zien.

    [ bericht aangepast op 6 sep 2012 - 22:47 ]

    Ik had niet gezien dat er al een nieuw topic was (:
    Soit, zal ik iets schrijven over Esmée die komt binnenvallen of wacht ik op Emlyn? Eigenlijk was het zijn beurt, denk ik.


    Home is now behind you. The world is ahead!

    Pip Lamora

    Voordat Emlyn iets heeft kunnen zeggen, staat vrouwe Fox ineens in de stal. Ze lijkt de ravage niet eens op te merken, wanneer ze met een oh, zo geveinsde glimlach zegt dat ze naar haar draak komt kijken. Even doe ik nog mijn best om het gewoon aan Emlyn over te laten, maar dan veer ik toch recht. ‘U moet de andere deur gebruiken. Het is hier normaal gezien de gewoonte dat fabeldieren uit het zicht van de paarden blijven. Vrouwe,’ voeg ik er nog snel aan toe. Ik buig zo diep als strikt noodzakelijk is en kijk haar dan aan, om haar zich te zien omdraaien en hier weer buiten te lopen. Toegegeven, dit gedrag is niets voor mij en ik voel me dan ook ongeveer even ongemakkelijk als boos. Zelfs een beetje geschrokken, ik wist niet dat ik zo haatdragend kon zijn.
    Eigenlijk zou het het slimste zijn als ik me nu zou excuseren en gewoon weer aan mijn deurtje ga timmeren, onopvallend zoals ik altijd ben. Eigenlijk zou ik dat moeten doen. Kom op, Pip, zo gaat het altijd met de rangen en standen, gaat het in mijn hoofd. Maar ik kruis mijn handen over elkaar en kijk eventjes naar Emlyn. Hopelijk wil die me nog redden.


    Home is now behind you. The world is ahead!

    (Sorry, morgen zal ik echt reageren, maar ik moest ook nog best veel voor andere RPG's schrijven en ik ben fucking moe, dus ga zo, but I promise dat er morgen een post komt!)


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Adam Michael Jones, Arts.
    “Natuurlijk,” zei ze, vlak erna draaide ze zich al om en rende weg. Waarschijnlijk rende ze door de straten precies op dezelfde manier dat ze mij mee trok naar Heer Lunix. Ergens was het wel schattig, dat ze zo bezorgd was en zoals een kip zonder kop door de straten ging rennen opzoek naar de dingen die ik haar gevraagd had. Bijna iedereen was op het feest, en ik vroeg mezelf af hoe lang het zou duren totdat ze het had gevonden. Vaag was me iets bij haar opgevallen, maar mijn gedachten en handelingen waren te druk bezig met de heer Lunix om er verder iets bij te zoeken.
    Als antwoord op mijn vraag, knikte hij even en ik vroeg mezelf nog steeds af wat ze hier deden. Een verlaten steegje… Misschien had de heer Lunix met iemand gevochten? Ik schudde mijn hoofd, het was een diepe wond en mijn aandacht was nu te druk bij het feit dat deze snel gedicht moest worden. Het zou veel pijn gaan doen wanneer ik de wond verzorgd had, maar anders zou hij enkel nog meer bloedverlies hebben en langzaamaan dood gaan. Dat laat ik niet op mijn geweten hebben! En sowieso geloofde deze mensen in mij, ik moest hem redden.
    Zijn gezicht was kort vertrokken van de pijn, hij leek het te verbijten. “Wie bent u?” vroeg hij zacht aan me en terwijl ik in mijn tas al zocht naar de spullen die ik nodig had, beantwoordde ik hem: “Adam Jones, arts.” Het was een kort antwoord, meer was er niet nodig. “Hoe is het met Eleanor?” vroeg hij, zacht en iets zwakjes. Het was beter om hem stil te houden, hij moest zijn energie zo lang mogelijk behouden. “Met Miss Pantheras gaat het beter dan jou,” meldde ik hem, een nette dokterstoon in mijn stem. Hierna was het stil, ik legde mijn hand weer op het bebloede shirt en zei hem toen op een duidelijke doch zachte toon, “Stil, je moet je kracht behouden,”
    Niet vlak erna hoorde ik weer voetstappen, een emmer die de straatstenen raakte. Ik keek gelijk om en zag Miss Eleanor die mij toen de doeken overhandigde, terwijl ze haar ademhaling onder controle probeerde te krijgen. Ik pakte de doeken aan, maar wist nu pas wat er mis was, ze zat onder de schaafwonden. Zuchtend schudde ik kort mijn hoofd. “Sorry, dat het zo lang duurde,” bracht ze buiten adem uit, een lok veegde ze van haar vochtige voorhoofd en ik keek haar eventjes aan voordat ik mijn blik terug wendde naar heer Lunix. “Hierna verzorg ik je schaafwonden, miss Pantheras,” meldde ik haar, haar laten wetende dat ze er niet onderuit zou kunnen komen. Het bebloede shirt haalde ik weg tegelijkertijd dat ik een schone doek nat maakte met het lauwe water, waarna ik snel handelde en de wond schoon maakte.
    Het shirt lag nu naast de jonge man en ik drukte de schone, met lauw gedrenkte doek tegen de wond aan tegelijkertijd dat ik een zalf pakte en het rond de wond wreef. Hierna keek ik hem met een ernstig gezicht aan, nu kon hij weten dat er iets aan zou komen dat hij niet leuk vind. “Dit gaat pijn doen,” Ik pakte een andere doek en zuchtte terwijl ik deze strak ronddraaide en deze in zijn mond deed. “Bijt hierop,” meldde ik hem, zo kon hij weten dat het misschien iets zou helpen. “Miss Pantheras, houd zijn lichaam in bedwang, hij heeft je nu nodig.” Meld ik haar en kijk haar voor een kort moment serieus aan. Toen ze eindelijk erbij ging zitten en hem in bedwang hield, knikte ik en hield de wond netjes bijeen om kort op mijn onderlip te bijten en de naald door zijn huid heen te halen. Het moest nu eenmaal gebeuren, het moest, maar ik baalde dat hij nu de pijn kon voelen. Meestal hadden we er wel iets tegen, wat de pijn verzacht, maar dit was gewoon ongeluk voor hem. Hij voelde alles.
    Duidelijk kon ik merken dat het hem veel pijn deed, dus probeerde ik zo snel mogelijk de naald erdoor te halen. Toen het eindelijk klaar was, keek ik even naar de wond. Het zou een tijdje duren voordat het genezen was en je zal altijd wel een vaag litteken zien zitten, maar ik was blij dat het nu dicht zat. “Gaat het?” vroeg ik hem, terwijl ik de spullen die ik al gebruikt had terug in mijn tas deed.
    Ik haalde het doek uit zijn mond, deed hem in de emmer lauw water en maakte de wond voor de zekerheid nog een keer schoon, waarna ik het doek schoon maakte en op de voorhoofd van de jonge man legde. Hierna deed ik een zalf op de wond, bedekte het met steriele gaasjes en wikkelde het vervolgens met verband in. “Klaar, maar je moet veel rust hebben de komende tijd en ik denk dat je het litteken altijd vaag zult zien, maar je leven is in ieder geval gered.” Ik hielp hem recht zitten terwijl ik mijn grijsachtige blouse uitdeed en hem deze hielp aan te doen, de knopen allemaal dicht. “Dit heb je nu harder nodig dan ik.” Meld ik hem en draaide me vervolgens naar Miss Eleanor. “Miss, nu is het jou beurt.”

    (Ik wist niet echt iets, dus sorry voor het sucky stukje. En als jullie het niet goed vinden wat ik heb gedaan, gewoon zeggen en ik verander het. 8D)

    [ bericht aangepast op 8 sep 2012 - 13:58 ]


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Emlyn

    Zijn aandacht richtte hij weer op één van de builtjes van troep die hij in de kruiwagen aan het scheppen was, nog een paar te gaan en het pad was in ieder geval weer schoon. Dat was mooi want dan konden de paarden weer veilig terug worden gebracht naar hun stal. Het besluit om vandaag de paarden weer terug naar binnen te halen lag volledig bij hem, vanwege zijn positie als hoofd van de stallen. De paarden stonden veilig binnen de muren van het terrein van Heer Tozay dus kon ze niet echt iets overkomen. Het was nu moeilijker geworden ze naar binnen te halen aangezien de schemering had ingezet. Nog even en het zou volledig donker zijn, waardoor ze fakkels zouden moeten meenemen naar de wei. Uit veiligheidsoverwegingen probeerde hij dat zo veel mogelijk te vermijden, de paarden konden bang worden of het gras zo vlam kunnen vatten bij een opzij springend paard. Hij had een besluit genomen, de paarden bleven vannacht binnen, hij zou straks enkel nog de hengst ophalen. Het dier was voor Heer Tozay het belangrijkste paard in de stallen dus wou hij die wel echt binnen hebben staan. Hoe dichter het paard bij hem in de buurt was, hoe beter hij er op kon passen. ‘Goedenavond, ik kom voor Wyvern, ik neem aan dat het geen probleem is?’ Het horen van de stem die de woorden uitsprak deed hem opkijken, zonder maar te kijken wist hij dat Vrouwe Fox in de stallen stond. Hij had het niet alleen gehoord aan de naam van de draak die ze noemde, ook haar stem herkende hij nu al. De jurk die ze eerder deze avond droeg zat nog altijd perfect rond haar slanke lichaam. ‘U moet de andere deur gebruiken. Het is hier normaal gezien de gewoonte dat fabeldieren uit het zicht van de paarden blijven, Vrouwe.’ Nog voordat hij zijn mond had kunnen openen had Pip deze woorden al gesproken. In zijn aanwezigheid had hij het prettiger gevonden als Pip hem had laten antwoorden in plaats van zelf antwoord geven. Toch zou hij de jongeman niet aanspreken op zijn gedrag, hij was nog redelijk geweest tegenover Esmée. Hij was echter wel zelf van plan het over te nemen. De schep die hij had gebruikt voor het opruimen van de troep van de vloer legde hij in de kruiwagen neer voordat hij zijn handen afveegde aan zijn broek en in de richting van Vrouwe Fox liep.

    “Goedenavond,” Hij wist het zelfs voor elkaar te krijgen om even voor haar te buigen. “het is inderdaad de bedoeling dat u de andere deur gebruikt maar dat is voor nu geen ramp. In het vervolg wil ik u wel verzoeken de andere deur te gebruiken, dan krijgen de paarden de mythische wezens niet in de gaten.” Waarschijnlijk had hij het haar vandaag al wel moeilijk gemaakt waardoor hij het niet kon opbrengen om nog langer dwars tegenover haar te doen. Bovendien kwam ze nu niet zo hatelijk over als dat ze eerder wel was geweest. De houten wand die tijdelijk voor de scheidingsdeur in de plaats was gekomen schoof hij een stukje opzij. De scheidingsdeur was namelijk door haar draak gesloopt. Hij gebaarde naar de opening die was ontstaan. “Hier kunt u doorheen om bij de stal van Wyvern te komen. Ik zal u wel even tonen waar u haar kunt vinden.” Over zijn schouder keek hij nog even naar Pip. “Pip, kun jij het paard van de heer uit de wei halen? De rest kan vannacht wel binnen blijven staan, dan kan er morgen bij beter licht nog een extra bezem door de gang zodat we zeker zijn dat geen enkel paard zich bezeerd.” Op deze manier hoefde de jongen ook niet langer stil te staan bij hoe Emlyn zich nu gedroeg tegenover Vrouwe Fox aangezien dat een wereld van verschil was in vergelijking met daarstraks. Nadat Esmée door de opening was gestapt volgde hij haar, waardoor ze in de stallen van de mythische wezens uitkwamen. De houten wand schoof hij terug op de plek waar hij daarnet ook had gestaan zodat geen enkel paard angst hoefde te krijgen. Hij ging Vrouwe Fox naar waar Wyvern was huis gevest. Na wat de draak had uitgehaald had hij haar laten overplaatsen naar een andere stal, een stal die nog wel heel was en verder weg van de scheidingsdeur zodat de draak de paarden niet nog eens overstuur kon krijgen. Bij de juiste stal hield hij halt, zijn blik ging de stal in. “We hebben haar naar hier verplaatst zodat ze de paarden niet nog eens overstuur kan krijgen mocht er zich ooit weer een situatie voor doen waarbij ze losbreekt.” Hij sprak het zo uit dat het hem onmogelijk leek dat de draak nog eens zou uitbreken, dat leek hem beter, hij had genoeg gezeik gehad vandaag met haar. Straks wou hij gewoon zijn bed kunnen inkruipen en gaan slapen zonder nog een keer nat te worden gemaakt door een zekere Esmée.

    [ bericht aangepast op 8 sep 2012 - 21:22 ]


    Stand up when it's all crashing down.