Je kwam het restaurant binnen en daar stond een kip op de tafel. Je zei tegen Harry Dat je nog een sjaal moest maken met Louis. Je liep naar boven en belde naar Louis. Die zei dat hij direct zou komen. 5 minuten later was hij daar en liet je hem boven komen. Hij gaf je een wortel als cadeau. Je kuste hem en gaf hem een kus.
How lucky I am to have something that makes saying goodbye so hard.