Reina
Zoekend keek ik rond tussen de mensen. Op zoek naar iemand die er te vertrouwen uitzag, me zou kunnen helpen.
Ik liep naar een meisje toe wiens naam ik niet wist, ik wist nog geen enkele naam, vroeg me af of het me wel kon schelen. Ik had haar eerder de wonden van de twee gewonde mannen zien uitbranden, dat wist ik wel, en het maakte dat ik haar lichtelijk vertrouwde. Het liefst zou ik alleen gaan, maar ik wist niet of me dat zou lukken, dus vroeg ik hulp.
'Hé, er zit nog ergens een jongen opgesloten, ik weet niet of hij bij jullie hoort, maar misschien moeten we hem meenemen,' zei ik haar. 'Hij zat in de cel naast mij, het is op de bovenste verdieping waar we opgesloten zaten, maar wel aan de andere kant van het gebouw. Ga je mee hem zoeken? Ik zou het mezelf nooit vergeven als we hem hier alleen lieten verhongeren,'
Thou shallt not stir one foot to seek a foe.