Biologie Voor Jou
Uittreksel thema 3.
Verbranding en ademhaling
Marieke Hofsink

Basisstof 1: Wat is verbranding?
Verbranding laat energie in verschillende vormen vrijkomen. Voor verbranding heb je altijd een brandstof nodig. Bij een auto bijvoorbeeld. Benzine is de brandstof. Er komt energie vrij in de vorm van beweging (De auto rijdt) en van warmte (De motor word warm)
Zoals je net al las, kan er energie vrijkomen in de vorm van beweging en warmte. Ook kan er energie vrijkomen in de vorm van licht. Voor verbranding heb je zuurstof nodig. Een indicator is een stof waarmee je een andere stof kunt aantonen. Helder kalkwater is bijvoorbeeld de indicator voor koolstofdioxide.
Basisstof 2: Ingeademde en uitgeademde lucht.
Als je ademhaalt, neem je lucht uit je omgeving op. Lucht bestaat uit verschillende gassen. De lucht die je uitademt bestaat uit een andere samenstelling als de lucht om je heen.
Basisstof 3: Verbranding in organismen:
Je neemt zuurstof in je op als je inademt. Je raakt water en energie (Warmte) kwijt als je uitademt. Ook in je lichaam vind verbranding plaats. Verbranding zonder vuur. Het vind voortdurend plaats, dag en nacht. Zonder verbranding gaar een cel dood. Dit geld voor alle organismen. Voor verbranding is brandstof nodig. De meest gebruikte brandstof is glucose. Bij verbranding in je lichaam komt energie vrij. Alle organen hebben energie nodig om te kunnen werken. Ook is er energie nodig om je lichaamstemperatuur te handhaven op 37 graden Celsius.
Je energie is onder andere afhankelijk van je lichamelijke inspanning. Als je je veel inspant, heb je veel energie nodig. Als je je inspant, werken allerlei organen in je lichaam hard om ervoor te zorgen dat de cellen voldoende brandstof en zuurstof krijgen.
Je hebt koud- en warmbloedige dieren. Bij warmbloedige dieren is de lichaamstemperatuur constant. Bij koudbloedige dieren is dat niet zo. De meeste koudbloedige dieren houden een winterslaap, ze hebben veel energie nodig om hun temperatuur op peil te houden.

Basisstof 4: het ademhalingsstelsel en extra basisstof 5: De stembanden
Lucht komt via de neus- of mondholte naar binnen. Het word vervoerd
naar de keelholte en daarna naar het strottenhoofd. Vanaf daar komt
de lucht in de luchtpijp. Die vertakt zich in twee bronchiën. De bronchiën
vertakken zich in steeds fijnere buisjes. Hiernaast staat het ademhalings-
stelsel schematisch getekend.
Je neusholte is bekleed met neusslijmvlies. Voor in je neus zitten neusharen
die grote stofdeeltjes die je inademt tegenhouden. Je neusholte bevat slijm-
producerende cellen en trilhaarcellen. Bovenin de neus zit je reukzintuig. Als
Je via je mond ademt, heb je geen reukzintuig of trilhaar- slijmcellen.
Na je neus- of mondholte komt de lucht in je keelholte terecht. Je strotklepje staat dan open. Als je slikt of een staat je strotklepje dicht. In je strottenhoofd liggen de stembanden, die gebruik je om te praten, zingen, gillen etc. je hebt twee bekerkraakbeentjes bij je strottenhoofd. Die kunnen om hun as draaien. De stemspleet word nauwer of wijder. Zo ontstaat er geluid uit je mond.
de luchtpijp is een holle buis die aansluit op het strottenhoofd.
Basisstof 5: inademen en uitademen
in de longen word zuurstof opgenomen in het bloed en koolstofdioxide uit het bloed afgegeven aan de lucht. Als je inademt komt er lucht naar binnen en als je uitademt komt er lucht naar buiten. Je hebt twee soorten ademhaling: Ribademhaling ( de ribben en borstbeen bewegen ) en Middenrifademhaling ( Je middenrif beweegt )
Basisstof 6: Gezonde longen en luchtwegen en basisstof 7: Roken.
Je longen en luchtwegen kunnen door veel oorzaken niet meer goed werken. Het kan een ziekte zijn, Bijvoorbeeld astma. Je kan een allergie hebben, bijvoorbeeld hooikoorts. Maar ook kan je expres je longen beschadigen, roken bijvoorbeeld. Een sigaret bestaat uit verschillende gassen en kleine teerdruppeltjes. In tabaksrook zitten meer dan 4000 stoffen, waarvan er minstens 40 kankerverwekkend zijn. Nicotine is een zeer verslavende stof. Koolstofmono-oxide is een gas, wanneer je het inademt, kan je bloed minder goed zuurstof vervoeren. Als je rookt, raken je longen vervuild. Ook kun je passief roken > je ademt de uitgeademde rook in van wel rokers. Daarom mag je niet roken in openbare ruimtes.
Mensen roken omdat het heel verslavend is.
Extra basisstof 9: Vitale capaciteit.
Het volume van de longen is bij kleine kinderen kleiner dan bij volwassenen. Ook de hoeveelheid lucht die in en uitgeademd word verschilt. Bij een volwassene word er gem. 0,5 liter in / uitgeademd. We noemen dit het ademvolume. Als een volwassene heel diep inademt, kan het zo’n 3 liter lucht naar binnen zuigen. De hoeveelheid lucht die maximaal per ademhaling in- uitgeademd kan worden is de vitale capaciteit.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen