• Ik voel mij belazerd.
    Ik heb er geen vertrouwen meer in.
    In mijn gezicht een geslijm van hier tot daar.
    Maar in het echt krijg ik nog een trap na.
    Geef mij dan een kans.
    Laat het mij dan bewijzen.
    Ik heb een diepe val gehad.
    Ik was een hele poos labiel.
    Maar ik heb er van geleerd.
    Ik ben er voor gegaan.
    Maar nu lijkt het of bij iedereen het,
    Vertrouwen is gedaan.
    Waarom?
    Ik heb toch niet voor niets mijn best gedaan?
    Ik ben toch niet voor niets voor,
    Opname gegaan?
    Als ik echt niet wou dan was het toch,
    Geen opname waar ik voor kiezen zou?
    Ik smeek het ik zal mij nog een keer bewijzen.
    Ik zal er echt voor gaan.
    Maar laat mij alsjeblieft niet staan.
    Ik heb zo hard gedaan mijn best.
    En ja soms kreeg ik aan tegenslaggen de pest.
    Maar ik kan het weer aan ik laat het,
    Verleden met rust voortaan.
    Ik ga mij storten op het nu.
    Maar vraag wel vertrouwen aan u.
    Zie je mij weer staan?
    Durf het alsjeblieft weer aan.
    Want dan kan ik pas 100% verder gaan.



    of

    Nu weet ik het zeker,
    Dit gaat zo niet langer meer.
    Ik voel mijn hele lichaam weer beven,
    Jij doet het elke keer weer.

    Waarom doe jij mij zoveel pijn?
    Waarom laat je me niet gewoon met rust?
    Ik wil niet meer bij jou zijn.
    Ik wil niet dat je me nog steeds kust.

    Daarom zit er niet zo heel veel meer op.
    Als ik dit doe ben ik van alles af.
    Ik krijg nooit meer op mijn kop.
    Nooit meer krijg ik straf.

    Ik ben voor altijd verlost van alles.
    Nooit meer voel ik pijn.
    Alles ga ik vergeten.
    Daar heb ik het alleen nog maar fijn.

    Ik sta voor het aanrecht,
    Zal ik de la open doen?
    Moet ik dat mes pakken?
    Of jou geven wat je zo graag wou.
    Je allerlaatste zoen?

    Nee, ik doe het niet.
    Dat doet mij teveel verdriet.
    Ik loop wel weg.
    Het doet je toch niks, als ik wat zeg.

    Daar sta ik dan,
    Midden in de kou.
    Dit is niet wat ik ervan verwachtte.
    En eigenlijk ook niet wat ik wou.

    Maar, nu ik hier dan toch sta.
    Op de rand van het dak.
    Kan ik ook maar beter gaan.
    Ik wist niet dat mijn tijd,
    Zo snel aanbrak.

    Nog 1 keer kijk ik om.
    Zou er nog iemand om mij geven?
    Waarom ben ik ook zo dom?
    Ik wil helemaal niet meer leven.

    Mijn laatste seconden zijn ingegaan.
    En ik bleef maar op die dakrand staan.
    Ik wil niet meer, ‘spring dan’ denk ik snel.
    Ik weet al wat ik wil, springen durf ik wel.

    Ik sluit mijn ogen, denk nog even na.
    En daarna laat ik mijn lichaam vallen.
    Ik had niemand meer,
    Niet mijn familie, en niet meer elkaar.

    zou je willen reageren (L)