Het werk als volgt:
Je verzint een nare/slechte/domme/enge enz. situatie. Dat beschrijf je in maximaal vier zinnen. Dan verzint de persoon onder je hoe je die situatie goed kunt laten aflopen. (ook maximaal vier zinnen) Bijvoorbeeld:
Pietje: Ik word ontvoert door blauwe aliens met gele stippen. Ze willen mijn hersens eruit zuigen, met een rietje van de McDonalds.
Klaasje: Maar ze konden die rietjes niet bemachtigen, en ze vonden je er toch niet zo smakelijk uitzien. Dus lieten ze je maar gaan.
En dan is het Klaasjes beurt om een situatie te verzinnen. Gesnapt?
Ik zal beginnen:
Ik loop in een donkere straat. Er zit een moordennaar achter me aan! Hij wil me vermoorden met een pinpasje!
If the compass breaks then follow your heart and I hope it leads you right back into my arms.