Oke, het is gewoon een klein wedstrijdje, voor vandaag (en misschien nog morgen)
Het gaat zo; De eerste 3 die zetten hun sa hier neer [niet te lang a.u.b] of een stukje daarvan.
Ik zet dat hier neer.
De rest moet allemaal stemmen, welke het beste is. Geen vriendjespolitiek, danku.
De winnaar krijgt gewoon de eer.
1 Jilliard
Op een dag liepen de drie biggetjes vrolijk door het bos. Ze waren op weg naar de markt om daar appeltjes te verkopen. Toen ze al een uurtje op de markt stonden, waaiden er opeens een paar appeltjes weg. ‘Stomme wind!’ zei het biggetje genaamd Knor. Hij raapte snel de appeltjes weer bij elkaar. Helaas waren er een paar beurs, dus die konden ze niet meer verkopen. Meneer de Wind had Knor zijn woorden gehoord, hij was woedend dat er zo over hem gesproken werd. Hij was zo kwaad, dat hij nog een keer blies, en weer rolden er een paar appeltjes weg. ‘Nu moet die wind echt eens ophouden met blazen!’ zei het biggetje Knir dit keer. Samen met het biggetje Knar raapte hij de appeltjes op, en gooide de beurse appeltjes weg. Die konden ze nu niet meer gebruiken om te verkopen. De drie biggetjes waren het zat dat de wind heel de tijd hun appeltjes weg blies.
Aan het eind van de dag gingen de biggetjes weer terug naar hun huisje. Meneer de Wind was nog steeds kwaad over wat de biggetjes allemaal over hem gezegd hadden. De biggetjes waren druk bezig met het avondeten klaarmaken. In de tussentijd bedacht Meneer de Wind hoe hij de drie biggetjes zou straffen om wat ze over hem gezegd hadden. Toen de biggetjes net klaar waren met de afwas, had Meneer de Wind al het perfecte plannetje. Hij zou hun huisje omver blazen, maar pas op het moment als ze alledrie niet op zouden letten. Dus Meneer de Wind wachtte geduldig af.
Het geduld van Meneer de Wind werd beloond, want al snel ging het biggetje Knar het huis uit om hout te hakken. Ook het biggetje Knor ging weg om samen met een paar bosvriendjes te spelen. Alleen Knir hoefde nog maar weg te gaan en dan kon Meneer de Wind zijn plannetje uitvoeren. Gelukkig voor Meneer de Wind moest Knir weg om Knor te helpen met hout hakken. Meneer de Wind keek goed om zich heen of er niemand oplette. Daarna nam hij een diepe hap lucht, en blies zo hard als hij kon het huisje omver.
Het maakte een hoop kabaal, en geschrokken kwamen er een paar bosdieren en ook de drie biggetjes omheen staan, om te kijken wat er aan de hand was. ‘O nee! Ons huisje!’ riep Knar uit. ‘Wie doet nou zoiets?’ vroeg Knor zich hardop af. Meneer de Wind ging snel weg. Helaas voor hem merkten de drie biggetjes en een aantal andere bosdieren het, want er stond geen zuchtje wind meer. Snel gingen de drie biggetje hem achterna, en na lang zoeken, vonden ze hem uiteindelijk toch nog. ‘Waarom deed je dat nou?’ vroeg Knar boos. ‘Omdat jullie onaardige dingen over me zeiden,’ legt Meneer de Wind uit. De drie biggetjes begrepen het, uiteindelijk maakten ze een afspraak met elkaar. ‘Luister, Meneer de Wind,’ begon Knir. ‘Als jij belooft ons nooit meer kwaad te doen, zullen we geen onaardige dingen meer over je zeggen.’ Meneer de Wind vond dit een goed idee. ‘En,’ voegde Knor er aan toe, ‘beloof ons dat je ons helpt met het opnieuw opbouwen van ons huisje.’ ‘Beloofd,’ zei Meneer de Wind.
En zo leefden ze verder als goede vrienden.
2 Therapy
Met tranen in haar ogen keek ze naar de pluimen die langzaamaan wegwaaiden. Al snel was de laatste witte pluim verdwenen in de wind. Een diepe zucht ontsnapte uit haar mond. Altijd al was ze het pestobject geweest alleen maar omdat ze anders was dan de anderen, omdat ze haar niet gedroeg zoals de gewonen. In het begin deden de pesterijen haar niet zo heel veel, maar toen ze aan haar vleugels begonnen te trekken, liet ze haar niet meer doen. Soms is over je heen laten gaan beter en dat merkte ze dan ook. Misschien, als ik me niet had verdedigd, had ik mijn vleugels nog, dacht ze bij haarzelf. Onmiddellijk schudde ze die gedachte uit haar hoofd. Je laten doen is geen optie, je moet vechten voor je doel. Maar nu stond ze hier, zonder vleugels. Kunnen engelen vliegen zonder vleugels? Het antwoord? Neen, zonder zijn ze net zoals gewonen mensen. Gabriel zei dat ze haar snel wel weer beter zou voelen en dat ze niet vleugels nodig had om te zijn wat ze was. Wat wist hij ervan? Hij had nog mooi z’n vleugels. Haar ogen vielen op de pestkoppen die haar mooie vleugels van de pluimen ontdaan hadden. Misschien waren ze jaloers omdat haar vleugels groter en mooier waren dan die van hun. Neen, vast niet. Ze zuchtte nog eens en keek naar beneden. Als ik geen vleugels meer heb, hoeft het niet meer voor mij, dacht ze. Voorzichtig liep ze naar het randje van de grote wolk waar ze opzat. Ze kneep haar ogen toe en liet een voet zweven. Kunnen engelen vliegen zonder vleugels? Terwijl ze haar tweede voet liet zweven, vroeg ze haar af hoe veel tijd Gabriel nodig zou hebben om haar op te vangen.
3 Screwed
De koele wind die over de weilanden blaast, brengt jouw stem bij mij.'Ik heb je gemist'. Je weet niet half hoe ik jou gemist heb. Jarenlang heb ik op dit moment gewacht. En nu is het eindelijk zover, nu mag ik je eindelijk weer ontmoeten. Ik kijk je aan. Je bent nog precies hetzelfde als die avond. Maar hoe veel kan er ook veranderd zijn. 'Ik jou ook'. Er valt een lange stilte, maar woorden zijn niet nodig. Jij hebt me al die tijd gevolgd. Ik heb jou al die tijd gevoeld. Maar voelen was niet genoeg, ik moest je zien, ik moest naar je toe. Ik kon mijn gemis niet meer aan. En ik heb er geen spijt van. Geen mens op de aarde kan dit gevoel overtreffen.
We lopen hand in hand door het gras. Het is prachtig. Er staan grote, oude bomen, vergezeld door sierlijke, kleurrijke bloemen. Precies het plaatje zoals ik me had voorgesteld. Maar toch hangt er een negatieve sfeer. Een sfeer van schuld. Maar daar moet ik niet aan denken. Ik moet wachten op de zon. De verblindende, witte zon die mij van alles zal bevrijden. Waar blijft het? We laten ons in het gras vallen, en je begint me lachend te kietelen. Wat heb ik deze tijden met jou gemist, de tijden waarin je me in bescherming nam. Ik was jouw kleine meisje, jij was mijn grote held. Dat is altijd zo geweest, en dat zal altijd zo blijven.
We staan samen toe te kijken hoe de wolken langzaam grijs worden, en zodra de eerste druppels op mijn neus vallen schuilen we onder een boom. Zelfs in de hemel regent het dus. 'Nee, het hoort niet te regenen. Je moet terug'. Terug? Ik wil helemaal niet terug! Ik wil bij jou blijven. 'Het spijt me. Je moet het afmaken zoals bedoeld is. Wegrennen is geen ontsnapping'. Nee, ik wil je niet missen! Niet weer! 'Ik houd van je, ik zal voor altijd bij je blijven. Tot onze volgende ontmoeting'. De grijze wolken worden zwart, ik voel hoe de wind me naar de wolken toetrekt. Ik probeer mij aan je vast te klampen, maar de wind is te sterk. Ik word teruggetrokken. Tot ziens, papa.
Piep..Piep..Piep..
De dood van mijn vader mag niet die van mij betekenen. Ik moet hem trots maken. En dat zal ik doen ook. Ik ga verder met mijn leven, wetend dat papa in goede handen is. Hij is gelukkig, gelukkiger dan hij ooit is geweest. En zolang papa gelukkig is, ben ik dat ook.
Lieve papa, ik weet dat je nu niet aan mij denkt, maar ik denk wel aan jou. Dit verhaal is niet waargebeurd, maar voor mij wel. Voor mij is het wel zo gegaan. En doe me dit alstjeblieft nooit meer aan. Ik hoop dat je gelukkig bent in je nieuwe leven, en dat je geen last meer zult hebben van het oude. Dan zal ik ook verdergaan met mijn leven.
Voor altijd jouw kleine meisje
Stemmen!
[ bericht aangepast op 6 aug 2009 - 14:37 ]
EGYPTIAN GOD