Bij een 3-jarig meisje is nu ook Mexicaanse Griep geconstateerd, meldde minister Klink vanmorgen. Opgelopen tijdens een vakantie in Mexico. Haar ouders zijn niet besmet en ze wordt meteen behandeld. De minister wil 19 miljoen vaccins en 1000 kuren tegen de griep beschikbaar stellen.
*korte samenvatting van het tv bericht.
In Nederland is een 3-jarig kind is besmet met de Mexicaanse griep. Dat heeft minister Klink van Volksgezondheid bekendgemaakt op een persconferentie. Het is de eerste besmetting in Nederland.
Op 27 april kwamen het kind en zijn ouders terug uit Mexico, waar ze awren voor een familiefeest.
Zowel de peuter als de ouders worden behandeld en maken het goed.
Tamiflu
Inmiddels is er een optie genomen op 19 miljoen vaccins tegen de Mexicaans griep. Klink heeft het NVI gevraagd duizend kuren van de virusremmer Tamiflu direct beschikbaar te stellen.
Vanmiddag praat hij met de andere Europese ministers van Volksgezondheid. Kink zegt dat gedacht wordt aan een tijdelijk vliegverbod op Mexico.
Voor die die het niet weten hier een beschrijving van de griep:
Varkensgriep - Influenza : een geduchte ziektekiem, ook in de varkenshouderij
Influenza is een veel voorkomende ademhalingsziekte bij mens en dier. De ziekte wordt veroorzaakt door een virus en is niet te bestrijden met antibiotica. Op dit moment staat het influenzavirus in de belangstelling als veroorzaker van vogelpest.
Bij varkens wordt influenza beschouwd als de meest voorkomende oorzaak van acute luchtwegproblemen. Daarnaast wordt het virus in verband gebracht met het terugkomen van zeugen en het najaarsverwerpen.
Kortom, het influenzavirus is een geduchte ziektekiem.
Het virus
Het influenzavirus verandert voortdurend. In onze varkenshouderij komen drie typen voor, het H1N1, het H3N2 en het H1N2 type. Tijdens de uitbraak van vogelpest in 2003 werd het vogelpestvirus (H7N7) ook aangetroffen bij varkens die aanwezig waren op met vogelpest besmette bedrijven. Gelukkig heeft dit type zich niet verspreid naar andere varkensbedrijven.Overdracht van varken op mens is mogelijk, vooral bij veel en intensief contact, maar het leidt tot op heden zelden tot klinische problemen of verdere spreiding van het virus.
Overbrenging
Influenza wordt in hoofdzaak het bedrijf binnengehaald via aankoop van besmette varkens. De ziekte treedt vooral op gedurende de wintermaanden, vaak gelijktijdig op meerdere bedrijven. Varkens tussen vijftien en achttien weken zijn het meest gevoelig. Na het doormaken van de ziekte kan het virus nog maandenlang worden uitgescheiden en verspreid. Het virus is gevoelig voor de meeste ontsmettingsmiddelen.
Verschijnselen
De drie genoemde influenzatypen geven ongeveer gelijke klinische verschijnselen. De ziekte verspreidt zich snel over het bedrijf. Varkens hoesten frequent, zijn benauwd en vertonen buikslag, stoppen met vreten en hebben koorts (41 ºC - 42,5 ºC). Daarnaast komen niezen, neusuitvloeiing en ontstekingen van het oogslijmvlies voor. Als gevolg van de koorts kunnen zeugen verwerpen of opbreken. Meestal treedt na drie tot zes dagen genezing op. De ernst van de ziekteverschijnselen hangt sterk af van de hoeveelheid opgenomen virus. Dit soort acute uitbraken komen weinig meer voor. Het is onduidelijk in hoeverre het influenzavirus een rol speelt bij chronische luchtwegaandoeningen en bij het terugkomen.
Immuniteit
Uit bloedonderzoek blijkt dat veel varkens afweerstoffen tegen één, twee, of alle drie de genoemde influenzatypen bezitten, zonder dat vooraf klinische influenzaverschijnselen zijn geconstateerd. Afhankelijk van de hoogte van de titer is het varken of alleen klinisch of volledig beschermd tegen het bepaalde type. Het dier heeft daarna echter geen afweer tegen de overige typen. Er ontstaat wel een duidelijke klinische bescherming tegen het derde type (H1N2), nadat het varken is besmet met de twee andere typen (H1N1 en H3N2).
Maternale immuniteit
Biggen, afkomstig van zeugen die besmet zijn geweest met of die zijn gevaccineerd tegen influenza, nemen afweerstoffen op via de biest. De duur van de maternale immuniteit is afhankelijk van de hoeveelheid afweerstoffen in de zeug en de hoeveelheid opgenomen biest en varieert tussen de drie en meer dan veertien weken. Door vaccinatie van de zeug neemt de duur van de maternale immuniteit van de biggen toe. Hierdoor kunnen de biggen pas op een later tijdstip worden gevaccineerd, aangezien de eigen actieve immuunrespons van de big wordt geremd door de maternale antistoffen.
Diagnostiek
De diagnose bij een acute uitbraak is meestal eenvoudig te stellen: varkens vertonen de reeds genoemde kenmerkende klinische verschijnselen. Gepaard bloedonderzoek (tweemaal bloedafname van dezelfde vijf à tien varkens met een tussentijd van drie tot vier weken) kan de diagnose bevestigen en bepalen met welk type het varken is besmet. Men spreekt van een uitbraak indien bij minimaal zeventig procent van de onderzochte varkens de titers minimaal vier maal zo hoog zijn geworden.
In het acute stadium van de ziekte kan het virus ook via tonsilswabs worden aangetoond. Dat onderzoek is echter duur.
Vaccinatie
Tegen influenza kan worden gevaccineerd. Dat wordt gedaan met dode vaccins, gebaseerd op het H1N1 en H3N2 type. De vaccins bieden een afdoende bescherming tegen de H1N1 en H3N2 typen en een gedeeltelijke klinische bescherming tegen het H1N2 type. Voor een goed resultaat zullen de varkens twee maal met een interval van drie tot vier weken gevaccineerd moeten worden. De entingen dienen tweemaal per jaar te worden herhaald.
De waarde van de influenza-combinatietest
Doordat de verschillende influenzatypen veel overeenkomsten vertonen, is het risico op kruisreacties bij laboratoriumtesten relatief groot. Een kruisreactie is, dat als een dier is geïnfecteerd met 1 influenzatype ook bij één of meerdere andere typen een zwak positieve (ongunstige) uitslag wordt veroorzaakt.
Door de drie influenzatypen in 1 keer te testen is inzichtelijk welk type de veroorzaker is van de uitbraak en welk type positief is door een kruisreactie.
(bericht aangepast door een moderator)
i need you like a heart needs a beat.