Je hart bonkte door je keel, niets meer was er in je heel.
Zat het nog achter je aan? Terwijl je rende keek je naar de maan.
Je struikelde en viel tegen een boom aan, al je zicht ging uit je ogen vandaan.
Alles werd zwart…..
Je werd wakker je neus was nat, voor je zag je een wolf die rustig zat.
Hij keek je aan met een doordringende blik, je stond op met een schrik.
Snel veegde je, je neus af, dit was echt maf.
De wolf stak zijn tong uit en keek je aan, oow dus hij had dit gedaan!
De wolf liep naar je toe en legde z’n kop in je hand, je vormde een band.
Die wolf had jouw hart berooft, je keek hij had een mysterieus teken op zijn hoofd.
Zo spierwit en schoon, het leek wel een wonderdroom.
Toen ineens sprong hij in je…..
Later werd je weer wakken je keek om je heen maar hij was weg, wat een pech.
Je vroeg je af wat er nou precies gebeurt was, ergens tussen de struiken liep een das.
Je werd misselijk en duizelig..je viel op de grond, waar je niet meer opstond.
Alles werd wazig je kreeg een staart, je handen voeten echt alles werden behaard.
Je blauwe ogen werden goudgeel, en een lange bek dat je mond steel.
Uiteindelijk was het voorbij, je lag op je zij.
Je was weer bij je liep naar de waterkant, in het water zag je een heel ander verstand.
In het water zag je een zwarte wolf met gele ogen, dit was niet te geloven.
Je was een wolf……..