• RISE FROM THE ASHES

    but the burning comes first
    🔥🔥🔥🔥🔥🔥🔥🔥

    De lucht draagt een vage geur van as, een stille herinnering aan een wereld die ooit was. Honderd jaar geleden brak een ziekte uit. Ashbane, een plaag die alles veranderde.
    Het begon als een griep, klein en onschuldig, maar het duurde niet lang voordat de eerste symptomen leidden tot verwoesting: verbranden huid, uitdroging, helse pijn en uiteindelijk mentale ontbinding. Wie het overleefde, werd een monster. Ze noemen hen de Shreds — verscheurde lichamen, verscheurde geesten.

          De wereld stortte in onder het gewicht van paniek en wantrouwen. Overheden verdwenen, steden vielen, en overlevenden zochten wanhopig naar een uitweg. Maar er was geen ontsnappen. In deze chaos ontstond een nieuwe orde: The Order of the White Hands. Met ijzeren discipline en een overtuiging in “zuiverheid” hebben zij de wereld naar hun wit gehandschoende hand gezet. Veiligheid heeft een prijs, en niemand ontsnapt hun controle. Elke afwijking, elk teken van besmetting, wordt genadeloos gezuiverd. Hier is geen plek voor rebellie.

    Fort Aegis is een van de laatste veilige steden in een wereld die in vlammen is opgegaan. Een plek waar mensen nog in relatieve vrede kunnen leven, zolang ze de regels van de White Hands volgen. Binnen de versterkte muren van de stad leven de bewoners onder constante controle en bescherming. Iedereen draagt een masker, zowel letterlijk als figuurlijk, om besmetting van de dodelijke ziekte Ashbane te voorkomen.

          De stad oogt vredig en kalm, maar schijn bedriegt. In de verborgen uithoeken en duistere steegjes broeit de onvrede. Sommigen fluisteren dat de verbranden – de geëxecuteerden die onder verdenking van besmetting worden geëlimineerd – zelden daadwerkelijk besmet waren. Maar dit zijn slechts fluisteringen, en niemand durft deze woorden hardop uit te spreken, want het risico op executie is groot. Anderen fluisteren: Is veiligheid werkelijk alles? Velen kunnen de obsessieve controle van de White Hands niet langer verdragen. Ze leven in angst, gevangen in de greep van de stad die hen onderdrukt, terwijl de dreiging van binnenuit steeds dichterbij komt. Sommige van hen dragen een geheim met zich mee, een persoonlijke reden om te ontsnappen – een verlangen om de leugens van Fort Aegis achter zich te laten.

    En dat is precies wat een kleine groep van plan is. Deze groep, ieder met een eigen motivatie, heeft besloten het ondenkbare te doen: ontsnappen. In stilte en met gevaar voor eigen leven hebben zij plannen gemaakt om de stad te verlaten. Wat er buiten de muren ligt, is onbekend, maar de ruïnes van de oude wereld wachten. Over die verwoestingen heen liggen de ruwe geheimen van Ashbane, de Shreds en een waarheid die de White Hands koste wat het kost verborgen willen houden. Is er een kans op vrijheid buiten deze muren? Of is alles wat ooit was, al voorgoed verloren in de as?


    PERSONAGES
    De personages in deze RPG kunnen van alle leeftijden zijn, van jongeren tot ouderen die lang hebben geleden onder de heerschappij van de White Hands. Elk personage heeft zijn of haar eigen redenen om te ontsnappen aan de stad en de onderdrukking die de White Hands opleggen. Misschien heeft jouw personage een duister geheim ontdekt over de White Order, is hij of zij vals beschuldigd van besmetting, of verlangt hij of zij gewoon naar de vrijheid die buiten de muren van Fort Aegis ligt. Voor sommigen is het een persoonlijke zoektocht naar vrijheid en een leven zonder controle, terwijl anderen misschien hopen een remedie voor Ashbane te vinden, of simpelweg willen ontsnappen aan een toekomst die al in rook lijkt op te gaan.

    Invullijstje:
    Naam
    Leeftijd
    Verleden
    Persoonlijke reden voor ontsnapping
    Innerlijk
    Uiterlijk
    Extra's
    Relaties


    ROLLEN

    MEN
    • River Radford — 28 — Arthur Gosse — Iotte | p2
    • Fyodor Aleksej Orlov — 37 — Oleg Abramov — Kobyla | p4
    • Isha Aron — 29 — Hugh Grant — Ion | p2
    • Miles Richard Collingwood — 31 — Alexander Ludwig — LordJohn | p3
    • Adrien Raymond Wallence — 31 — Matthew Gray Gubler — Venustic | p4
    • Xavi Quinn — 28 — Nicolas Alexander Chavez — Styles| p3
    • Naam — leeftijd — fc — Valencian | px
    • Salvador Javier Verdugo de Léon — 36 — Oscar Jaenada — escuella | p4
    • Thomas Sinclair — 25 — Logan Lerman — Novalunosis | p4


    WOMEN
    • Nastasya Roydon — 27 — Renee Murden — Sgaeyl | p4
    • Jemima Wallece — 22 — fc — Halbrand | p4
    • Naam — leeftijd — fc — Jojootjes | px
    • Tara Laiken — 26 — fc — Dellamorte| p2
    • Naam — leeftijd — fc — Reeses | px
    • Elin Madeleine Isabelle Lindström — 27 — Sara Paxton — nostalgie | p3
    • Leyla Simone Najm — 26 — Dina Denier — LordJohn | p4
    • Naam — leeftijd — fc — schrijver | px
    • Naam — leeftijd — fc — schrijver | px


    REGELS
    • Er is een minimum van 100 woorden
    • De hoofdregels van Qreaties gelden ook hier
    • 16+ is toegestaan, gelieve wel boven je post vermelden
    • Houdt het gezellig en leuk voor iedereen
    • Maximaal 3 personages per persoon
    • Reservaties blijven drie dagen staan
    • Bij voorkeur actief kunnen mee schrijven, mocht dit niet lukken, laat me dit dan alsjeblieft van te voren weten, bij drie weken radiostilte is er een kans dat je personage(s) uit de RPG wordt geschreven
    • Indien je niet meer met deze RPG mee wil doen, gelieve jezelf uit te schrijven bij Iotte


    DISCLAIMER
    — Geïnspireerd en gebaseerd op de wereld en saga van The Maze Runner, maar dan anders

    Q&A
    — Q: Zijn er medici binnen the White Order/Fort Aegis, als in worden mensen nog wel behandeld voor andere klachten of geldt het: een klacht is een mogelijke besmetting?
    • A: Bij de White Hands werken wel dokters, maar hun rol is strikt gecontroleerd en uiterst klinisch. De focus ligt niet op genezing, maar op diagnose en beheer. De dokters hebben de taak om elke mogelijke besmetting met uiterste precisie te identificeren. Zodra er zelfs maar een vermoeden van Ashbane is, wordt de patiënt zonder uitzondering geëxecuteerd. Dit proces wordt uitgevoerd onder het mom van “preventie boven alles.” Het excuus van de White Hands is dat Ashbane te gevaarlijk en te onvoorspelbaar is om risico’s te nemen. Ze rechtvaardigen hun acties als “voor de veiligheid van de samenleving,” maar in werkelijkheid creëren ze een cultuur van angst en wantrouwen, waarbij elke medische beoordeling vrijwel synoniem is aan een doodvonnis. Mensen durven daarom vaak niet naar de dokters te gaan, uit angst dat elk symptoom — hoe onschuldig ook — als besmetting kan worden geïnterpreteerd. De angst om geëxecuteerd te worden drijft velen ertoe hun ziektes of verwondingen te verbergen, zelfs als het gevaarlijk is voor henzelf of anderen. Er kunnen wel situaties zijn waarin mensen gedwongen worden naar een dokter te gaan, bijvoorbeeld als een ander hen heeft aangegeven of als ze in het openbaar tekenen van ziekte vertonen. Dit voedt een cultuur van paranoia, waarin buren elkaar in de gaten houden en angst regerend is. Daarnaast gebruiken de White Hands bepaalde propagandatechnieken om de bevolking te controleren. Ze claimen dat de dokters hun enige hoop zijn, dat het medische team hen beschermt tegen Ashbane en andere ziektes. Maar die belofte komt met een prijs: je leven ligt volledig in hun handen, en een verkeerde diagnose betekent het einde. Dit zorgt ervoor dat ziekten soms pas in een vergevorderd stadium worden ontdekt — wanneer het te laat is om ze te behandelen of te verbergen. Het systeem van de White Hands is effectief in het beheersen van paniek, maar de tol ervan is de menselijkheid en het vertrouwen van de bevolking.

    — Q: Wordt iemand met niet typische symptomen voor Ashbane (bijv. Een gebroken been oid) wel behandeld/genezen door artsen?
    • A: Voor andere ziekten en verwondingen geldt een genuanceerder beleid, maar de angst blijft wel groot. Als iemand symptomen vertoont die niet duidelijk verband houden met Ashbane, zoals een gebroken been, een koorts door een alledaagse infectie, of bijvoorbeeld voedselvergiftiging, dan kunnen ze wél behandeld worden door dokters van de White Hands. De dokters zijn opgeleid om medische zorg te verlenen, maar met één nadrukkelijke prioriteit: ieder teken dat ook maar zou kunnen wijzen op Ashbane moet grondig worden onderzocht. Om deze reden proberen veel mensen medische hulp te vermijden, zelfs bij aandoeningen die op zichzelf niet dodelijk zouden zijn.

    — Q: Hoe ziet het dagelijks leven in Fort Aegis eruit? Zijn er telefoons, boeken, vervoer, leuke dingen om te doen, dingen van de moderne samenleving?
    A: Het dagelijks leven in Fort Aegis is strak gereguleerd en functioneel. Hoewel er wel nog sporen van technologie zijn, wordt het leven grotendeels bepaald door angst, controle en de wetten van de White Hands.

    Technologie en Communicatie
    • Geen smartphones of vrije communicatie: Telefoons en social media bestaan en werken niet meer.
    • Propaganda-schermen: Overal in de stad hangen monitoren en luidsprekers die propaganda van de White Hands uitzenden, samen met waarschuwingen tegen besmetting en oproepen tot gehoorzaamheid.
    • Radiozenders: Er zijn enkele radiozenders waar mensen naar kunnen luisteren voor muziek, nieuws of gecontroleerde ontspanning.

    Vrijetijdsbesteding
    • Boeken en bibliotheken: Boeken zijn zorgvuldig gecontroleerd. Bibliotheken bieden educatieve en goedgekeurde lectuur, maar alles wat als “rebels” of inspirerend wordt gezien, is verwijderd.
    • Samenkomsten: Publieke evenementen of feesten zijn schaars en meestal georganiseerd door de White Hands om loyaliteit en discipline te versterken. Spontaan vermaak is zeldzaam, en bijeenkomsten worden vaak gezien als verdacht.
    • Bar’s en cafe’s: Zijn aanwezig in de stad maar zijn sterk beïnvloed door de strikte controle van de White Hands. Bars en cafés mogen alleen worden geëxploiteerd door mensen die goedgekeurd zijn door de White Hands. Deze plekken worden in de gaten gehouden door camera’s of informanten van de White Hands, vooral om te voorkomen dat er rebellie of geheime samenkomsten ontstaan.

    Werk en Onderwijs
    • Werkzaamheden: Het merendeel van de bevolking heeft banen gericht op het draaiend houden van de stad. Mensen werken bijvoorbeeld in fabrieken (voor voedselproductie of wapens), constructie, of onderhoud van infrastructuur. Het werk is zwaar en slecht betaald
    • Onderwijs: Kinderen krijgen basisonderwijs met nadruk op gehoorzaamheid, biologie (met focus op Ashbane), en propaganda. Hogere educatie is beperkt tot praktische vaardigheden, zoals geneeskunde, techniek, of controle-systemen, die nuttig zijn voor de White Hands.

    Vervoer
    Er zijn auto’s, maar auto rijden is duur. Er zijn streng gecontroleerde bussen en treinen, uitsluitend bedoeld voor functionele doeleinden (bijvoorbeeld woon-werkverkeer). Mensen bewegen zich grotendeels te voet of op eenvoudige fietsen.

    Gezondheid en Veiligheid
    • Masker verplicht: Iedereen draagt maskers in openbare ruimtes, al zien sommige bewoners het meer als symbool dan bescherming. Een masker niet dragen wordt bestraft.
    • Patrouilles: Gewapende patrouilles van de White Hands lopen door de stad om orde en veiligheid te handhaven, wat zorgt voor een constante sfeer van onderdrukking.

    Entertainment
    Leukere activiteiten zijn schaars, maar mensen zoeken manieren om te ontsnappen:
    • Verborgen ontmoetingen: Sommige jongeren houden bijeenkomsten om te praten, te drinken, of te dansen. Deze “ondergrondse” ontmoetingen bieden een gevoel van vrijheid, maar worden zwaar bestraft als ze ontdekt worden.

    — Q: Is er een geldsysteem?
    • A: Ja, er is een geldsysteem in Fort Aegis, maar het heeft enkele beperkingen en is zwaar gecontroleerd door de White Hands. Het geld is bedoeld om een gevoel van orde en economie te behouden, maar de manier waarop het functioneert verschilt sterk van wat je in een vrije samenleving zou verwachten.

    — Q: Mogen de rijken in Fort Aegis nog wel feestjes houden?
    • A: Feestjes in Fort Aegis worden toegestaan, maar met strenge beperkingen, toezicht en alleen toegankelijk voor de elite. Voor de rijken zijn deze bijeenkomsten meer dan een bron van plezier; ze zijn een politiek spel, een middel om status te tonen en invloed binnen de White Hands te verkrijgen.

    Hoe zien de feestjes eruit?
    • Strenge protocollen: Iedereen moet gemaskerd blijven tijdens sociale interacties. Maskers zijn vaak elegant of zelfs grotesk ontworpen om rijkdom en stijl uit te drukken. Daarnaast mogen alleen genodigden binnenkomen, en die worden gescreend op symptomen. Onverwachte bezoekers worden nooit toegestaan.
    • Entertainment: Dans en zang. Op de luxe feestjes van de elite in Fort Aegis kunnen danseressen en zangeressen worden ingehuurd als entertainment. Deze uitvoeringen zijn echter strikt gereguleerd door de White Hands om de veiligheid te waarborgen en propaganda in stand te houden.

    Hoe verloopt het inhuren van entertainers?
    • Goedkeuring door de White Hands: Iedereen die optreedt op een feestje moet gescreend en goedgekeurd zijn door de autoriteiten. Dit betekent dat entertainers afkomstig zijn uit een kleine, gecontroleerde groep artiesten die vaak hun loyaliteit aan de White Hands hebben bewezen.
    • Decoratieve en onderdanige rollen: Danseressen en zangeressen worden meer gezien als symbolen van luxe en controle dan als zelfstandige kunstenaars.

    Wat vindt de bevolking van de entertainers?
    Voor de lagere klassen van Fort Aegis wordt deze vorm van entertainment vaak gezien als het toppunt van oppervlakkigheid. Terwijl zij strijden tegen honger en ziekte, mogen artiesten zichzelf uitsloven voor de elite. Dit draagt bij aan de groeiende spanningen en haat tussen klassen. Toch wordt soms gefluisterd dat sommige entertainers belangrijke informatie doorspelen aan opstandelingen.

    — Q: Hoe werkt het geldsysteem in Fort Aegis?
    • A: Er bestaat een standaard munteenheid, meestal in de vorm van munten of papieren biljetten. Deze worden gedrukt en uitgegeven door de White Hands.

    Lonen en transacties
    Werknemers (zoals fabrieksarbeiders, handelaars, of schoonmakers) krijgen hun loon in cash. Deze kunnen ze gebruiken in winkels, markten, en voor diensten in de stad. Veel arbeiders verdienen echter net genoeg om aan basisbehoeften te voldoen, wat het systeem arm en afhankelijk houdt. Luxe blijft een droom voor de meesten.

    Ruilhandel
    Naast het officiële systeem bestaat er een parallelle economische structuur. Vooral op de lagere niveaus in de samenleving wordt er veel geruild in plaats van gekocht. Bijvoorbeeld een masker ruilen voor eten of wat kleding voor medicatie. Voor mensen die moeilijk toegang hebben tot geld (zoals daklozen of weeskinderen), is ruilhandel vaak hun enige optie.

    Geld als controlemiddel
    De White Hands gebruiken het geldsysteem als een manier om de stad onder controle te houden:
    1. Loonverschillen: Mensen in belangrijke of goedgekeurde beroepen (zoals bijv. Artsen) krijgen meer loon, terwijl arbeiders zoals fabrieksmedewerkers net genoeg verdienen om te overleven. Dit systeem ontmoedigt economische vooruitgang en versterkt de hiërarchie.
    2. Boetes: Wanneer iemand de regels overtreedt, kunnen hun lonen worden bevroren of worden hun geld ongeldig verklaard, wat hen direct in economische wanhoop stort.

    — Q: Waar ligt Fort Aegis?
    • A: Fort Aegis is gevestigd in de voormalige USA

    — Q: Met welke stad kan Fort Aegis vergeleken worden?
    • A: Fort Aegis is een stad die zowel groots als benauwend kan aanvoelen, afhankelijk van de locatie waar je je bevindt. Qua grootte kan het vergeleken worden met New York. Met een oppervlakte van ongeveer 150 km² (inclusief de beschermde buitenzones) is deze stad groot genoeg voor mensen met verschillende levensstijlen, maar klein genoeg om claustrofobie te benadrukken.

    Opbouw van de stad
    Fort Aegis is een van de laatst overgebleven bastions van beschaving, en dat heeft invloed op de ruimtelijke ordening:

    1. Sanctified Zone (de kern van de stad)
    • Hier wonen de welgestelde elite en de White Hands zelf. Dit deel is sterk beschermd en ordelijk ingericht.
    • Te vergelijken met moderne financiële of diplomatieke districten.
    • Breed opgezet met grote boulevards, bewaakte checkpoints, en veel groen, dat het contrast met de rest van de stad versterkt.

    2. Industriële sectoren (buitenring)
    • Grote wapenfabrieken, waterzuiveringsinstallaties, voedselverwerkingscentra, en opslagmagazijnen.
    • Meestal grijs en vervallen, met overbevolkte arbeidswijken waar de meeste werkende bewoners wonen.

    3. Woongebieden voor arbeiders
    • Kleine woningen of gedeelde complexen. Minimalistisch en vaak vervallen. Hier vindt het grootste deel van het dagelijks leven plaats.
    • Denk aan vergelijkingen met armere stadswijken in Los Angeles of Chicago, met strenge bewaking en strikte regels.

    4. Stadsgrenzen en ruïnes
    • De muren van Fort Aegis scheiden de stad van het besmette buitengebied.

    — Q: Hoelang bestaat Fort Aegis al?
    • A: Fort Aegis bestaat dit jaar 75 jaar, gebouwd als reactie op de chaos die volgde na de uitbraak van Ashbane en de instorting van samenlevingen wereldwijd.

    Oorsprong en oprichting
    • Noodconstructie: Het fort werd oorspronkelijk opgezet als een noodopvanglocatie door een overgebleven coalitie van overheidsfunctionarissen, wetenschappers, en militairen die de Ashbane-uitbraak overleefden. Aanvankelijk was het een klein, geïsoleerd kamp op de resten van een voormalig stadje, maar naarmate andere overgebleven nederzettingen vielen, werd het uitgebreid en versterkt.
    • Transformatie naar een bastion: In de decennia erna groeide Fort Aegis uit tot een strategisch belangrijke en goed georganiseerde stad, geleid door de White Hands, die oprukten als de machtigste en meest georganiseerde entiteit in de regio. Het werd omgevormd tot een strikt gecontroleerde samenleving met muren die zowel de bewoners beschermen als gevangen houden.

    Huidige status
    Tegenwoordig beschouwt men Fort Aegis als een bijna mythisch bolwerk van orde en overleving in een door Ashbane verwoeste wereld. Het heeft altijd een strak regime van discipline, hard werken, en gehoorzaamheid gekend, wat verklaart waarom het zo lang heeft standgehouden.

    — Q: Zijn er lijkschouwers in Fort Aegis?
    • A: Ja, in Fort Aegis zijn er lijkschouwers, maar hun rol en hoe ze functioneren worden strikt gecontroleerd door de White Hands. Hun taken gaan verder dan het onderzoeken van doodsoorzaken en zijn nauw verweven met de angst voor besmetting door Ashbane.

    Rol van de lijkschouwers
    Lijkschouwers zijn voornamelijk opgeleid om sporen van de ziekte te identificeren, zelfs postuum. Als Ashbane wordt vermoed, wordt de zaak meteen gerapporteerd aan de White Hands, die de verdere afhandeling (vaak verbranding van het lichaam) uitvoeren. Lijkschouwers moeten uitsluiten of iemand besmet was voordat andere mensen met het lichaam in aanraking komen. Elk overlijden, zelfs door natuurlijke oorzaken, wordt onderzocht op tekenen van besmetting. Dit creëert een paranoïde sfeer, waarin zelfs dode lichamen niet aan het bewind kunnen ontsnappen. De lijkschouwers in Fort Aegis ondergaan een intensieve training over Ashbane, anatomie, en ziektebeelden. Dit maakt hen erg gewaardeerd, maar tegelijkertijd worden ze ook met wantrouwen bekeken omdat ze dagelijks met mogelijke besmetting werken. Omdat Ashbane zowel gevreesd als slecht begrepen wordt, opereren lijkschouwers onder immense druk. Elk lichaam is een mogelijke tikkende tijdbom, en een enkele fout kan leiden tot een ramp.

    — Q: Wat vinden de White Hands van euthanasie?
    • A: De houding van de White Hands ten opzichte van euthanasie hangt sterk af van hun ideologie en controlemechanismen. Gezien de strenge controle en paranoia rondom Ashbane, zijn de White Hands zeer wantrouwig en terughoudend tegenover euthanasie, vooral omdat het een opening zou kunnen bieden voor rebellie of misbruik. Euthanasie is verboden en taboe. De White Hands eisen absolute controle over leven en dood, en euthanasie zou hun grip verzwakken. Zelfdoding of hulp daarbij wordt gezien als een mogelijke besmettingsstrategie: ziek zijn kan worden verborgen door snel euthanasie aan te vragen, wat hun paranoia vergroot. Artsen die euthanasie verrichten kunnen als verdacht worden beschouwd, mogelijk van sympathieën voor rebellen of besmetting. Stervenden mogen alleen “natuurlijk overlijden” in quarantaine, waarbij hun dood zorgvuldig wordt gedocumenteerd door de White Hands.

    — Q: Hoe raak je besmet door Ashbane?
    • A: Het virus verspreidt zich door contact met lichaamsvloeistoffen van iemand die besmet is (zoals bloed, speeksel, of zweet) en via de lucht. Je kan besmet raken door het aanraken van een wond van een besmet persoon of wanneer je gebeten wordt door een Shred. Onder bepaalde condities, zoals in gesloten ruimtes of wanneer besmette mensen in grote hoeveelheden samen zijn, kan het virus zich ook via ademhaling verspreiden. Het virus blijft overleven op oppervlakken of in water dat in contact is gekomen met besmette lichamen. Dus een object aanraken dat met bloed, speeksel of ander materiaal van een Shred bedekt is en daarna je gezicht of een wond aanraakt kan zorgen voor een besmetting. Ook water drinken dat besmet is met resten van geïnfecteerde lichamen en het eten van dierlijke producten die in besmette gebieden leven verhogen de kans op besmetting.

    De Shreds dragen het virus in hun speeksel en onder hun nagels, waardoor een aanval vrijwel altijd resulteert in infectie. Een wond door hun toedoen is daarom direct geïnfecteerd.

    Het virus wordt daarnaast ook worden ingeademd door microscopische deeltjes die in besmette gebieden als as door de lucht zweven (vooral in de ruïnes buiten de stad)

    — Q: Wie heeft de leiding bij the White Hands?
    • A: De Raad van Witte Mantels. The White Hands worden geleid door een raad van onbekende individuen. Ze noemen zichzelf De Witte Mantels. Niemand weet hoeveel leden er precies zijn, maar vermoedens gaan dat het tussen de 5 en 9 personen zijn. Deze raad is altijd gehuld in anonimiteit. M lid draagt een witte mantel en een masker die hun identiteit volledig verhult, zelfs voor veel White Hands officieren. Wat het idee versterkt dat de raad ‘ieder en niemand is’. Hun stem klinkt uitsluitend via decreten of holoprojecties. Hun leiderschap maakt hen angstaanjagend en alomtegenwoordig. De raad symboliseert een collectieve en ongrijpbare macht die bijna onmogelijk te bestrijden is, omdat niemand precies weet wie aan de top staat.

    • De leden van de Witte Mantels hebben alleen codenamen of titels, zoals De Gever, De Vonnisser, De Schilddrager of De Boodschapper.
    • Ze geven decreten en bevelen via schermen, posters, en zorgvuldig geplande ceremonies waar hun stemmen (vervormd, om identiteit te verbergen) synchronisch klinken.
    • Contact met hen is enkel mogelijk via hun meest vertrouwde en angstaanjagende adjudanten: de Spoken van de Mantels, een schimmige elite-eenheid.
    • Alle grote beslissingen – van executies tot bevolkingsbeheer – worden door de raad goedgekeurd, maar nooit betwist. Het volk kent geen macht om hen te confronteren.
    • Voor de gewone burgers zijn ze symbolen van absolute orde en veiligheid. Hun anonimiteit maakt hen goddelijke figuren, verheven boven menselijke zwaktes.
    • Propaganda schildert hen als helden die de mensheid van uitsterving hebben gered, met opofferingen die stervelingen nooit zouden begrijpen.
    • Voor de rebellen en critici is de raad echter het toppunt van corruptie, wreedheid en manipulatie. Er gaan geruchten dat de leden van de raad nergens in geloven behalve in hun eigen macht.
    • Het bestaan van de raad maakt het moeilijk om direct verzet te bieden. Niemand weet waar ze zich bevinden, wie ze zijn, of hoe hun systeem uit elkaar gehaald kan worden.

    — Q: Is er een immuniteit tegen Ashbane?
    • A: Immuniteit is mogelijk, maar uiterst zeldzaam en eerder een vloek dan een zegen. Immuniteit wordt beschouwd als een mythe. Verhalen over mensen die resistent zijn tegen Ashbane doen de ronde in fluisteringen, maar er is nooit concreet bewijs gevonden. De White Hands ontkennen het bestaan van immuniteit en doen geruchten af als valse hoop die de orde kan verstoren. Toch blijven sommige mensen dromen van een uitzondering op het lot dat Ashbane brengt. Immuniteit blijft in Fort Aegis een mythisch concept. Mensen kunnen ervan gehoord hebben, maar niemand kent écht een immuun persoon, en zelfs als dat zou gebeuren, zou de angst of jaloezie groter zijn dan het vertrouwen. De White Hands geloven niet in immuniteit en zien geruchten hierover als gevaarlijke mythen. Als iemand vermoed wordt immuun te zijn, wordt hij of zij vaak eerder geëxecuteerd of gevangengenomen voor experimenten dan geholpen. Buiten de stad worden immunen gemeden, gevreesd of gezien als dragers van het virus. Immuniteit beschermt iemand niet tegen de angst, de sociale isolatie of het geweld dat de infectie met zich meebrengt. Het maakt een overlever eerder verdacht dan bewonderd omdat degene die immuun lijken te zijn geen symptomen hebben maar wel dragers zijn en anderen nog steeds kunnen besmetten. Voor nu is er ook nog geen cure gevonden tegen deze ziekte.

    — Q: Zijn er mensen die waken op de muur?
    • A: Ja, er zijn mensen die waken op de muur van Fort Aegis. Deze groep staat bekend als de Wall Guards of simpelweg “Wallwatchers.” De Wallwatchers zijn een elitegroep die specifiek getraind zijn om de muren te beschermen tegen zowel externe dreigingen zoals de Shreds als interne onrust. Ze vormen de eerste verdedigingslinie van de stad en zijn gewapend met alles wat de stad kan bieden, zoals vuurwapens, zoeklichten en waarschuwingssystemen.

    Hun taken:
    • Detectie: De Wallwatcher patrouilleren constant en houden de omgeving in de gaten. Elke afwijking of verdachte beweging wordt direct gerapporteerd.
    • Veiligheid: Ze zorgen ervoor dat niemand zonder toestemming de stad in- of uitgaat.
    • Uitzichtposten: Verspreid over de muur bevinden zich torens met uitkijkposten die continu bemand zijn. Hier wordt vooral de omgeving buiten de stad in de gaten gehouden.

    Het leven van een Wallwatcher:
    • Hard regime: Het is een zware en veeleisende baan met strikte regels. De meeste Wallwatchers worden gerekruteerd uit gezinnen die loyaal zijn aan de White Hands.
    • Lange shifts: Ze werken lange, koude nachten en zware dagen, vaak zonder veel beloning of erkenning.
    • Geïsoleerd: Hoewel hun werk cruciaal is, worden de Wallwatchers als laag in rang beschouwd binnen de hiërarchie van Fort Aegis. Ze hebben weinig sociale status.

    Wallwatchers en de White Hands:
    • De Wallwatchers vallen rechtstreeks onder de controle van de White Hands. Ze ontvangen bevelen en rapporteren aan hen, maar staan op afstand van de echte macht.
    • Er wordt veel controle op hen uitgeoefend: zelfs zij worden regelmatig getest op tekenen van besmetting.

    — Q: Wat zijn nou typische symptomen van Ashbane?
    • A: De symptomen van Ashbane kunnen in verschillende stadia worden opgedeeld, waarbij de ziekte zich steeds verder ontwikkelt. De naam “Ashbane” verwijst naar het verbrijzelde, asachtige uiterlijk van de huid in latere stadia van de ziekte, wat een kenmerkend teken is van infectie. Hier zijn de typische symptomen:

    Vroege stadia:
    1. Vroege huidveranderingen:
    • Kleine, grijze vlekjes verschijnen op de huid, meestal op de handen, nek of borst. Deze voelen droog en ruw aan, alsof de huid langzaam uitdroogt.
    2. Fysieke aftakeling:
    • Constante dorst en droge mond, ondanks voldoende drinken. Dit is het eerste teken van interne uitdroging.
    • Helderrode ogen door gesprongen bloedvaten.
    • Licht bloeden uit neus of oren zonder duidelijke oorzaak\
    • Vermoeidheid, ondanks voldoende rust.
    • Een bonzende hoofdpijn die niet verdwijnt
    3. Beginnende mentale tekenen:
    • Moeite met concentreren.
    • Kortdurende desoriëntatie of verlies van tijdsbesef.

    Middenstadia:
    1. Uitdroging:
    • De huid voelt strak en verbrandt gemakkelijk, alsof ze wordt blootgesteld aan hitte, zelfs zonder direct contact met vuur.
    • Barstjes in de huid en bloedingen, vooral rondom gewrichten zoals knokkels en ellebogen.
    2. Helse pijn:
    • Zenuwpijnen die lijken op elektrische schokken, trekkend door de ledematen.
    • Extreme gevoeligheid voor aanraking. Zelfs licht contact voelt als een steek.
    3. Gedragsveranderingen:
    • Stemmingswisselingen en irrationele woede-uitbarstingen.
    • Perioden van paranoia waarin slachtoffers anderen van verraad beschuldigen.
    • Mild hallucineren (het zien van schaduwen, het horen van stemmen).
    4. Koorts:
    • Op- en neergaande temperaturen met heftige koude rillingen gevolgd door ongewoon warm aanvoelende huid.

    Laatste stadia (Ashening):
    Het eindstadium, waarin slachtoffers letterlijk lijken te verkolen en uiteen te vallen tot iets wat lijkt op as.

    1. Huidverbranding en asachtige verschijning (ash-effect):
    • De aangetaste huid oogt verkoold, alsof het verbrand is.
    • Vinger- en teennagels brokkelen af; zweren verspreiden zich over het lichaam.
    • Voortdurende en ondraaglijke pijn maakt normale beweging bijna onmogelijk.
    • Zweren en korsten ontstaan over heel het lichaam
    2. Mentale ontbinding:
    • Slachtoffers vergeten wie ze zijn en raken hun realiteit kwijt.
    • Intense hallucinaties nemen over, vaak met schreeuwen of zelfdestructief gedrag.
    • Oncontroleerbare agressie: ze keren zich tegen geliefden en zelfs zichzelf.
    3. Fysieke aftakeling:
    • De spieren verstijven en gewrichten raken permanent krom of vast.
    • Extreme magerheid door orgaanfalen en inwendige bloedingen.
    • De dood volgt vaak door totale uitputting of interne uitdroging.

    Kenmerkende symptomen van Ashbane:
    • Transmission mark: De besmettingsplek vertoont vaak een felrode rand, later omgeven door verbrande huid.

    — Q: Wordt er drugs gebruikt in Fort Aegis?
    • A: ja. Er is een ondergronds circuit dat illegale drugs verhandeld. TW: drugs. Onderdrukt door de strikte regels zoeken sommigen naar een manier om te kunnen ontsnappen aan de realiteit. Illegale drugs in wordt in het geheim verhandeld, vooral in de achterbuurten of afgelegen delen van de stad.









    [ bericht aangepast op 27 jan 2025 - 16:06 ]


    someone out there feels better because you exist

    DE VLUCHT
    Fort Aegis

    Het was het 75ste jubileumjaar van Fort Aegis, en de stad leek in een feeststemming. Vlaggen van de White Hands sierden iedere hoek van de straat, overal klonken orkesten en de geur van opgebrande offers hing in de lucht. Er waren parades, lichtshows en duizenden stemmen die luid zongen over de macht en het goede werk van het regime. Het was een vertoon van macht, een perfecte façade van stabiliteit. Maar diegenen die keken naar wat er niet werd gezegd, konden de verborgen duisternis voelen, de stilte in de schaduwen waar de echte verhalen zich ontvouwden.

    En terwijl de stad zich vulde met celebraties, woonden er in die schaduwen en achter gesloten deuren de echte revolutie. Al weken voor het feestelijk jubileum was er een nieuwe hoop begonnen te leven. De fluisteringen vulden gedurende de schemering de ruimte. Er werden geheime ontmoetingen gehouden op de meest ondenkbare plaatsen — afgelegen steegjes, oude kelderruimtes in de minder populaire wijken en soms zelfs onder de verstofte vloerplanken van een verwaarloosd gebouw. Daar kwamen ze samen in het geheim, waar bijna niemand hen zou vinden.

    Enkele dagen voor de officiële festiviteiten begonnen de eerste geruchten te circuleren. Wie goed luisterde, hoorde de woorden die van lip tot lip ging: “Er is één kans. Salvador is het antwoord.” Niemand wist in de eerste instantie precies wat het betekende, maar dat alles veranderde na de Jubileumdag.

    Die nacht was ongewoon stil, de lucht zwaar met de geur van regen die nooit kwam. In de duisternis van de stad, waar zelfs het zwakke licht vanuit de ramen verdween, vonden ze wat ze zochten. Een brief zonder afzender, zwart van kleur, met enkel de woorden: ‘Open mij.’ Binnenin een deel van een kaart, groot genoeg om te zien dat het om de ondergrondse tunnels ging, maar te klein om de exacte locatie te achterhalen.

    Het plan was helder. Het andere gedeelte van de kaart moest gevonden worden. Wat betekende: elkaar vinden en vertrouwen. Samenkomen met een lotgenoot. En dat deden ze, fluisterend in de schaduwen, onderduikend in verlaten hoeken van de stad. De kaart zou hen leidde naar een veiligere plek, een belofte die hen zou bevrijden van wat hen vasthield. Ieder had zijn reden om te ontsnappen: vrijheid, wraak, hoop. Maar allemaal hetzelfde doel: buiten de muren van Fort Aegis geraken, diep in de vergeten tunnels, verborgen voor de blik van de White Hands.

    Het was nu of nooit.

    LETS START: Je personage heeft/of vindt spoedig de zwarte envelop. Zoek vervolgens je lotgenoot/lotgenoten (aka kies een schrijfpartner c:) op, leg jullie kaarten bij elkaar en haast je naar de tunnels — deze heeft geheimen ingangen die over de gehele stad verspreid zijn — zodat wanneer de groep compleet is we samen de vlucht kunnen maken en Fort Aegis ver achter ons kunnen laten. Succes allen. Tot op het afspreekpunt ergens in de tunnels en wordt niet gepakt door de White Hands.


    someone out there feels better because you exist

    MT c:


    What if he's written 'mine' on my upper thigh, only in my mind?


    help

    MT. <3


    Protect the people.

    Mt!

    MINE.


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    Viva la revolución! 😤


    hodie mecum eris in paradiso

    MT 😊


    ''yOu aLreaDy kNoW wHaT'S uP''

    Mt


    I could be your perfect disaster, you could be my ever after.

    MT

    [ bericht aangepast op 17 jan 2025 - 17:46 ]


    Omnia mutantur, nihil interit

    MT!


    Adventurer at heart, but oh how she loved to be home


    RIVER RADFORD

    Choke this love 'til the veins start to shiver
    One last breath 'til the tears start to wither
    Like a river, like a river
    Shut your mouth and run me like a river






    with Salvador | at Salvador’s house


    Het kleine, donkere kamertje in Salvador’s huis, waarin River zoveel nachten had doorgebracht, leek zijn adem nu op te slokken. Zijn borstkas ging snel op en neer terwijl hij met zijn hoofd tegen de muur leunde, zijn handen rusteloos in zijn zakken begraven. De lucht rook muf, een mengeling van oud hout en iets schimmeligs dat hij niet snel thuis kon brengen. Met zijn mouw veegde hij het zweet van zijn voorhoofd. Het had Salvador en hem bijna de hele nacht gekost, maar het was gelukt.

    De enveloppen waren bezorgd. Allemaal.

    Met een trillende hand tastte River naar zijn eigen zwarte envelop in de binnenzak van zijn jas. Het voelde absurd dat hij samen met Salvador degene was die ze hadden verspreid. Terwijl hij rondging met het gevoel alsof de White Hands elk moment over zijn schouder mee konden kijken, bleef een zin door zijn hoofd spoken: Wat als dit allemaal fout gaat?

    Hij staarde naar de versleten vloerplanken. Het was een impulsieve gedachte, één van de velen die op de loer lagen. Maar nu was er geen weg terug. Mensen zouden die enveloppen vinden, ze openen, het kleine stukje kaart bekijken. Net zoals hij dat had gedaan toen Salvador hem zijn plan had uitgelegd. Het was een glimp van hoop in een verder hopeloze wereld. Het was gek hoe zoiets kleins, een halfbakken plattegrond, een complete toekomst kon betekenen.

    Hij duwde zichzelf van de muur af en strekte zijn schouders, alsof hij het gewicht van de afgelopen uren wilde afwerpen. Flarden van zijn ronde door de stad flitsten door zijn hoofd. Hoe hij zich snel door de drukke, overvolle straten had gemanoeuvreerd, ogen continu zoekend naar elk teken van uniformen of andere ogen die té nieuwsgierig waren. De plekken die Salvador had aangewezen — kelders, verlaten fabrieken, verstofte hoekjes van de stad — waren als zweet in een kledingstuk: verstopt, maar overal.

    En dan dat moment vlak voor het achterlaten van iedere envelop, een paar seconden waarin zijn handen onvast werden. Zijn instinct zei hem dat hij gek was. Dit was zo ongelooflijk dom. De White Hands waren wreed en genadeloos, en Fort Aegis was al een gevangenis, zelfs vóór je in de gaten werd gehouden. Dit soort risico’s wilde je gewoon niet lopen.

    Toch hadden zijn voeten hem telkens vooruit geduwd. Angst was een trouwe metgezel geworden, eentje die zijn bloed sneller deed stromen en zijn zintuigen verscherpte. Maar met de laatste envelop, die hij zorgvuldig achterliet onder een losse steen in een verlaten park, voelde River een vleug van voldoening. Alles stond nu op scherp.

    Hij zuchtte diep en keek vluchtig naar de deur die naar de slaapkamer van Salvador leidde. Even overwoog hij aan te kloppen, maar iets hield hem tegen. Een zenuwachtige spanning knaagde in zijn maag. River wilde hem vertellen dat ze klaar waren, dat hij zijn deel had gedaan, maar het was vreemd hoeveel zwaarder alles aanvoelde nu het écht ging gebeuren. Dit was geen gerucht of plan meer. Het was nu in gang gezet. Te laat om nog om te draaien, Radford, dacht hij bitter.

    Terwijl hij door zijn kamer ijsbeerde, begon hij te praten, voornamelijk tegen zichzelf. “Ze hebben de kaarten nodig. Je kunt niet zomaar blijven zitten, dat was het idee. Finn zou zeggen dat ik dit soort dingen altijd vastgrijp. Maar ik hoop maar dat ik niet—” Hij brak zijn zin af, mompelde wat en beet op zijn lip. Denken aan Finn maakte alles rauw, de oude herinneringen krasten in de bodem van zijn ziel.
          Finn was River’s denkbeeldige vriend van vroeger. Een bijproduct van jaren in het weeshuis, waar je van de wereld vergeet wat er echt toe doet. Toen River klein was, stelde hij zich altijd voor dat Finn de broer was die hij nooit had gehad. Het begon met een schaduw in de hoek van zijn kamer, een soort onzichtbaar figuur dat hem hielp om die koude, stille nachten door te komen. In River zijn hoofd kreeg hij daarna een gezicht, een stem. Donkerblond haar dat alle kanten op sprong, een scheve grijns, ogen die constant ergens naar glinsteren — alsof hij iets wist wat niemand anders wist.

    Met een klap sloeg River tegen de muur, alsof hij zijn gedachten kon ordenen door het geluid. De komende uren zou hun werk zich uitvouwen, kaartstukje voor kaartstukje, totdat de rest zich zou aandienen. Hij rechtte zijn rug, ademde diep in, en staarde door een kier in het houten raamwerk naar buiten. De geluiden van het jubileumfeest doordrenkten de stilte van de nacht.

    “En nu wachten,” fluisterde hij, bijna tegen de lucht. Wachten totdat zij hun zet deden. Terwijl River door zijn kamer ijsbeerde, bleef zijn blik onrustig naar Salvador’s deur glijden. Zijn ademhaling ging iets langzamer terwijl hij worstelde met het knagende gevoel in zijn borst. Wat zou hij nu doen? Rusten? Of al plannen voor de volgende stap aan het maken zijn? River probeerde zichzelf tegen te houden, maar zijn voeten bewogen al richting de deur.

    Voor een seconde bleef hij stil staan met zijn hand boven het hout, zijn gedachten racend. Salvador had hem eerder verteld dat hij vertrouwen moest hebben. Maar hoe kon hij dat? River ademde diep in en duwde zijn knokkels licht tegen het oppervlak. Eén, twee zachte tikken. Niet te veel geluid maken, maar genoeg om zijn aanwezigheid aan te kondigen.

    Hij liet zijn hand weer zakken en wachtte. Door de spanning trok de stilte om hem heen samen. De lucht in het kleine kamertje leek plotseling nog benauwder. Wat wilde hij eigenlijk zeggen? River ademde opnieuw, het voelde alsof zijn hart zelf tegen de deur bonkte. “We hebben het gedaan,” zou hij zeggen. Of misschien iets simpels als, “Wat nu?”

    Zijn ogen dwaalden naar de vloer terwijl hij luisterde naar elke mogelijke beweging daarbinnen.

    [ bericht aangepast op 18 jan 2025 - 9:26 ]


    someone out there feels better because you exist


    MILES RICHARD COLLINGWOOD
    31 — escaped prisoner — with Adrien — alleyway




    Voor zijn gevoel had Miles in geen dagen echt goed geslapen. Hij moest continu op zijn hoede zijn en verborg zich in de kleinste, stinkende steegjes tussen de afvalcontainers. Hij had zichzelf in geen dagen in een spiegel bekeken, maar hij kon zichzelf ruiken. De lucht was dik van de aanstaande regen, maar die leek maar niet te komen. Miles wenste dat er een flinke stortbui neer zou vallen, zodat hij een poging kon doen zich wat op te frissen.
          Dankzij Salvador was hij twee dagen geleden ontsnapt uit de zwaarbewaakte gevangenis. De omgekochte bewaker had enkele minuten langer over zijn pauze gedaan. Op dat punt wist Miles uit te breken. Jarenlang had hij hierover nagedacht: hoe zou het zijn om weer vrij in de frisse buitenlucht te lopen? Hoe zou zijn hereniging met zijn vader en broer zijn? Zou hij zijn leven van voor zijn arrestatie weer kunnen oppakken?

    Miles wist als geen ander dat hij nooit antwoord zou krijgen op die laatste twee vragen. Na zijn ontsnapping zou er geen mogelijkheid zijn om in Fort Aegis een normaal leven te leiden. Als hij door iemand gezien werd, zou hij niet eens meer gevangen gezet worden: hij zou onmiddellijk geëxecuteerd worden. Hij moest de stad verlaten. Weg van het verstikkende beleid en de oneerlijke gang van zaken. Miles zou zijn vader en broer nooit meer zien. Niet dat dat de afgelopen jaren wel was gebeurd. Hoewel ze leken te geloven dat hij onschuldig was, waren ze in de laatste jaren bijna niet op bezoek gekomen. De dood van zijn moeder had voor een breuk binnen het gezin gezorgd, en Miles leek hier deels de schuld van te krijgen. Hij was er niet toen ze ziek werd, toen ze de diagnose Ashbane kreeg en toen ze uiteindelijk overleed. Hij kreeg het allemaal achteraf te horen, toen ze al was begraven. Sinds die dag, had hij zijn vader slechts nog vijf keer gezien. De laatste keer was meer dan een jaar geleden. Zo nu en dan verstuurde Miles nog wel een brief, als hij die wel mocht schrijven van de bewakers, maar nooit kreeg hij reactie. Hij was er kwaad over. Kwaad op die bewakers, die hem zonder reden weigerden een brief te laten sturen; kwaad op zijn familie, die hem in de gevangenis lieten rotten; kwaad op de politie, die hem zonder enige reden op had gepakt en weg had gestopt. Maar hij was vooral kwaad op zichzelf, dat hij het zo kon laten gebeuren.

    En nu liep hij buiten. Ineens. In geen zes jaar had hij zoveel gelopen als de afgelopen anderhalve dag. Eerst uit de gevangenis, door het riool, richting de stad en de tunnels. Hij kon zich de laatste keer dat hij zoveel moest en kon doen niet meer herinneren. Het enige wat hij in zijn cel kon doen, was nadenken.
          De kaart die hij had gevonden, had Miles stevig in zijn hand geklemd. Sinds hij was ontsnapt, had hij het geen seconde uit zijn zicht verloren. Amper had hij een oog dichtgedaan. Hij was panisch om ontdekt te worden en om de kaart kwijt te raken. Bijna verlangde hij naar het harde matras van zijn cel, zodat hij in ieder geval ongestoord een paar uur zou kunnen slapen. Hij moest doorgaan op deze adrenalinekick. Hij zou beter slapen dan ooit als hij eenmaal de stadsmuren van Fort Aegis achter zich kon laten.
          Tegen zonsondergang stond Miles op van zijn schuilplaats tussen drie grote containers in. Hij sloeg de deken, die hij uit zijn cel had meegenomen, om zich heen en verborg daarmee zo goed mogelijk zijn hoofd. Op naar een nieuwe plek, waar hij hopelijk een van de anderen zou ontmoeten. Met alleen zijn deel van de kaart kon hij nergens heen. Zijn hoofd boog hij zo ver mogelijk en hij telde zijn voetstappen om zijn aandacht erbij te houden. Het duurde niet lang voor hij weer een ander steegje in dook. Buiten het zicht van de andere inwoners van Fort Aegis en in de schaduw liet hij de deken van zijn schouders glijden en zakte hij tegen de muur door zijn benen. Het was nu wachten, wachten op die andere persoon, wie het ook mocht zijn.
          Pas toen de zon helemaal onder was, hoorde hij voetstappen. Miles bleef nog zitten, onzichtbaar voor de onbekende die steeds dichterbij kwam. Het kon iemand zijn die zijn afval weg kwam gooien, of juist iemand die in de container wilde duiken voor wat weggegooid eten. Maar niemand zat aan de container en de voetstappen stierven niet meer weg. Behoedzaam en voorzichtig kwam Miles overeind, de deken weer over zijn hoofd geslagen. Zijn blik richtte hij op en hij vond die van een bekende man. Miles' gezicht trok wit weg.
          Adrien. Zijn jeugdvriend. Een van de politieagenten die hem op hadden gepakt. Iemand van wie hij wenste hem nooit meer te zien.
          Dit was het. Het was over. Zijn poging te ontsnappen was mislukt. Miles voelde die adrenaline toenemen. Vechten of vluchten. Wat moest hij doen? Hij weigerde weer opgepakt te worden. Nooit zou hij teruggaan naar zijn verstikkende cel. Waren er nog meer agenten in de buurt? Lichamelijk kon Miles Adrien makkelijk hebben, maar na bijna twee dagen zonder slaap, stond hij haast te tollen op zijn benen.
          'Shit,' vloekte hij zacht, terwijl hij een pas achteruit zette.


    Protect the people.

    Adrien Raymond Wallece

    31 - Police chief - With Miles - Allyway





    Wat doe je op je laatste dag in de stad waar je je hele leven al woonde? Dat is iets wat al dagen door Adrien zijn hoofd heen was gegaan. Zou hij alles wat hij altijd al eens had willen doen in een dag moeten proppen? Of had moest hij bij iedereen met enige betekenis in zijn leven langs gaan om afscheid te nemen? Of moest hij juist zo onopvallend mogelijk zijn laatste dag inrichten? Adrien had er lang over getwijfeld, maar eigenlijk vielen de eerste twee opties al af, hij kon niet eens verzinnen wat voor speciaals hij nog had willen doen en afscheid nemen van mensen leek hem ook niks. Er was eigenlijk maar een persoon van wie hij afscheid zou willen nemen, zijn moeder.
    Dus was Adrien zijn ochtend om stipt zes uur begonnen, zijn normale ochtend routine was ingegaan, Aristoteles eten geven, een kommetje havermout, douchen, tandenpoetsen en de deur uit. Om stipt half acht zat hij aan zijn bureau, ogen op zijn computer scherm. De rest van de dag had Adrien alle losse eindjes aan elkaar vast geknoopt. Hij wist dat wanneer hij weg was iemand hem zou opvolgen en al zijn taken op zich moest nemen. Adrien wist ook nog hoe stressvol hij dat vorig jaar zelf had gevonden. De vorig sheriff was plots verdwenen en had allemaal openeindjes achter gelaten dat opvangen was een enorme taak geweest. Twee maanden had Adrien amper een oog dicht gedaan door de stress, dat wou hij zijn opvolger niet aan aan doen. Hij had er zelf nog over getwijfeld een uitgebreide instructie achter te laten in de la van zijn bureau, maar dat zou te gevaarlijk zijn. Wat als iemand die vond voordat hij goed en wel de stad had verlaten? Dat zou de vlucht in gevaar brengen. Dus hoopte hij voor het beste voor zijn opvolger.
    Om vier uur vertrok Adrien van het politiebureau, het was het enige wat zijn normale routine uit de war bracht. Normaal zou hij nooit eerder zijn werk verlaten, maar hij wou graag zijn laatste uren in Fort Aegis met zijn moeder doorbrengen. Hij had voor haar gekookt en had nog een hele tijd met haar gesproken. Oude herinneringen kwamen op, Adrien had het fijn gevonden om hun gezamenlijke geschiedenis te delen, maar vond het tegelijkertijd ook lastig wetende dat er nooit meer nieuwe herinneringen bij zouden komen. Toen hij naar de wc ging was hij zijn moeder slaapkamer in geglipt een bruine envelop duwde hij tussen haar lakens. Het was een afscheidsbrief, zonder details over waar hij heen geen. Alleen dat hij niet terug zou komen. Onderaan had hij nog snel het verzoek of zijn moeder Aristoteles morgen wou ophalen gekrabbeld. Aristoteles zou het fijn vinden om bij zijn moeder te komen wonen. Bij het afscheid had hij haar extra lang vastgehouden en toen zijn moeder in zijn oor fluisterde: "Ik ben trots op je" wist hij bijna zeker dat ze het wist. Bijna brak hij en wou hij haar smeken om mee te gaan, maar Adrien wist ook dat de kans klein was dat ze het zou halen. Zijn moeder was zeventig, had artrose in beide knieën en kon al jaren niet meer rennen. Ze zou gepakt worden of de groep zou haar achter willen laten, laat staan wat ze buiten de muren van Fort Aegis tegen zouden komen. Het was onmogelijk om haar mee te nemen. Dus had Adrien haar stilletjes achter gelaten.
    En nu stond hij midden in zijn appartement voor de zesde keer checkte hij of hij echt alles mee had. Tot zijn oog viel op een nog nieuw kruiswoordpuzzelboekje op zijn eettafel. Het boekje zou hem niet eeuwig kunnen entertainen, maar het zou een gevoel van thuis kunnen geven op de avonden dat hij Fort Aegis toch zou missen. Hij pakte het boekje op en wou het in zijn tas stoppen, maar daar zat Aristoteles demonstratief boven op. Ook Ari leek te weten wat er gaande was.
    Eigenlijk was Adrien nooit een kattenmens geweest. Totdat hij op een dat een inval had in het huis van een oudere man. De man werd gearresteerd, maar zijn kat bleef midden in het huis zitten. Adrien zijn collega's hadden de kat op straat willen zetten, maar Adrien was ervan overtuigd dat er vast ergens een fijn huisje voor de kat te vinden was. Voordat hij opzoek ging had hij Aristoteles tijdelijk in huis genomen, maar tijdelijk werd steeds minder tijdelijk totdat hij uiteindelijk gehecht raakte aan het beestje. Ari stond altijd aan de deur wanneer hij thuis was en op lange eenzame avonden in zijn huis zat Ari naast hem op de bank te spinnen. Aristoteles vulde het huis met een heel klein beetje gezelligheid.
    Dat maakte het verassend lastig voor Adrien om afscheid te nemen van zijn kat. "Ari," zei hij zachtjes terwijl hij de kat over zijn bol aaide. "Oma komt morgen, ik weet dat je het heel fijn bij haar gaat hebben." Ari kroop van Adrien zijn tas af, snel glipte hij het puzzelboekje in het voorvakje waarna hij de tas meenam. "Ik beloof dat er goed voor je wordt gezorgd." Adrien knielde voor de laatste keer naast Ari en duwde een klein kusje op het hoofdje van de kat. Hierna stond hij op, het was tijd om te gaan.
    Adrien hield zijn hoofd laag toen hij over straat liep, de zwarte envelop die in zijn zak gestoken. De kaart die erin zat leidde hem naar een afspreekplek waar hij zijn 'partner' zou moeten vinden. Samen zouden ze hun weg moeten vinden naar een tweede afspreekplek waar de vlucht pas echt zou beginnen. Adrien probeerde niet op te vallen tussen de andere mensen op straat, als sheriff was hij een bekend gezicht in de buurt. Maar niemand mocht zijn verdachte gedrag zien. Gelukkig kende Adrien de straten van Fort Aegis als geen ander en was het voor hem niet lastig om het afspreekpunt te vinden. Ergens in een klein steegje, waar het donker de meeste mensen afschrikte.
    Toen Adrien het steegje binnen liep stond er iemand op, het deken wat om hem gewikkeld zat verschuilde nog half zijn gezicht. "Shit" hoorde hij zachtjes van de ander, Adrien kneep zijn ogen samen om tussen de schaduwen een gezicht te herkennen.
    "Miles" Adrien herkende zijn oude schoolvriend, maar voelde toch een vorm van twijfel, de Miles die hij kende zat in de gevangenis. De Miles die hij kende had iemand vermoord en hoorde dus ook in de gevangenis. Niet hier op straat. En zeker niet op een vlucht uit Fort Aegis, daar hoorden alleen mensen in die hij kon vertrouwen en dat was niet Miles. De man zette een stap achteruit waardoor het kleine beetje licht van de straat beter op zijn gezicht viel. En toen wist Adrien het zeker, Miles zijn lichtblauwe kijkers keken hem verschrikt aan.
    Was dit toeval, was Miles uitgebroken en per toeval in deze steeg beland? Of was hij degene die Adrien hier hoorde te ontmoetten. De zwarte envelop brandde in zijn zak. Er was maar een manier om er achter te komen. Maar wat als hij Miles de envelop liet zien en hij was het niet? Adrien dacht er over na, maar kwam al vrij snel tot de conclusie dat dat hem niks zou doen. Wat zou Miles dan kunnen doen naar de eerst volgende persoon op straat rennen en hem erbij lappen? Wie zou men dan vertrouwen hun wel gewaardeerde sheriff of een moordenaar?
    Adrien haalde de envelop uit zijn zak. "Heb jij waar ik naar opzoek ben?" zei hij terwijl hij zijn deel van de kaart omhoog hield.


    I could be your perfect disaster, you could be my ever after.


    LEYLA SIMONE NAJM
    26 — teacher — with Thomas — tunnels


    Het was onwerkelijk. Zelfs met de kaart in haar bezit voelde het voor Leyla nog niet dat ze vanavond weg zou zijn uit de stad. Zou ze wel gaan? Al wekenlang hinkte ze op twee gedachten. Ze wist dat er iets niet klopte, wat haar ouders haar ook vertelden. Maar het voelde niet goed om ineens weg te gaan en alles wat ze kende zomaar achter te laten. Leyla had geen idee wat ze zou moeten doen om buiten de hoge muren van Fort Aegis te overleven. Haar hele leven woonde ze in het hart van de stad, beschermd tegen allerlei gevaren waarvan ze eerder geen weet had.
          Maar de twijfel sloeg steeds meer toe. Wat als het allemaal gelogen was? Wat als de regering hun alleen maar mooi weer verkochten, maar permanent de boel bij elkaar logen? Wat als alles waar Leyla in haar leven in had geloofd, allemaal niet waar was? De opeenstapeling van rare gebeurtenissen en onverklaarbare verdwijningen was de druppel die de volle emmer deed overlopen. Ze zou vanavond weggaan.
          Met een loodzwaar en vervelend gevoel in haar maag ging ze haar dag door. Een kleine tas had ze met belangrijke spullen ingepakt en had ze onder haar bed verstopt. Daarna vierde ze of ze samen met haar familie het jubileum van Fort Aegis, bereidde ze zogenaamd haar lessen van de dag erna voor en genoot ze van een warme douche. Het waren allemaal dingen die ze hierna nooit meer zou doen. En hoewel ze nog altijd twijfelde over weggaan, wist ze diep vanbinnen dat dit de enige juiste keuze was. Ze kon erop wachten tot ook in haar kring zogenaamd Ashbane werd vastgesteld en ze één voor één haar familieleden en hechte vrienden zou verliezen. Ze had niet eens geprobeerd om haar ouders op de hoogte te stellen van haar vertrek. Die zouden haar direct opsluiten in haar kamer en haar net zo lang gijzelaar houden tot ze haar hadden gebroken. Fort Aegis kon niets verkeerd doen.
          Nog een paar minuten voor ze zou vertrekken. Ze kon niet zomaar verdwijnen, dus ze had een brief aan haar familie op haar kussen geplaatst. Sorry. Dat was ongeveer alles wat erop stond. Haar vertrek uitleggen zou ook niet helpen. Dus ze zei gewoon dat ze wegging. Weg van de stad. Meer niet. Haar ouders zouden haast om haar rouwen, maar ze zouden er wel overheen komen. Daar maakte Leyla zich niet veel zorgen over. Zolang hun Fort Aegis maar stand hield, zou hun wereld niet instorten.
          Tegen de schemering aan verliet Leyla met een smoes het huis. Ze zou naar een vriendin toe, daar het jubileumjaar groots vieren. Maar zodra haar ouderlijk huis uit zicht was, begaf Leyla zich richting de armere wijken van de stad. Daar zou ze ontmoeten. Ze hoopte dat het River zou zijn, die haar van dit grootse plan had verteld. In een waas volgde ze de route die ze zichzelf in de afgelopen dagen had aangeleerd. Haar gedachten waren nog in haar kamer, op haar zachte en comfortabele bed. Deed ze hier wel goed aan? Zou ze zich niet beter kunnen omdraaien, weg van dit idiote plan? Terug naar haar simpele leven, met oogkleppen op voor alles wat niet leek te kloppen?
          Haar mond was droog en haar hart klopte in haar keel. Hoe meer ze nadacht, hoe groter de twijfels werden. Ze moest terug. Ze kon dit niet.
          Maar het was al te laat. Ze was zonder erbij na te denken terechtgekomen op de plek waar ze degene met de andere helft van de kaart zou ontmoeten. Ze haalde een paar keer diep adem voor ze keek naar de jongen die tegenover haar stond. Geen River, maar iemand die ze nog nooit had gezien.
          'Hallo,' begroette ze hem aarzelend en met zachte stem. Ze stak haar hand in de jaszak waar haar helft van de kaart in zat, maar ze pakte hem niet. 'Wie ben jij?'


    Protect the people.